Wijziging van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel op het vlak van omstandigheidsverlof.
De gewijzigde regelgeving op het vlak van het omstandigheidsverlof werd ingeschreven in de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.
Voor een toelichting wordt verwezen naar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 augustus 2025 houdende wijzigingen van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel op het vlak van afwezigheden en verloven.
Het omstandigheidsverlof is ook opgenomen in het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel, waardoor ook het arbeidsreglement gewijzigd moet worden.
Artikel 1
Artikel 27 van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel wordt als volgt gewijzigd:
Art. 27. De medewerker krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
1° huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: |
4 werkdagen |
2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk in de eerste graad afstamt van de werknemer:
|
10 werkdagen
-> 20 werkdagen |
3° overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner: -> overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, van een kind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner, of van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden: |
4 werkdagen
->10 werkdagen:
|
3°/1 overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon of schoondochter van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: |
4 werkdagen |
3°/2 overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: |
4 werkdagen |
3°/3 overlijden van een pleegkind in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: |
1 werkdag |
4° huwelijk van een kind of van een pleegkind (i.k.v. langdurige pleegzorg) van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner: |
2 werkdagen |
5° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: |
2 werkdagen |
6° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner: |
1 werkdag |
7° huwelijk van een bloed- of aanverwant: a) in de eerste graad, die geen kind is; b) in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: |
de dag van het huwelijk |
7°/1 huwelijk van een: a) Pleegouder van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner; b) Bloed- of aanverwant in de eerste en tweede graad van de pleegouder of het pleegkind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: |
de dag van het huwelijk |
8° priesterwijding of intrede in het klooster van een kind of van een pleegkind (in het kader van langdurige pleegzorg) van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van het personeelslid: |
de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst |
9° plechtige communie van een kind of van een pleegkind (in het kader van langdurige pleegzorg) van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner; deelneming van een kind of van een pleegkind (in het kader van langdurige pleegzorg) van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd; deelneming van een kind of van een pleegkind (in het kader van langdurige pleegzorg) van het personeelslid of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie: |
de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag |
10° gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige: |
de nodige tijd, maximaal één dag |
11° deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank: |
de nodige tijd |
12° zwangerschapsverlies van het personeelslid dat zwanger was (mits afleggen verklaring op eer): |
2 werkdagen |
13° zwangerschapsverlies van de echtgenote of samenwonende partner van het personeelslid (mits afleggen verklaring op eer): |
2 werkdagen |
Het omstandigheidsverlof wordt aangevraagd bij de algemeen directeur indien mogelijk vooraf. Indien het personeelslid het niet vooraf kan aanvragen, doet hij dit zo vlug mogelijk. Hij zorgt voor de nodige stavingsmiddelen.
Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna omschreven worden.
Voor het personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2°, toegekend als volgt:
Artikel 2
Bovenvermelde wijzigingen worden ter kennis gebracht aan de vakorganisaties.