Er wordt kennis genomen van de opvolgingsrapportering die betrekking heeft op het eerste semester van het boekjaar 2021 uit het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (2021).
Overeenkomstig artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur wordt er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 schrijft voor dat de opvolgingsrapportering minstens volgende elementen moet bevatten:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico’s.
Voornoemde vereisten werden vertaald in volgende rapporten:
De opvolgingsrapportering werd besproken in de cluster algemeen beleid en ondersteuning van 26 augustus 2021.
Neemt kennis van de opvolgingsrapportering die betrekking heeft op het eerste semester van het boekjaar 2021 uit het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (2021).
Dit punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.
Dit agendapunt werd als volgt voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn:
De bouw van het woonzorgcentrum Elckerlyc startte op 13 december 2010. Het woonzorgcentrum Elckerlyc werd in gebruik genomen op 23 oktober 2013. De voorlopige oplevering van het lot ruwbouw en voltooiing vond plaats op 19 september 2013.
De aannemer van de ruwbouwwerken was Algemene Ondernemingen Chris Vuylsteke nv, Pittemstraat 56, 8760 Meulebeke. Dit bedrijf werd intussen overgenomen door Eiffage en omgevormd tot Vuylsteke-Eiffage nv. De onderaannemer van de asfaltwerken van de platte daken was Bernard Vandenbulcke uit Zwevegem.
In de loop van 2020 werd op verschillende plaatsen op het dak blaasvorming vastgesteld. Op 3 juni 2020 werd een eerste brief gestuurd naar aannemer Vuylsteke-Eiffage nv en VK studio (architect). Met alle betrokken partijen (OCMW, Belfius bank als bouwheer en houder van het opstelrecht, VK Studio, Vuylsteke-Eiffage nv, Bernard Vandenbulcke, Soprema als leverancier van het materiaal) werd verschillende malen ter plaatse samengekomen.
Ook het WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) werd om advies gevraagd.
Uiteindelijk bood Vuylsteke-Eiffage nv op 11 februari een commerciële regeling aan met 2 opties:
Op 26 augustus 2021 werd in overleg met aannemer Vuylsteke-Eiffage nv, tot een voorstel van dading gekomen, opgesteld door advocaat Ockier.
In dit voorstel wordt vanuit het OCMW, als bouwheer, vertrokken van de inbreng van 10/25 van de renovatiekost (rekening houdend met een gemiddelde levensduur van 25 jaar van de dakbedekking; het dak ligt er bijna 10 jaar) en wordt dit vastgelegd op een forfait van 45 000 euro all in.
Aannemer Vuysteke-Eiffage kan, via een onderaannemer, de renovatie uitvoeren.
Er werd aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgesteld om in te gaan op het voorstel van dading, zoals in bijlage toegevoegd.
Tegenpartij bezorgde op donderdagavond 9 september 2021 een nieuw voorstel van dading. De dading die ter zitting geagendeerd werd, is niet getekend door tegenpartij. De heer Jo Libeer, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, stelt dan ook voor om deze dading te verdagen.
Er werd geen specifiek krediet voorzien voor een nieuwe dakbedekking. Via een interne kredietverschuiving zullen de nodige kredieten vrijgemaakt worden.
Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 78, 2de lid, 15°.
Dit punt wordt verdaagd naar een volgende zitting.
De wijziging van het reglement steun minimale gaslevering, meer bepaald de opties voor toekenning minimale levering aardgas, wordt goedgekeurd.
Mensen die gedropt worden bij hun energiemaatschappij, krijgen energie door de sociale distributienetbeheerder.
Indien mensen ook een schuld opbouwen bij de sociale distributienetbeheerder, komt hun situatie voor de Lokale Advies Commissie of de LAC. Dit is een adviescommissie, samengesteld uit afgevaardigden van de sociale distributienetbeheerder, de raad voor maatschappelijk welzijn en een medewerker van het OCMW als LAC-voorzitter. Deze commissie kan beslissen om een budgetmeter te laten installeren in geval van gas- of elektriciteitsschuld. Dit houdt in dat mensen geen voorschotfactuur en jaarlijkse afrekening moeten betalen, maar dat ze slechts de hoeveelheid energie kunnen gebruiken die ze opladen.
Bij een budgetmeter betaalt men vooraf zijn te verbruiken bedrag. Omdat de bedragen voor de budgetmeter gas stevig oplopen in de wintermaanden, wordt geadviseerd om in de zomerperiode extra bedragen op te laden, meer dan er verbruikt wordt, om een betaalbare winterperiode tegemoet te gaan. De voorzitter van de LAC in Wevelgem vermijdt daarom zoveel mogelijk nieuwe installaties van budgetmeters gas na de zomer.
Met de ‘minimale levering via de aardgasbudgetmeter’ (artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010) wil de Vlaamse Regering via een jaarlijks steunprincipe de OCMW’s een middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode (1 november tot en met 31 maart, eventueel verlengbaar), te ondersteunen door hen een ‘minimale hoeveelheid’ aardgas ter beschikking te stellen:
De kost hiervoor kan deels (70%) worden gerecupereerd bij de distributienetbeheerder (DNB). De overige 30% wordt ten laste genomen door het OCMW en wordt opgenomen in het sociale energiefonds.
Het betreft halfmaandelijkse tussenkomsten. Afhankelijk van de datum van de aanvraag wordt dit de 1e of de 16e van de maand toegekend.
Het bedrag van de steun ligt vast per woningtype. De bedragen voor de periode 2020 – 2021:
WONINGTYPE |
NIET-BESCHERMDE AFNEMER |
BESCHERMDE AFNEMER = recht op sociale maximumprijs |
APPARTEMENT |
24,66 euro |
10,66 euro |
RIJHUIS/HOEKHUIS (max 2 open gevels) |
34,66 euro |
14,66 euro |
VRIJSTAAND OF HALFOPEN (meer dan 2 open gevels) |
41,66 euro |
17,66 euro |
Huidig reglement
Mensen die een inkomen hebben lager dan het referentiebudget menswaardig inkomen (mini REMI) en een budgetmeter aardgas hebben, komen in aanmerking voor deze ‘minimale levering aardgas’ tijdens de winterperiode.
Winterperiode 2020 – 2021 (covid-periode)
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 3 juli 2020 de toepassing van de steun minimale gaslevering bij alle gezinnen bij wie na juli 2020 een budgetmeter wordt geplaatst, zonder aftoetsing aan de referentiebudgetten menswaardig inkomen en enkel voor de winterperiode 2020-2021, goed.
Bijgevolg waren er voor deze winterperiode 2 opties binnen de toekenning minimale levering aardgas:
2017 – 2018: 8
2018 – 2019: 6
2019 – 2020: 6
2020 – 2021: 7 + 8 op basis van covidmaatregel
Door de covidmaatregel hebben er dubbel zoveel mensen een minimale levering aardgas ontvangen.
Voorstel tot wijziging bestaand reglement minimale levering aardgas
2 opties binnen de toekenning minimale levering aardgas:
Cijfers: besteed budget door de jaren heen
2018: 1 649,46 euro
2019: 1 735,04 euro
2020: 3 218,68 euro (toepassing van covidmaatregel)
Van deze bedragen werd telkens 70% teruggevorderd van de distributienetbeheerder.
Een verdubbeling van de gebruikers heeft geleid tot ongeveer een verdubbeling van het budget.
In de toekomst wordt minimaal hetzelfde aantal gebruikers als de voorbije winterperiode verwacht.
Het huidig reglement steun minimale gaslevering wordt als volgt aangepast:
Er zijn 2 opties binnen de toekenning minimale levering aardgas: