Raming voor 4 jaar: 268 000 euro (excl. btw), hetzij 324 280 euro (incl. btw).
Gunning bij wijze van openbare procedure (met Belgische en Europese bekendmaking).
Het contract voor het wassen van het persoonsgebonden linnen van de bewoners van beide woonzorgcentra werd gegund in 2017. De opdracht liep af op 1 april 2021 waardoor er een nieuwe overheidsopdracht moet uitgeschreven worden. Intussen wordt de was van het persoonsgebonden linnen van de bewoners aan dezelfde voorwaarden gewassen als opgenomen in het bestek, uitgeschreven in december 2016, door de firma Malysse nv (intussen overgenomen door de firma Cleanlease nv) aan wie de opdracht toen werd gegund.
Voor beide woonzorgcentra wordt ervoor gekozen om ook de huur en het onderhoud van het plat linnen en de werkkledij mee op te nemen in de opdracht.
In het kader hiervan werd voor de opdracht 'huren en onderhouden van het plat linnen van de woonzorgcentra, onderhouden van persoonsgebonden linnen van de bewoners van de woonzorgcentra, huren en onderhouden van werkkledij van de woonzorgcentra' een bestek opgesteld.
De opdracht zal afgesloten worden voor 4 jaar.
De totale uitgave voor deze opdracht over 4 jaar wordt geraamd op 268 000 euro (excl. btw), hetzij 324 280 euro (incl. btw).
Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen via een openbare procedure (met Belgische en Europese bekendmaking).
De uitgave voor deze opdracht wordt aangerekend op volgende rekeningen van het exploitatiekrediet:
Artikel 1
Het bestek met nr. 2021-60 en de raming voor de opdracht 'huren en onderhouden van het plat linnen van de woonzorgcentra, onderhouden van persoonsgebonden linnen van de bewoners van de woonzorgcentra, huren en onderhouden van werkkledij van de woonzorgcentra', opgesteld door mevrouw Katrien Kindt, diensthoofd Secretariaat, wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming voor 4 jaar bedraagt 268 000 euro (excl. btw), hetzij 324 280 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij openbare procedure.
Artikel 3
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau.
De samenstelling van het managementteam wordt vastgesteld en het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW wordt in die zin gewijzigd.
De gemeenteraad besliste in zitting van vandaag om volgend voorstel goed te keuren:
Artikel 1
Het managementteam wordt als volgt samengesteld:
Artikel 2
Het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW wordt als volgt gewijzigd:
- De functies waaraan een (mogelijk) lidmaatschap van het managementteam verbonden is, worden aangeduid in het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW.
Specifiek gaat het over volgende functies:
- algemeen directeur (van rechtswege in toepassing van artikel 179, 2de lid van het decreet lokaal bestuur)
- financieel directeur (van rechtswege in toepassing van artikel 179, 2de lid van het decreet lokaal bestuur)
- beleidscoördinator cluster Grondgebiedszaken
- beleidsmedewerker Vrije Tijd.
Het voorontwerp van wijziging organogram werd in overleg met het managementteam opgemaakt en werd besproken op themateam Personeel en gunstig geadviseerd.
Er werd een protocol van akkoord afgesloten met ACV Openbare Diensten.
Artikel 1
Het managementteam wordt als volgt samengesteld:
Artikel 2
Het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW wordt als volgt gewijzigd:
- De functies waaraan een (mogelijk) lidmaatschap van het managementteam verbonden is, worden aangeduid in het gezamenlijk organogram gemeente-OCMW.
Specifiek gaat het over volgende functies:
- algemeen directeur (van rechtswege in toepassing van artikel 179, 2de lid van het decreet lokaal bestuur)
- financieel directeur (van rechtswege in toepassing van artikel 179, 2de lid van het decreet lokaal bestuur)
- beleidscoördinator cluster Grondgebiedszaken
- beleidsmedewerker Vrije Tijd.
- De functie van adjunct-algemeendirecteur wordt geschrapt bij pensionering van de huidige titularis.
Het tijdelijk reglement tussenkomst stijgende energieprijzen (via de federale Covid-middelen) wordt goedgekeurd.
De energieprijzen stijgen sterk. Dit zal voor iedereen, maar zeker voor mensen in een financieel kwetsbare situatie, een grote impact hebben.
Covid-19 is mee verantwoordelijk voor de stijgende energieprijzen. Tegelijkertijd leidde de Covid-pandemie tot een daling van koopkracht voor vele burgers, wat het hen op langere termijn moeilijk maakte om een veilige spaarreserve aan te leggen. Daarom stelt de Sociale dienst voor om de toegekende federale Covid-middelen ook in te zetten om deze stijgende energieprijzen gedeeltelijk op te vangen.
De federale Covid-middelen dienden in eerste instantie aangewend te worden tegen 31 december 2021. Via een omzendbrief van 22 december 2021 van de minister van Maatschappelijke Integratie, mevrouw Karine Lalieux, werd meegedeeld dat deze federale Covid-middelen verder kunnen ingezet worden tot 31 maart 2022. Dit biedt de mogelijkheid om extra in te zetten op deze energieproblematiek.
De Sociale dienst stelt volgende maatregelen voor:
1. tussenkomst in voorschotfacturen gas en elektriciteit voor een maximale periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022. Op deze manier kan de jaarlijkse afrekening gedeeltelijk gebufferd worden.
2. tussenkomst in oplading budgetmeter gas en elektriciteit voor een maximale periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022. Het bedrag van de tussenkomst is het bedrag dat het CEBUD (= het centrum voor budgetadvies en -onderzoek, onderzoeksgroep verbonden aan de Thomas More-hogeschool) gebruikt als referentiebudget energie. Het CEBUD paste deze bedragen tussentijds aan op basis van de energieprijzen januari 2022 (zie bijlage). Indien er reeds een minimale levering aardgas werd toegekend, zal dit in mindering gebracht worden (vanuit Vlaanderen worden de bedragen minimale levering aardgas opgetrokken vanaf februari 2022 - zie bijlage).
Volgende voorwaarden worden voorgesteld tot het bekomen van een tussenkomst:
1. Spaargeld ligt onder 3 x bedrag volgens de leeflooncategorie
2. Positieve medewerking aan de begeleiding
Deze maatregel is tijdelijk en wordt tegen het einde van deze periode geëvalueerd; indien nodig volgt een nieuw voorstel.
Het budget van de federale Covid-middelen bedraagt 111 913 euro.
Op vandaag werd iets minder dan 50% van deze federale Covid-middelen besteed.
Een ruwe schatting voor deze tussenkomst in energie: 60 dossiers aan gemiddeld 250 euro per maand (3 maanden) = 45 000 euro.
Er wordt ingeschat dat er nog voldoende budget is om deze maatregel te implementeren. Indien de federale Covid-toelage overschreden wordt, kunnen middelen uit het sociaal energiefonds geput worden.
Het tijdelijk reglement tussenkomst stijgende energieprijzen (via de federale Covid-middelen) wordt als volgt goedgekeurd:
Artikel 1
1. Er wordt tussenkomst verleend in de voorschotfacturen gas en elektriciteit voor een periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022.
2. Er wordt tussenkomst verleend bij de oplading van de budgetmeter voor gas en elektriciteit voor een maximale periode van 1 januari tot en met 31 maart 2022. Het bedrag van de tussenkomst is het bedrag dat het CEBUD gebruikt als referentiebudget energie. Indien er reeds een minimale levering aardgas werd toegekend, zal dit in mindering gebracht worden.
Artikel 2
Voor het bekomen van deze financiële tussenkomst worden volgende voorwaarden gesteld:
1. Spaargeld ligt onder 3 x bedrag volgens de leeflooncategorie
2. Positieve medewerking aan de begeleiding
Artikel 3
Deze maatregel loopt van 1 januari tot en met 31 maart 2022.
Het participatiereglement wordt vastgesteld, in uitvoering van artikel 304, §5 decreet lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur voorziet dat de raad voor maatschappelijk welzijn een beleid voert op het vlak van de betrokkenheid en de inspraak van de burgers of van de doelgroepen, met inbegrip van een regeling over het recht van de inwoners om voorstellen en vragen op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn te zetten (artikel 304, §1 decreet lokaal bestuur). Ook OCMW’s moeten dus inspraak organiseren van inwoners en doelgroepen. Het OCMW voert een lokaal participatiebeleid op maat van het eigen OCMW, concreet vorm gegeven in een participatiereglement.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelde eerder al een reglement klachtenbehandeling en een afdeling in het huishoudelijk reglement over 'verzoekschriften' vast. Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt nu voorgesteld om een participatiereglement, in uitvoering van artikel 304, §5 decreet lokaal bestuur, vast te stellen. Hierbij wordt in het bijzonder een regeling voor voorstellen en vragen van de inwoners vastgesteld.
Het participatiereglement belet niet dat het OCMW nog steeds op andere manieren - naast deze formeel geregeld in het reglement - de burgers kan informeren, consulteren of betrekken omtrent haar beleid en dienstverlening. Deze eerder 'informele' participatie-initiatieven gebeuren reeds op vandaag. In dit verband zal aanvullend een interne oefening worden gehouden rond het verbreden en verdiepen van betrokkenheid en inspraak bij het beleid van het OCMW en dit met het oog op het uitwerken van een (al dan niet reglementair) beleidskader omtrent verdere participatie-initiatieven.
Het participatiereglement wordt vastgesteld als volgt:
I. Inleidende bepalingen
Artikel 1
Dit reglement geeft, in toepassing van artikel 304 van het decreet lokaal bestuur, nadere invulling aan een aantal vormen van betrokkenheid en inspraak van de burgers en/of van de doelgroepen ten aanzien van het beleid, de besluitvorming en de dienstverlening van het OCMW.
Deze regeling is niet beperkend bedoeld: naast de participatievormen die in dit reglement uitdrukkelijk worden genoemd, zal het OCMW steeds ook nog op andere manieren haar belanghebbenden kunnen informeren, consulteren en betrekken. Zo kan het OCMW zowel over algemene thema’s als over specifieke dossiers inspraakvergaderingen, bevragingen, enquêtes en dergelijke organiseren.
II. Meldingen, klachten e.d.
Artikel 2
§1. Via het gemeentelijk meldpunt kan eenieder schriftelijk meldingen of suggesties doen, vragen stellen of klachten indienen met betrekking tot de dienstverlening van het OCMW. Dit kan ook digitaal (online of per mail).
§2. De behandeling van klachten, in de zin van het reglement klachtenbehandeling, gebeurt overeenkomstig de bepalingen van het reglement klachtenbehandeling, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 14 juni 2019 (en eventuele latere wijzigingen).
III. Verzoekschriften, voorstellen en vragen aan de bestuursorganen
Artikel 3
Eenieder kan aan de bestuursorganen van het OCMW verzoekschriften, voorstellen en vragen richten met betrekking tot het beleid en de dienstverlening van het OCMW.
Verzoekschriften, voorstellen of vragen over zaken die als zodanig geen bevoegdheid zijn van het OCMW, zijn niet ontvankelijk.
Worden ook niet als verzoekschriften, voorstellen of vragen in de zin van deze bepalingen beschouwd, ook al zou(den) de indiener(s) ze zo noemen:
(1) het enkel aanbrengen van feiten, meningen of kritiek, zonder een duidelijk verzoek, vraag of voorstel;
(2) vragen om informatie, inlichtingen, inzage of afschriften van bestuursdocumenten;
(3) aanvragen, bezwaren of beroepen in aangelegenheden waarvoor een specifieke aanvraag-, bezwaar- en/of beroepsprocedure bestaat.
Indien het verzoekschrift, het voorstel of de vraag onontvankelijk wordt verklaard, wordt de indiener van het verzoekschrift, het voorstel of de vraag of - wanneer door meerdere personen ondertekend - de eerste ondertekenaar van deze beslissing in kennis gesteld.
Artikel 4
§1. De behandeling van verzoekschriften gebeurt overeenkomstig de artikelen 39 e.v. van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, zoals goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 februari 2019 en latere wijzigingen.
§2. Het voorstel of de vraag moet schriftelijk ingediend worden en ondertekend zijn, met vermelding van naam, voornaam en adres van de indiener. Als er meerdere indieners zijn, moet voor allen naam, voornaam, adres en handtekening vermeld staan.
§3. Men vermeldt bovenaan duidelijk dat het om een verzoekschrift, voorstel of vraag in het kader van dit participatiereglement gaat. Men voegt alle nuttige informatie of stukken bij voor een juiste beoordeling van wat precies voorgesteld of gevraagd wordt.
Artikel 5
De raad voor maatschappelijk welzijn behandelt de voorstellen en vragen die inhoudelijk tot haar beslissingsbevoegdheid behoren én ondertekend zijn door ten minste 1 000 inwoners van Wevelgem, minstens 16 jaar oud op de datum van indiening. Voor de controle van die leeftijdsvoorwaarde moet men voor alle ondertekenaars ook hun geboortedatum vermelden. Indien de naamsvermelding, adres, handtekening en/of opgave van de geboortedatum ontbreken of onjuist zijn, wordt de ondertekening als ongeldig beschouwd. Het vast bureau oordeelt over de ontvankelijkheid van de voorstellen en vragen gericht aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De andere voorstellen en vragen worden, naargelang de materie, behandeld door het vast bureau, door de voorzitter van het vast bureau, door de voorzitter van de OCMW-raad of door de algemeen directeur.
Artikel 6
Aan de indiener of - wanneer door meerdere personen ondertekend - aan de eerste ondertekenaar wordt een ontvangstmelding gestuurd met aanduiding welk orgaan het voorstel of de vraag zal behandelen. Nadere uitleg wordt gegeven als dat een ander orgaan is dan tot wie de indiener(s) zich richtte(n).
Aan het OCMW gerichte verzoekschriften, voorstellen of vragen over gemeentelijke aangelegenheden worden rechtstreeks naar de gemeente doorgezonden, voor behandeling volgens de daar geldende regeling. Die doorzending wordt meteen gemeld aan de indiener of - wanneer door meerdere personen ondertekend - aan de eerste ondertekenaar.
Artikel 7
Het vast bureau, de voorzitter van het vast bureau, de voorzitter van de OCMW-raad en de algemeen directeur bezorgen voor de door hen te behandelen voorstellen en vragen (cfr. artikel 5) hun gemotiveerd antwoord binnen de drie maanden na indiening aan de indiener of - wanneer door meerdere personen ondertekend - aan de eerste ondertekenaar.
De indiener van het voorstel of de vraag of - wanneer door meerdere personen ondertekend - de eerste ondertekenaar kan worden gehoord door het betrokken orgaan van het OCMW. In dat geval heeft de indiener van het voorstel of de vraag of de eerste ondertekenaar het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
De indiener(s) k(a)(unne)n daartoe dan maximaal drie personen afvaardigen; de toelichting mag hoogstens een kwartier duren.
Artikel 8
Voorstellen en vragen die door de raad voor maatschappelijk welzijn te behandelen zijn (cfr. artikel 5) worden door de voorzitter geagendeerd op de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien deze minstens 15 werkdagen vóór de vergadering werd ontvangen. Worden het voorstel of de vraag later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
De indiener van het voorstel of de vraag of - wanneer door meerdere personen ondertekend - de eerste ondertekenaar kan worden gehoord door de raad voor maatschappelijk welzijn. In dat geval heeft de indiener van het voorstel of de vraag of de eerste ondertekenaar het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
De indiener(s) k(a)(unne)n daartoe dan maximaal drie personen afvaardigen; de toelichting mag hoogstens een kwartier duren.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist, mede in het licht van de bespreking en de eventuele toelichting, over het gemotiveerde gevolg/antwoord dat aan het voorstel of de vraag wordt gegeven.
Als de raad voor maatschappelijk welzijn dat aangewezen acht, kan zij eerst nog bijkomend onderzoek opdragen aan het vast bureau en derhalve de beslissing over het gevolg/antwoord verdagen naar haar eerstvolgende vergadering.
Het door de raad voor maatschappelijk welzijn bepaalde gevolg/antwoord (alsook de eventuele beslissing tot verdaging naar de eerstvolgende vergadering) wordt onverwijld aan de indiener of de eerste ondertekenaar van het voorstel of de vraag meegedeeld.
Indien het voorstel op de raad voor maatschappelijk welzijn wordt verworpen, kan een gelijkaardig voorstel, op straffe van onontvankelijkheid, niet eerder dan 1 jaar nadien opnieuw worden ingediend.
IV. Slotbepalingen
Artikel 9
Dit reglement treedt in werking op 14 februari 2022.
Aanduiding van een kandidaat-vertegenwoordiger voor de zorgraad eerstelijnszone regio Menen, specifiek voor de algemene vergadering van de cluster lokale besturen.
Wevelgem behoort tot de eerstelijnszone 'regio Menen' samen met de gemeenten Menen en Wervik.
Eerstelijnszones zijn opgericht door de Vlaamse overheid om het werk van lokale overheden, zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen.
De eerstelijnszone wordt aangestuurd door een zorgraad.
Op basis van afspraken binnen W13, bestaat de zorgraad uit een vertegenwoordiging uit verschillende clusters:
De lokale besturen zetelen in de cluster lokale besturen vanuit hun regierol binnen het lokaal sociaal beleid.
De raad voor maatschappelijk welzijn duidde in zitting van 13 december 2019 de heer Frank Acke en de heer Hendrik Libeer aan als afgevaardigden in de algemene vergadering.
De heer Frank Acke, gemeenteraadslid, is verhinderd om medische redenen, waardoor hij vervangen moet worden.
Een mandataris dient hiervoor aangeduid te worden.
Er wordt geheim gestemd.
Vertegenwoordiger cluster lokale besturen: algemene vergadering
mevrouw Charlotte Bonte bekomt 16 stemmen
mevrouw Inge Goemaere bekomt 11 stemmen
Artikel 1
Voor de cluster lokale besturen binnen de zorgraad van de eerstelijnszone 'regio Menen' wordt voor de algemene vergadering, ter vervanging van de heer Frank Acke mevrouw Charlotte Bonte afgevaardigd.
Aanduiding van een vertegenwoordiger voor de zorgraad eerstelijnszone regio Menen, specifiek voor het bestuursorgaan van de cluster lokale besturen.
Wevelgem behoort tot de eerstelijnszone 'regio Menen' samen met de gemeenten Menen en Wervik.
Eerstelijnszones zijn opgericht door de Vlaamse overheid om het werk van lokale overheden, zorg- en hulpverleners beter op elkaar af te stemmen.
De eerstelijnszone wordt aangestuurd door een zorgraad.
Op basis van afspraken binnen W13, bestaat de zorgraad uit een vertegenwoordiging uit verschillende clusters:
De lokale besturen zetelen in de cluster lokale besturen vanuit hun regierol binnen het lokaal sociaal beleid. Zowel een medewerker van het lokaal bestuur als een mandataris kunnen zetelen in de zorgraad.
De raad voor maatschappelijk welzijn duidde in zitting van 13 december 2019 voor de cluster lokale besturen de heer Kurt Parmentier, algemeen directeur Wevelgem en de heer Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur aan als afgevaardigden in het bestuursorgaan.
De heer Stefaan Oosthuyse, gaat op 1 maart 2022 op pensioen, waardoor een nieuwe afgevaardigde moet aangeduid worden. Binnen W13 is de afspraak gemaakt om slechts één politieke mandataris af te vaardigen per regio. Binnen de regio Menen gebeurt deze afvaardiging via het lokaal bestuur Menen.
Mevrouw Nele Dedeurwaerder, stafmedewerker en coördinator huis van het kind, wordt voorgedragen als nieuwe afgevaardigde, gelet op haar functie.
Er wordt geheim gestemd.
Vertegenwoordiger cluster lokale besturen: bestuursorgaan
Mevrouw Nele Dedeurwaerder bekomt 25 ja-stemmen, er zijn 2 onthoudingen.
Artikel 1
Voor de cluster lokale besturen binnen de zorgraad van de eerstelijnszone 'regio Menen' wordt voor het bestuursorgaan, ter vervanging van de heer Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur, mevrouw Nele Dedeurwaerder afgevaardigd vanaf 1 maart 2022.