De verhoging van het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage van het gemeentepersoneel met 1,1%, zijnde van 2,5% naar 3,6% van het jaarsalaris, wordt ingevoerd vanaf kalenderjaar 2021.
Op 9 juni 2021 sloten de sociale partners een sectoraal akkoord af voor het personeel van de lokale en provinciale besturen. Er werd in het akkoord opgenomen om de plafonnering van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris van de VIA-personeelsleden in de publieke sector te schrappen. Dit was nodig om ook de lagere lonen een volwaardige koopkrachtverhoging toe te kennen.
Daarnaast werd in bovenvermeld sectoraal akkoord opgenomen dat ook voor het niet-VIA-personeel het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage verhoogd wordt van 2,5% naar 3,6% van het jaarsalaris vanaf het jaar 2021. Ook voor het niet-VIA-personeel valt de begrenzing van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris weg.
Dit was al eerder beslist voor het VIA-personeel in het VIA6-akkoord van 22 december 2020, onderhandeld in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 23 december 2020, meer specifiek vanaf 2020 voor het personeel van onder meer de woonzorgcentra, de groep van assistentiewoningen en de lokale dienstencentra en vanaf 2021 voor het personeel van de publieke socio-culturele sector.
Het bovenvermelde sectoraal akkoord van 9 juni 2021 is nog niet omgezet in een besluit van de Vlaamse regering houdende aanpassing van het Vlaams rechtspositiebesluit van 7 december 2007. Minister Bart Somers verzoekt evenwel toch al aan de lokale besturen om uitvoering van het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 en dit door aanpassing van de lokale rechtspositieregeling.
Daarnaast moet het sectoraal akkoord van 22 december 2020 inzake de verhoging van het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage van het VIA-personeel van de socio-culturele sector nog omgezet worden in een wijziging van de rechtspositieregeling.
Voormelde wijzigingen op het vlak van de eindejaarstoelage houden een wijziging van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel in.
Het voorstel tot verhoging van het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage en van het schrappen van de begrenzing tot een twaalfde van het jaarsalaris werd op 24 november 2021 voorgelegd aan de vakorganisaties, wat op zich geen verplichting was, gelet op de uitvoering van dwingende - nog goed te keuren - hogere regelgeving.
Er werd een protocol van akkoord afgesloten met ACV Openbare Diensten.
Artikel 1
De verhoging van het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage van het gemeentepersoneel met 1,1%, zijnde van 2,5% naar 3,6% van het jaarsalaris, wordt ingevoerd vanaf kalenderjaar 2021.
Daarnaast wordt de begrenzing van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris opgeheven.
Artikel 2
Dit houdt volgende wijzigingen van de rechtspositieregeling in:
Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte
(…)
2° het veranderlijke gedeelte:
(…)
Vanaf kalenderjaar 2021 bedraagt het veranderlijke gedeelte van de eindejaarstoelage 3,6% van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.
Artikel 3
Dit impliceert dat volgende zinsnede geschrapt wordt uit artikel 201, lid 1:
met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar.