Het algemeen retributiereglement wordt aangepast in functie van de wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van 'Boek XIX. Schulden van de consument' in het wetboek van economisch recht.
Het algemeen retributiereglement werd hervastgesteld op 13 december 2019 en werd ondertussen reeds herhaaldelijk gewijzigd. Het algemeen retributiereglement, zoals laatst gecoördineerd door het college van burgemeester en schepenen op 8 november 2023, bevat een hoofdstuk 16 (retributie op het bewonersparkeren en op de afgifte van bewonerskaarten) en een hoofdstuk 17 (retributie op het parkeren op plaatsen met een blauwe zone).
In respectievelijk artikel 16.5 en artikel 17.5 van dit retributiereglement staat de aanmaningsprocedure vermeld bij niet-betaling van de verschuldigde retributie uit respectievelijk hoofdstuk 16 en hoofdstuk 17, inclusief de daaraan verbonden kost.
Op 4 mei 2023 werd het nieuwe 'Boek XIX. Schulden van de consument' in het wetboek van economisch recht, goedgekeurd. Hierin wordt bepaald dat er bij niet-betaling een kosteloze 1ste herinnering gestuurd moet worden met daarin een aantal verplichte vermeldingen. Na het verstrijken van een termijn van ten minste 14 kalenderdagen die ingaat op de 3de werkdag na verzending van die eerste herinnering kan enkel een forfaitaire vergoeding worden gevorderd van maximaal 20 euro, deze wordt geacht alle kosten van de minnelijke invordering te dekken.
Voornoemde regels zijn ook van toepassing voor de gemeente voor wat betreft schulden van consumenten die voortkomen uit activiteiten waarbij openbare besturen beschouwd worden als ondernemingen. Het innen van retributies i.k.v. parkeren wordt beschouwd als een economische activiteit van de gemeente en hiervoor zijn voornoemde nieuwe bepalingen dus van toepassing. Bijgevolg dienen de bepalingen omtrent de aanmaningsprocedure uit artikel 16.5 en artikel 17.5 van het algemeen retributiereglement aangepast te worden.
Artikel 1
Het algemeen retributiereglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 13 december 2019 en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 13 maart 2020, 11 december 2020, 2 april 2021, 8 oktober 2021, 8 december 2022, 9 maart 2023, 20 april 2023 en 12 oktober 2023 (gecoördineerd door het college van burgemeester en schepenen op 8 november 2023), wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 16.5 van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. De retributie is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is zonder parkeerkaart voor mensen met een handicap of zonder de geldige bewonerskaart of -vignet te hebben geplaatst of een bewonerskaart of -vignet te hebben geplaatst die geldig was voor een andere zone.
De retributie is betaalbaar door overschrijving van het verschuldigd bedrag op rekening van het gemeentebestuur of op de rekening, opgegeven door een derde, hierna concessionaris genoemd. Deze concessionaris dient door het gemeentebestuur te zijn aangesteld met het oog op het uitoefenen van het toezicht op de naleving van onderhavig reglement.
De retributie dient betaald te worden binnen de zeven dagen na het aanbrengen door de concessionaris, van de betalingsuitnodiging op de voorruit van het voertuig. Indien de retributie niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, ontvangt de schuldenaar een eerste schriftelijke herinnering vanwege de concessionaris.
Deze herinnering wordt bezorgd zonder bijkomende administratieve kost. Indien na deze eerste herinnering geen betaling wordt verricht binnen een termijn van 14 kalenderdagen die ingaat op de 3de werkdag na verzending van voornoemde herinnering, wordt een bijkomende forfaitaire vergoeding van 20 euro gevorderd. Het dossier wordt voor minnelijke invordering overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder, die nog een laatste herinnering stuurt. Indien de verschuldigde retributie verhoogd met deze bijkomende forfaitaire vergoeding niet wordt betaald binnen de in de laatste herinnering gestelde termijn, wordt overgegaan tot gerechtelijke invordering. In voorkomend geval vallen de kosten, rechten en uitgaven gemaakt voor de gerechtelijke invordering van de verschuldigde bedragen ten laste van de schuldplichtige van de retributie en zullen deze toegevoegd worden aan het door hem initieel verschuldigde bedrag (bedrag van de retributie en forfaitaire vergoeding van 20 euro).
Artikel 2
Artikel 17.5 van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributie is betaalbaar door overschrijving van het verschuldigd bedrag op rekening van het gemeentebestuur of op de rekening, opgegeven door een derde, hierna concessionaris genoemd. Deze concessionaris dient door het gemeentebestuur te zijn aangesteld met het oog op het uitoefenen van het toezicht op de naleving van onderhavig reglement.
De retributie dient betaald te worden binnen de zeven dagen na het aanbrengen door de concessionaris, van de betalingsuitnodiging op de voorruit van het voertuig. Indien de retributie niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, ontvangt de schuldenaar een eerste schriftelijke herinnering vanwege de concessionaris.
Deze herinnering wordt bezorgd zonder bijkomende administratieve kost. Indien na deze eerste herinnering geen betaling wordt verricht binnen een termijn van 14 kalenderdagen die ingaat op de 3de werkdag na verzending van voornoemde herinnering, wordt een bijkomende forfaitaire vergoeding van 20 euro gevorderd. Het dossier wordt voor minnelijke invordering overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder, die nog een laatste herinnering stuurt. Indien de verschuldigde retributie verhoogd met deze bijkomende forfaitaire vergoeding niet wordt betaald binnen de in de laatste herinnering gestelde termijn, wordt overgegaan tot gerechtelijke invordering. In voorkomend geval vallen de kosten, rechten en uitgaven gemaakt voor de gerechtelijke invordering van de verschuldigde bedragen ten laste van de schuldplichtige van de retributie en zullen deze toegevoegd worden aan het door hem initieel verschuldigde bedrag (bedrag van de retributie en forfaitaire vergoeding van 20 euro).
Artikel 2
§1. Deze beslissing treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan en is van toepassing op elke vervallen en onbetaalde retributie zoals bedoeld in hoofdstuk 16 en hoofdstuk 17 van het algemeen retributiereglement.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van deze beslissing.