De artikelen 120bis en 170 van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel (omtrent principes anciënniteit) worden integraal vervangen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste op 24 mei 2023 om volgende principes inzake anciënniteit voor te leggen aan het syndicaal overleg- en onderhandelingscomité:
1) Overheidservaring
Overheidservaring wordt op onbeperkte wijze in aanmerking genomen voor berekening van de geldelijke anciënniteit, en indien de overheidservaring relevant is voor de uitoefening van de functie, wordt overheidservaring op onbeperkte wijze in aanmerking genomen voor de berekening van de administratieve anciënniteiten, waaronder de schaalanciënniteit.
2) Beroepservaring in de privésector of als zelfstandige
Relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt voor alle functies tot een beloop van maximaal 5 jaar meegerekend voor de toekenning van administratieve en geldelijke anciënniteit.
3) Noodzakelijke relevante ervaring als aanwervingsvoorwaarde
Indien een aantal jaren ervaring formeel als aanwervingsvoorwaarde vooropgesteld is, wordt beroepservaring in de privésector of als zelfstandige ten belope van het aantal gevraagde jaren ervaring toegekend.
4) Voor moeilijk invulbare beroepen wordt tot maximaal 16 jaar anciënniteit toegekend voor relevante ervaring
Voor toepassing van deze maatregel worden volgende afspraken tussen het college van burgemeester en schepenen en de syndicale organisaties voorgesteld:
Methodiek om toepassingsgebied van deze maatregel te bepalen:
Werkwijze:
5) Er wordt geen overgangsregeling voorzien.
Er wordt voorgesteld om de nieuwe principes te laten ingaan voor selectieprocedures die worden opgestart na wijziging van de betreffende regels in de rechtspositieregeling.
Er werd een protocol van akkoord afgesloten met ACV Openbare Diensten op 20 juni 2023.
Bovenvermelde principes houden een wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel in.
De rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel wordt gewijzigd conform de hierboven vermelde principes inzake anciënniteit als volgt:
Art. 120bis.
§1. Relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt voor de functie van projectcoördinator Infrastructuur tot een beloop van maximaal 16 jaar meegerekend voor de toekenning van administratieve anciënniteiten en schaalanciënniteit. (uitdovend cfr. §2 in fine)
§2. Voor de kandidaten opgenomen in de werfreserves van selectieprocedures die worden opgestart vanaf 21 juni 2023 gelden volgende regels:
1) Relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt tot een beloop van maximaal 5 jaar in aanmerking genomen voor de toekenning van administratieve anciënniteiten en schaalanciënniteit.
2) Voor moeilijk invulbare beroepen wordt tot maximaal 16 jaar anciënniteit toegekend voor relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige.
Hierbij wordt volgende methodiek gehanteerd:
Zolang bovenvermelde lijst niet is opgemaakt, blijft de bepaling van artikel 120bis, §1 van toepassing.
§3. De administratieve anciënniteiten en de schaalanciënniteit worden in aanmerking genomen op basis van een vergelijking van de diensten in de privésector of als zelfstandige met de algemene en de specifieke voorwaarden en met het functie- en competentieprofiel voor de betrokken functie.
Het personeelslid levert zelf de bewijsstukken, conform artikel 120, §2.
§4. Indien een aantal jaren ervaring formeel als aanwervingsvoorwaarde vooropgesteld is, worden administratieve anciënniteiten en schaalanciënniteit voor beroepservaring in de privésector of als zelfstandige ten belope van het aantal gevraagde jaren ervaring toegekend indien dit meer dan 5 jaar is, zoals in artikel 120bis, §2, 1) is opgenomen.
Art.170. §1. Relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt voor de functie van projectcoördinator Infrastructuur tot een beloop van maximaal 16 jaar meegerekend voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen. (uitdovend cfr. §2 in fine)
§2. Voor de kandidaten opgenomen in de werfreserves van selectieprocedures die worden opgestart vanaf 21 juni 2023 gelden volgende regels:
1) Relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige wordt tot een beloop van maximaal 5 jaar in aanmerking genomen voor de toekenning van geldelijke anciënniteit.
2) Voor moeilijk invulbare beroepen wordt tot maximaal 16 jaar geldelijke anciënniteit toegekend voor relevante beroepservaring in de privésector of als zelfstandige.
Hierbij wordt volgende methodiek gehanteerd:
Zolang bovenvermelde lijst niet is opgemaakt, blijft de bepaling van artikel 170, §1 van toepassing.
§3. Indien een aantal jaren ervaring formeel als aanwervingsvoorwaarde vooropgesteld is, wordt geldelijke anciënniteit voor beroepservaring in de privésector of als zelfstandige ten belope van het aantal gevraagde jaren ervaring toegekend indien dit meer dan 5 jaar is, zoals in artikel 170, §2, 1) is opgenomen.