Er wordt kennis genomen van de goedkeuringsbeslissing over de jaarrekening 2020 van de provinciegouverneur.
De gemeenteraad stelde de jaarrekening 2020 vast op 11 juni 2021 (deel gemeente en definitieve vaststelling). De jaarrekening 2020 werd bezorgd aan de toezichthoudende overheid via het loket BBC-DR op 16 juni 2020. De beslissingen van de gemeenteraad en de jaarrekening 2020 werden tevens via het digitaal loket doorgestuurd op 18 juni 2021.
De provinciegouverneur heeft, in het kader van het bestuurlijk toezicht, de jaarrekening 2020 goedgekeurd. Het nazicht van dit beleidsrapport gaf aanleiding tot een aantal bemerkingen van technische aard. Het wegwerken van deze bemerkingen strekt tot aanbeveling.
Neemt kennis van de goedkeuringsbeslissing van de provinciegouverneur van 15 september 2021 naar aanleiding van het bestuurlijk toezicht op de jaarrekening 2020, alsook van de technische opmerkingen bij dit beleidsrapport.
De algemene politieverordening en het algemeen retributiereglement worden aangepast voor wat betreft een aantal artikelen omtrent de begraafplaatsen.
In 2021 worden vlindertuinen gerealiseerd op de begraafplaatsen van de drie deelgemeenten. Ook gebeurde in 2021 een grondige evaluatie van het beleid rond de begraafplaatsen.
Voorliggend voorstel tot wijziging van de algemene politieverordening (APV) en algemeen retributiereglement heeft tot doel enerzijds de voorwaarden en modaliteiten voor het begraven van kinderen op de vlindertuinen en kinderperken vast te leggen en anderzijds meer technische aspecten te regelen die naar voren zijn gekomen tijdens de doorgevoerde evaluatie op de begraafplaatsen.
1. Technische aspecten
Uit de evaluatie van de begraafplaatsen is gebleken dat een aantal zaken op korte termijn, middels een aanpassing van het APV, kunnen aangepakt worden, zoals:
Van het voorstel tot wijziging werd gebruik gemaakt om meer rechtszekerheid te creëren voor de burger door verouderde bepalingen te actualiseren (artikelen 152, 158bis); bestaande praktijken te verankeren (artikelen 341, 357, 358, 361, 371); bepalingen te verduidelijken (artikelen 344, 362) en een eenduidig gebruik van terminologie in te voeren o.a. door nieuwe definities (artikel 29).
2. Vlindertuinen en kinderperken
De (reeds bestaande) kinderperken zijn bestemd voor het begraven in volle grond van kinderen tot 7 jaar. De (nieuwe) vlindertuinen zijn bestemd voor het begraven in volle grond van levenloos geboren kinderen en kinderen tot 1 jaar. Op de vlindertuinen zijn ook strooiweiden voorzien voor kinderen.
Vanuit ruimtelijke overwegingen wordt beslist het regime inzake concessies toe te passen op alle nieuwe begravingen op de kinderperken en vlindertuinen.
Deze concessies zullen gratis verleend worden voor de begraving van inwoners uit Wevelgem, zijnde (levenloos geboren) kinderen van wie één van de ouders of grootouders is ingeschreven in de gemeente. Voor niet-inwoners wordt een concessie verleend ten bedrage van 500 euro voor 30 jaar (naar analogie met de regeling die van toepassing is op volwassenen).
Op de vlindertuin wordt het plaatsen van een uniform grafteken verplicht bij het aangaan van een concessie. Dit uniform grafteken bestaat uit een cortenstaal graftegel met vlinder uit inox. Een inox naamplaatje is optioneel. Deze dienen allen afgenomen te worden bij de gemeente.
Het uniform grafteken (incl. vlinder) en naamplaatje worden door de gemeente gratis aangeboden bij de begraving van inwoners. Daarentegen zal aan nabestaanden van niet-inwoners een bedrag aangerekend worden van 200 euro voor het uniform grafteken en 50 euro voor het naamplaatje.
Indien nabestaanden geen uniform grafteken wensen, kan gekozen worden hetzij voor een niet-geconcedeerde begraving (15 jaar) in de vlindertuin zonder grafteken (enkel mogelijk voor inwoners), hetzij voor een begraving op het kinderperk waar een grafteken naar eigen keuze mogelijk is (mogelijk voor inwoners en niet-inwoners).
Nabestaanden die na de afloop van de termijn van een niet-geconcedeerde begraving (15 jaar) een omvorming naar een concessie willen, zullen dit ter plaatste kunnen doen (zonder opgraving).
Nabestaanden die retroactief een rouwplekje wensen in de vlindertuin (zonder begraving), zullen dit kunnen door een inox naamplaatje te bevestigen op de rand van de strooiweiden.
Op reglementair vlak houdt de invoering van bovenvermeld statuut in dat de artikelen inzake concessies en niet-geconcedeerde begravingen van toepassing worden op de kindergraven bedoeld in artikel 386 van het APV, voor zover er geen specifieke afwijkingen worden voorzien. Daarnaast worden volgende bepalingen aangepast: de bepaling tussen artikel 158 en artikel 159 (= nieuw artikel 158bis), artikel 341, artikel 368, artikel 386 en artikel 389.
Wat het algemeen retributiereglement betreft dienen de artikelen 9.2. en 9.3. gewijzigd te worden.
De jeugdraad adviseerde op 25 september 2021 het ontwerp tot wijziging van het APV als gunstig.
Het cortenstaal grafzerkje en de inox vlinder zullen in voorraad zijn bij de gemeente. De inox naamplaatjes zijn afzonderlijk te bestellen en zullen aangerekend worden op rekening 0990-00/613000 van het exploitatiekrediet.
De ontvangsten worden geboekt op rekening 0990-00/702120 van het exploitatiekrediet.
Artikel 1
De algemene politieverordening, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 december 2013 en gewijzigd door de gemeenteraad op 12 december 2014, 13 maart 2015, 12 februari 2016, 8 december 2017 en 13 november 2020, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 29 van de algemene politieverordening wordt gewijzigd als volgt:
§1. Begrip 4 wordt integraal vervangen als volgt:
4 Begraven
Het toekennen van een laatste rustplaats aan een overleden persoon door:
- een niet-gecremeerd lichaam in volle grond of in een grafkelder te begraven;
- een asurne in volle grond, in een grafkelder of in een urnenkelder te plaatsen of bij te zetten in een columbariummuur;
- de asresten uit te strooien op de daartoe voorziene plaats.
§2. Een begrip 4bis wordt toegevoegd als volgt:
4bis Begraafplaatsverantwoordelijke
De gemeentelijke ambtenaar die belast is met het dagelijkse beheer en onderhoud van de begraafplaatsen en/of diens vervanger.
§3. Een begrip 6bis wordt toegevoegd als volgt:
6bis Bijzetten
Het plaatsen van een asurne in een nis van een columbarium of het begraven van een tweede stoffelijk overschot in een reeds bestaand graf.
§4. Een begrip 9bis wordt toegevoegd als volgt:
9bis Columbarium
Een muur of zuil met nissen die bestemd is voor het bijzetten van urnen.
§5. Een begrip 9ter wordt toegevoegd als volgt
9ter Concessie (in het kader van begraafplaatsen)
Een vergunning van de gemeentelijke overheid waarbij een perceel of een plaats als laatste rustplaats in bruikleen wordt gegeven aan een concessiehouder voor een bepaalde, hernieuwbare periode.
§6. Een begrip 9quater wordt toegevoegd als volgt:
9quater Concessiehouder
De natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de gemeentelijke overheid een concessie toekent.
§7. Een begrip 20bis wordt toegevoegd als volgt:
20bis Graftekens
Gewone zerken, de monumenten en confessionele of niet-confessionele symbolen (zoals kruisen etc.).
§8. Een begrip 34ter wordt toegevoegd als volgt:
34ter Meervoudige concessie
Een dubbele concessie die verleend wordt aan één concessiehouder voor twee percelen of plaatsen die naast elkaar gelegen zijn.
§9. Een begrip 36bis wordt toegevoegd als volgt:
36bis Niet-geconcedeerd graf
Een perceel of plaats dat als laatste rustplaats dient zonder concessie.
§10. Begrip 43 wordt integraal vervangen als volgt:
43 Opgraven
Het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne om het een nieuwe bestemming te geven.
§11. Een begrip 43bis wordt toegevoegd als volgt:
43bis Ontruimen
Het leegmaken van een graf en/of het wegnemen van graftekens.
§12. Het begrip 52 wordt integraal vervangen als volgt:
52 Stoffelijk overschot
Niet-gecremeerd lichaam of asresten van menselijke oorsprong.
§13. Een begrip 55bis wordt toegevoegd als volgt:
55bis Thuisbewaring
Het thuis bewaren van de asurne nadat de nodige formaliteiten hier toe werden vervuld.
§14. Een begrip 57bis wordt toegevoegd als volgt:
57bis Urnenveld
Een perk dat bestemd is voor het begraven van asurnen.
Artikel 2
Artikel 152 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand nagegaan op basis van het overlijdensattest zoals bedoeld in artikel 55, §1 van het burgerlijk wetboek.
Artikel 3
De bepaling tussen het artikel 158 en het artikel 159 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Artikel 158bis
Mogen op één van de gemeentelijke begraafplaatsen begraven worden:
1° personen die overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen en waarvoor niemand de begrafenis regelt;
2° personen die ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;
3° personen die de gemeente effectief bewonen, doch van die inschrijving zijn vrijgesteld krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten;
4° personen die begunstigde zijn van een concessie of voor wie een concessie werd aangevraagd onder de voorwaarden en modaliteiten zoals verder bepaald in deze verordening;
5° personen die voordien hun gewone verblijfplaats in de gemeente hadden en die op het moment van overlijden opgenomen waren in een instelling buiten de gemeente of inwoonden bij een bloedverwant buiten de gemeente;
6° ongehuwde personen van wie de bloedverwanten in 1ste of 2de graad wel ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;
7° kinderen tot de leeftijd van 7 jaar van wie ten minste één ouder of grootouder is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;
8° levenloos geboren kinderen van wie ten minste één ouder of grootouder is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente.
Artikel 4
Artikel 160 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Op de begraafplaatsen is het verboden:
1. de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van de graven, de grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;
2. de *graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden, behoudens de specifiek daartoe aangelegde graspaden;
3. afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de begraafplaats, tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of bakken mogen alleen gebruikt worden voor afval afkomstig van de begraafplaats;
4. zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;
5. te bedelen, geld in te zamelen, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten aan te bieden;
6. reclamebriefjes uit te delen, aanplakbiljetten, borden, geschriften of andere publiciteitstekens aan te brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en muren met uitzondering van een plaatje van maximum 5x10 cm van de maker van het grafteken;
7. op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet belemmeren;
8. zonder toelating van een begraafplaatsverantwoordelijke om het even welk voorwerp dat zich op de begraafplaats bevindt, weg te nemen of te verplaatsen met uitzondering van de voorwerpen op de graven van nabestaanden;
9. enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van honden;
10. met fietsen (behoudens artikel 372) of gemotoriseerde voertuigen (andere dan een lijkwagen, gemotoriseerde rolwagens voor personen met een handicap, dienstwagens en alle ander vervoer voor het ophalen en afleveren van bouwmaterialen) de begraafplaats binnen te rijden tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating wordt verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde;
11. op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of fotograferen, met uitzondering voor familieleden of mits toelating van de familie;
12. zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of op een wijze die onverenigbaar is met de rust en de waardigheid van de plaats of met de eerbied die aan de doden is verschuldigd.
Artikel 5
Artikel 165 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Graftekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De opdrachtgever of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Daarenboven zal, gedurende 6 maanden, een bericht worden uitgehangen aan het grafteken en aan de ingang van de begraafplaats.
Bij gebrek aan herstel binnen een periode van 6 maanden na de ingebrekestelling en na de aanplakking van het bericht zal de verwijdering door het gemeentebestuur gebeuren, en zullen de kosten ten laste gelegd worden van de bekende opdrachtgever(s).
Artikel 6
Artikel 339 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Elk vervoer van een stoffelijk overschot of as naar de gemeentelijke begraafplaatsen is uitsluitend toegelaten elke werkdag van 8 uur tot ten laatste een half uur voor aanvang van de begraving en is verboden op zondagen, wettelijke feestdagen, op 31 oktober en op 11 juli, 2 november en 26 december (dit zijn plaatselijke feestdagen, conform de rechtspositieregeling van het gemeentelijk personeel). Het verbod voor 2 november geldt niet indien er hierdoor vier opeenvolgende dagen niet begraven zou kunnen worden.
De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van redenen van openbare gezondheid.
Artikel 7
Artikel 341 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Niet-geconcedeerde graven worden hernomen vanaf 31 december van het 15de jaar te rekenen vanaf de datum van de begrafenis.
Nabestaanden hebben de mogelijkheid om de niet-geconcedeerde begraving om te vormen naar een concessie onder de voorwaarden en modaliteiten zoals bepaald in afdeling 4. Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten worden in dit geval opgegraven en overgebracht naar een perk zoals voorzien in artikel 355, uitgezonderd de kinderen die begraven zijn in toepassing van artikel 386.
Indien geen concessie wordt aangegaan, wordt het graf ontruimd. Urnen kunnen, voor zover dit technisch mogelijk is, opgegraven en meegegeven worden met de nabestaanden op voorwaarde dat de formaliteiten inzake thuisbewaring worden vervuld. Zo niet worden de asresten uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.
Artikel 8
Artikel 344 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Elke wijze van begraven kan op niet-geconcedeerde wijze behalve indien gekozen werd om begraven te worden in een grafkelder.
In niet-geconcedeerde grond heeft iedere begraving aaneensluitend en chronologisch plaats in een afzonderlijk graf.
De niet-geconcedeerde graven zijn uitsluitend bestemd voor de begraving van één stoffelijk overschot, al dan niet gecremeerd. De burgemeester kan echter toestaan dat de stoffelijke overschotten van de moeder en van het pasgeboren kind in hetzelfde graf geplaatst worden.
Artikel 9
Artikel 348 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De opgravingen hebben plaats op de datum en het uur in gemeen akkoord vastgesteld door de begraafplaatsmedewerker, de familie en de gemachtigde aangesteld door de burgemeester.
Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot en met de 1ste week van november en op zaterdag, zon- en feestdagen geen opgravingen verricht.
Artikel 10
Artikel 351 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Er wordt niet begraven op zondagen, wettelijke feestdagen, op 31 oktober en op 11 juli, 2 november en 26 december (dit zijn plaatselijke feestdagen, conform de rechtspositieregeling van het gemeentelijk personeel). Het verbod voor 2 november geldt niet indien er hierdoor vier opeenvolgende dagen niet begraven zou kunnen worden. Behoudens afwijkingen toegestaan door de burgemeester bij toepassing van artikel 339 wordt er enkel begraven:
- van 1 april tot en met 31 oktober: elke werkdag van 8 uur tot 18 uur en op zaterdag van 8 uur tot 16.30 uur
- van 1 november tot en met 31 maart: elke werkdag van 8 uur tot 17 uur en op zaterdag van 8 uur tot 16.30 uur. Niet-gecremeerde lichamen daarentegen kunnen slechts begraven worden tot 15.30 uur.
Artikel 11
Artikel 352 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De begraafplaatsverantwoordelijke moet in het bezit zijn van een toelating tot de begraafplaats vooraleer tot begraven kan overgegaan worden.
Artikel 12
Artikel 355 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daartoe aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen.
In geen geval mag een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet-geconcedeerde gronden.
Artikel 13
Artikel 357 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring, noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar.
Na overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.
Artikel 14
Artikel 358 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden verleend en hernieuwd onder de in deze titel bepaalde voorwaarden, zoals deze gesteld zijn op het ogenblik van de aanvraag, tegen het tarief zoals bepaald in het retributiereglement.
Als een concessie een einde neemt, om welke reden ook, dan is er geen verrekening mogelijk van het betaalde tarief. Het concessiebedrag is geheel aan de gemeente verworven.
Artikel 15
Artikel 361 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Als een concessie van gecremeerde stoffelijke overschotten om welke reden dan ook een einde neemt, kunnen de urnen, voor zover dit technisch mogelijk is, opgegraven en meegegeven worden met de nabestaanden op voorwaarde dat de formaliteiten inzake thuisbewaring worden vervuld. Zo niet worden de asresten uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.
Artikel 16
Artikel 362 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden verleend voor een initiële termijn van 30 jaar.
Zij zijn hernieuwbaar ter plaatse voor de duur van 15 jaar of 30 jaar, ten laatste op de dag waarop de initiële concessie of de hernieuwde concessie verstrijkt.
Een hernieuwing van een concessie naar aanleiding van een bijzetting is steeds voor 30 jaar.
De hernieuwing van een eeuwigdurende concessie is steeds voor een duur van 50 jaar.
Artikel 17
Artikel 363 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en de hernieuwing ervan worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 18
Artikel 364 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessie neemt een aanvang op de datum van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, bedoeld in artikel 363.
De hernieuwing van een concessie gaat in onmiddellijk na het verstrijken van de initiële of reeds hernieuwde concessie.
Artikel 19
Artikel 365 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De gronden en nissen van de concessies worden teruggenomen vanaf 31 december volgend op het verstrijken van de termijn van de niet-hernieuwde concessie. Graftekens en voorwerpen die tegen deze datum niet werden weggenomen, worden eigendom van de gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.
Artikel 20
Artikel 366 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De concessies worden enkel verleend naar aanleiding van een overlijden.
§2. Er kan op dat moment een meervoudig concessie bekomen worden mits betaling van het vastgestelde tarief en op voorwaarde dat bij hernieuwing de concessie voor beide percelen of plaatsen gelijktijdig en voor eenzelfde duur verlengd wordt.
Enkel bij een meervoudige concessie kan een grafzerk geplaatst worden die beide percelen of plaatsen bedekt.
Indien men twee aparte zerken wenst te plaatsen, moeten beide zerken binnen de in artikel 375 bepaalde termijn geplaatst worden.
Artikel 21
Artikel 368 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Een concessie in de percelen waar de begraving gebeurt in volle grond kan slechts dienen als graf voor maximum 3 stoffelijke overschotten waarvan maximum 2 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie in de percelen waar de begraving geschiedt in grafkelders van 3 personen kan slechts dienen als graf voor maximum 4 stoffelijke overschotten waarvan maximum 3 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie in de percelen waar de begraving geschiedt in grafkelders van 2 personen kan slechts dienen als graf voor maximum 3 stoffelijke overschotten waarvan maximum 2 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie op een columbariumnis kan slechts dienen voor de begraving van maximum 2 of 3 asurnen, afhankelijk van de grootte van de nis.
Een concessie op een urnenveld kan slechts dienen voor de begraving van maximum 3 asurnen.
§2. Per concessie in de vlindertuin kunnen meerdere begravingen uitgevoerd worden van één of meerdere stoffelijke overschotten, voor zover dit technisch mogelijk is.
Artikel 22
Artikel 370 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder, zijn erfgenamen en rechthebbenden of bij ontstentenis hiervan, op schriftelijk verzoek van iedere belanghebbende, kan het college van burgemeester en schepenen een concessie voortijdig beëindigen.
Bezwaren tegen de aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen voor de 6 maanden van bekendmaking zijn verstreken.
Indien er geen bezwaren tegen de voortijdige beëindiging worden ingediend en de concessie is door het college van burgemeester en schepenen beëindigd, wordt het grafmonument eigendom van de gemeentelijke overheid. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming ervan.
Artikel 23
Artikel 371 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De overgang naar een andere begrafenisvorm (grafkelder, volle grond, urnenveld of columbariumnis) geeft steeds aanleiding tot het betalen van een nieuwe concessie.
Deze nieuwe concessie heeft tot gevolg dat de eerdere concessie van rechtswege ophoudt te bestaan.
Bij elke vraag tot overgang naar een andere begrafenisvorm dient rekening gehouden te worden met de laatste wilsbeschikking van de overledene.
Artikel 24
Artikel 372 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Onverminderd artikel 160, is het toegelaten met fietsen op de begraafplaatsen binnen te rijden op de hoofdpaden en de daartoe voorziene fietsdoorsteken.
Artikel 25
Artikel 375 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het plaatsen en wegnemen van graftekens, het openen en dichten van grafkelders en urnenkelders valt ten laste van de nabestaanden en gebeurt door een aannemer aangesteld door de nabestaanden.
Graftekens worden binnen volgende termijnen geplaatst:
De aannemer dient de gemeente minstens 2 dagen op voorhand op de hoogte te brengen van het plaatsen van een grafteken. Het nieuwe grafteken dient geplaatst te worden volgens de uitlijning zoals uitgezet door het gemeentelijk personeel van de begraafplaats.
Graftekens die door de aannemer tijdelijk weggenomen worden, dienen door de aannemer meegenomen te worden of tijdelijk geplaatst te worden op de verharding voorzien op de begraafplaats. Dit kan in geen geval op de grasstroken.
Artikel 26
Artikel 376 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Bij de herneming van niet-geconcedeerde graven en nissen bepaalt het college van burgemeester en schepenen de datum tegen de welke nabestaanden de graftekens en andere voorwerpen van het graf dienen te verwijderen. De niet teruggenomen voorwerpen worden eigendom van de gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.
Artikel 27
Artikel 382 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Ingeval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester ambtshalve verwaarloosde graftekens doen wegnemen zonder verhaal of aanspraak op vergoeding door de nabestaanden. De dringende noodzaak zal worden vastgesteld in een akte, opgemaakt door de burgemeester, die wordt aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats en zal verstuurd worden aan een gekende nabestaande of belanghebbende. De gemeenteraad wordt tijdens de eerstvolgende zitting van deze akte op de hoogte gesteld.
Artikel 28
Artikel 385 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De percelen voor het begraven in niet-geconcedeerde grond hebben een lengte van 200 cm en een breedte van 130 cm.
Het plaatsen van een grafteken is niet verplicht. Er bestaan 2 mogelijkheden.
- Platliggend grafteken met een lengte van 180 cm en een breedte van 80 cm.
Het grafteken mag een dikte hebben van minimum 5 cm en maximum 10 cm. Het grafteken wordt in het midden van het grafperceel geplaatst.
- Met kopstuk geplaatst op het platliggend grafteken. De hoogte wordt beperkt tot maximum 70 cm (dikte platliggend grafteken inclusief) en een dikte van minimum 5 cm en maximum 10 cm. Het kopstuk wordt verticaal geplaatst op het platliggend grafteken.
§2. Het materiaal van het grafteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de vermelde maten. Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.
Artikel 29
Artikel 386 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Op elke begraafplaats is een perceel voorzien voor kindergraven die voorbehouden is voor het begraven tot de leeftijd van 7 jaar. Deze begravingen worden hetzij met concessie hetzij op niet-geconcedeerde wijze uitgevoerd.
Op alle begraafplaatsen is de grondinname voor een kindergraf 100 cm lang en 60 cm breed. Er mag een grafteken geplaatst worden met een maximum lengte van 100 cm, met een maximum hoogte van 70 cm en met een maximum breedte van 60 cm.
Het materiaal van het grafteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de vermelde maten. Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.
§2. Op elke begraafplaats is een vlindertuin voorzien die voorbehouden is voor het begraven van levenloos geboren kinderen en kinderen tot de leeftijd van één jaar. Deze begravingen worden hetzij met concessie hetzij op niet-geconcedeerde wijze uitgevoerd.
Bij een begraving met concessie, wordt een uniform grafteken geplaatst, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.
Bij een begraving in niet-geconcedeerde grond kan een uniform grafteken geplaatst worden, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.
Indien men een grafteken naar eigen keuze wenst, kan dit enkel op het perceel en volgens de voorwaarden en de modaliteiten zoals voorzien in §1.
Desgewenst kan een naamplaatje worden geplaatst, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.
Artikel 30
Artikel 389 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Desgewenst kan een naamplaatje op de herdenkingszuil of –muur geplaatst worden, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement. Op deze plaatjes worden door de gemeentelijke diensten maximaal de naam van de overledene vermeld en de geboorte- en overlijdensdatum.
De naamplaatjes op de herdenkingszuil of –muur worden afgenomen door de gemeente vanaf 31 december van het 15de jaar te rekenen vanaf de datum van uitstrooiing.
De naamplaatjes kunnen door de nabestaanden tot 31 december van het 16de jaar te rekenen vanaf de datum van uitstrooiing afgehaald worden bij de gemeente.
§2. Op elke vlindertuin is een plaats voorzien waar kinderen kunnen uitgestrooid worden.
Artikel 2
Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 13 maart 2020, 11 december 2020 en 2 april 2021, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 9.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
A. Concessie 30 jaar |
|
in volle grond |
500 euro |
grafkelder |
500 euro |
columbariumnis |
500 euro |
urne in volle grond |
500 euro |
urne in kelder |
500 euro |
kinderperk/vlindertuin |
|
|
gratis |
|
500 euro |
hernieuwing bestaande concessie 15 jaar |
250 euro |
hernieuwing bestaande concessie 30 jaar |
500 euro |
hernieuwing bestaande concessie kinderperk/vlindertuin |
|
|
gratis |
|
250/500 euro |
meervoudige concessie |
tarief x 2 |
B. Zonder concessie 15 jaar |
gratis |
C. Naamplaatje strooiweide |
50 euro |
D. Naamplaatje vlindertuin |
|
|
gratis |
|
50 euro |
D. Opgravingen: voor A en B |
|
monument door gemeente te slopen en af te voeren |
750 euro |
monument af te voeren door de zorgen van de aanvrager |
650 euro |
kinderen t.e.m. leeftijd van 12 jaar |
250/200 euro |
verwijderen asurnen uit graven of columbariumnissen |
100 euro |
E. Aankopen van: |
|
kelders voor urnenveld |
gratis |
klassieke grafkelders 2 personen |
600 euro |
columbariumnis |
gratis |
afdekplaten voor columbariumnissen |
90 euro |
grafteken vlindertuin (tegel + vlinder) |
|
|
gratis |
|
200 euro |
* met inwoners wordt bedoeld: levenloos geboren kinderen en kinderen tot de leeftijd van 7 jaar van wie één van de ouders of grootouders is ingeschreven in de gemeente.
Artikel 2
Artikel 9.3. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributies zijn verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die:
Als tijdstip voor betaling wordt bepaald:
Artikel 3
§1. Deze beslissing treedt in werking per 11 oktober 2021 met uitzondering van de wijziging van artikel 368, §2, artikel 386 en artikel 389, §2 van de algemene politieverordening (inzake kinderperken en vlindertuinen) die in werking treden per 13 december 2021.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van de algemene politieverordening en het algemeen retributiereglement.
De algemene politieverordening wordt aangepast voor wat betreft een aantal artikelen omtrent verwijdering van afvalstoffen, dit in afstemming met MIROM Menen.
De algemene politieverordening wordt aangepast voor wat betreft een aantal artikelen omtrent verwijdering van afvalstoffen. De inzameling van asbestcement moet, in uitvoering van de omzendbrief (betreffende aanlevering door burgers van verpakt asbestcement op recyclageparken uitgebaat door lokale bestuur en het asbestveilige beheer ervan ter plaatse) worden geregeld in de algemene politieverordening. De algemene politieverordening dient derhalve in die zin aangevuld. Verder worden een aantal bepalingen omtrent 'verwijdering van afvalstoffen' van de algemene politieverordening geactualiseerd op basis van het model van politieverordening van OVAM, rekening houdend met de huidige milieuregelgeving en de huidige inzamelmethoden, en rekening houdend met het uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval en de handleiding 'beheer van afvalstoffen in de gezondheidszorg' van OVAM, dit alles in overleg met MIROM Menen en de stad Menen.
Het voorstel van aanpassing van de algemene politieverordening werd voorgelegd aan de jeugdraad van 25 september 2021 en aan de milieuraad van 20 september 2021.
Artikel 1
De algemene politieverordening, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 december 2013 en gewijzigd door de gemeenteraad op 12 december 2014, 13 maart 2015, 12 februari 2016, 8 december 2017 en 13 november 2020, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 29 van de algemene politieverordening wordt gewijzigd als volgt:
§1. Een begrip 2bis wordt toegevoegd als volgt:
2bis Asbestafval
Alle hechtgebonden toepassingen met asbest (o.a. toepassingen met asbestcement, golfplaten, dekstenen en dorpels,…). Vrije asbestvezels (zoals in spuitasbest, afdichtingskoord,…) vallen niet onder toepassing van deze verordening.
§2. Begrip 21 wordt integraal vervangen als volgt:
21 Grofvuil
Grofvuil zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1., §2, 34° van het Vlarema: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de vergelijkbare afvalstoffen die door hun omvang, hun aard of hun gewicht niet in de recipiënt voor huisvuilophaling kunnen worden geborgen en die huis aan huis worden ingezameld, alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding in het recyclagepark.
§3. Begrip 22 wordt integraal vervangen als volgt:
22 Huishoudelijke afvalstoffen
Huishoudelijke afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 17° van het materialendecreet: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden bij besluit van de Vlaamse regering (Vlarema).
§4. Begrip 23 wordt integraal vervangen als volgt:
23 Huisvuil
Afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die in de voorgeschreven inzamelrecipiënten voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van alle afvalstoffen die selectief worden ingezameld.
§5. Begrip 30 wordt integraal vervangen als volgt:
30 Klein Gevaarlijk Afval (afgekort KGA)
Klein gevaarlijk afval of KGA zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1., §2, 45° van het Vlarema: klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong en van vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong (als vermeld in punt 54° van het Vlarema). Dit omvat de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het Vlarema.
§6. Begrip 34bis wordt integraal vervangen als volgt:
34bis Met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen
Met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, §2, 54° van het Vlarema: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding.
§7. Begrip 44 wordt integraal vervangen als volgt:
44 Papier en karton
Alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken en dergelijke.
§8. Begrip 45 wordt integraal vervangen als volgt:
45 Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (afgekort PMD-afval)
PMD-afval zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1., §2, 67° van het Vlarema: afval van alle plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons bestemd voor gebruik door huishoudens of vergelijkbaar bedrijfsmatig gebruik, met uitzondering van afval afkomstig van klein gevaarlijk afval, en geëxpandeerd polystyreen verpakkingen voor non-food toepassingen.
§9. Begrip 48 wordt integraal vervangen als volgt:
48 Recyclagepark
Inzamelpunt zoals gedefinieerd in art. 1.2.1, §2, 18° van het Vlarema: een, met toepassing van titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.
§10. Begrip 55 wordt integraal vervangen als volgt:
55 Textiel
Textiel is een verzamelnaam van de productgroep bestaande uit kleding, schoeisel, linnen en producten vervaardigd uit natuurlijke of synthetische vezels. De textielfractie bevat zowel herbruikbaar als niet herbruikbaar textiel met uitzondering van tapijten, matrassen, zetelkussens, nat en/of besmeurd textiel.
§11. Begrip 56 wordt integraal vervangen als volgt:
56 Tuinafval
Organisch composteerbaar afval zoals snoeihout, plantenresten, haagscheersel, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazonmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, desgevallend door een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.
§12. Begrip 60 wordt integraal vervangen als volgt:
60 Verpakkingsglas
Verpakkingsglas betreft flessen en bokalen dienend als verpakking, dat ontstaat door de normale werking van een particuliere huishouding en de vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, gewapend glas, serreglas, kristal, opaalglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten, plexiglas, vensterglas, gloeilampen, spaarlampen, TL-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen en dergelijke.
Artikel 2
Artikel 119 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het is voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars daarvoor aangewezen door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband of geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die hiervoor een toestemming hebben gekregen van de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband, mogen huishoudelijke afvalstoffen inzamelen op het grondgebied van de gemeente.
§2. Elke inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die op het grondgebied van de gemeente huishoudelijke afvalstoffen op eigen initiatief wenst in te zamelen moet vooraf een toelating vragen bij de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband. De voorwaarden en modaliteiten zijn verkrijgbaar bij de gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
§3. In afwijking van §2. kunnen scholen en verenigingen die gevestigd zijn in de gemeente zonder toelating per kalenderjaar maximum twee verschillende afvalstromen selectief inzamelen. De voorwaarden en modaliteiten waaronder dit kan, zijn verkrijgbaar bij de gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
§4. Afvalstoffen die onder een aanvaardingsplicht, een terugnameplicht of een andere vorm van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vallen, kunnen ingezameld worden via een niet-gemeentelijke inzameling op voorwaarde dat de inzameling voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen.
Artikel 3
Artikel 120 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Afvalstoffen dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen aangeboden op een wijze of tijdstip dat niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard.
§2. Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12, §1 van het materialendecreet is het verboden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen achter te laten, op te slaan, aan te bieden, in te zamelen, te storten, te verbranden, te verwerken, te beheren in strijd met de bepalingen opgenomen in deze politieverordening.
§3. Onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 12, §1 van het materialendecreet is het verboden voor de aanbieders van met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen om deze bedrijfsafvalstoffen op een andere manier aan te bieden bij de gemeentelijke inzameling in strijd met de bepalingen opgenomen in deze politieverordening.
Artikel 4
Artikel 122 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen bij een gemeentelijke inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van de gemeente, door haar intergemeentelijk samenwerkingsverband, door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars die zijn aangesteld door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark.
§2. Degene die het toezicht uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren, de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen voor een correcte aanbieding verstrekken.
Artikel 5
Artikel 123 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De voorgeschreven recipiënten en aangeboden afvalstoffen dienen door de inwoners altijd aangeboden te worden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. Voor plaatsen of stegen die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dient de aanbieder de voorgeschreven recipiënten of anders aangeboden afvalstoffen te plaatsen op de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg die wel toegankelijk is of op een door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband bepaalde plaats.
Artikel 6
Artikel 124 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De inwoners die een inzamelrecipiënt aanbieden voor ophaling zijn verantwoordelijk voor het inzamelrecipiënt en het eventuele afval dat hiervan afkomstig is. De inwoners staan zelf in voor het opruimen ervan.
Artikel 7
Artikel 126 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De geledigde recipiënten, de vergeten en de geweigerde recipiënten en afvalstoffen dienen door de aanbieder op de dag van ophaling terug te worden verwijderd van de openbare weg.
§2. Recipiënten/afvalstoffen, die door omstandigheden zoals weersomstandigheden of uitzonderlijk niet uitgevoerde ophaling, niet werden opgehaald, dienen door de aanbieder op diezelfde dag terug te worden verwijderd van de openbare weg en opnieuw correct aangeboden te worden bij de eerstvolgende ophaling.
Artikel 8
Artikel 127 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De aanbieder dient er voor te zorgen dat het inzamelrecipiënt zorgvuldig gesloten is en geen scheuren of barsten of lekken vertoont.
§2. Afvalstoffen dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid, gezondheid en/of het besmeuren van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophaler.
Artikel 9
Artikel 311 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het is verboden volgende afvalstoffen aan te bieden bij een gemeentelijke inzameling:
- gasflessen bestemd voor meermalig gebruik en/of andere ontplofbare voorwerpen;
- munitie en ontplofbare stoffen;
- krengen van dieren en slachtafval;
- oude en vervallen geneesmiddelen;
- bedrijfsafvalstoffen, andere dan de met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen;
- afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten die niet aangesloten zijn bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Artikel 10
Artikel 312 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De afvalstoffen mogen slechts vanaf 17 uur de dag voorafgaand aan de ophaling buitengeplaatst worden.
§2. De selectief ingezamelde afvalstoffen dienen gescheiden te worden aangeboden. Zij mogen geen andere afvalstoffen bevatten en dienen voldoende gereinigd te zijn.
Artikel 11
Artikel 313 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Restafval moet voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden worden in een reglementaire zak die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld. Het gewicht van de aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg.
§2. Voor het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval geldt dat per adres en per ophaling de hoeveelheden vergelijkbaar moeten zijn met de hoeveelheid huishoudelijk afval van een gemiddeld gezin.
Artikel 12
Artikel 316 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het deponeren in glascontainers van om het even welke andere afvalstof dan verpakkingsglas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten, ook al is de container volledig gevuld. Dergelijke activiteit wordt beschouwd als sluikstorten.
§2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 20 uur en 8 uur.
§3. Het is verboden elke vorm van sluikreclame aan te brengen op de glascontainers.
Artikel 13
Artikel 318 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het papier en karton dienen aangeboden te worden in pakken gebonden met natuurtouw, papieren zakken of in kartonnen dozen. Het gewicht per recipiënt mag niet groter zijn dan 15 kg en moet in een handelbare stapel draagbaar door 1 persoon aangeboden worden.
§2. Voor het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval geldt dat per adres en per ophaling de hoeveelheden vergelijkbaar moeten zijn met de hoeveelheid huishoudelijk afval van een gemiddeld gezin.
Artikel 14
Artikel 320 van de algemene politieverordening wordt geschrapt.
Artikel 15
Artikel 321 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het KGA moet afzonderlijk aangeboden worden in een daarvoor geschikt recipiënt.
Het aangeboden KGA wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de aanbieder zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het KGA op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd.
§2. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het KGA te voorkomen.
§3. Injectienaalden, bloedlancetten en pennaalden moeten aangeboden worden in een naaldcontainer.
Artikel 16
Afdeling 7 van hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
AFDELING 7 Selectieve inzameling van PMD-afval
Artikel 322
§1. Het PMD-afval wordt huis-aan-huis opgehaald langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht, op de door de bevoegde overheid bepaalde dagen en wijze. Het PMD-afval wordt ook ingezameld op het recyclagepark.
§2. Het maximale volume per verpakking bedraagt 8 liter.
Artikel 323
§1. Het PMD-afval dient voor de huis-aan-huisinzameling en op het recyclagepark aangeboden te worden in een reglementaire zak die tegen betaling ter beschikking wordt gesteld. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van het recipiënt worden vastgemaakt.
§2. Voor het met huishoudelijk afval vergelijkbaar bedrijfsafval geldt dat per adres en per ophaalbeurt de hoeveelheden vergelijkbaar moeten zijn met de hoeveelheid huishoudelijk afval van een gemiddeld gezin. Deze beperking geldt evenwel niet voor het PMD afkomstig van scholen en verenigingen.
Artikel 17
Artikel 324 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het textielafval wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente en/of op het recyclagepark. Het kan eveneens huis-aan-huis worden ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de ophaling is ingericht.
§2. Alleen de organisaties waarmee de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband een overeenkomst heeft afgesloten zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen, respectievelijk huis-aan-huisinzameling te organiseren. Textielcontainers die op het grondgebied van de gemeente zijn opgesteld zonder toelating, kunnen in opdracht van de burgemeester worden verwijderd. Het wegnemen van de container gebeurt op kosten en risico van diegene die de container heeft geplaatst.
§3. Textielafval dient te worden aangeboden in een gesloten zak.
Artikel 18
Artikel 326 van de algemene politieverordening wordt geschrapt.
Artikel 19
Artikel 327 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het tuinafval wordt ingezameld volgens de geldende sorteerregels op het recyclagepark.
§2. Het tuinafval kan ook op ‘afroep’ worden opgehaald, tegen betaling volgens de overeenkomst aangegaan met het intergemeentelijk samenwerkingsverband. De voorwaarden en modaliteiten waaronder dit kan, zijn verkrijgbaar bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Artikel 20
Artikel 328 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De ophaling van tuinafval kan ook gebeuren via abonnementsformule tegen betaling, volgens de overeenkomst aangegaan met het intergemeentelijk samenwerkingsverband. De voorwaarden en modaliteiten waaronder dit kan, zijn verkrijgbaar bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
Artikel 21
Afdeling 10 van hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
AFDELING 10 Selectieve inzameling van grofvuilEr wordt een nieuwe afdeling toegevoegd na afdeling 10 van hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening als volgt:
AFDELING 11 Selectieve inzameling van abestDe afdeling 11 Het recyclagepark, van hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening wordt hernummerd als afdeling 12 Het recyclagepark, van hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening.
Artikel 24
Artikel 331 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Op het recyclagepark kunnen enkel huishoudelijke afvalstoffen en de met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zoals vermeld in het aanvoerreglement van het intergemeentelijk samenwerkingsverband, aangeboden worden.
§2. Het recyclagepark is geopend op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.
§3. Op het recyclagepark gelden de bepalingen van het aanvoerreglement zoals vastgesteld door het intergemeentelijk samenwerkingsverband. Het aanvoerreglement ligt ter inzage op het recyclagepark en is raadpleegbaar op de website van het intergemeentelijk samenwerkingsverband.
§4. De bezoekers van het recyclagepark verbinden zich er toe het aanvoerreglement zoals vastgesteld door het intergemeentelijk samenwerkingsverband, en de hierbij aansluitende richtlijnen van het toezichthoudend personeel strikt na te leven.
Artikel 25
Artikel 332 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter.
§2. De aanbieders van afvalstoffen dienen de onderrichtingen van de parkwachters op te volgen. De parkwachter is belast met het toezicht en de controle op de recyclageparken.
De parkwachter kan het deponeren van afval verbieden bij niet correcte aanbieding alsook om redenen van goed beheer of veiligheidsredenen.
Personen die weigeren de gegeven richtlijnen of de aangebrachte onderrichtingen na te leven, kunnen de toegang ontzegd worden of kunnen uit het recyclagepark worden verwijderd.
Artikel 26
Artikel 333 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbieders van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.
§2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.
§3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.
§4. De afvalstoffen mogen enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden. Afval dat niet in de correcte container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd werd, wordt beschouwd als sluikstort.
Artikel 27
Er wordt een nieuw hoofdstuk toegevoegd na hoofdstuk 4 van titel 4 van deel 4 van de algemene politieverordening als volgt:
Hoofdstuk 4bis Inzameling afvalstoffen buiten de gemeentelijke inzameling
Artikel 336.1
Het is verboden containers met bedrijfsafval buiten te plaatsen op het openbaar domein, behalve ten vroegste om 17 uur de avond voor de voorziene ophaling. Na lediging moeten de inzamelcontainers dezelfde dag terug verwijderd worden van het openbaar domein.
Artikel 2
§1. Deze beslissing treedt in werking per 11 oktober 2021.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van deze beslissing.
Het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan met een wijziging van de gemeenteweg Oostlaan ter hoogte van huisnummers 10-14 wordt voorlopig vastgesteld.
In zitting van 12 juni 2020 keurde de gemeenteraad de uitvoeringsplannen goed voor de revitalisering van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele, deel B.
In 2021 waren er nieuwe ontwikkelingen voor het bedrijf Vanmarcke-Foulon-Ghesquière nv (Vanmarcke). Voor de site in de Oostlaan zijn er problematische verkeersafwikkelingen die een oplossing vragen. De gemeente is hiervoor in onderhandeling gegaan met Vanmarcke en Gevan nv (eigenaar van de gronden) en heeft een oplossing uitgewerkt waarbij alle extra uitgaven ten laste zijn van Vanmarcke of Gevan nv. Hiervoor werd een eenzijdige verbintenis door Gevan nv getekend met akkoord van de betrokken partijen.
Er werd een nieuw wegenisplan uitgewerkt voor de bestaande weg tussen de Ballingstraat en de Oostlaan 14. De oude, gebogen weg, werd rechtgetrokken zodat de aanpalende percelen rechte percelen krijgen. Hierdoor kan Vanmarcke een circulatieplan uitwerken op eigen terrein en zal de mobiliteit in de Oostlaan sterk verbeteren. Deze nieuwe aanleg houdt heel wat overdracht van gronden in. Hiervoor werd een rooilijnplan opgemaakt met aanduiding van de diverse grondoverdrachten.
Voor de aanleg van de weg zijn geen extra uitgaven, aangezien dit voorzien is binnen de revitaliseringswerken. Alle andere uitgaven (opmetingen, aangepast ontwerp, verplaatsen nutsleidingen, notariskosten, aanpassingen op privaat terrein) zijn ten laste van Vanmarcke of Gevan nv.
Voor de verplaatsing van de leidingen door Fluvius worden de uitgaven vooraf aangerekend aan het gemeentebestuur. Deze zullen dan doorgerekend worden aan Vanmarcke of Gevan nv. Andere uitgaven worden rechtstreeks aan Vanmarcke of Gevan nv aangerekend.
Dit kan pas gerealiseerd worden nadat een wijziging van de gemeenteweg wordt vastgesteld en beslist wordt wat wordt geaffecteerd en desaffecteerd uit het openbaar domein. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen. Bedoelde wijziging van de gemeenteweg wordt aldus vastgelegd in een rooilijnplan.
Landmeetkantoor Koen Roelandt bv maakte een ontwerp van rooilijnplan op (16 juni 2021).
In toepassing van artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen moet onderzocht worden welke rol dit deel van de gemeenteweg kan spelen in functie van de huidige en toekomstige behoeften aan (zachte) mobiliteit. Door deze aanpassing is er voor de aanpalende bedrijven op eigen terrein een beter circulatieplan mogelijk dat uiteindelijk zorgt voor een betere verkeersafwikkeling van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele.
Naast een toetsing aan deze algemene doelstelling, moet elke beslissing over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet, overeenkomstig artikel 4 van dit decreet, ook rekening houden met volgende principes:
De voorgestelde wijziging is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Procedureel wordt, na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad van het ontwerp van rooilijnplan, gedurende 30 dagen een openbaar onderzoek georganiseerd en worden de nodige adviezen (deputatie en departement Mobiliteit en Openbare Werken) opgevraagd. Vervolgens komt het aan de gemeenteraad toe het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast te stellen. Tegen deze definitieve vaststelling is een georganiseerd administratief beroep bij de Vlaamse regering mogelijk. Bij het uitblijven van een administratief beroep heeft het besluit uitwerking 14 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 1
Gaat akkoord met het wijzigen van de gemeenteweg Oostlaan 10-14.
Artikel 2
Voorliggend ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan met een wijziging van de gemeenteweg Oostlaan 10-14 wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de organisatie van het voorgeschreven openbaar onderzoek.
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de heraanleg van de Warandestraat.
De gemeente voert een rioleringsproject uit in de Warandestraat. De staat van de riolering voldoet niet meer aan de huidige standaarden, het afval- en regenwater wordt niet gescheiden. De gemeente grijpt deze gelegenheid aan om ook de bovenbouw in de straat aan te passen, opdat een veiligere situatie voor alle weggebruikers - en in het bijzonder voor de zwakke weggebruiker - tot stand komt. Momenteel zijn er in de Warandestraat geen of onveilige fietspaden aanwezig en het parkeren op de weg creëert gevaarlijke situaties voor de fietsers.
Voorliggend project, de heraanleg van de Warandestraat, is een provinciaal project (cfr. artikel 2, 9° van het decreet betreffende de omgevingsvergunning) aangezien het (ook) betrekking heeft op een onbevaarbare waterloop van de tweede categorie (cfr. bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning). Bijgevolg is de deputatie bevoegd om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen en wordt dus een omgevingsvergunning aangevraagd bij de provincie West-Vlaanderen. Het college van burgemeester en schepenen dient hierover een advies te verlenen aan de provincie West-Vlaanderen.
Gelet op het feit dat er aanpassingen gebeuren aan de huidige rooilijn wordt het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn voor de heraanleg van de Warandestraat ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het project voorziet de heraanleg van:
· de Warandestraat tussen de Sint-Janstraat en de Karrestraat
· de Warandestraat tussen de Karrestraat en de Stierbeek
· een gedeelte van de Zuidhoekstraat
· een gedeelte van de Karrestraat
· de zijstreng Warandestraat tussen de woningen 75 en 87
·
de zijstreng Warandestraat ambachtelijke zone.
Aan de kruising van de Sint-Janstraat en de Warandestraat wordt de rijweg versmald om plaats te bieden aan een nieuwe fietsenstalling (14 plaatsen) alsook om het voetpad te vergroten en een terras te creëren voor Jeugdhuis Den Bascuul.
In de huidige toestand kan men zich langs de straatzijde van de Warandestraat parkeren. Momenteel kunnen er 106 personenwagens parkeren op de weg. Om het fietspad en voetpad langs de Warandestraat veilig te kunnen uitbouwen zal de parkeermogelijkheid aan de westzijde van de Warandestraat vervallen. Op deze manier kan er voldoende ruimte geboden worden aan de zwakke weggebruiker.
In de zone tussen de Sint-Janstraat en de Karrestraat wordt een parkeerstrook (28 parkeerplaatsen + 2 parkeerplaatsen stop & shop) voorzien die wordt uitgevoerd in zwarte betonstraatstenen (22x11x8cm, elleboogverband). In de zone tussen de Karrestraat en de brug over de Al9 worden geschrankt parkeervakken (13 parkeerplaatsen) op de rijweg aangebracht. Deze parkeerplaatsen bieden plaats aan 41 wagens. Dit wil zeggen dat er t.o.v. de huidige situatie 65 parkeerplaatsen gesupprimeerd worden.
Om de gesupprimeerde parkeerplaatsen te compenseren worden twee nieuwe parkeerhavens voorzien, die worden uitgebouwd als mobipunt. De parkeerhaven gelegen op het perceel met nr. 1322/G7 voorziet 41 parkeerplaatsen, waarvan 2 parkeerplaatsen voor personen met een handicap. De tweede parkeerhaven gelegen op het perceel met nr. 1322/P5 voorziet 33 parkeerplaatsen, waarvan 2 parkeerplaatsen voor personen met een handicap. Beide parkeerhavens worden uitgevoerd met respect voor het aanwezige landelijke karakter; parkeervakken worden uitgevoerd in betongrasdallen, de beperkte verharding van de rijloper wordt uitgevoerd in uitgewassen beton, er worden nieuwe bomen aangeplant en beplanting voorzien.
In totaal zullen er in de nieuwe toestand 111 parkeerplaatsen en 4 parkeerplaatsen voor personen met een handicap worden voorzien.
De wegkoffer zal vernieuwd worden en kruispunten zullen heraangelegd worden. De nieuwe rijweg zal 6 m tot 6,40 m breed zijn en wordt uitgevoerd in asfaltverharding. De kruispunten worden geaccentueerd door deze aan te leggen in okerkleurig, uitgewassen beton.
De voetpaden (1,30 m/1,50 m) worden aan weerszijden van de straat vernieuwd. Deze zullen worden uitgevoerd in grijze betonstraatstenen (22x22x8cm, halfsteensverband). Ook de terrasinrichting op de kruising van de Warandestraat en de Sint-Janstraat wordt aangelegd in dezelfde grijze betonstraatstenen.
Binnen de zone die heraangelegd wordt tussen de Sint-Janstraat en de Karrestraat worden er fietssuggestiestroken (breedte: 1,60 m) op de rijweg aangebracht d.m.v. witte wegmarkeringen. Voorbij de Karrestraat wordt langs weerszijden van de rijweg een fietspad (breedte: 1,50 m) voorzien, uitgevoerd in fietspadklinker.
De Warandestraat is een lokale weg (categorie 2) waarlangs zich een bovenlokale fietsroute (BFF) bevindt, die deel uitmaakt van het provinciaal fietsroutenetwerk.
De Warandestraat ligt op de route van een ontsluitende streeklijn (De Lijn). Bus 82 Kortrijk-Marke-Lauwe-Wevelgem-Moorsele bedient op heden 2 bushaltes in de Warandestraat.
Mobipunten (zie ook bijlage mobiliteitsnota):
· T.h.v. bushalte Moorsele Karrestraat. De bushalte Moorsele Karrestraat wordt hiervoor ca. 130 m zuidelijker verplaatst en hiervoor worden 2 nieuwe busperrons ingericht. Landbouwvoertuigen zullen nog steeds achtergelegen akkers kunnen bereiken via de parkeerhaven. Het mobipunt voorziet parkeerplaatsen voor wagens en biedt ook overdekte fietsenstallingen aan.
· T.h.v. bushalte Moorsele Warandestraat. Dit mobipunt voorziet twee bushaltes en een parkeerhaven. Via de parkeerhaven kunnen landbouwvoertuigen hun akkers bereiken.
Om de veiligheid van de weggebruiker te vergroten wordt de weg ter hoogte van de parkeerhavens/mobipunten lokaal verbreed en een middengeleider aangelegd. Op deze manier wordt de snelheid van aankomend verkeer afgeremd. Er wordt op beide plekken een zebrapad voorzien waardoor de voetganger en fietser veilig kunnen oversteken.
Na afronding van de omgevings-, riolerings- en wegeniswerken in de Warandestraat verwacht men geen toename van het verkeer.
Langs beide zijden van de rijweg in de Warandestraat is in de zijstroken een bestaande gemengde leiding aanwezig. Deze leiding stroomt af in drie richtingen:
· Richting Karrestraat waar deze is aangesloten op de bestaande gemengde leiding in de Karrestraat
· Richting Gaverbeek (provincie - 2de categorie) met lozing op de overwelfde Gaverbeek
· Richting Stierbeek (provincie - 2de categorie) met lozing op de Stierbeek t.h.v. de duiker onder de vroegere Warandestraat.
Ter hoogte van de nieuwe wegenis wordt een nieuw gescheiden rioleringsstelsel aangelegd. De bestaande riolering verkeert in slechte staat, het is dan ook niet opportuun om deze te gebruiken voor de RWA-afvoer.
Er zal daarom een nieuwe RWA-leiding worden aangelegd in de Warandestraat. Er is gekozen om het volledige projectgebied door te voeren naar de Stierbeek. Om zo weinig mogelijk debiet aan te sluiten op de Stierbeek zal de RWA-leiding afwaarts worden aangesloten op een koker. Om het stelsel te beveiligen tegen wateroverlast worden noodoverlaten voorzien naar de Gaverbeek. Onder deze noodoverlaten worden knijpopeningen voorzien om het maximale debiet te beperken naar de Gaverbeek.
Er wordt een nieuwe DWA-leiding aangelegd die afwaarts d.m.v. een pompstation aangesloten is op de bestaande gemengde leiding in de A. Vanhoornelaan. In deze straat is een bestaande riolering die afwaarts aangesloten is op de Aquafin-collector Wevelgem-Moorsele.
Er worden 2 nieuwe pompstations voorzien, waarvan één onder de parkeerhaven tussen de woningen met huisnr. 109 en 143. De DWA-leiding van de Warandestraat zal hierop worden aangesloten (semi-gescheiden stelsel). Het pompstation wordt beveiligd door 2 overstorten. Het tweede pompstation bevindt zich in de ambachtelijke zone. Opwaarts het pompstation is een gescheiden stelsel aangesloten.
In de Karrestraat wordt een nieuwe DWA-leiding aangelegd die afwaarts gravitair wordt aangesloten op de Warandestraat. Er wordt ook een nieuwe RWA-leiding aangelegd en aangesloten op de Warandestraat.
Opwaarts sluiten in de Karrestraat twee baangrachten aan.
In de Zuidhoekstraat is momenteel geen riolering aanwezig. Er wordt een DWA-leiding aangelegd die afwaarts gravitair wordt aangesloten op de Warandestraat. Het regenwater zal hier, zoals in de bestaande toestand, ter plaatse blijven en infiltreren in de bodem.
De Warandestraat heeft een zijtak (openbaar domein) die leidt naar woningen 75 t.e.m. 87. De woningen zijn via een leiding aangesloten op de Karrestraat. Het is de bedoeling om de bestaande leiding te behouden voor de DWA-afvoer. Onder de rijweg van deze zijtak wordt een nieuwe RWA-afvoer voorzien die afwaarts aangesloten dient te worden op de nieuwe RWA-leiding van de Warandestraat. De voorste dakhelft wordt hierop aangesloten, de achterste dakhelft blijft aangesloten op de gemengde leiding gelegen achter de woningen.
De zijtak ambachtelijke zone zal zijn bestaande leidingen behouden. Wegens de topografie is het niet mogelijk om de DWA-leiding van deze zijstreng gravitair aan te sluiten op de Warandestraat. De bestaande leiding blijft behouden voor de RWA-afvoer.
De bestaande bomen langs de Warandestraat worden behouden. Er zullen 66 nieuwe bomen worden aangeplant langs het traject. Dit zullen Tilia henryana, Acer platanoides 'Grenoble' of Parrotia persico 'Vanessa' zijn. Enkele bomen zullen geplaatst worden ter hoogte van de langsparkeerplaatsen in de Warandestraat maar het grootste aantal bomen zal voornamelijk geplaatst worden t.h.v. de parkeerhavens. Er zal ook extra beplanting worden voorzien ter hoogte van de middengeleiders en parkeerhavens.
Binnen het projectgebied vallen twee geklasseerde waterlopen van de tweede categorie nl. de Stierbeek (VHA 4659) en de Gaverbeek (VHA 4705). De Stierbeek kruist de Warandestraat naast huisnr. 254.
Ter hoogte van de zijstreng Warandestraat huisnr. 182 start een waterloop die zuidwestelijk afwatert in de Gaverbeek. De nodige buffering wordt verwezenlijkt in de leidingen.
Uit het infiltratieonderzoek is gebleken dat de infiltratiecapaciteit van de grond voldoende is om te kunnen infiltreren (zie bijlage infiltratieonderzoek). Het regenwater van de nieuwe parkeerhavens zal infiltreren in de bodem daar deze in waterdoorlatende verharding worden aangelegd. In de Zuidhoekstraat zal het water zoals in de bestaande toestand ter plaatse blijven en infiltreren naar de bodem.
Volgens het RUP Moorsele kern valt het projectgebied grotendeels binnen de bestemmingen zone voor wonen en gemengde functies, zone voor wonen in de ruime zin en zone voor wonen met beperkte nevenfuncties.
De delen die niet binnen dit RUP vallen, vallen binnen het gewestplan Kortrijk. Het gewestplan Kortrijk is van toepassing op het gedeelte van het projectgebied waar de parkeerhavens komen. Deze vallen binnen de bestemmingen agrarisch gebied.
De geplande werken zijn in overeenstemming met de voorschriften voor het heraanleggen van de riolering, grotendeels het heraanleggen van de verharding (rijbaan, fiets- en voetpaden), het aanleggen van verkeersremmende ingrepen en het planten van bomen.
De geplande werken zijn niet in overeenstemming met de voorschriften voor agrarisch gebied voor het aanleggen van twee nieuwe parkeerhavens, die beide mobipunten zullen vormen. Voor het verbreden van de rijweg t.h.v. de parkeerhavens zal gedeeltelijk ook agrarisch gebied ingenomen moeten worden. Dit zodat de middengeleiders geplaatst kunnen worden i.f.v. de veiligheid van de zwakke weggebruiker en volwaardige dubbelzijdige fiets- en voetpaden kunnen aangelegd worden.
De gemeente is gestart met de opmaak van een RUP 'Open ruimte Moorsele' waarin deze parkeerhavens zullen worden opgenomen. Gezien het belang voor de mobiliteit en de verkeersveiligheid wordt reeds een tijdelijke omgevingsvergunning van 5 jaar aangevraagd voor het deel van het projectgebied in agrarisch gebied (zie verslag projectvergadering van 17 mei 2021).
Er wordt een afwijking aangevraagd voor werken van algemeen belang zoals voorzien in artikel 4.1.1, 5° en artikel 4.4.7, §2 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening en artikel 2 en artikel 3, §1 van het besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2 en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening:
De werken kunnen beschouwd worden als handelingen van algemeen belang aangezien ze betrekking hebben op:
· Artikel 2, 1° van het uitvoeringsbesluit: de openbare wegen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals tunnels, viaducten, bruggen, duikers, langsgrachten, tolinfrastructuur en parkings.
De werken kunnen beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een beperkte ruimtelijke impact hebben of als dergelijke handelingen beschouwd kunnen worden, aangezien ze betrekking hebben op:
· Artikel 3, §1, 1° van het uitvoeringsbesluit: het aanleggen van openbare fiets- en wandelpaden
· Artikel 3, §1, 9° van het uitvoeringsbesluit: het aanleggen van voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijhorende kleinschalige infrastructuur, zoals een pompstation.
Tijdens het openbaar onderzoek werd één bezwaarschrift ingediend.
Concluderend moet in toepassing van artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen onderzocht worden welke rol dit deel van de gemeenteweg kan spelen in functie van de huidige en toekomstige behoeften aan (zachte) mobiliteit. Naast een toetsing aan deze algemene doelstelling, moet elke beslissing over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet, overeenkomstig artikel 4 van dit decreet, ook rekening houden met volgende principes:
De voorgestelde wijziging is niet strijdig met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen.
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de heraanleg van de Warandestraat.
Adviseert om de gemeente Wevelgem als zelfstandig werkingsgebied te laten functioneren en ondersteunt de aanvraag voor een sociaal woonbeleidsconvenant.
Tegen 1 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Dit werkingsgebied kan uit slechts één gemeente bestaan.
Ten laatste op 31 oktober 2021 dienen de lokale besturen een voorstel van werkingsgebied in via woonmaatschappij@vmsw.be. Dit voorstel dient besproken op het lokale woonoverleg en is gedragen door de gemeenteraad (cfr. brief van 23 oktober 2020 en van 17 maart 2021 van Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, Diependaele).
Op 25 augustus 2021 en 29 september 2021 vond het woonoverleg plaats. Op de agenda:
Een woonmaatschappij voor Wevelgem
Na verschillende overlegmomenten met de verschillende actoren werkte SHM De Vlashaard de visienota 'traject woonmaatschappij Wevelgem' uit. Het werkingsgebied voor de nieuwe woonmaatschappij wordt groot Wevelgem. Het woonoverleg gaat hiermee akkoord en stemt in met de overdracht van (een deel van) het patrimonium van SVK en Sociaal Huis. SHM De Vlashaard trekt dit dossier. Een advies vanuit Wonen Regio Kortrijk, dat tot nu toe instond voor het koopgedeelte van ontwikkelingen, ontbrak op dat moment nog.
Een volgend woonoverleg op 29 september 2021 finaliseerde het advies. Op dat moment was ook het gunstig advies vanuit Wonen Regio Kortrijk beschikbaar. Het voorstel van werkingsgebied moet nu in de gemeenteraad goedgekeurd worden.
Na goedkeuring door de minister volgt in 2022 de eigenlijke oprichting van de nieuwe woonmaatschappij. Aandachtspunten hierbij worden:
Een convenant voor bijkomende sociale woningen
Binnen het financieringskader van de VMSW staan al heel wat projecten van SHM De Vlashaard gepland (zie presentatie). De gemeente haalt met deze projecten het opgelegde sociaal objectief. Bijkomende woningen, bovenop dit sociaal objectief, worden alleen gefinancierd indien de gemeente met de Vlaamse overheid een woonbeleidsconvenant afsluit. Het is voor Wevelgem belangrijk om dit te doen. Om als zelfstandige woonmaatschappij te blijven bestaan, moet een woonmaatschappij vanaf 2023 immers meer dan 1 000 huurwoningen in beheer hebben (SVK woningen niet meegerekend). Voor een aantal woningen van projecten in voorbereiding zal de gemeente daarom een convenant aanvragen bij de Vlaamse overheid. Zo blijft de financiering en realisatie verzekerd.
Het woonoverleg verklaart zich akkoord om volgende bijkomende realisaties mee te nemen in de oproep voor een convenant (zie presentatie):
Na het indienen van de vraag om een convenant af te sluiten, beslist de minister of dit er komt en hoeveel woningen dit inhoudt, afhankelijk van het beschikbare budget. Het uiteindelijke convenant moet dan door de gemeenteraad worden goedgekeurd.
Artikel 1
Adviseert om de gemeente Wevelgem als zelfstandig werkingsgebied te laten functioneren.
Artikel 2
Ondersteunt de aanvraag voor een sociaal woonbeleidsconvenant voor de projecten zoals besproken op het lokaal woonoverleg van 25 augustus 2021.
De gemeente verwerft kosteloos de zijtak van de Overheulestraat, meer bepaald wegenis en kapel (met een oppervlakte van respectievelijk 256 m² en 11,42 m²).
In de Overheulestraat, ter hoogte van huisnummer 305, ligt een weg die leidt naar 5 woningen.
Op vraag van buurtbewoners aan de gemeente om deze weg te onderhouden, heeft het college van burgemeester en schepenen opdracht gegeven om de grondverwerving voor te bereiden. Op een later moment kwam ook de vraag om het kapelletje dat paalt aan deze weg over te nemen en te onderhouden.
Er werd een akkoord met de eigenaar bereikt om een deel van de kadastrale percelen 4de afdeling, sectie A, deel van nrs. 49D en 53A met een oppervlakte van 256 m² (wegenis) en 11,42 m² (kapelletje) kosteloos af te staan aan de gemeente.
De notariskosten zijn ten laste van de gemeente.
Notaris Hendrik Moens uit Moorsele bereidde de akte voor.
De notariskosten worden aangerekend op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG van het investeringskrediet.
Artikel 1
De gemeente Wevelgem verwerft kosteloos het lot 1 met een oppervlakte van 256 m² en het lot 2 met een oppervlakte van 11,42 m² volgens metingsplan van landmeetkantoor Koen Roelandt bv van 10 augustus 2021. Het gaat om een deel van de kadastrale percelen gekadastreerd 4de afdeling, sectie A, deel van nrs. 49D en 53A.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de voorliggende akte voor kosteloze verwerving goed. Voornoemde akte blijft aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 3
Affecteert het kosteloos verworven lot 1 (wegenis), het lot 1 maakt voortaan deel uit van het openbaar domein van de gemeente.
Artikel 4
De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Beslist een stuk grond langs de Parkstraat met een oppervlakte van 20,38 m² te verkopen.
Na de realisatie van de Parkstraat - Visserijstraat bleef nog restgrond langs deze nieuwe gerealiseerde weg. Deze ligt in zone voor halfopen en open bebouwing in het BPA. Verschillende aangelanden toonden al interesse en vroegen ook of er garages kunnen gebouwd worden. De restgrond kan in principe bebouwd worden als geheel. De mogelijkheid bestaat ook om de aangelande percelen in de Menenstraat te splitsen.
Een aantal aangelanden wensen te kopen. Een landmeter werd daarom aangesteld om een metingsplan en schattingsverslag te maken. Het restperceel werd daarbij opgesplitst volgens de aansluiting met de percelen uit de Menenstraat (171 tot en met 183). Ondertussen realiseerde een ontwikkelaar ook een verkaveling en een woning. De riolering van deze woning en toekomstige woningen sluit aan op de voorziene aansluiting in de Parkstraat. Een bijkomende buis werd hiervoor aangelegd parallel met de Parkstraat. De grond boven deze rioleringsbuis wordt niet mee verkocht.
Een metingsplan werd opgemaakt. De waarde werd bepaald op 225 euro/m², gezien het hier waardevolle bouwgrond/projectgrond betreft.
2 aangelanden zijn al bereid aan te kopen voor deze prijs waaronder de verkavelaar die op het perceel Menenstraat 175 al een woning realiseerde na een verkavelingsvergunning.
Het college van burgemeester en schepenen gaf opdracht om de verkoop te laten voorbereiden. Notaris Vercruysse uit Wervik maakte de akte voor de verkoop aan de eigenaar-verkavelaar van het perceel nummer 175. De gemeenteraad kan deze akte goedkeuren.
De ontvangst wordt geboekt op rekening 0200-00/220600/IP-OVERIG van het investeringskrediet.
Artikel 1
Beslist een stuk grond langs de Parkstraat met een oppervlakte van 20,38 m², deel van het kadastrale perceel Wevelgem, 1ste afdeling, sectie C, nr. 287S2, te verkopen. Het gaat om het lot 5 op het opmetingsplan van Landmeetkantoor Koen Roelandt bv van 7 juli 2021.
Artikel 2
Verkoopt dit stuk grond aan de eigenaar-verkavelaar van de Menenstraat 175 voor de prijs van 4 586 euro.
Artikel 3
Keurt de voorliggende akte tot verkoop goed.
Artikel 4
Belast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Beslist het lokaal energie- en klimaatpact tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse steden en gemeenten te ondertekenen.
De Vlaamse regering nodigt de Vlaamse steden en gemeenten uit tot deelname aan het lokaal energie- en klimaatpact. Dit pact houdt wederzijdse engagementen in, die de sleutelrol van de gemeenten in het Vlaamse klimaat- en energiebeleid beklemtoont. De bedoeling is om het klimaatbeleid een versnelling hoger te schakelen.
Voor 2021 (besteding 2022) werd een totaal budget van 24,3 miljoen euro op Vlaams niveau voorzien. Voor de daaropvolgende jaren wordt minstens 10 miljoen euro beoogd. De middelen worden volgens een verdeelsleutel verdeeld over de gemeenten.
Voor de uitbetaling in maart 2022 ligt 104 194 euro voor Wevelgem vast, bovendien is hier begin december nog een verhoging mogelijk als niet alle gemeenten in Vlaanderen instappen. De jaren nadien is dit 42 787 euro (zeker voor de 3 volgende jaren).
Deze financiering omvat een subsidie van 50%. Eenzelfde bedrag aan cofinanciering dient dus verzekerd te worden vanuit de gemeente. Dit kan via investeringskosten, werkingskosten, personeelskosten, …
De medewerking aan dit Vlaams beleid kadert in:
Lokale besturen engageren zich om:
De Vlaamse overheid engageert zich om:
De deadline voor het ondertekenen van het lokaal energie- en klimaatpact is vrijdag 29 oktober 2021.
Het is wenselijk dat de gemeente het lokaal energie- en klimaatpact ondertekent en de gewenste en mogelijke acties uitvoert.
Beslist het lokaal energie- en klimaatpact tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse steden en gemeenten te ondertekenen.
Keurt de 'regionale onthardingsstrategie voor Zuid-West-Vlaanderen', die werd opgesteld door Intercommunale Leiedal, goed.
Aanleiding - urgentie
Door de grote verhardingsgraad heeft water geen tijd om in de bodem te sijpelen en raakt het grondwater niet aangevuld. In droge en warme periodes ontstaat daardoor een watertekort. Bij intense regen leidt de hoge verharding dan weer tot overstromingen. Tijdens hittegolven kan het in verharde omgevingen zoals dorpskernen en stadscentra tot tien graden warmer zijn dan in de open ruimte. Regionaal is de verhardingsgraad nog groter (20,4%) tegenover gemiddeld 13,5% in Vlaanderen.
Ontharden is dus de boodschap om onze leefomgeving aan te passen aan de klimaateffecten: we geven het water meer ruimte zodat het kan infiltreren, overtollig water wordt opgeslagen in bufferbekkens en er wordt plaats gemaakt voor groen om bij af te koelen. Ontharding leidt zo tot meer biodiversiteit, een aangenamere leefomgeving, bodemherstel, een betere luchtkwaliteit, …
Context
In het beleidsplan 2020-2025 van Intercommunale Leiedal (Leiedal), goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 10 december 2019, werd als objectief opgenomen de regio te ontharden tot op het niveau van het Vlaams gemiddelde tegen 2040 en daarvoor een regionale onthardingsstrategie te ontwikkelen en te realiseren. Eind 2019 startte Leiedal in het kader van het strategisch project ZeroRegio met de opmaak van deze regionale onthardingsstrategie. Op 11 december 2020 werd de draft van de regionale onthardingsstrategie voor de raad van bestuur van Leiedal gepresenteerd en verder verfijnd na overleg op diverse fora in het najaar van 2020 en het voorjaar van 2021: Vlaanderen, provincie West-Vlaanderen, Vlinter, IGORO (intergemeentelijk overleg rond ruimtelijke ordening),… Gaandeweg werd de strategie bijgesteld en verfijnd op basis van de aanvullingen, opmerkingen en vragen. Op 25 juni 2021 werd de regionale onthardingsstrategie goedgekeurd door de raad van bestuur van Leiedal.
De regionale onthardingsstrategie is zo het resultaat van GIS-analyses, literatuurstudies, ontwerpend onderzoek, werk- en infosessies, overleggen met verschillende groepen, het klimaatatelier en het participatief onthardingstraject dat in het voorjaar van 2020 werd georganiseerd. Het resultaat van dit traject werd in een studiebundel neergeschreven. De studiebundel kan functioneren als leidraad en inspiratiebron voor ontharding op lokaal en regionaal niveau. Er werd ook een folder opgemaakt met de belangrijkste doelstellingen en strategieën.
De regionale onthardingsstrategie is geen bindend maar een verbindend document: tussen sectoren en actoren - tussen doelstellingen en daden - tussen actie en beleid – tussen bedenkers en gebruikers - …. Om de strategie daadkracht te geven en samen tot uitvoering te brengen, wordt deze voorgelegd aan de 13 gemeentebesturen van de regio Zuid-West-Vlaanderen ter goedkeuring. Zo kan de regio zich scharen achter de doelstellingen omtrent ontharding tegen 2040.
Doelstelling
We moeten de manier waarop we met ruimte omgaan drastisch veranderen en onze leefomgeving aanpassen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Dit kunnen we slechts realiseren door gelijktijdig in te zetten op volgende 2 sporen:
Met de regionale onthardingsstrategie becijferde Leiedal wat we moeten doen om de doelstelling - te ontharden tot op het niveau van het Vlaams gemiddelde - te realiseren: er zou regionaal 550 ha (of 18 m² per inwoner) moeten onthard worden om te kunnen dalen onder het Vlaams gemiddelde (o.b.v. data 2015). Mocht Zuid-West-Vlaanderen sneller verharden dan gemiddeld in Vlaanderen, zal een extra tandje moeten bijgestoken worden om deze doelstelling waar te kunnen maken.
Vlaanderen mikt met het lokaal energie- en klimaatpact op een ontharding van 1 m² per inwoner tegen 2030 (cfr. beslissing van heden). Aangezien de verhardingsgraad van Zuid-West-Vlaanderen de tweede hoogste is van Vlaanderen, wordt ernaar gestreefd om dit sneller te realiseren, namelijk tegen 2025. Regionaal komt dit neer op een ontharding van ca. 30 ha tegen 2025. Vanaf 2025 hoopt de regio de ontharding te kunnen versnellen door de komende jaren sterk in te zetten op een mentaliteitswijziging d.m.v. sensibilisering, pilootprojecten en proeftuinen.
Strategie
Naast het becijferen van de doelstelling werd in de regionale onthardingsstrategie onderzocht op welke manier deze doelstelling kan gerealiseerd worden. Om gebiedsdekkend en gestructureerd te kunnen werken, werd de regio Zuid-West-Vlaanderen onderverdeeld in 6 typegebieden (publieke wegen, kernen, woonwijken, zones voor bedrijven en detailhandel, publieke voorzieningen en open ruimte). Deze typegebieden hebben elk een bepaald type bebouwing en bestemming. Naast grondige analyses werden voor deze typegebieden verschillende strategieën voor ontharding voorgesteld, gestaafd met goede voorbeelden, ontwerpend onderzoek en mogelijke acties. Deze strategieën kunnen als leidraad en inspiratiebron dienen om onthardingsprojecten op te starten en te realiseren. Het potentieel tot ontharding op regionale schaal werd voor de verschillende typegebieden via GIS-analyses geraamd en in kaart gebracht.
In de regionale onthardingsstrategie werd tot slot ook een actieplan opgenomen. We willen als regio inzetten op volgende actiepunten om de strategie tot uitvoering te brengen:
Binnen deze regionale onthardingsstrategie zal Leiedal zowel werk maken van de ontharding in eigen projecten als potentiële subsidies zoeken die de realisatie van de regionale onthardingsstrategie kunnen ondersteunen en aanmoedigen. Indien gewenst kan Leiedal ook ondersteuning bieden aan gemeentebesturen bij de opmaak van eventuele subsidieaanvraagdossiers, de uitvoering van lokale onthardingsprojecten en de opmaak van hemelwater- en droogteplannen.
Vanuit een engagement om deze onthardingsstrategie ook op Wevelgems grondgebied toe te passen, wordt de regionale onthardingsstrategie ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Artikel 1
Keurt de 'regionale onthardingsstrategie voor Zuid-West-Vlaanderen', die werd opgesteld door Intercommunale Leiedal, goed en engageert zich om deze op eigen grondgebied zo goed mogelijk toe te passen.
Artikel 2
Maakt het afschrift van deze beslissing over aan Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10, 8500 Kortrijk.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Het ontslag van de adjunct-algemeendirecteur wordt aanvaard en zijn pensioenaanvraag wordt gunstig geadviseerd.
De heer Stefaan Oosthuyse werd door de gemeenteraad op 13 april 2018 aangesteld als adjunct-algemeendirecteur met ingang van 14 april 2018.
De heer Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur, vraagt per brief van 30 september 2021 zijn ontslag aan met ingang van 1 maart 2022 en vraagt om zijn pensioenaanvraag gunstig te adviseren.
Het ontslag van de heer Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur, wordt met ingang van 1 maart 2022 aanvaard en zijn pensioenaanvraag wordt gunstig geadviseerd.
Namens gemeenteraad,
Kurt Parmentier
algemeen directeur
Jo Libeer
voorzitter