Terug
Gepubliceerd op 18/10/2021

Besluit  gemeenteraad

vr 08/10/2021 - 18:30

Begraafplaatsen: wijziging algemene politieverordening en algemeen retributiereglement

Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, gemeenteraadsleden
Kurt Parmentier, algemeen directeur
Verontschuldigd: Henk Louf, gemeenteraadslid

De algemene politieverordening en het algemeen retributiereglement worden aangepast voor wat betreft een aantal artikelen omtrent de begraafplaatsen.

Feiten, context en argumentatie

In 2021 worden vlindertuinen gerealiseerd op de begraafplaatsen van de drie deelgemeenten. Ook gebeurde in 2021 een grondige evaluatie van het beleid rond de begraafplaatsen.

Voorliggend voorstel tot wijziging van de algemene politieverordening (APV) en algemeen retributiereglement heeft tot doel enerzijds de voorwaarden en modaliteiten voor het begraven van kinderen op de vlindertuinen en kinderperken vast te leggen en anderzijds meer technische aspecten te regelen die naar voren zijn gekomen tijdens de doorgevoerde evaluatie op de begraafplaatsen.

 

1. Technische aspecten

Uit de evaluatie van de begraafplaatsen is gebleken dat een aantal zaken op korte termijn, middels een aanpassing van het APV, kunnen aangepakt worden, zoals:

  • de voorwaarden en modaliteiten rond meervoudige concessies (artikelen 29 en 366 APV + artikel 9.2 algemeen retributiereglement);
  • de toegankelijkheid van de begraafplaatsen voor honden, fietsers en kinderen (artikelen 160 en 372 APV);
  • de uren van begraven (artikel 351 APV) en daaraan gekoppeld de uren van lijkenvervoer (artikel 339 APV);
  • de termijn waarbinnen een grafteken moet geplaatst worden (artikel 375 APV);
  • de delegatie van bevoegdheden inzake de voortijdige beëindiging van een concessie van de gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen (artikel 370 APV).

Van het voorstel tot wijziging werd gebruik gemaakt om meer rechtszekerheid te creëren voor de burger door verouderde bepalingen te actualiseren (artikelen 152, 158bis); bestaande praktijken te verankeren (artikelen 341, 357, 358, 361, 371); bepalingen te verduidelijken (artikelen 344, 362) en een eenduidig gebruik van terminologie in te voeren o.a. door nieuwe definities (artikel 29).

 

2. Vlindertuinen en kinderperken

De (reeds bestaande) kinderperken zijn bestemd voor het begraven in volle grond van kinderen tot 7 jaar. De (nieuwe) vlindertuinen zijn bestemd voor het begraven in volle grond van levenloos geboren kinderen en kinderen tot 1 jaar. Op de vlindertuinen zijn ook strooiweiden voorzien voor kinderen.

Vanuit ruimtelijke overwegingen wordt beslist het regime inzake concessies toe te passen op alle nieuwe begravingen op de kinderperken en vlindertuinen.

Deze concessies zullen gratis verleend worden voor de begraving van inwoners uit Wevelgem, zijnde (levenloos geboren) kinderen van wie één van de ouders of grootouders is ingeschreven in de gemeente. Voor niet-inwoners wordt een concessie verleend ten bedrage van 500 euro voor 30 jaar (naar analogie met de regeling die van toepassing is op volwassenen).

Op de vlindertuin wordt het plaatsen van een uniform grafteken verplicht bij het aangaan van een concessie. Dit uniform grafteken bestaat uit een cortenstaal graftegel met vlinder uit inox. Een inox naamplaatje is optioneel. Deze dienen allen afgenomen te worden bij de gemeente.
Het uniform grafteken (incl. vlinder) en naamplaatje worden door de gemeente gratis aangeboden bij de begraving van inwoners. Daarentegen zal aan nabestaanden van niet-inwoners een bedrag aangerekend worden van 200 euro voor het uniform grafteken en 50 euro voor het naamplaatje.

Indien nabestaanden geen uniform grafteken wensen, kan gekozen worden hetzij voor een niet-geconcedeerde begraving (15 jaar) in de vlindertuin zonder grafteken (enkel mogelijk voor inwoners), hetzij voor een begraving op het kinderperk waar een grafteken naar eigen keuze mogelijk is (mogelijk voor inwoners en niet-inwoners).

Nabestaanden die na de afloop van de termijn van een niet-geconcedeerde begraving (15 jaar) een omvorming naar een concessie willen, zullen dit ter plaatste kunnen doen (zonder opgraving).

Nabestaanden die retroactief een rouwplekje wensen in de vlindertuin (zonder begraving), zullen dit kunnen door een inox naamplaatje te bevestigen op de rand van de strooiweiden.

 

Op reglementair vlak houdt de invoering van bovenvermeld statuut in dat de artikelen inzake concessies en niet-geconcedeerde begravingen van toepassing worden op de kindergraven bedoeld in artikel 386 van het APV, voor zover er geen specifieke afwijkingen worden voorzien. Daarnaast worden volgende bepalingen aangepast: de bepaling tussen artikel 158 en artikel 159 (= nieuw artikel 158bis), artikel 341, artikel 368, artikel 386 en artikel 389.


Wat het algemeen retributiereglement betreft dienen de artikelen 9.2. en 9.3. gewijzigd te worden.

 

De jeugdraad adviseerde op 25 september 2021 het ontwerp tot wijziging van het APV als gunstig.

Meerjarenplan en budget

Het cortenstaal grafzerkje en de inox vlinder zullen in voorraad zijn bij de gemeente. De inox naamplaatjes zijn afzonderlijk te bestellen en zullen aangerekend worden op rekening 0990-00/613000 van het exploitatiekrediet.

De ontvangsten worden geboekt op rekening 0990-00/702120 van het exploitatiekrediet.

Vorige beslissingen
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 mei 2021: begraafplaatsen.
  • Beslissing van de gemeenteraad van 12 maart 2021: realisatie kunstwerk bij aanleg vlindertuinen.
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 maart 2021: aanleg vlindertuinen – concept vlindertuin met integratie en realisatie kunstwerk(en).
  • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019 en latere wijzigingen: algemeen retributiereglement.
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 juli 2019: aanleg van vlindertuin.
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 augustus 2018: evaluatie en communicatie bepalingen algemene politieverordening begraafplaatsen.
  • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013 en latere wijzigingen: algemene politieverordening.
Hogere regelgeving
  • Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
  • Omzendbrief BA-2006/03 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten.
  • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §3 en artikel 41, 2de lid, 2° en 14°.
  • Nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 119, 119bis en artikel 135, §2.
  • Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Publieke stemming
Aanwezig: Jo Libeer, Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Kurt Parmentier
Voorstanders: Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Jo Libeer, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1
De algemene politieverordening, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 december 2013 en gewijzigd door de gemeenteraad op 12 december 2014, 13 maart 2015, 12 februari 2016, 8 december 2017 en 13 november 2020, wordt gewijzigd als volgt:


Artikel 1
Artikel 29 van de algemene politieverordening wordt gewijzigd als volgt:

§1. Begrip 4 wordt integraal vervangen als volgt:
4 Begraven
Het toekennen van een laatste rustplaats aan een overleden persoon door:
-  een niet-gecremeerd lichaam in volle grond of in een grafkelder te begraven;
-  een asurne in volle grond, in een grafkelder of in een urnenkelder te plaatsen of bij te zetten in een columbariummuur;
-  de asresten uit te strooien op de daartoe voorziene plaats.

§2. Een begrip 4bis wordt toegevoegd als volgt:
4bis Begraafplaatsverantwoordelijke
De gemeentelijke ambtenaar die belast is met het dagelijkse beheer en onderhoud van de begraafplaatsen en/of diens vervanger.

§3. Een begrip 6bis wordt toegevoegd als volgt:
6bis Bijzetten
Het plaatsen van een asurne in een nis van een columbarium of het begraven van een tweede stoffelijk overschot in een reeds bestaand graf.

§4. Een begrip 9bis wordt toegevoegd als volgt:
9bis Columbarium
Een muur of zuil met nissen die bestemd is voor het bijzetten van urnen. 


§5. Een begrip 9ter wordt toegevoegd als volgt
9ter Concessie (in het kader van begraafplaatsen)
Een vergunning van de gemeentelijke overheid waarbij een perceel of een plaats als laatste rustplaats in bruikleen wordt gegeven aan een concessiehouder voor een bepaalde, hernieuwbare periode.


§6. Een begrip 9quater wordt toegevoegd als volgt:
9quater Concessiehouder
De natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de gemeentelijke overheid een concessie toekent.


§7. Een begrip 20bis wordt toegevoegd als volgt:
20bis Graftekens
Gewone zerken, de monumenten en confessionele of niet-confessionele symbolen (zoals kruisen etc.).


§8. Een begrip 34ter wordt toegevoegd als volgt:
34ter Meervoudige concessie
Een dubbele concessie die verleend wordt aan één concessiehouder voor twee percelen of plaatsen die naast elkaar gelegen zijn.


§9. Een begrip 36bis wordt toegevoegd als volgt:
36bis Niet-geconcedeerd graf
Een perceel of plaats dat als laatste rustplaats dient zonder concessie.


§10. Begrip 43 wordt integraal vervangen als volgt:
43 Opgraven
Het uit een graf halen van een stoffelijk overschot of een asurne om het een nieuwe bestemming te geven.


§11. Een begrip 43bis wordt toegevoegd als volgt:
43bis Ontruimen
Het leegmaken van een graf en/of het wegnemen van graftekens.


§12. Het begrip 52 wordt integraal vervangen als volgt:
52 Stoffelijk overschot
Niet-gecremeerd lichaam of asresten van menselijke oorsprong.


§13. Een begrip 55bis wordt toegevoegd als volgt:
55bis Thuisbewaring
Het thuis bewaren van de asurne nadat de nodige formaliteiten hier toe werden vervuld.


§14.
Een begrip 57bis wordt toegevoegd als volgt:
57bis Urnenveld
Een perk dat bestemd is voor het begraven van asurnen.

 

Artikel 2
Artikel 152 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het overlijden wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand nagegaan op basis van het overlijdensattest zoals bedoeld in artikel 55, §1 van het burgerlijk wetboek.

Artikel 3
De bepaling tussen het artikel 158 en het artikel 159 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Artikel 158bis
Mogen op één van de gemeentelijke begraafplaatsen begraven worden:
1° personen die overleden zijn in de gemeente of er dood zijn aangetroffen en waarvoor niemand de begrafenis regelt;
2° personen die ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;
3° personen die de gemeente effectief bewonen, doch van die inschrijving zijn vrijgesteld krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten;
4° personen die begunstigde zijn van een concessie of voor wie een concessie werd aangevraagd onder de voorwaarden en modaliteiten zoals verder bepaald in deze verordening;
5° personen die voordien hun gewone verblijfplaats in de gemeente hadden en die op het moment van overlijden opgenomen waren in een instelling buiten de gemeente of inwoonden bij een bloedverwant buiten de gemeente;
6° ongehuwde personen van wie de bloedverwanten in 1ste of 2de graad wel ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente;
7° kinderen tot de leeftijd van 7 jaar van wie ten minste één ouder of grootouder is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente; 
8° levenloos geboren kinderen van wie ten minste één ouder of grootouder is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van de gemeente.


Artikel 4
Artikel 160 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Op de begraafplaatsen is het verboden:
1. de muren en omheiningen van de begraafplaatsen, evenals de omheiningen van de graven, de grafstenen en de gedenkstenen te beklimmen;
2. de *graven, de strooiweide, de gras- en bloemperken te betreden, behoudens de specifiek daartoe aangelegde graspaden;
3. afval, papier en andere voorwerpen weg te werpen binnen de omheining van de begraafplaats, tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken. Deze korven of bakken mogen alleen gebruikt worden voor afval afkomstig van de begraafplaats;
4. zonder toelating binnen te dringen in de lokalen voorbehouden aan het personeel;
5. te bedelen, geld in te zamelen, gelijk welke voorwerpen uit te stallen of te verkopen of zijn diensten aan te bieden;
6. reclamebriefjes uit te delen, aanplakbiljetten, borden, geschriften of andere publiciteitstekens aan te brengen, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten en muren met uitzondering van een plaatje van maximum 5x10 cm van de maker van het grafteken;
7. op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet belemmeren;
8. zonder toelating van een begraafplaatsverantwoordelijke om het even welk voorwerp dat zich op de begraafplaats bevindt, weg te nemen of te verplaatsen met uitzondering van de voorwerpen op de graven van nabestaanden;
9. enig dier mee te brengen of binnen te laten met uitzondering van honden;
10. met fietsen (behoudens artikel 372) of gemotoriseerde voertuigen (andere dan een lijkwagen, gemotoriseerde rolwagens voor personen met een handicap, dienstwagens en alle ander vervoer voor het ophalen en afleveren van bouwmaterialen) de begraafplaats binnen te rijden tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe toelating wordt verleend door de burgemeester of zijn gemachtigde;
11. op de begraafplaatsen begrafenissen of lijkstoeten te filmen of fotograferen, met uitzondering voor familieleden of mits toelating van de familie;
12. zich zodanig te gedragen dat men anderen stoort of beledigt, of op een wijze die onverenigbaar is met de rust en de waardigheid van de plaats of met de eerbied die aan de doden is verschuldigd.

Artikel 5
Artikel 165 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Graftekens die niet overeenstemmen met de bepalingen van de gemeentelijke reglementering dienen terug verwijderd te worden door diegenen in wiens opdracht ze geplaatst werden. De opdrachtgever of zijn nabestaanden, indien gekend, zullen hiervoor schriftelijk in gebreke worden gesteld. Daarenboven zal, gedurende 6 maanden, een bericht worden uitgehangen aan het grafteken en aan de ingang van de begraafplaats.
Bij gebrek aan herstel binnen een periode van 6 maanden na de ingebrekestelling en na de aanplakking van het bericht zal de verwijdering door het gemeentebestuur gebeuren, en zullen de kosten ten laste gelegd worden van de bekende opdrachtgever(s).


Artikel 6
Artikel 339 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Elk vervoer van een stoffelijk overschot of as naar de gemeentelijke begraafplaatsen is uitsluitend toegelaten elke werkdag van 8 uur tot ten laatste een half uur voor aanvang van de begraving en is verboden op zondagen, wettelijke feestdagen, op 31 oktober en op 11 juli, 2 november en 26 december (dit zijn plaatselijke feestdagen, conform de rechtspositieregeling van het gemeentelijk personeel). Het verbod voor 2 november geldt niet indien er hierdoor vier opeenvolgende dagen niet begraven zou kunnen worden.
De burgemeester kan afwijking verlenen in geval van overmacht of omwille van redenen van openbare gezondheid.

Artikel 7
Artikel 341 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Niet-geconcedeerde graven worden hernomen vanaf 31 december van het 15de jaar te rekenen vanaf de datum van de begrafenis.
Nabestaanden hebben de mogelijkheid om de niet-geconcedeerde begraving om te vormen naar een concessie onder de voorwaarden en modaliteiten zoals bepaald in afdeling 4. Niet-gecremeerde stoffelijke overschotten worden in dit geval opgegraven en overgebracht naar een perk zoals voorzien in artikel 355, uitgezonderd de kinderen die begraven zijn in toepassing van artikel 386.
Indien geen concessie wordt aangegaan, wordt het graf ontruimd. Urnen kunnen, voor zover dit technisch mogelijk is, opgegraven en meegegeven worden met de nabestaanden op voorwaarde dat de formaliteiten inzake thuisbewaring worden vervuld. Zo niet worden de asresten uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.

Artikel 8
Artikel 344 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Elke wijze van begraven kan op niet-geconcedeerde wijze behalve indien gekozen werd om begraven te worden in een grafkelder.
In niet-geconcedeerde grond heeft iedere begraving aaneensluitend en chronologisch plaats in een afzonderlijk graf.
De niet-geconcedeerde graven zijn uitsluitend bestemd voor de begraving van één stoffelijk overschot, al dan niet gecremeerd. De burgemeester kan echter toestaan dat de stoffelijke overschotten van de moeder en van het pasgeboren kind in hetzelfde graf geplaatst worden.

Artikel 9
Artikel 348 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De opgravingen hebben plaats op de datum en het uur in gemeen akkoord vastgesteld door de begraafplaatsmedewerker, de familie en de gemachtigde aangesteld door de burgemeester.
Behalve bij gerechtelijk bevel worden vanaf 1 oktober tot en met de 1ste week van november en op zaterdag, zon- en feestdagen geen opgravingen verricht.

Artikel 10
Artikel 351 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Er wordt niet begraven op zondagen, wettelijke feestdagen, op 31 oktober en op 11 juli, 2 november en 26 december (dit zijn plaatselijke feestdagen, conform de rechtspositieregeling van het gemeentelijk personeel). Het verbod voor 2 november geldt niet indien er hierdoor vier opeenvolgende dagen niet begraven zou kunnen worden. Behoudens afwijkingen toegestaan door de burgemeester bij toepassing van artikel 339 wordt er enkel begraven:
- van 1 april tot en met 31 oktober: elke werkdag van 8 uur tot 18 uur en op zaterdag van 8 uur tot 16.30 uur
- van 1 november tot en met 31 maart: elke werkdag van 8 uur tot 17 uur en op zaterdag van 8 uur tot 16.30 uur. Niet-gecremeerde lichamen daarentegen kunnen slechts begraven worden tot 15.30 uur.

Artikel 11
Artikel 352 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De begraafplaatsverantwoordelijke moet in het bezit zijn van een toelating tot de begraafplaats vooraleer tot begraven kan overgegaan worden.

Artikel 12
Artikel 355 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daartoe aangewezen zijn op de begraafplaatsen, volgens de door de gemeenteraad goedgekeurde plannen.
In geen geval mag een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet-geconcedeerde gronden.

Artikel 13
Artikel 357 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring, noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar.
Na overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.

Artikel 14
Artikel 358 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden verleend en hernieuwd onder de in deze titel bepaalde voorwaarden, zoals deze gesteld zijn op het ogenblik van de aanvraag, tegen het tarief zoals bepaald in het retributiereglement.
Als een concessie een einde neemt, om welke reden ook, dan is er geen verrekening mogelijk van het betaalde tarief. Het concessiebedrag is geheel aan de gemeente verworven.

Artikel 15
Artikel 361 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Als een concessie van gecremeerde stoffelijke overschotten om welke reden dan ook een einde neemt, kunnen de urnen, voor zover dit technisch mogelijk is, opgegraven en meegegeven worden met de nabestaanden op voorwaarde dat de formaliteiten inzake thuisbewaring worden vervuld. Zo niet worden de asresten uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats.

Artikel 16
Artikel 362 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies worden verleend voor een initiële termijn van 30 jaar.
Zij zijn hernieuwbaar ter plaatse voor de duur van 15 jaar of 30 jaar, ten laatste op de dag waarop de initiële concessie of de hernieuwde concessie verstrijkt.
Een hernieuwing van een concessie naar aanleiding van een bijzetting is steeds voor 30 jaar.
De hernieuwing van een eeuwigdurende concessie is steeds voor een duur van 50 jaar.

Artikel 17
Artikel 363 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen en de hernieuwing ervan worden verleend door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 18
Artikel 364 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De concessie neemt een aanvang op de datum van de de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, bedoeld in artikel 363.
De hernieuwing van een concessie gaat in onmiddellijk na het verstrijken van de initiële of reeds hernieuwde concessie.

Artikel 19
Artikel 365 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De gronden en nissen van de concessies worden teruggenomen vanaf 31 december volgend op het verstrijken van de termijn van de niet-hernieuwde concessie. Graftekens en voorwerpen die tegen deze datum niet werden weggenomen, worden eigendom van de gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.

Artikel 20
Artikel 366 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De concessies worden enkel verleend naar aanleiding van een overlijden.
§2. Er kan op dat moment een meervoudig concessie bekomen worden mits betaling van het vastgestelde tarief en op voorwaarde dat bij hernieuwing de concessie voor beide percelen of plaatsen gelijktijdig en voor eenzelfde duur verlengd wordt.
Enkel bij een meervoudige concessie kan een grafzerk geplaatst worden die beide percelen of plaatsen bedekt.
Indien men twee aparte zerken wenst te plaatsen, moeten beide zerken binnen de in artikel 375 bepaalde termijn geplaatst worden.

 

Artikel 21
Artikel 368 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Een concessie in de percelen waar de begraving gebeurt in volle grond kan slechts dienen als graf voor maximum 3 stoffelijke overschotten waarvan maximum 2 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie in de percelen waar de begraving geschiedt in grafkelders van 3 personen kan slechts dienen als graf voor maximum 4 stoffelijke overschotten waarvan maximum 3 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie in de percelen waar de begraving geschiedt in grafkelders van 2 personen kan slechts dienen als graf voor maximum 3 stoffelijke overschotten waarvan maximum 2 niet-gecremeerde stoffelijke overschotten.
Een concessie op een columbariumnis kan slechts dienen voor de begraving van maximum 2 of 3 asurnen, afhankelijk van de grootte van de nis.
Een concessie op een urnenveld kan slechts dienen voor de begraving van maximum 3 asurnen.
§2. Per concessie in de vlindertuin kunnen meerdere begravingen uitgevoerd worden van één of meerdere stoffelijke overschotten, voor zover dit technisch mogelijk is.

Artikel 22
Artikel 370 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder, zijn erfgenamen en rechthebbenden of bij ontstentenis hiervan, op schriftelijk verzoek van iedere belanghebbende, kan het college van burgemeester en schepenen een concessie voortijdig beëindigen.
Bezwaren tegen de aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen voor de 6 maanden van bekendmaking zijn verstreken.
Indien er geen bezwaren tegen de voortijdige beëindiging worden ingediend en de concessie is door het college van burgemeester en schepenen beëindigd, wordt het grafmonument eigendom van de gemeentelijke overheid. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de bestemming ervan.

Artikel 23
Artikel 371 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
De overgang naar een andere begrafenisvorm (grafkelder, volle grond, urnenveld of columbariumnis) geeft steeds aanleiding tot het betalen van een nieuwe concessie.
Deze nieuwe concessie heeft tot gevolg dat de eerdere concessie van rechtswege ophoudt te bestaan.
Bij elke vraag tot overgang naar een andere begrafenisvorm dient rekening gehouden te worden met de laatste wilsbeschikking van de overledene.

Artikel 24
Artikel 372 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Onverminderd artikel 160, is het toegelaten met fietsen op de begraafplaatsen binnen te rijden op de hoofdpaden en de daartoe voorziene fietsdoorsteken.

Artikel 25
Artikel 375 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Het plaatsen en wegnemen van graftekens, het openen en dichten van grafkelders en urnenkelders valt ten laste van de nabestaanden en gebeurt door een aannemer aangesteld door de nabestaanden.
Graftekens worden binnen volgende termijnen geplaatst:

  • binnen het jaar na een begraving in volle grond;
  • binnen de zes maanden na een begraving in een grafkelder;
  • binnen de maand na begraving in een urnenveld of bijzetting in een columbariumnis.

De aannemer dient de gemeente minstens 2 dagen op voorhand op de hoogte te brengen van het plaatsen van een grafteken. Het nieuwe grafteken dient geplaatst te worden volgens de uitlijning zoals uitgezet door het gemeentelijk personeel van de begraafplaats.
Graftekens die door de aannemer tijdelijk weggenomen worden, dienen door de aannemer meegenomen te worden of tijdelijk geplaatst te worden op de verharding voorzien op de begraafplaats. Dit kan in geen geval op de grasstroken.

Artikel 26
Artikel 376 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Bij de herneming van niet-geconcedeerde graven en nissen bepaalt het college van burgemeester en schepenen de datum tegen de welke nabestaanden de graftekens en andere voorwerpen van het graf dienen te verwijderen. De niet teruggenomen voorwerpen worden eigendom van de gemeente en worden ambtshalve weggenomen door de gemeentediensten.

Artikel 27
Artikel 382 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
Ingeval van dringende noodzakelijkheid kan de burgemeester ambtshalve verwaarloosde graftekens doen wegnemen zonder verhaal of aanspraak op vergoeding door de nabestaanden. De dringende noodzaak zal worden vastgesteld in een akte, opgemaakt door de burgemeester, die wordt aangeplakt aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats en zal verstuurd worden aan een gekende nabestaande of belanghebbende. De gemeenteraad wordt tijdens de eerstvolgende zitting van deze akte op de hoogte gesteld.
 

Artikel 28
Artikel 385 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De percelen voor het begraven in niet-geconcedeerde grond hebben een lengte van 200 cm en een breedte van 130 cm.
Het plaatsen van een grafteken is niet verplicht. Er bestaan 2 mogelijkheden.
- Platliggend grafteken met een lengte van 180 cm en een breedte van 80 cm.
Het grafteken mag een dikte hebben van minimum 5 cm en maximum 10 cm. Het grafteken wordt in het midden van het grafperceel geplaatst.
- Met kopstuk geplaatst op het platliggend grafteken. De hoogte wordt beperkt tot maximum 70 cm (dikte platliggend grafteken inclusief) en een dikte van minimum 5 cm en maximum 10 cm. Het kopstuk wordt verticaal geplaatst op het platliggend grafteken.
§2. Het materiaal van het grafteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de vermelde maten. Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.

Artikel 29
Artikel 386 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Op elke begraafplaats is een perceel voorzien voor kindergraven die voorbehouden is voor het begraven tot de leeftijd van 7 jaar. Deze begravingen worden hetzij met concessie hetzij op niet-geconcedeerde wijze uitgevoerd.
Op alle begraafplaatsen is de grondinname voor een kindergraf 100 cm lang en 60 cm breed. Er mag een grafteken geplaatst worden met een maximum lengte van 100 cm, met een maximum hoogte van 70 cm en met een maximum breedte van 60 cm.
Het materiaal van het grafteken dient duurzaam en natuurlijk te zijn en binnen de vermelde maten. Indien gebruik wordt gemaakt van los materiaal dient dit geplaatst te worden binnen een kader.
§2. Op elke begraafplaats is een vlindertuin voorzien die voorbehouden is voor het begraven van levenloos geboren kinderen en kinderen tot de leeftijd van één jaar. Deze begravingen worden hetzij met concessie hetzij op niet-geconcedeerde wijze uitgevoerd.
Bij een begraving met concessie, wordt een uniform grafteken geplaatst, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.
Bij een begraving in niet-geconcedeerde grond kan een uniform grafteken geplaatst worden, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.
Indien men een grafteken naar eigen keuze wenst, kan dit enkel op het perceel en volgens de voorwaarden en de modaliteiten zoals voorzien in §1.
Desgewenst kan een naamplaatje worden geplaatst, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement.

Artikel 30
Artikel 389 van de algemene politieverordening wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Desgewenst kan een naamplaatje op de herdenkingszuil of –muur geplaatst worden, aan te kopen bij de gemeente volgens het van toepassing zijnde retributiereglement. Op deze plaatjes worden door de gemeentelijke diensten maximaal de naam van de overledene vermeld en de geboorte- en overlijdensdatum.
De naamplaatjes op de herdenkingszuil of –muur worden afgenomen door de gemeente vanaf 31 december van het 15de jaar te rekenen vanaf de datum van uitstrooiing.
De naamplaatjes kunnen door de nabestaanden tot 31 december van het 16de jaar te rekenen vanaf de datum van uitstrooiing afgehaald worden bij de gemeente.
§2. Op elke vlindertuin is een plaats voorzien waar kinderen kunnen uitgestrooid worden.

 

Artikel 2
Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 13 maart 2020, 11 december 2020 en 2 april 2021, wordt gewijzigd als volgt:

 

Artikel 1
Artikel 9.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributie wordt vastgesteld als volgt: 

A. Concessie 30 jaar

 

in volle grond

500 euro

grafkelder

500 euro

columbariumnis

500 euro

urne in volle grond

500 euro

urne in kelder

500 euro

kinderperk/vlindertuin

 

  • inwoners (*)

gratis

  • niet-inwoners

500 euro

hernieuwing bestaande concessie 15 jaar

250 euro

hernieuwing bestaande concessie 30 jaar

500 euro

hernieuwing bestaande concessie kinderperk/vlindertuin

 

  • inwoners (*)

gratis

  • niet-inwoners

250/500 euro

meervoudige concessie

tarief x 2

B. Zonder concessie 15 jaar

gratis

C. Naamplaatje strooiweide

50 euro

D. Naamplaatje vlindertuin

 

  • inwoners (*)

gratis

  • niet-inwoners

50 euro

D. Opgravingen: voor A en B

 

monument door gemeente te slopen en af te voeren

750 euro

monument af te voeren door de zorgen van de aanvrager

650 euro

kinderen t.e.m. leeftijd van 12 jaar

250/200 euro

verwijderen asurnen uit graven of columbariumnissen

100 euro

E. Aankopen van:

 

kelders voor urnenveld

gratis

klassieke grafkelders 2 personen

600 euro

columbariumnis

gratis

afdekplaten voor columbariumnissen

90 euro

grafteken vlindertuin (tegel + vlinder)

 

  • inwoners (*)

gratis

  • niet-inwoners

200 euro


* met inwoners wordt bedoeld: levenloos geboren kinderen en kinderen tot de leeftijd van 7 jaar van wie één van de ouders of grootouders is ingeschreven in de gemeente.


Artikel 2
Artikel 9.3. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
De retributies zijn verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die:

  • om de aflevering van een naamplaatje verzoekt
  • om een concessie verzoekt
  • om een opgraving verzoekt
  • om de aankoop van een klassieke grafkelder, afdekplaat voor columbariumnis of grafteken voor de vlindertuin verzoekt.


Als tijdstip voor betaling wordt bepaald:

  • De retributie voor een naamplaatje moet betaald worden bij de aanvraag tot het aanmaken.
  • De concessie moet betaald worden na het afleveren van de concessievergunning door het college van burgemeester en schepenen.
  • De retributie tot opgraving moet betaald worden na het afleveren van de machtiging tot opgraving door de heer burgemeester.
  • De retributie voor een klassieke kelder 2 personen is verschuldigd vanaf de aanvraag tot het bekomen van een concessie.
  • De retributie voor een afdekplaat columbariumnis of voor een grafteken op de vlindertuin is verschuldigd vanaf de aanvraag tot toelating tot de begraafplaats.



Artikel 3

§1. Deze beslissing treedt in werking per 11 oktober 2021 met uitzondering van de wijziging van artikel 368, §2, artikel 386 en artikel 389, §2 van de algemene politieverordening (inzake kinderperken en vlindertuinen) die in werking treden per 13 december 2021.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van de algemene politieverordening en het algemeen retributiereglement.