Raming:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 466 500 euro (incl. taks, vrij van btw) voor één jaar, hetzij met verlengingen 1 866 000 euro, waarvan het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 264 000 euro voor één jaar.
Mededingingsprocedure met onderhandeling.
De huidige verzekeringspolissen van de gemeente lopen af op 31 december 2025 waardoor een nieuwe overheidsopdracht dient geplaatst te worden. De verzekeringspolissen van het OCMW lopen op diezelfde datum af. Het is opportuun om de overheidsopdracht gezamenlijk te voeren waarbij de gemeente de procedure mede zal voeren namens en voor rekening van het OCMW. Gezamenlijk aanbesteden kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 26 maart 2025 om de plaatsingsprocedure te starten voor de opdracht 'begeleiding overheidsopdracht verzekeringen voor gemeente en OCMW'. Het vast bureau gaf in zitting van 26 maart 2025 mandaat aan de gemeente Wevelgem voor het voeren van de volledige gunningsprocedure van de opdracht 'begeleiding overheidsopdracht verzekeringen voor gemeente en OCMW'.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 30 april 2025 om deze opdracht toe te wijzen aan de firma AON Belgium bv, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem.
In zitting van de gemeenteraad van 12 juni 2025 werden de selectieleidraad en de gunningswijze, de mededingsprocedure met onderhandeling, voor de opdracht 'afsluiten van de volgende verzekeringscontracten: personenverzekeringen, verzekeringen materiële schade, verzekeringen aansprakelijkheid, verzekeringen auto en gezondheidszorg voor de gemeente en het OCMW 2026-2029' goedgekeurd. In zitting van de raad voor maatschappelijke welzijn van diezelfde datum werden diezelfde selectieleidraad en de gunningswijze goedgekeurd en werd mandaat verleend aan de gemeente voor het voeren van de volledige procedure.
In het kader van de opdracht 'verzekeringen gemeente en OCMW 2026-2029' werd door AON Belgium bv een bestek opgesteld.
De opdracht is opgedeeld als volgt:
| Gemeente Wevelgem - |
Aantal verlengingen |
Raming basisopdracht (per jaar) |
Totale raming (2026 - 2029) met verlengingen |
| Perceel 1 (personen) |
3 |
€ 68 000 |
€ 272 000 |
| Perceel 2 (materiële schade) |
3 |
€ 40 000 |
€ 160 000 |
| Perceel 3 (aansprakelijkheid) |
3 |
€ 47 000 |
€ 188 000 |
| Perceel 4 (auto) |
3 |
€ 13 000 |
€ 52 000 |
| Perceel 5 (gezondheidszorg) |
3 |
€ 96 000 |
€ 384 000 |
| Totaal gemeente |
|
€ 264 000 |
€ 1 056 000 |
| OCMW - raming alle percelen |
Aantal verlengingen |
Raming basisopdracht (per jaar) |
Totale raming (2026 - 2029) met verlengingen |
| Perceel 1 (personen) |
3 |
€ 62 000 |
€ 248 000 |
| Perceel 2 (materiële schade) |
3 |
€ 22 000 |
€ 88 000 |
| Perceel 3 (aansprakelijkheid) |
3 |
€ 12 000 |
€ 48 000 |
| Perceel 4 (auto) |
3 |
€ 2 500 |
€ 10 000 |
| Perceel 5 (gezondheidszorg) |
3 |
€ 104 000 |
€ 416 000 |
| Totaal OCMW |
|
€ 202 500 |
€ 810 000 |
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 466 500 euro (incl. taks, vrij van btw) voor één jaar, met verlengingen 1 866 000 euro (incl. taks, vrij van btw) (voor 4 jaar), waarvan het aandeel van de gemeente geraamd wordt op 264 000 euro voor 1 jaar.
De percelen worden afgesloten voor een duurtijd van 1 jaar met verlenging van opeenvolgende periodes van 1 jaar, met een totale duurtijd van maximaal 4 jaar.
Het bestek wordt tevens ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn van heden.
De uitgave voor deze opdracht wordt aangerekend op de algemene rekeningen 612000 en 623060 en op het beleidsitem waarop de verzekering betrekking heeft.
Het bestek en de raming voor de opdracht 'afsluiten van de volgende verzekeringscontracten: personenverzekeringen, verzekeringen materiële schade, verzekeringen aansprakelijkheid, verzekeringen auto en gezondheidszorg voor de gemeente en het OCMW 2026-2029', opgesteld door AON Belgium bv, Telecomlaan 5-7 te 1831 Diegem, worden goedgekeurd.
Het geraamde bedrag bedraagt voor:
Raming: 123 966,94 euro (excl. btw), hetzij 150 000 euro (incl. btw).
Openbare procedure.
De voetpaden in de Kerselarenlaan verkeren in slechte staat. Het herstel werd steeds uitgesteld omdat een integrale herziening van het openbaar domein noodzakelijk leek. Dit was te wijten aan de slechte staat van de rioleringen, de ontwikkeling van een onbebouwd perceel (op de hoek met de Bissegemstraat) en de toekomst van de site van GO! (gemeenschapsonderwijs).
Ondertussen is er meer duidelijkheid over deze laatste twee belangrijke elementen:
In het kader van de bouw van de supermarkt werd door de bouwheer een plaatsbeschrijving opgesteld (zie bijlage). De gemeentelijke diensten hebben ter plaatse nogmaals vastgesteld dat de voetpaden in slechte staat verkeren. De bouwheer gaf hierbij aan de winkel tegen het einde van het jaar te willen openen.
De beide ontwikkelingen (het openen van een winkel en de bouw van een lokaal voor verenigingen) vereisen op korte termijn een aanpak van de voetpaden. Het college van burgemeester en schepenen besliste dan ook in zitting van 23 april 2025 om een studiebureau aan te stellen voor het weg- en rioleringsproject. In eerste instantie zal het bureau een visie moeten ontwikkelen voor de bovenbouw.
In het kader van de opdracht 'weg- en rioleringswerken in de Kerselarenlaan: ontwerper' werd een bestek met nr. 2956/03625 opgesteld door de heer Lucas Vanneste, dienst Openbare Infrastructuur en Mobiliteit.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 123 966,94 euro (excl. btw), hetzij 150 000 euro (incl. btw).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht wordt aangerekend op rekening PB4-ACT5/0119-03/221007/I-PB4-AP4 van het investeringskrediet. De uitgave voor deze studieopdracht en de uitvoering ervan zijn te voorzien in het meerjarenplan 2026-2031.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2956/03625 voor de opdracht 'weg- en rioleringswerken in de Kerselarenlaan: ontwerper', opgesteld door de heer Lucas Vanneste, dienst Openbare Infrastructuur en Mobiliteit, wordt goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 123 966,94 euro (excl. btw), hetzij 150 000 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Raming: 806 486,24 euro (excl. btw), hetzij 965 770,80 euro (incl. btw).
Openbare procedure.
Leefbuurt De Posthoorn werd geselecteerd binnen de projectoproep Leefbuurten. In samenwerking met de Vlaams Bouwmeester, aangesteld als begeleider vanuit de projectoproep Leefbuurten, werd een ontwerper aangesteld voor de opmaak van een leefbuurtplan en de studieopdracht voor de (eerste) uitvoering van het leefbuurtplan met focus op de herinrichting van het wijkhart, nl. Overal Architectuur cvba, GRAS en Tweepereboom cv. Voor de opmaak van de uitvoeringsplannen voor de projecten Leeuwerikstraat en Wijkhart kreeg het ontwerpteam bijstand van Bureau Cnockaert nv. Ondertussen werd de overeenkomst overgedragen naar Bureau Cnockaert nv (cfr. beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 mei 2025).
In het kader van de opdracht 'Leefbuurt De Posthoorn - heraanleg Wijkhart en Leeuwerikstraat' werd een bestek met nr. WL 0190 opgesteld door de ontwerper, Bureau Cnockaert nv.
Het definitief ontwerp dat voorligt, is een uitwerking van het voorontwerp en het voorlopig ontwerp die met de verschillende stakeholders werden besproken. Zo kwam Bureau Cnockaert nv tot een coherent en gedragen definitief ontwerp. De praktische uitwerking, o.a. materiaalgebruik, werd gebaseerd op het ontwerp van de Sneppestraat om zo naar een visuele eenheid in de wijk te groeien.
De uitwerking van de speelzones stoelt op de inbreng van de buurt en de dienst Vrije Tijd (team Jeugd). Het ontwerp van de voortuinstrook, samen met de afgesloten Normandiëstraat, kwam tot stand in nauw overleg met de school. Die zone wordt ingericht als een aangename ontmoetingszone voor de buurt, voor de ouders van de schoolgaande kinderen.
Deze zone, samen met de bestaande groenzone aan de kerk, krijgt zo de functie van wijkhart, wat oorspronkelijk de bedoeling was van het project Leefbuurt De Posthoorn.
Dit dossier werd ook besproken op de gemeenteraadscommissie Grondgebiedszaken van 28 april 2025.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 806 486,24 euro (excl. btw), hetzij 965 770,80 euro (incl. btw).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave wordt aangerekend op rekening PB4-ACT12/0680-00/220007/I-PB4-AP8 van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek met nr. WL 0190 en de raming voor de opdracht ‘Leefbuurt De Posthoorn - heraanleg Wijkhart en Leeuwerikstraat’, opgesteld door de ontwerper, Bureau Cnockaert nv, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 806 486,24 euro (excl. btw), hetzij 965 770,80 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De heer Jo Libeer, gewezen voorzitter van de gemeenteraad, wordt gemachtigd tot het voeren van de eretitel van erevoorzitter van de gemeenteraad.
De heer Jo Libeer komt in aanmerking voor het verkrijgen van de eretitel van erevoorzitter van de gemeenteraad. Hij was gemeenteraadslid en voorzitter van de gemeenteraad binnen onze gemeente voor onderstaande periodes en maakt op heden geen deel meer uit van de bestuursorganen van de gemeente of het OCMW:
| gemeenteraadslid |
02.01.1995 |
|
02.01.2001 |
| gemeenteraadslid |
02.01.2001 |
|
02.01.2007 |
| voorzitter van de gemeenteraad en van de raad voor maatschappelijk welzijn |
02.01.2019 |
|
02.12.2024 |
Overeenkomstig artikel 17, §4 van het decreet lokaal bestuur kent de gemeenteraad de eretitels toe aan de gemeenteraadsleden onder de voorwaarden die zij bepaalt. De heer Jo Libeer was gedurende de volledige vorige legislatuur voorzitter van de gemeenteraad. Uit de libellering van artikel 42, §3 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad is het duidelijk dat een voorzitter van de gemeenteraad die een volledige legislatuur zijn mandaat heeft uitgeoefend in aanmerking komt voor de eretitel van erevoorzitter.
De heer Jo Libeer stemde in met de eretitel van erevoorzitter van de gemeenteraad.
Gelet op het uittreksel uit het strafregister wordt verondersteld dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 42 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
De heer Jo Libeer wordt gemachtigd tot het voeren van de eretitel van erevoorzitter van de gemeenteraad.
De heer Carlo De Winter, gewezen gemeenteraadslid, wordt gemachtigd tot het voeren van de eretitel van eregemeenteraadslid.
De heer Carlo De Winter komt in aanmerking voor het verkrijgen van de eretitel van eregemeenteraadslid. Hij was gemeenteraadslid binnen onze gemeente voor onderstaande periodes en maakt op heden geen deel meer uit van de bestuursorganen van de gemeente of het OCMW:
gemeenteraadslid 02.01.1995 02.01.2001
gemeenteraadslid 02.01.2001 02.01.2007
gemeenteraadslid 09.10.2015 02.01.2019
gemeenteraadslid en lid RMW 02.01.2019 02.12.2024
De heer Carlo De Winter stemde in met de eretitel van eregemeenteraadslid.
Gelet op het uittreksel uit het strafregister wordt verondersteld dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 42 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
De heer Carlo De Winter wordt gemachtigd tot het voeren van de eretitel van eregemeenteraadslid.
Er wordt kennis genomen van het antwoord van de provinciegouverneur van 16 juni 2025 n.a.v. een klacht.
De provinciegouverneur heeft, in het kader van het bestuurlijk toezicht, kennis genomen van een klacht van 23 april 2025 omtrent de aankoop van een perceel grond in de Kerselarenlaan. De provinciegouverneur besliste, na onderzoek van deze klacht, dat er geen redenen zijn voor zijn ambt om op te treden in dit dossier.
Neemt kennis van het antwoord van de heer provinciegouverneur van West-Vlaanderen van 16 juni 2025 betreffende de klacht tegen de gemeente Wevelgem omtrent de aankoop van een perceel grond in de Kerselarenlaan.
De overeenkomst m.b.t. de overdracht van de gemeentelijke saneringsverplichting wordt goedgekeurd.
Elke exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk, in casu de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening cv (hierna De Watergroep), wordt belast met de sanering van het door de exploitant aan haar abonnees geleverde water met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water. Aan de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting wordt in hoofde van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk voldaan door een overeenkomst te sluiten met de gemeente. De exploitant zal in dat geval de gemeentelijke saneringsverplichting in haar geheel overdragen.
Het ontwerp van overeenkomst dat voorligt, kadert in voormelde verplichting van De Watergroep, krachtens hetwelk de gemeente de eindverantwoordelijkheid draagt voor het naleven van de saneringsverplichtingen.
De gemeente Wevelgem heeft sedert 1 januari 2007 een overeenkomst met De Watergroep betreffende de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 12 januari 2007 en latere wijzigingen). Door wijzigingen in het regelgevend kader, met name het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2024 en het gecodificeerd decreet betreffende het integraal waterbeleid van 15 juni 2018, is het noodzakelijk om deze overeenkomst te actualiseren. De overeenkomst moet meer bepaald in overeenstemming worden gebracht met de modelovereenkomst zoals ter beschikking gesteld door de Vlaamse Milieumaatschappij en dit ten laatste tegen 11 september 2025, deze bevat in bijlage ook de saneringsbijdrage en saneringsvergoeding die aangerekend wordt aan abonnees.
De overeenkomst m.b.t. de overdracht van de gemeentelijke saneringsverplichting, in bijlage, wordt goedgekeurd.
Het ontwerp van aangepast toewijzingsreglement zoals opgesteld door de toewijzingsraad van SW+ wordt goedgekeurd.
Het toewijzingsreglement zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 8 februari 2024, geeft mee vorm aan de toewijzing van sociale huurwoningen via SW+.
Er zijn 4 pijlers binnen het toewijzingsmodel:
Door de uitbreiding van het aangepast patrimonium voor huurders met een fysieke handicap (rolstoelgebruikers) in het project Wagenbrugstraat in Moorsele, is een aanpassing van het toewijzingsreglement noodzakelijk. De lijst met gelabelde woningen voor personen met een fysieke handicap wordt uitgebreid van 31 naar 37 woningen.
Het betreft volgende woningen:
Het aangepaste toewijzingsreglement wordt voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
Hecht haar goedkeuring aan het ontwerp van aangepast toewijzingsreglement, in bijlage, zoals opgesteld door de toewijzingsraad van SW+.
Goedkeuring wordt gegeven aan de nieuwe rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitvoeren van revitaliseringswerken aan het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid.
De gemeente Wevelgem diende op 8 mei 2024 een omgevingsvergunningsaanvraag in voor de revitalisering van het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid. Aan deze aanvraag werd het kenmerk OMV_2024053277 toegekend op het omgevingsloket. De vergunningsaanvraag werd volledig en ontvankelijk verklaard op 11 juni 2024, waarna een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 18 juni 2024 tot en met 17 juli 2024, gedurende waarbinnen er 31 bezwaarschriften ingediend werden.
De gemeenteraad werd verzocht een beslissing te nemen over de ‘zaak van de wegen’ in toepassing van artikel 31 van het omgevingsvergunningsdecreet, waarbij op 22 augustus 2024 het gemeenteraadsbesluit van 8 december 2022 overgemaakt werd waarin besloten werd tot de goedkeuring van de ‘zaak van de wegen’ voor de revitalisering van het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid.
De deputatie van de provincie West-Vlaanderen besloot op 5 december 2024, ontvangst en goedkeuring van een gewijzigde projectinhoud op 22 oktober 2024, tot het voorwaardelijk verlenen van de omgevingsvergunning.
Tegen de verleende omgevingsvergunningsbeslissing werd een administratief beroep ingesteld op 10 januari 2025, waardoor thans de Vlaamse regering bevoegd is in graad van beroep om zich uit te spreken over de ingediende vergunningsaanvraag.
Op 19 mei 2025 werd een gewijzigde projectinhoud overgemaakt, inbegrepen nieuwe rooilijnplannen, een mobiliteitsnota, een verscherpte natuurtoets, een plan met aanduiding van de draaicirkel ter hoogte van de aansluiting Zuidstraat-Moraviëstraat en een nota houdende de waterkwaliteit. Deze projectinhoud werd goedgekeurd op 20 mei 2025 en vormt de basis waarop voorliggend besluit genomen wordt.
In navolging hiervan werd toepassing gemaakt van artikel 65 van het omgevingsvergunningsdecreet en wordt aan de gemeenteraad van de gemeente Wevelgem verzocht een nieuwe beslissing over de ‘zaak van de wegen’ te nemen.
Zoals gesteld, diende de gemeente Wevelgem op 8 mei 2024 een vergunningsaanvraag in voor de revitalisering van het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid, inbegrepen de wijziging van de bestaande gemeentewegen.
Het project omvat:
De stedenbouwkundige handelingen omvatten:
Wegeniswerken:
De stedenbouwkundige handelingen omvatten de aanleg van een nieuwe riolering en wegenis binnen het industrieterrein Wevelgem-Zuid. Daarbij wordt een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd, waarbij het afvalwater zal gescheiden worden van het regenwater, waarbj de RWA-riolering zal afvoeren richting de Leie. De bestaande lozing zal behouden worden. De DWA-riolering wordt aangesloten op het bestaande lozingspunt op de collector van Aquafin.
Wat de aanpassingswerken aan de wegenis betreft, wordt voorzien in een rijwegbreedte van 6 m asfaltverharding, exclusief de kantstrook, met aan beide zijden een kantstrook en trottoirband ten belope van 0,50 m aan weerszijden. Zodanig wordt voorzien in een minimaal wegprofiel van 6 m breedte.
Ter hoogte van de specifieke wegen wordt afhankelijk van de specifieke situatie geopteerd voor een afwijkende inrichting:
Daarnaast worden er ook nog enkele bomen geveld, aangeduid op het inplantingsplan dewelke een omtrek hebben van minder dan 1 m op 1 m. Meer bepaald worden er in de Kouterstraat 5 bomen gerooid en 21 bomen in de Zuidstraat/Moraviëstraat.
De ingedeelde inrichting binnen voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag betreft een bemaling noodzakelijk voor de aanleg van het project ‘aanleg riolering in de industriezone te Wevelgem-Zuid’.
Ter uitvoering van de wegeniswerken wordt er voorzien in een fasering, opgedeeld 8 fasen met deelfasen. Tijdens de fasen 4, 6 en 8 verloopt de ontsluiting van het bedrijventerrein via de Moraviëstraat, waar aan het kruispunt Kortrijkstraat/Moraviëstraat verkeerslichten aangebracht zullen worden.
Tijdens de fasen verloopt de ontsluiting beurtelings over de oost- en westzijde van de wegenis, waar verkeerslichten aangebracht zullen worden om dit verkeer te verdelen.
Ontsluiting bedrijventerrein – bestaande toestand
Het bedrijventerrein wordt noordelijk ontsloten op de N8/Kortrijkstraat. Via deze weg kan oostelijk richting de R8/Ringlaan en westelijk richting de afrit van de E403/A17 gereden worden. Ten noorden van het bedrijventerrein is ook de luchthaven Kortrijk-Wevelgem gesitueerd. Ten zuiden grenst het bedrijventerrein aan de Leie, hetgeen de ruimtelijke situering uitmaakt van de 60-tal bedrijven die in het bedrijventerrein gelegen zijn.
Het vrachtverkeer kan, gelet op de ligging, enkel ontsluiten via de N8/Kortrijkstraat, waardoor er verkeer gebundeld wordt met soms negatieve effecten. Bovendien is er op heden geen fietsinfrastructuur aanwezig, noch in de Vlamingstraat (hoofdontsluiting) noch in de aansluitende gemeentewegen (Kouterstraat, Zuidstraat, Tramstraat, Trakelweg), hetgeen een onveilige verkeerssituatie uitmaakt voor trage weggebruikers.
Daarnaast is de huidige uitrusting niet uniform, waarbij er verschillen in verharding en aansluiting bestaan tussen de verscheiden bedrijven – wat tot gevolg heeft dat de continuïteit en duurzaamheid van de wegenis niet ten volle gegarandeerd wordt.
In de Vlamingstraat, Kouterstraat, Zuidstraat en Tramstraat geldt op heden reeds een tweerichtingsverkeer. De Trakelweg omvat wel fietspaden, doch zijn deze op de wegenis zelf gemarkeerd en betreft het geen vrijliggende fietspaden – waardoor deze infrastructuur niet afdoende is om te voorzien in de nodige veiligheid voor trage weggebruikers.
Binnen het ontwerp
Het STOP-principe wordt in de mate van het mogelijke toegepast in die zin dat afdoende aandacht uitgaat naar de verkeersveiligheid en toegankelijkheid voor trage weggebruikers, doordat vrijliggende fietspaden met veiligheidsstroken voorzien worden.
Zo is er een connectiviteit met het recreatief fietsroutenetwerk via het jaagpad langs de Leie, zijn er twee treinstations bereikbaar binnen 3 km (Wevelgem en Bissegem) en zijn er enkele bushaltes in de buurt waaronder ‘Wevelgem Industriezone Wevelgem’.
De fiets
Binnen het projectgebied worden vrijliggende fietspaden aangelegd in diverse breedtes van 1,75 m, 2,50 m en 3 m. Dit in functie van de beschikbare ruimte en de inpassing binnen de functie en gebruik van de betrokken wegen.
Op de Vlamingstraat worden twee vrijliggende fietspaden voorzien, met een breedte van 1,75 m en respectievelijk 2,50 m breedte, met een veiligheidsstrook van 1,30 m. Het ontwerp voldoet daarmee aan de voorschriften van het vademecum Fietsvoorzieningen van september 2024 dat een minimale veiligheidsstrook van 0,50 m vooropstelt bij vrijliggende fietspaden.
In afwijking met het fietsvademecum wordt het vrijliggend fietspad in de Vlamingstraat, dewelke ook toegankelijk zal zijn voor voetgangers, niet aangelegd in een profiel van 3 m – zoals aanbevolen door het vademecum – maar wel in een profiel van 2,50 m.
De reden waarom is te vinden in het sporadisch karakter van het voetgangersverkeer, waarbij het voorziene gebruik door voetgangers – binnen het industrieterrein – als zeer beperkt overkomt. Als zodanig is een beperktere breedte dan ook mogelijk zonder enige impact voor de verkeersveiligheid van de trage weggebruikers. Immers wordt voorzien in voldoende zichtbaarheid en zijn er meerdere uitwijk- of wachtmogelijkheden voor de weggebruikers gelet op de trottoirbanden die aangelegd worden ter hoogte van de opritten in cementbetonverharding.
In de Trakelweg (jaagpad langs de Leie), wordt voorzien in een vrijliggend fietspad voor tweerichtingsverkeer in een breedte van 3 m waarop ook gemengd verkeer met voetgangers voorzien wordt. Cfr. het vademecum Fietsvoorzieningen zou hier de inrichtingsbreedte 4 m moeten bedragen, maar ook hier moet opgemerkt worden dat het gebruik door voetgangers slechts beperkt zal zijn ten overstaan van het fietsgebruik – waardoor afgeweken kan worden van de inrichtingsbreedte. In deze is een wegenisprofiel van 3 m met uitwijk- en wachtmogelijkheden ruim voldoende.
In de Kouterstraat, Tramstraat en Zuidstraat worden geen vrijliggende fietspaden maar wel fietssuggestiestroken van 1,20 m breed voorzien. Dit aangezien de betrokken wegen doodlopend zijn, behoudens de Zuidstraat die een verbinding maakt met de Moraviëstraat. Evenwel is het gemotoriseerd verkeer in deze straten eerder beperkt tot bestemmingsverkeer, waardoor de noodzaak voor vrijliggende fietspaden niet aanwezig is. De voorziene breedte van 1,20 m is afdoende veilig gelet op het beperkt gemotoriseerd bestemmingsverkeer.
Binnen het ontwerp werd er aandacht gegeven aan de zichtbaarheid van de fietser. Het principe gemengd verkeer blijft maar de verschillende gebruikers (auto, fietser, voetgangers) worden visueel duidelijk gemaakt aan de hand van markeringen op de rijweg.
Materialen
De materiaalkeuze is, waar mogelijk, tot stand gekomen om enerzijds te voorzien in een duurzaam wegprofiel dat zwaar verkeer op duurzame wijze kan begeleiden en anderzijds materielen die visueel een onderscheid tussen de weggebruikers aanduiden en tegelijk voldoende ruimte bieden voor infiltratie.
Zodoende wordt zoveel als mogelijk afgewaterd binnen de riolering, dewelke volledig heraangelegd wordt en waarvan de dimensionering hier ook op afgesteld werd. Teneinde de RWA-riolering van het gehele terrein af te voeren richting de Leie, werd een akkoord gevraagd en verkregen van de Vlaamse Waterweg, aangezien de bestaande lozingsvoorwaarden (20 l/sha en 250 m³/ha) onvoldoende zijn, om zoveel mogelijk het debiet te beperken en binnen de leidingen te bufferen voordat er geloosd wordt in de Leie.
Zoals ook blijkt uit de bijlage ‘E3’ zullen er geen negatieve effecten optreden voor het watersysteem en zal er in tegendeel net een verbetering optreden. Immers zal het hemelwaterstelsel overgedimensioneerd worden om te voldoen aan de vooropgestelde eisen.
Tot slot wordt de wegenis aangelegd in bitumineuze asfaltvarharding met kantstroken/troittoirbanden in cementbetonverharding, dit met een totale steenslagfundering van 44 cm. De fietspaden worden aangelegd in cementbetonverharding van 20 cm dkte, met een steenslagfundering + onderfundering van 40 cm dikte in totaal.
Procedure (rooilijn - wijziging gemeenteweg)
Aan het aanvraagdossier worden drie rooilijnplannen toegevoegd, met als titels ‘Rooilijnenplan 1 Ind Zuid totaal 13052025’, ‘Rooilijnenplan 2 Ind Zuid totaal 13052025’ en ‘Rooilijnenplan 3 Ind Zuid totaal 13052025’. Deze rooilijnplannen werden opgesteld door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv.
Ter hoogte van de hoek tussen de Vlamingstraat en de Trakelweg zal een beperkte wijziging van de rooilijn optreden, met het beperkt verbreden van de bestaande rooilijn ten belope van een oppervlakte van 46 m².
Overeenkomstig artikel 12, §2 van het decreet gemeentewegen en artikel 31, §1 van het omgevingsvergunningsdecreet dient de gemeenteraad zich uit te spreken over de ligging, breedte en uitrusting van gemeentewegen die aangelegd, gewijzigd, verplaatst of opgeheven worden.
Aangezien aan het aanvraagdossier drie rooilijnplannen gehecht werden, dient de gemeenteraad na te gaan of de rooilijnplannen voldoen aan de vereisten van artikel 16, §2 en §3 van het decreet gemeentewegen aangezien deze in toepassing van artikel 12, §2 van het decreet gemeentewegen toegevoegd werden aan het aanvraagdossier.
Overeenkomstig artikel 16, §2, 1° van het decreet gemeentewegen dient het rooilijnplan de actuele en toekomstige rooilijn weer te geven. Op de gevoegde rooilijnplannen wordt een duidelijke legende gevoegd met aanduiding van de nieuwe rooilijn (groene aanduiding), de bestaande rooilijn (rode aanduiding) en de op te heffen rooilijn (blauwe aanduiding).
Op de gevoegde rooilijnplannen, dewelke expliciet als titel ‘rooilijnplan’ dragen, worden de actuele, toekomstige en op te heffen rooilijnen voldoende duidelijke weergegeven zodanig het duidelijk is welke aanpassing van het gemeentelijk wegennet gevraagd wordt. Aan de vereiste van artikel 16, §2, 1° van het decreet gemeentewegen is voldaan.
Overeenkomstig artikel 16, §2, 2° en 3° van het decreet gemeentewegen dient het rooilijnplan, of de rooilijnplannen, de kadastrale gegevens te vermelden, de identiteitsgegevens van de betrokken eigenaars alsook de getroffen oppervlakte. Zodanig voor de eigenaars duidelijk wordt welke impact de aanpassing aan het gemeentelijk wegennet teweeg zal brengen voor hen.
Voorliggend beperken de rooilijnaanpassingen zich tot het perceel met nr. 876L, waarvan een totale grondoppervlakte van 46 m² ingenomen zal worden. Deze grondstrook bevindt zich reeds in eigendom van de gemeente Wevelgem, waardoor een verdere overdracht/afstand van deze strook niet nodig is. De rooilijnplannen bevatten de nodige informatie.
Tot slot moet het rooilijnplan overeenkomstig artikel 16, §3, 1° en 2° van het decreet gemeentewegen de nutsleidingen aangeven die op private eigendom zouden komen te liggen, alsook dient een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering opgenomen te worden.
De aanpassingen van het gemeentelijk wegennet hebben niet tot gevolg dat er nutsleidingen op private eigendom zouden komen te liggen, waardoor deze dan ook niet op de rooilijnplannen opgenomen moeten worden. Daarnaast moeten de rooilijnplannen ook geen weergave bevatten van de min- of meerwaardevergoeding ingevolge artikel 28 van het decreet gemeentewegen.
Een minwaardevergoeding is immers verschuldigd aan de eigenaar van de grondstrook door de gemeente cfr. artikel 28, §1, 2de lid van het decreet gemeentewegen, hetgeen hier tot het gebrek aan een minwaardevergoeding leidt aangezien de gemeente zelf eigenaar is van de getroffen grondstrook.
Inhoudelijke beoordeling (rooilijn – wijziging gemeenteweg):
De gemeenteraad houdt bij haar beslissing rekening met volgende principes (artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet):
‘Artikel 3
Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’
‘Artikel 4
Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’
De toetsing van voormelde doelstellingen en principes op dit dossier leidt tot een positieve beslissing omtrent het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn om volgende redenen:
Algemeen belang
De voorliggende aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet zijn enerzijds ingegeven om tot een uniform straatbeeld te komen, maar anderzijds – en dit in hoofdzaak – om de verkeersveiligheid en toegankelijkheid van het bedrijventerrein te bevorderen. Dit niet enkel om mogelijke conflicten tussen gemotoriseerd verkeer en trage weggebruikers te vermijden, maar ook om doorgaand fietsverkeer te bevorderen.
Door de aanleg van vrijliggende fietspaden, dewelke in de bestaande toestand ontbreken, wordt voorzien in de nodige veilige fietsinfrastructuur waarvan de trage weggebruikers van de Vlamingstraat op veilige wijze gebruik kunnen maken. Eveneens zorgt de aanleg van een vrijliggend tweerichtingsfietspad in de Trakelweg ervoor dat fietsers over de nodige ruimte beschikken om niet in conflict te komen met het gemotoriseerd verkeer. Ook in de Kouterstraat, Tramstraat en de Zuidstraat zorgt de aanleg van fietssuggestiestroken ervoor dat trage weggebruikers veiliger gebruik kunnen maken van de wegenis.
In deze straten (Kouterstraat, Zuidstraat en Tramstraat) staat gemengd verkeer nog steeds voorop, waarbij de aanleg van fietssuggestiestroken voldoende visuele feedback genereert voor de weggebruikers om de nodige verkeersveiligheid te genereren. Het gemotoriseerd verkeer zal al beperkt zijn tot bestemmingsverkeer, waardoor fietssuggestiestroken volstaan.
De aanleg van nieuwe fietspaden, veilige oversteekplaatsen en de integratie met het bovenlokaal en lokaal functioneel fietsnetwerk zorgen ervoor dat zachte weggebruikers een volwaardige en veilige plaats krijgen in het wegennet.
Door de aanleg van de benodigde fietsinfrastructuur zal de toegankelijkheid van het terrein verbeteren en zal ook de doorwaadbaarheid voor trage weggebruikers verbeteren, zodanig het recreatief fietsroutenetwerk beter ingeschakeld kan worden. De algemene doorwaadbaarheid en toegankelijkheid zullen aldus verbeterd worden.
Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de toegankelijkheid voor gemotoriseerd verkeer en de mogelijke conflictpunten met andere weggebruikers, waarbij de uniforme straatbeeldkeuze bijdraagt aan de zichtbaarheid en voorspelbaarheid van de weggebruikers. Hetgeen de toegankelijkheid en veiligheid bevordert.
Uitzonderingskarakter - wijziging
Overeenkomstig art. 4, 2° van het decreet gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd moet worden.
Blijkens de memorie van toelichting bij het decreet gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.
Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie. Waarbij de voorbereidende werkzaamheden bij het decreet gemeentewegen aangeven dat het principe van de Ladder van Lansink gerespecteerd moet worden wanneer mogelijk: behoud, verplaatsing, opheffing.
In voorliggend geval wordt op geen enkele wijze afbreuk gedaan aan het trage wegennetwerk en de toegankelijkheid/veiligheid voor trage weggebruikers. In tegendeel noodzaakt de wijziging zich om voldoende ruimte te voorzien zodanig de nodige infrastructuur voor fietsers aangelegd kan worden.
Op diens beurt staat de wijziging van het gemeentelijk wegennet in het teken van de toegankelijkheid, doorwaadbaarheid en veiligheid van de trage weggebruikers vooreerst en vervolgens de gemotoriseerde gebruikers. Waardoor geen afbreuk gedaan wordt aan het trage wegennetwerk en net de toegankelijkheid en integratie ervan bevorderd wordt.
Verkeersveiligheid en ontsluiting aangrenzende percelen
Overeenkomstig artikel 4, 3° van het decreet gemeentewegen dienen wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en ontsluiting van aangrenzende percelen in acht te nemen.
Daarbij stellen wij vast dat de gewijzigde wegenisinfrastructuur de ontsluitingsmogelijkheden niet in het gedrang brengt, en deze zelfs in feite verbetert door de veilige fietsinfrastructuur die voorzien zal worden en op heden ontbreekt. Aangezien de doorwaadbaarheid en toegankelijkheid voor trage weggebruikers verbetert, nemen de ontsluitingsmogelijkheden in de ruime omgeving toe.
Wat de verkeersveiligheid betreft, voorziet het ontwerp in de aanleg van vrijliggende fietspaden en fietssuggestiestroken dewelke de verkeersveiligheid van de trage weggebruikers zal bevorderen. Ook wordt er voorzien in een voldoende ruime veiligheidsstrook (1,30 m), zodanig de fietsers op veilige wijze hiervan kunnen gebruikmaken.
Waar mogelijk werden de richtlijnen van het vademecum Fietsvoorzieningen van september 2024 gevolgd, zoals reeds uiteengezet onder het gedeelte ‘de fiets’ van dit besluit. Zodoende blijkt dat de verkeersveiligheid voor trage weggebruikers een belangrijke rol speelt in de vooropgestelde herinrichting. Daar waar afgeweken wordt van de richtlijnen van het vademecum Fietsvoorzieningen, zijn er afdoende alternatieven aanwezig dan wel een zodanig beperkt voetgangers-/gemotoriseerd verkeer dat de afwijkingen aanvaardbaar zijn.
Het vooropgestelde wegenisprofiel van 6 m asfaltverharding (resp. 5 m in de Trakelweg), is voldoende breed om (zwaar) gemotoriseerd verkeer elkaar te laten kruisen. De fietssuggestiestroken bieden ook op deze plaatsen afdoende veiligheid.
De heraanleg zorgt voor een uniforme en toekomstgerichte inrichting van het wegennet, met aandacht voor de samenhang tussen de verschillende straten en de aansluiting op het regionale wegennet (N8, R8, E403). Waardoor zowel het visueel als functioneel straatbeeld op elkaar afgestemd worden.
De aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel, buffering van regenwater en het behoud van bestaande lozingspunten in de Leie dragen bij aan een duurzaam waterbeheer en beperken de kans op wateroverlast. De plannen zijn getoetst aan de watertoets en voldoen aan de vereisten van het integraal waterbeleid.
Aangezien in deze louter de herinrichting van de betrokken gemeentewegen vooropstaat, met beperkte verbreding van de rooilijnen van de Vlamingstraat en Trakelweg, zullen er geen mobiliteitseffecten ontstaan. Er ontstaan immers geen toenames noch afnames van verkeersbewegingen die door het project zelf (lees: de wegenisaanpassingen) zullen gegenereerd worden.
Tijdens de aanlegfase zullen er echter wel mobiliteitseffecten optreden, gelet op de gewijzigde verkeerssituatie die zal ontstaan. De tijdelijke openstelling van de Moraviëstraat als ontsluitingsweg tijdens de werken is een noodzakelijke, maar tijdelijke maatregel om de continuïteit van de bedrijvenzone te waarborgen.
Uit de resultaten van het mobiliteitsonderzoek blijkt dat er tijdens de ochtendspits een verkeersdrukte is van 71 pae/u op de Kouterstraat, 118 pae/u op de Tramstraat en zo goed als geen op de Zuidstraat, met een maximale pae/u van 644 in de Vlamingstraat.
De verkeerstellingen tonen aan dat het meeste verkeer op de N8 blijft rijden. In de Vlamingstraat is er tijdens de ochtendspits vooral inkomend verkeer vanaf de N8, terwijl er in de avondspits vooral uitgaand verkeer is richting de N8. Dit betekent dat de Vlamingstraat 's ochtends vooral gebruikt wordt om het bedrijventerrein binnen te rijden en 's avonds om het terrein te verlaten. Voor de Moraviëstraat geldt een gelijkaardig patroon, maar de verkeersintensiteit is er veel lager: ongeveer 640 voertuigen (pae) in de Vlamingstraat tegenover slechts 20 in de Moraviëstraat tijdens de spitsuren.
Eveneens bleek dat de rotonde een maximale verzadigingsgraad kent van 75% in de avondspits, waardoor de verkeersleefbaarheid als ‘goed’ kwalificeert. In de ochtendspits ligt de maximale verzadigingsgraad minder op 59%. Bijgevolg is de ontsluiting via de rotonde haalbaar en is er zelfs nog enige restcapaciteit aanwezig, zodanig de herinrichting acceptabel is.
In de gevoegde mobiliteitsnota worden de effecten op de mobiliteit ten gevolge van de herinrichtingswerken in kaart gebracht, met bijzondere aandacht naar de fasen 4, 6 en 8 waarbij de Moraviëstraat ingezet zal worden als tijdelijke ontsluitingsweg.
Daarin wordt voorzien om het verkeer van noord naar zuid te laten rijden in één richting, waardoor de verkeerseffecten zich van noord naar zuid zullen verplaatsen. De Moraviëstraat zal tijdelijk, gedurende de fasen 4, 6 en 8, eenrichting worden waardoor enkel via de N8 – Vlamingstraat – Zuidstraat gereden kan worden.
Tijdens de fase 4 zal er een toename ontstaan van 90 pae/u tijdens de ochtendspits en 250 pae/u tijdens de avondspits in de Moraviëstraat. Cfr. de mobiliteitsnota zal de ochtendspits ‘rustig’ verlopen in verhouding tot de capaciteit en verkeersleefbaarheid van de Moraviëstraat, waarbij de avondspits net onder de grens van 300 pae/u blijft en ook als ‘rustig‘ te kwalificeren is. Finaal worden ook de fasen 6 en 8 becijferd, waarbij hoogstens een pae/u bereikt wordt van 460 in de avondspits, hetgeen als ‘normale verkeersdrukte’ te beschouwen is – gelet op de capaciteit van de Moraviëstraat.
Echter blijkt eveneens uit de mobiliteitstoets dat de afwikkeling via het kruispunt N8-Moraviëstraat bepalend is om de verkeersleefbaarheid van de Moraviëstraat te garanderen. Na becijfering blijkt dat het kruispunt enkel tijdens de avondspits en enkel tijdens fase 8 een verzadigingsgraad van 80% zal hebben, hetgeen aanvaardbaar geacht wordt.
Vastgesteld moet worden dat de voorgelegde aanpassingen aan het gemeentelijk wegennet de verkeersveiligheid in acht nemen en deze zelfs verbeteren, waarbij tijdens de aanlegfase de nodige maatregelen genomen worden om deze tijdelijke hinder zoveel als mogelijk te beperken. De aanpassingen komen zodoende tegemoet aan de verkeersveiligheid.
Gemeentegrensoverschrijdend perspectief
Overeenkomstig artikel 4, 4° van het gemeentewegendecreet dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in grensoverschrijdend perspectief.
De wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet zullen geen effect hebben op de aangrenzende gemeenten, aangezien de herinrichting van de Vlamingstraat, Zuidstraat, Tramstraat, Kouterstraat en de Trakelweg geen toename in mobiliteit zal veroorzaken.
Tijdens de aanleg zal de Moraviëstraat echter ingezet worden als omleidingsweg, waarbij er wel mobiliteitseffecten in Moravie (aansluitend op de Moraviëstraat) gelegen op het grondgebied van de stad Kortrijk kunnen plaatsvinden. Hiertoe werd een advies uitgebracht door het college van burgemeester en schepenen van Kortrijk van 10 juni 2025 dat het gebruik van de Moraviëstraat als tijdelijke ontsluitingsweg voorwaardelijk goedgekeurd heeft.
Als zodanig kan vastgesteld worden dat, op basis van de gevoegde mobiliteitsnota, tijdens de aanleg van de wegenis geen onaanvaardbare mobiliteitseffecten zullen ontstaan op het omringende gemeentelijk wegennet.
Actuele functie – toekomstige generaties
Overeenkomstig artikel 4, 5° van het gemeentewegendecreet dient rekening te worden gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.
Op heden doet de Vlamingsstraat dienst, hoofdzakelijk, als ontsluitingsweg voor het bedrijventerrein – hetgeen behouden en zelfs versterkt zal worden. Het wegenisprofiel wordt maximaal afgestemd met een rijwegbreedte van 6 m om doorgaand zwaar verkeer mogelijk te maken met voldoende ruimte voor kruisbewegingen.
Daarnaast worden de Vlamingstraat, Kouterstraat, Tramstraat, Zuidstraat en de Trakelweg ingezet voor de trage weggebruikers, aangezien nieuwe verkeersveilige infrastructuur wordt voorzien in de vorm van vrijliggende fietspaden en fietssuggestiestroken. In de Vlamingstraat en Trakelweg kunnen voetgangers vrij gebruikmaken van het bredere fietspad, waar gemengd verkeer mogelijk gemaakt wordt.
Zodoende wordt de functie van het recreatief fietsroutenetwerk hierdoor verstevigd, met tevens een alternatieve bijkomende verbinding in de vorm van de Vlamingstraat dewelke zal gaan beschikken over de vereiste veilige fietsinfrastructuur.
De Zuidstraat, Kouterstraat en Tramstraat behouden hun functie als bestemmingsweg voor de aanwezige bedrijven, doch worden hier fietssuggestiestroken aangelegd om ook de fietsers een plek te bieden in het straatbeeld zodanig zij hiervan veilig gebruik kunnen maken.
Door de bestaande functies te behouden, te bevestigen en zelfs uit te breiden, worden de noden van toekomstige generaties enkel maar gewaarborgd, gelet op de bijkomende ruimte en mogelijkheden voor het gemeentelijk wegennet die ontstaan.
De voorgestelde wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet zijn aldus in overeenstemming met de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het decreet gemeentewegen.
Openbaar onderzoek
Tijdens het openbaar onderzoek werden 18 digitale bezwaarschriften (waarvan 17 identiek) ingediend.
Er wordt hier enkel stilgestaan bij de bezwaren die betrekking hebben op de zaak der wegen of de rooilijn. De andere bezwaren worden verder behandeld binnen de eigenlijke vergunningsprocedure (artikel 47 van het omgevingsvergunningsbesluit).
Bezwaarschrift 1
Bezwaarschrift 2 t.e.m. 18 (tevens opgenomen als bijlage bij bezwaarschrift 1)
Adviezen
De gemeenteraad neemt kennis van volgende adviezen:
De verkeersveiligheid en ontsluiting van het nieuwe project op de bestaande wegenis wordt afdoende afgestemd. Er zijn geen gevolgen vanuit gemeentegrensoverschrijdend perspectief. De aanleg vult het bestaande wegennet aan, past zich ruimtelijk in de omgeving in en brengt op die manier de behoeften van de actuele en de toekomstige generaties niet in het gedrang.
Het voorstel is om de nieuwe rooilijn en de voorgestelde inrichting van het openbaar domein goed te keuren.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de bezwaren en opmerkingen ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en besluit deze voor wat de zaak van de wegen betreft ontvankelijk en ongegrond te verklaren.
Artikel 2
Keurt de voorliggende beslissing houdende het goedkeuren van het wegenistracé, de aanleg ervan en het wijzigen van de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitvoeren van wegenis-, riolerings- en omgevingswerken dossiernummer OMV_2024053277, zoals aangeduid op de rooilijnplannen, goed.
Artikel 3
Keurt de rooilijnplannen met als namen ‘Rooilijnenplan 1 Ind Zuid totaal 13052025’, ‘Rooilijnenplan 2 Ind Zuid totaal 13052025’ en ‘Rooilijnenplan 3 Ind Zuid totaal 13052025’, opgesteld door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv en opgenomen in bijlage, goed. Deze plannen worden aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig wanneer:
Het schoolreglement van de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2024-2025 wordt goedgekeurd.
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen een schoolreglement opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt. Het schoolreglement wordt jaarlijks geactualiseerd en aangepast volgens de meest actuele aanbevelingen van de onderwijskoepel.
Het schoolreglement werd besproken in de schoolraad van 2 juni 2025 en er werd positief advies gegeven.
De belangrijkste aanpassingen in het schoolreglement zijn:
N.a.v. de beraadslaging over dit agendapunt merkt de heer Mathieu Desmet, schepen voor Onderwijs, op dat het ontwerp van schoolreglement voor het schooljaar 2025-2026 zoals gevoegd bij het toegelicht voorstel van beslissing nog een verkeerde bepaling bevat in artikel 7, §4, 5. Immers zoals uit het toegelicht voorstel van beslissing blijkt, wordt de naschoolse studie vanaf volgend schooljaar georganiseerd vanaf de tweede graad, dit betreft dus voor leerlingen vanaf het 3de leerjaar. Verder dienen ook de uren van de studie ietwat aangepast. De bepaling ter zake die ter goedkeuring wordt voorgelegd dient dan ook als volgt gelezen:
'5. Studie: Voor de leerlingen vanaf het 3de leerjaar is er op maandag en donderdag studie. Deelname aan de studie valt onder betaling van buitenschoolse opvang, ook voor de leerlingen van het 5de en 6de leerjaar. De studie gaat door van 16u tot 16u30 en bedraagt 1 euro.'
Tenslotte wordt ook de inhoudstafel correct gezet, dit betreft een loutere materiële rechtzetting.
Het ontwerp voor schoolreglement, aangepast zoals toegelicht door schepen Desmet, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het schoolreglement voor schooljaar 2025-2026 wordt goedgekeurd.
Het college van burgemeester en schepenen zal de contactpersoon van het CLB aanvullen in artikel 47 van het schoolreglement.
Vraag ingediend door raadslid Eva Parmentier, namens de fractie CD&V 8560.
Vraag ingediend door raadslid Eva Parmentier, namens de fractie CD&V 8560.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Dennis Bels.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Dennis Bels.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Dennis Bels.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Dennis Bels.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Nico Dupont.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie VLAAMS BELANG en gesteld door raadslid Nico Dupont.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Meer dan GROEN en gesteld door raadslid Jelle Stragier.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Meer dan GROEN en gesteld door raadslid Jelle Stragier.
Het betreft de aanduiding van sanctionerende ambtenaren in het kader van gemeentelijke administratieve sancties.
Voor de handhaving van de algemene politieverordening dienen er sanctionerende ambtenaren aangewezen in het kader van de administratieve geldboetes.
De gemeenteraad besliste in zitting van 12 september 2024 om voor GAS 4 een beroep te doen op het GAS-team van de stad Menen door de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS 4) met de stad Menen en de gemeente Ledegem.
De gemeenteraad van Wevelgem stelde mevrouw Ingeborg De Maesschalck en de heer Luc Claeys, beiden in dienst van de stad Menen, aan als sanctionerend ambtenaar in zitting van de gemeenteraad van 12 september 2024.
De aanstelling van mevrouw Ina Maertens als sanctionerend ambtenaar werd voorgelegd aan de gemeenteraad van Menen van 2 juli 2025 (cfr. beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Menen van 11 juni 2025).
Mevrouw Ina Maertens voldoet aan de nodige kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden. Er is gunstig advies van de bevoegde procureur des Konings.
Vanuit het GAS-team van Menen wordt gevraagd om de aanstelling van mevrouw Ingeborg De Maesschalck en de heer Luc Claeys als sanctionerend ambtenaar te herbevestigen.
Artikel 1
Mevrouw Ina Maertens, in dienst van de stad Menen, wordt door de gemeente Wevelgem aangewezen als sanctionerend ambtenaar in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Deze aanstelling gebeurt tot herroeping.
Artikel 2
Bevestigt de beslissing van 12 september 2024 houdende de aanstelling van mevrouw Ingeborg De Maesschalck en de heer Luc Claeys, beiden in dienst van de stad Menen, als sanctionerend ambtenaar in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Deze aanstelling gebeurt tot herroeping.
Namens gemeenteraad,
Kurt Parmentier
algemeen directeur
Michaël Picquart
voorzitter gemeenteraad