Het aangepast meerjarenplan 2020-2025, deel gemeente, wordt vastgesteld.
Het betreft de vaststelling van de aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025.
Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd besproken op het managementteam van 15 november 2022.
Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd besproken op de gemeenteraadscommissies algemeen beleid en ondersteuning van 25 oktober 2022 en 15 november 2022.
Artikel 1
De financiële nota van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 kent volgende (geconsolideerde) resultaten:
2020 | 34 829 020 euro |
2021 | 37 014 524 euro |
2022 | 24 173 677 euro |
2023 | 13 586 411 euro |
2024 | 10 770 400 euro |
2025 | 11 243 699 euro |
2020 | 6 857 261 euro |
2021 | 4 944 233 euro |
2022 | 647 025 euro |
2023 | 778 856 euro |
2024 | 886 408 euro |
2025 | 698 298 euro |
2020 | 7 295 897 euro |
2021 | 5 549 250 euro |
2022 | 1 319 053 euro |
2023 | 1 553 758 euro |
2024 | 1 898 789 euro |
2025 | 1 877 544 euro |
Artikel 2
De gemeenteraad stelt het aangepaste meerjarenplan (deel gemeente) vast. De gemeenteraad wijzigt de kredieten van boekjaar 2022 en stelt tegelijkertijd de kredieten voor boekjaar 2023 vast voor het gedeelte van de gemeente.
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 wordt in zijn geheel definitief vastgesteld.
De gemeenteraad van heden stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 voor het deel van de gemeente vast.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 voor het deel van het OCMW vast.
Artikel 1
Het deel van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 8 december 2022, wordt goedgekeurd.
Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld.
Artikel 2
De financiële nota van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 kent volgende (geconsolideerde) resultaten:
2020 | 34 829 020 euro |
2021 | 37 014 524 euro |
2022 | 24 173 677 euro |
2023 | 13 586 411 euro |
2024 | 10 770 400 euro |
2025 | 11 243 699 euro |
2020 | 6 857 261 euro |
2021 | 4 944 233 euro |
2022 | 647 025 euro |
2023 | 778 856 euro |
2024 | 886 408 euro |
2025 | 698 298 euro |
2020 | 7 295 897 euro |
2021 | 5 549 250 euro |
2022 | 1 319 053 euro |
2023 | 1 553 758 euro |
2024 | 1 898 789 euro |
2025 | 1 877 544 euro |
Raming: 137 853 euro (excl. btw), hetzij 166 802,13 euro (incl. btw).
Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 29 september 2021 de ontwerpopdracht voor de opdracht 'sportcentrum Gullegem, bouwen nieuwe kleedkamers' toe te wijzen aan A4AS Architectenbureau voor Architectuurservice bv.
In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. '2021.039 HVAC + SAN' (HVAC en sanitair) opgesteld door de ontwerper technieken, Studieburo George bv, in opdracht van A4AS Architectenbureau voor Architectuurservice bv.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 137 853 euro (excl. btw), hetzij 166 802,13 euro (incl. btw).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht wordt aangerekend op rekening PB2-ACT18/0742-00/221007/I-PB2-AP6 van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek, de plannen en de raming voor de opdracht 'sportcentrum Gullegem, bouwen nieuwe kleedkamers: lot technieken - HVAC en sanitair', opgesteld door de ontwerper technieken, Studieburo George bv, in opdracht van A4AS Architectenbureau voor Architectuurservice bv, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 137 853 euro (excl. btw), hetzij 166 802,13 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Raming: 99 000 euro (excl. btw), hetzij 119 790 euro (incl. btw) voor 4 jaar.
Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het college van burgemeester en schepenen keurde in zitting van 18 mei 2022 de visienota in verband met het zitbankenplan goed. Er wordt een gefaseerde uitrol van de effectieve uitvoering van het plan voorzien vanaf het voorjaar van 2023. Voor de aankoop van zitbanken wordt een overheidsopdracht uitgeschreven.
Het zitbankenplan werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie Grondgebiedszaken van 7 november 2022.
In het kader van de opdracht 'raamcontract aankoop zitbanken voor een periode van 4 jaar' werd een bestek met nr. 2749/05922 opgesteld door de heer Geert Delaere, dienst Openbaar Groen en Netheid.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 99 000 euro (excl. btw), hetzij 119 790 euro (incl. btw).
Percelen 1, 2, 3 en 4 worden afgesloten voor een duur van 48 maanden.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht wordt aangerekend op rekening PB5-ACT2/0680-00/220007/I-PB5-AP1 van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2749/05922 en de raming voor de opdracht 'raamcontract aankoop zitbanken voor een periode van 4 jaar', opgesteld door de heer Geert Delaere, dienst Openbaar Groen en Netheid, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming bedraagt:
De totale raming bedraagt 99 000 euro (excl. btw), hetzij 119 790 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Er wordt een beroep gedaan op de raamovereenkomst 'levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende data gerelateerde diensten' van stad Kortrijk.
Het college van burgemeester en schepenen van stad Kortrijk gunde in zitting van 19 september 2022 de raamovereenkomst levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende data gerelateerde diensten.
Deze raamovereenkomst wordt door stad Kortrijk opengesteld voor andere besturen onder de vorm van een aankoopcentrale.
Er wordt voorgesteld om een beroep te doen op deze raamovereenkomst, waarbij stad Kortrijk optreedt als aanbestedende overheid, o.m. om het cameranetwerk op het grondgebied verder uit te bouwen.
De gemeente is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst en er is geen exclusiviteit voor de opdrachtnemer. 1% op de waarde van de geleverde volumes wordt als organisatievergoeding doorgestort aan stad Kortrijk door de opdrachtnemer.
Beslist om een beroep te doen op de raamovereenkomst 'levering, installatie en uitbreiding van het stedelijk camerabewakingssysteem en bijhorende data gerelateerde diensten' van stad Kortrijk, waarbij stad Kortrijk optreedt als aanbestedende overheid.
De samenwerkingsovereenkomst flankerende maatregelen ter beperking van de overlast t.g.v. de aanleg van de wisselaar R8/A19 met het Vlaams gewest wordt goedgekeurd.
Het agentschap Wegen en Verkeer (AWV) bouwt momenteel het complex van de R8/A19 om tot een ongelijkgrondse verkeerswisselaar. Doordat de aansluiting van de R8/A19 een belangrijke schakel is in de mobiliteit van de regio en, in het bijzonder, de ontsluiting van de industriezone Gullegem-Moorsele, ontstaat er gedurende de werken grote hinder op het onderliggende wegennet te Wevelgem, in het bijzonder een groot risico op sluipverkeer door zwaar transport door Gullegem.
Het is gebruikelijk dat AWV maatregelen implementeert om de hinder te beperken. Aangezien de meeste maatregelen evenwel te nemen zijn op wegenis in beheer van gemeente Wevelgem en gemeente Wevelgem beter geacht geplaatst te zijn om op haar eigen wegen de nodige flankerende maatregelen te nemen ter beperking van de hinder, stemt AWV ermee in een financiële bijdrage toe te kennen aan gemeente Wevelgem m.b.t. de voorziene flankerende maatregelen. Hiertoe werd een samenwerkingsovereenkomst voorbereid, waarbij AWV tot 80 000 euro financieel wil bijdragen.
De ontvangst wordt geboekt op rekening PB5-ACT7/0200-00/150000/I-PB5-AP2 van het investeringskrediet.
De samenwerkingsovereenkomst flankerende maatregelen ter beperking van de overlast t.g.v. de aanleg van de wisselaar R8/A19 met het Vlaams gewest, in bijlage, wordt goedgekeurd.
De dotatie aan de politiezone Grensleie voor 2023, ten laste van de gemeente Wevelgem, wordt vastgesteld op 4 297 834,76 euro (4 297 835 euro afgerond).
De gemeente Wevelgem maakt deel uit van de politiezone Grensleie (Menen - Ledegem - Wevelgem).
De dotatie van de gemeente Wevelgem aan de politiezone Grensleie, voor het dienstjaar 2023, opgenomen in het ontwerp van politiebegroting 2023 dat geagendeerd wordt voor de politieraad van 15 december 2022, wordt begroot op 4 297 834,76 euro (4 297 835 euro afgerond). In de documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023) is een dotatie aan de politiezone van 4 297 834,76 euro (4 297 835 euro afgerond) opgenomen.
Met dit akkoord wordt uitvoering gegeven aan volgend actieplan uit het meerjarenplan 2020-2025: 'Het lokale veiligheidsbeleid wordt gerealiseerd, waarvoor sterk samengewerkt wordt met de partners in de politie- en de hulpverleningszone'.
De gemeentelijke dotatie voor de politiezone Grensleie wordt voor het dienstjaar 2023 vastgesteld op 4 297 834,76 euro (4 297 835 euro afgerond).
De dotatie aan de hulpverleningszone Fluvia voor 2023, ten laste van de gemeente Wevelgem, wordt vastgesteld op 1 241 240 euro.
De gemeente Wevelgem maakt deel uit van de hulpverleningszone Fluvia.
Artikel 68 van de wet betreffende de civiele veiligheid stelt dat voor de financiering van de hulpverleningszone de gemeentelijke dotatie wordt vastgelegd op basis van een akkoord tussen de betrokken gemeenteraden.
De zoneraad van de hulpverleningszone Fluvia heeft in zitting van 28 oktober 2022 de budgetwijzigingen 2022/1 en 2022/2, alsook de begroting 2023 besproken.
De financiële verdeelsleutel, die vastgelegd werd voor de eigenlijke opstart van de zone, meer bepaald een bijdrage van 8,06% in de uitgaven voor de gemeente Wevelgem, blijft ongewijzigd.
De dotatie van de gemeente Wevelgem aan de hulpverleningszone, voor het dienstjaar 2023, wordt begroot op 1 241 240 euro waarvan 882 570 euro als bijdrage in de exploitatieuitgaven, 116 870 euro als bijdrage in de investeringsuitgaven en 241 800 euro als investering voor kazernering.
Deze dotatie is ook opgenomen in de begroting 2023 van de hulpverleningszone, zoals goedgekeurd door de zoneraad van 28 oktober 2022.
Met dit akkoord wordt uitvoering gegeven aan volgend actieplan uit het meerjarenplan 2020-2025: 'het lokale veiligheidsbeleid wordt gerealiseerd, waarvoor sterk samengewerkt wordt met de partners in de politie- en de hulpverleningszone'.
De bijdrage in de exploitatieuitgaven voor 2023 en de geraamde bijdragen voor de periode 2023-2025 passen in het gemeentelijk meerjarenplan 2020-2025.
Artikel 1
Stemt in met de dotatie van de gemeente Wevelgem aan de hulpverleningszone Fluvia voor dienstjaar 2023, meer bepaald 1 241 240 euro, waarvan 882 570 euro als bijdrage in de exploitatieuitgaven, 116 870 euro als bijdrage in de investeringsuitgaven en 241 800 euro als investering voor kazernering.
Artikel 2
Verleent zijn akkoord aan de vastlegging van onderstaande gemeentelijke dotaties als bijdragen in de uitgaven van de hulpverleningszone Fluvia voor dienstjaar 2023, volgens de verdeelsleutel, waaraan zijn goedkeuring gegeven werd in zitting van 10 oktober 2014:
|
|
2023 |
|||
|
Verdeelsleutel |
Exploitatie |
Investering |
Kazernering |
Totaal |
|
|
10 950 000 |
1 450 000 |
3 000 000 |
15 400 000 |
ANZEGEM |
3,21% |
351 495 |
46 545 |
96 300 |
494 340 |
AVELGEM |
2,24% |
245 280 |
32 480 |
76 200 |
344 960 |
DEERLIJK |
3,06% |
335 070 |
44 370 |
91 800 |
471 240 |
HARELBEKE |
7,13% |
780 735 |
103 385 |
213 900 |
1 098 020 |
KORTRIJK |
37,26% |
4 079 970 |
540 270 |
1 117 800 |
5 738 040 |
KUURNE |
4,24% |
464 280 |
61 480 |
127 200 |
652 960 |
LENDELEDE |
1,38% |
151 110 |
20 010 |
41 400 |
212 520 |
MENEN |
9,95% |
1 089 525 |
144 275 |
298 500 |
1 532 300 |
WAREGEM |
10,83% |
1 185 885 |
157 035 |
324 900 |
1 667 820 |
WEVELGEM |
8,06% |
882 570 |
116 870 |
241 800 |
1 241 240 |
ZWEVEGEM |
6,84% |
748 980 |
99 180 |
205 200 |
1 053 360 |
SPIERE-HELKIJN |
0,64% |
70 080 |
9 280 |
19 200 |
98 560 |
LEDEGEM |
2,33% |
255 135 |
33 785 |
69 900 |
358 820 |
WIELSBEKE |
2,83% |
309 885 |
41 035 |
84 900 |
435 820 |
|
|
|
|
|
|
|
100,00% |
10 950 000 |
1 450 000 |
3 000 000 |
15 400 000 |
De lijst van nominatieve subsidies voor 2023 wordt goedgekeurd.
Volgens de BBC-regels behoort het overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies tot de documentatie bij het meerjarenplan. Deze lijst is raadpleegbaar via www.wevelgem.be/meerjarenplan2020-2025.
Overeenkomstig artikel 41, 2de lid, 23° van het decreet lokaal bestuur is het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies een (niet-delegeerbare) bevoegdheid van de gemeenteraad.
Keurt de lijst met nominatieve subsidies voor 2023 goed als volgt:
BI | AR | Omschrijving | Bedrag 2023 | ||
110 | Secretariaat | 100,00 | |||
649606 | Toelage Exello.net regio Kortrijk | 100,00 | |||
111 | Fiscale en financiële diensten | 75,00 | |||
649606 | Toelage Vlofin – Arr. Kortrijk - Ieper | 75,00 | |||
112 | Personeelsdienst en vorming | 500,00 | |||
649606 | Toelage vereniging voor gepensioneerde gemeentepersoneelsleden | 500,00 | |||
160 | Hulp aan het buitenland | 6 590,00 | |||
649606 | Toelage Wereldwinkel | 4 090,00 | |||
649606 | Toelage 11.11.11 | 2 500,00 | |||
350 | Klimaat en energie | 2 500,00 | |||
649606 | Toelage fietsbieb Gullegem | 2 500,00 | |||
420 | Dienst 100 | 1 000,00 | |||
649606 | Toelage Instituut Medische Dringende Hulpverlening | 1 000,00 | |||
500 | Handel en middenstand | 20 175,00 | |||
649606 | Toelage Tuinhier : jeugdprijskamp Bloemenmarkt | 175,00 | |||
530 | Land- en Bosbouw | 250,00 | |||
649606 | Toelage Agrarische Bedrijfshulp vzw | 250,00 | |||
709 | Overige culturele instellingen | 500,00 | |||
649606 | Nationaal verbond van Oudkrijgsgevangenen Moorsele-Gullegem-Wevelgem | 250,00 | |||
649606 | Vlaamse Oudstrijders Lode De Boninge Wevelgem | 250,00 | |||
710 | Feesten en plechtigheden | 53 500,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Gemeentelijke carnavalsorde Gullegem, Orde van de Vlaskapelle | 21 000,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Gemeentelijke carnavalsorde Gullegem, Orde van de Vlaskapelle: DIT | 10 500,00 | |||
649606 | Toelage De Stekselorde | 1 000,00 | |||
649606 | Toelage Moorsele Feest | 7 000,00 | |||
649606 | Toelage Moorsele Feest: DIT | 3 500,00 | |||
649606 | Toelage Moorsele Onderneemt | 4 000,00 | |||
649606 | Toelage Moorsele Onderneemt: DIT | 2 000,00 | |||
649606 | Toelage Wijkfeest Ter Walle | 3 000,00 | |||
649606 | Toelage Wijkfeest Ter Walle: DIT | 1 500,00 | |||
712 | Festivals | 40 000,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Kokopelli | 20 000,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Kokopelli: personeel | 10 000,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Kokopelli: DIT | 10 000,00 | |||
719 | Overige evenementen | 18 900,00 | |||
649606 | Toelage Tuinhier Gullegem (voor keuring) | 300,00 | |||
649606 | Toelage Tuinhier Wevelgem (voor keuring) | 300,00 | |||
649606 | Toelage Tuinhier Moorsele (voor keuring) | 300,00 | |||
649606 | Toelage Tuinhier Gullegem, Wevelgem, Moorsele (kadobon) | 3 500,00 | |||
649606 | Zomerprogrammatie Jeugdclub Ten Goudberge | 4 000,00 | |||
649606 | Toelage BOS – Wilde Westen vzw | 6 000,00 | |||
649606 | Toelage vzw Flanders Aviaton Society | 3 000,00 | |||
649606 | Toelage Vliegveld Moorsele vzw | 1 500,00 | |||
740 | Sport | 353 425,00 | |||
649606 | Gullegemse Duivenmaatschappij | 250,00 | |||
649606 | De Vlaamse zangers Moorsele | 250,00 | |||
649606 | De Kom zangers Wevelgem | 250,00 | |||
649606 | De Vlasvink Wevelgem | 250,00 | |||
649606 | Vogelclub De Leeuwerik Gullegem | 250,00 | |||
649606 | Toelage Het Vliegend Wiel vzw | 300 000,00 | |||
649606 | WTC De Bondtrappers (mountainbiketochten) | 250,00 | |||
649606 | KWB Moorsele (mountainbiketocht) | 125,00 | |||
649606 | Toelage K.S.C Gullegem Sport - beroepsrenners | 26 800,00 | |||
649606 | Toelage Cyclocross Gullegem | 20 100,00 | |||
649606 | Toelage TTC Jong Gullegem | 900,00 | |||
649606 | Alpro Leiemarathon | 4 000,00 | |||
750-00 | Jeugdsector- en verenigingsondersteuning | 4 500,00 | |||
649606 | Toelage jeugdfeesten | 3 000,00 | |||
649606 | Toelage jeugdfeesten: DIT | 1 500,00 | |||
751-01 | Speelpleinwerking | 46 500,00 | |||
649606 | Toelage Vzw Katjeduk | 46 500,00 | |||
820-01 | Deeltijds kunstonderwijs – muziekschool | 1 240,00 | |||
649606 | Toelage Akoestiek vzw | 1 240,00 | |||
909 | Andere sociale bijdragen | 350,00 | |||
649606 | Toelage Teledienst vzw | 350,00 | |||
980 | Sociale geneeskunde, gezondheidspromotie en ziektepreventie | 680,00 | |||
649606 | Toelage Werkgroep Kom op tegen kanker | 380,00 | |||
649606 | Toelage Re-member vzw | 350,00 | |||
649606 | Toelage Kind en preventie Wevelgem | 150,00 | |||
649606 | Toelage Reddy Teddy - consultaties | 150,00 |
Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten wordt hervastgesteld.
Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten werd recent aangepast, meer bepaald werd het hoofdstuk betreffende herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten m.b.t. Wereldoorlog I en II toegevoegd (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 8 september 2022).
Het aanvankelijke subsidiereglement dateert van 2013 en er wordt voorgesteld om het reglement te actualiseren, o.a. wordt voorgesteld om een aantal subsidiebedragen aan te passen. Verder wordt ook voorgesteld om volgende bijkomende hoofdstukken op te nemen:
Het voorstel van wijziging werd opgemaakt in overleg met de diensten van de cluster Vrije Tijd. Daarnaast werd ook advies gevraagd aan de verschillende adviesraden.
Toelagen in het kader van het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten worden aangerekend op rekening PB2-ACT9/0710-00/649645 van het exploitatiekrediet.
Artikel 1
Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022 wordt hervastgesteld als volgt:
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Doel van de subsidie
Het gemeentebestuur keert, binnen de perken van het bedrag vermeld onder het beleidsveld 710 feesten en plechtigheden onder rekening 649432 toelage gemeenschapsvormende activiteiten in het document ‘toegestane werkings- en investeringssubsidies’, dat deel uitmaakt van de toelichting bij het budget, toelagen uit aan Wevelgemse initiatiefnemers voor de organisatie van vernieuwende of bijzondere projecten, recurrente evenementen, erfgoedbelevingsprojecten, herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten, loopmanifestaties, tentoonstellingen beeldende kunst, kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving, jubilea, jaarfeesten en wijk- en buurtinitiatieven.
Dit reglement bepaalt de criteria en de modaliteiten van deze toelagen.
Dit reglement kadert inhoudelijk in het meerjarenplan van de gemeente.
Elk gesubsidieerd initiatief dient de beleidsdoelstellingen van de gemeente na te streven.
Artikel 2: Begunstigden
§1. Komen in aanmerking voor deze betoelaging:
§2. Een vereniging/club, opgericht in de schoot van een bestaande vereniging/club, wordt beschouwd als deel uitmakend van deze laatste en kan dus niet afzonderlijk worden gesubsidieerd.
Het college van burgemeester en schepenen kan weigeren om activiteiten te subsidiëren van een ter bepaalde gelegenheid opgerichte vereniging, wanneer het oordeelt dat de bewuste activiteit past in de jaarwerking van een bestaande Wevelgemse vereniging.
§3. Voor de toepassing van dit reglement komen niet in aanmerking de projecten:
HOOFDSTUK 2: TOELAGEN VOOR VERNIEUWENDE OF BIJZONDERE PROJECTEN
Artikel 3: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage vernieuwend of bijzonder project toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna project genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen, moet het project voldoen aan volgende basisvoorwaarden:
Artikel 4: Subsidiebedrag
§1. Het bedrag van de toelage wordt bepaald in functie van:
§2. Het subsidiebedrag bedraagt maximum de helft van het totaalbedrag van de organisatiekosten en met hierna volgende maxima:
Voor een eerste editie van een vernieuwend of bijzonder project dat inspeelt op de beleidsdoelstellingen van het gemeentebestuur:
Voor een tweede of derde editie van een vernieuwend of bijzonder project dat inspeelt op de beleidsdoelstellingen van het gemeentebestuur:
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een vernieuwend initiatief éénmalig in een hogere categorie onder te brengen.
§4. Organisatoren kunnen meerdere keren per kalenderjaar beroep doen op de projecttoelage maar beschikken maximaal over een enveloppe aan projecttoelagen van 3 000 euro per kalenderjaar.
De subsidie voor vernieuwende of bijzondere projecten kan maximaal drie opeenvolgende jaren bekomen worden voor een zelfde project.
HOOFDSTUK 3: TOELAGE VOOR RECURRENTE EVENEMENTEN
Artikel 5: Basisvoorwaarden
§1. Aan een project, evenement, manifestatie, hierna project genoemd, die jaarlijks of om de meerdere jaren plaatsvindt en die een organisatie is van een begunstigde uit artikel 2 van dit reglement kan een evenemententoelage toegekend worden, met uitzondering van verenigingen die een jaarlijkse subsidie ontvangen via de subsidiereglementen lokaal jeugdwerk, sportverenigingen, amateurkunsten, socio-cultureel verenigingswerk of lokaal mondiaal beleid.
§2. Om als ‘recurrent evenement’ te worden opgevat moet het project:
Artikel 6: Subsidiebedrag
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal de helft van de organisatiekosten met hierna volgende maxima:
Recurrente evenementen die boven deze criteria uitgroeien komen in aanmerking voor een betoelaging via convenant. De organisatoren worden hiervoor door de gemeente uitgenodigd voor een gesprek.
HOOFDSTUK 4: TOELAGEN VOOR ERFGOEDBELEVINGSPROJECTEN
Artikel 7: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage voor erfgoedbelevingsproject toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna erfgoedbelevingsproject genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen moet het project voldoen aan volgende basisvoorwaarden:
Artikel 8: Subsidiebedrag
§1. Erfgoedbelevingsprojecten kunnen een subsidie van maximaal de helft van de organisatiekosten voor de activiteit met een maximum van 500 euro ontvangen.
§2. Een zelfde vereniging kan meerdere toelagen voor erfgoedbelevingsactiviteit in een zelfde kalenderjaar ontvangen. Er moet wel aangetoond dat de activiteit afwijkt van de gebruikelijke werking of activiteitenkalender van de aanvrager.
HOOFDSTUK 5: TOELAGEN VOOR KWALITATIEVE KLEINSCHALIGE MUZIEK- OF KUNSTBELEVING
Artikel 9: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage voor kwalitatieve kleinschalige kunstbeleving toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna kwalitatieve kleinschalige muziek of kunstbeleving genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen voor de toelage moet het initiatief de kans bieden aan muzikanten of kunstenaars met Wevelgemse roots om zich te tonen aan een publiek tussen de 100 en 300 bezoekers.
§3. Extra voorwaarde voor muziekactiviteiten: dat men bereid is om zich zelf te promoten onder het label van Wevelgem als muziekgemeente.
§4. De organisator van het evenement die voor deze activiteit of voor zijn reguliere werking al een gemeentelijke toelage geniet, hetzij buiten dit reglement, hetzij binnen een ander hoofdstuk van dit reglement, kan voor dit initiatief geen extra toelage ontvangen.
§5. Kleinschalige fuiven opgevat binnen het klassiek concept van een fuif komen niet in aanmerking voor een toelage kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving.
Artikel 10: Subsidie
§1. De organisator kan een toelage krijgen van 1 euro per toeschouwer met een maximum van 300 euro.
HOOFDSTUK 6: TOELAGEN VOOR HERDENKINGSPLECHTIGHEDEN EN HERINNERINGSACTIVITEITEN WERELDOORLOGEN I EN II
Artikel 11: Herdenkingsplechtigheden Wereldoorlog I en II
§1. Een herdenkingsplechtigheid Wereldoorlog I en II: activiteit met hoofdzakelijk rituele handelingen bij een oorlogsmonument of bij graven van oorlogsslachtoffers in het algemeen en van gesneuvelden of oud-strijders in het bijzonder: het leggen van kransen, het spelen van (militaire) muziek, het salueren, het dragen van oud-strijdersvlaggen, ...
§2. Om in aanmerking te komen moet een herdenkingsplechtigheid voldoen aan volgende voorwaarden:
§3. Herdenkingsplechtigheden bekomen een forfaitaire subsidie van 125 euro.
Artikel 12: Herinneringsactiviteiten Wereldoorlog I en II
§1. Een herinneringsactiviteit Wereldoorlog I en II: activiteit die de herinnering aan één van beide Wereldoorlogen levendig houdt aan de hand van lokale verhalen en gebeurtenissen via lokaal historisch onderzoek en/of samenwerking met het onderwijs en/of socio-culturele activiteiten.
§2. Om in aanmerking te komen moet een herinneringsactiviteit voldoen aan volgende voorwaarden:
§3. Herinneringsactiviteiten kunnen een subsidie van maximaal de helft van de organisatiekosten voor de activiteit bekomen met een maximum van 500 euro.
HOOFDSTUK 7: TOELAGEN VOOR VIERING VAN EEN JUBILEUM VAN EEN VERENIGING
Artikel 13: Voorwaarden voor een toelage voor viering van een jubileum van een vereniging
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage en desgevallend een receptie toegekend voor de viering van een jubileum.
De feestelijkheden dienen effectief georganiseerd te worden. En het oprichtingsjaar moet aangetoond of bewezen zijn.
Artikel 14: Subsidiebedrag
Een toelage wordt toegekend voor de viering van een jubileum:
- bij 10-jarig bestaan € 125
- bij 20-jarig bestaan € 125
- bij 25-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 30-jarig bestaan € 125
- bij 40-jarig bestaan € 125
- bij 50-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 60-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 70-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 75-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 80-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 90-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 100-jarig bestaan € 250 + receptie.
Na 100-jarig bestaan telt men opnieuw steeds + 100 jaar.
Bij de toekenning van een receptie kan de organisator kiezen uit twee formules
1) formule met bediening door gemeentelijke hostessen en een aanbod van dranken en versnaperingen door de gemeente
2) formule van een forfaitaire bijkomende vergoeding van 4 euro per aanwezige persoon op de receptie met een maximum van 1 000 euro. De organisator staat dan zelf in voor de bediening en het aanbod dranken en versnaperingen op de receptie.
HOOFDSTUK 8: TOELAGEN VOOR JAARFEESTEN
Artikel 15: Voorwaarden voor een toelage voor jaarfeesten
De organisator van een jaarfeest kan een toelage krijgen. De organisator kan hetzij een particulier zijn die een initiatief neemt voor een jaarfeest, waarbij dit initiatief erkend wordt door minstens twee jaargenoten, hetzij een georganiseerde groep of tijdelijke samenwerking van jaargenoten.
Onder jaarfeest wordt verstaan: reünie van alle mannelijke en vrouwelijke jaargenoten die in een zelfde jaar geboren zijn en die naar aanleiding van een leeftijd vermeld in artikel 16 een bijeenkomst organiseren.
Artikel 16: Subsidiebedrag
Een toelage wordt toegekend voor de organisatie van volgende jaarfeesten:
- feest 30-jarigen € 100
- feest 40-jarigen € 100
- feest 45-jarigen € 100
- feest 50-jarigen € 100 + receptie
- zo verder per 5 jaar € 100
Bij de toekenning van een receptie kan de organisator kiezen uit twee formules
1) formule met bediening door gemeentelijke hostessen en een aanbod van dranken en versnaperingen door de gemeente
2) formule van een forfaitaire bijkomende vergoeding van 4 euro per aanwezige persoon op de receptie met een maximum van 600 euro. De organisator staat dan zelf in voor de bediening en het aanbod dranken en versnaperingen op de receptie.
HOOFDSTUK 9: TOELAGEN VOOR BUURTINITIATIEVEN EN WIJKFEESTEN
Artikel 17: Voorwaarden voor een toelage voor buurtinitiatieven en wijkfeesten met een uitgebreid programma
§1. Het gemeentebestuur wil de inwoners kansen bieden om initiatieven te nemen die de sociale contacten en het gemeenschapsgevoel in straten, buurten en wijken bevorderen door ze een financiële steun te verlenen.
§2. Elke buurtbewoner die een initiatief neemt voor een buurtinitiatief of wijkfeest, waarvan dit initiatief erkend wordt door minstens twee andere buurtbewoners, of elke georganiseerde groep of tijdelijke samenwerking van buurtbewoners kan een aanvraag voor een toelage voor buurtinitiatieven of wijkfeesten, al dan niet met uitgebreid programma, indienen.
Onder uitgebreid programma worden o.a. optredens, bals en fuiven, voorstellingen, kinderanimatie, gezinsnamiddagen, enz. verstaan. Het college van burgemeester en schepenen beslist aan de hand van de ingediende aanvraag en op basis van de criteria vermeld onder §3. en §4. onder welke van beide categorieën de activiteit valt.
Kermissen, privé-feesten, schoolfeesten en activiteiten met winstoogmerk komen hiervoor niet in aanmerking.
Verenigingen die reeds subsidies ontvangen van het gemeentebestuur komen hiervoor niet in aanmerking.
§3. Om in aanmerking te komen moet het buurtinitiatief of wijkfeest voldoen aan volgende voorwaarden:
§4. Om in aanmerking te komen als wijkfeest met uitgebreid programma, dient het wijkfeest te voldoen aan volgende criteria:
§5. Buurten, straten en wijken kunnen 2 maal per kalenderjaar een subsidie bekomen.
Artikel 18: Subsidiebedrag
Een buurtinitiatief of wijkfeest dat voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 17, §3 krijgt een toelage van 125 euro indien ten laatste 8 kalenderdagen na de activiteit aangevraagd.
Een wijkfeest met uitgebreid programma dat voldoet aan de criteria onder artikel 17, §4 kan een verhoogde subsidie tot maximaal 2 000 euro bekomen, dit in functie van de gemaakte kosten, waarbij gefocust wordt op de kosten voor podiumkunsten. Bij het evaluatiedossier bezorgt de organisator een overzicht van de kosten gemaakt voor podiumkunsten.
Artikel 19: Leefstraten
§1. Het gemeentebestuur ondersteunt de aanvragers tot het inrichten van een leefstraat onder de voorwaarden hierbij vastgelegd.
§2. Een leefstraat is een (deel van een) straat of plaats op het openbaar domein dat door en voor de bewoners van de buurt tijdelijk wordt heringericht waardoor de sociale cohesie, de ontmoeting en de dialoog in de buurt worden bevorderd.
§3. Een leefstraat die als dusdanig aanvaard wordt door het college van burgemeester en schepenen, krijgt een toelage van 100 euro.
§4. Deze forfaitaire toelage is combineerbaar met aanvragen voor een toelage als buurtinitiatief of wijkfeest en kan slechts één keer per kalenderjaar bekomen worden per leefstraat.
HOOFDSTUK 10: TOELAGEN VOOR TENTOONSTELLINGEN BEELDENDE KUNST
Artikel 20: Voorwaarden voor een toelage voor organisatie van een tentoonstelling beeldende kunst
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage toegekend voor een tentoonstelling beeldende kunst indien wordt voldaan aan volgende voorwaarden:
Artikel 21: Subsidiebedrag
§1. Voor een tentoonstelling waarbij de kunstenaars hun werk in een korte periode bijeenbrengen in één locatie, wordt een forfaitaire toelage van 200 euro toegekend.
§2. In onderstaande gevallen is een verhoogde toelage mogelijk tot maximum de helft van de organisatiekosten tot een maximum van 500 euro:
De vraag om een verhoogde toelage dient in de aanvraag gemotiveerd.
Maximum één aanvraag per organisator in hetzelfde kalenderjaar.
HOOFDSTUK 11: TOELAGEN VOOR LOOPMANIFESTATIES
Artikel 22: Voorwaarden voor een toelage voor organisatie van een loopmanifestatie
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van de toelagereglement, wordt een toelage toegekend voor de organisatie van een loopmanifestatie voor zover wordt voldaan aan volgende voorwaarden:
Artikel 23: Subsidiebedrag
Een toelage is mogelijk tot maximum de helft van de organisatiekosten met een maximum van 500 euro.
HOOFDSTUK 12: CREDITNOTASUBSIDIE VOOR ACTIVITEITEN VOOR HET GOEDE DOEL
Artikel 24
§1. Een organisator van een activiteit voor het goede doel, die voldoet aan de voorwaarden van §2. en §3., bekomt een creditnota tot maximaal 125 euro op de samengetelde gemeentelijke facturen ‘signalisatie- en/of feestmateriaal’, en/of ‘gebruik lokalen’ (zowel socio-culturele infrastructuur, als sportinfrastructuur). Dit indien de tussenkomst voorafgaand aan de activiteit werd aangevraagd. Indien de tussenkomst binnen de maand na de activiteit wordt aangevraagd, bedraagt de tussenkomst maximaal 75 euro.
De creditnota wordt toegepast op de aangerekende retributies en tarieven voor gebruik van signalisatie- en/of feestmateriaal en/of gebruik lokalen, met uitsluiting van boetes, aangerekende kosten bij schade, verlies of in gebreke blijven bij het gebruik van materiaal en/of lokalen, annuleringskosten, afhoudingen van waarborgen.
§2. Om in aanmerking te komen, moet het goede doel waarvoor de activiteit wordt georganiseerd, voldoen aan volgende voorwaarden:
1. het goede doel heeft een sociaal karakter en een maatschappelijk doel binnen de volgende categorieën: gezondheid (volksgezondheid algemeen, behandeling van ziekten en zieken, zorg voor mensen met een handicap, …), welzijn (maatschappelijke en sociale doelen, …) en slachtofferhulp;
2. het goede doel heeft een goed afgebakende organisatiestructuur. Indien het goede doel een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid is, bezit deze een financiële rekening op naam van het goede doel;
3. Komen als goede doel niet in aanmerking: de algemene werking, inhoudelijke projecten of investeringsprojecten van de verenigingen en organisaties die hetzij een nominatieve subsidie, hetzij op basis van een subsidiereglement een subsidie van de gemeente ontvangen.
§3. Om in aanmerking te komen, moeten de aanvraag en de activiteit voldoen aan volgende voorwaarden:
1. de aanvraag gebeurt door minstens twee personen die op een verschillend adres wonen in de gemeente Wevelgem;
2. bij de aanvraag wordt het goede doel nader omschreven;
3. de activiteit vindt plaats op het grondgebied Wevelgem;
4. de activiteit staat open voor de ganse Wevelgemse bevolking en is publieksgericht;
5. de activiteit komt niet in aanmerking voor een andere financiële ondersteuning van het gemeentebestuur, of de organisator verklaart geen andere gemeentelijke tegemoetkoming aan te vragen;
6. het hoofddoel van de activiteit zelf is het inzamelen van financiële of materiële steun voor een goed doel en wordt als dusdanig aangekondigd;
7. de opbrengst van de activiteit gaat, na aftrek van de organisatiekosten, integraal naar het vooropgestelde goede doel;
8. een activiteit die wordt georganiseerd ten voordele van de eigen werking, komt niet in aanmerking tenzij de reguliere werking van de organisator samenvalt met het goede doel zelf, en dat de opbrengst besteed wordt aan een duidelijk omschreven project die een sociaal karakter heeft en zich situeert in de categorie gezondheid, welzijn of slachtofferhulp;
9. de activiteit brengt mensen samen. Collectes en werving op straat of huis-aan-huis voor periodieke donatie komen niet in aanmerking.
§4. Uitbetaling
Voor de creditnota voor activiteiten voor het goede doel moet geen evaluatieformulier worden bezorgd. Er kan steeds gevraagd worden om bijkomende informatie te bezorgen over de activiteit en de juiste bestemming van de opbrengsten uit de activiteit.
HOOFDSTUK 13: AANVRAGEN, UITBETALINGSPROCEDURE EN CONTROLE
Artikel 25: Aanvragen
§1. Organisatoren die beroep willen doen op een toelage binnen dit reglement vullen een aanvraagformulier in en bezorgen dit formulier tenminste 4 weken voor het plaatsvinden van de manifestatie of voor de startdatum van het project aan het college van burgemeester en schepenen.
Een buurtinitiatief dat voldoet aan alle voorwaarden maar niet voldoet aan de aanvraagtermijn krijgt een toelage van 75 euro indien de aanvraag binnen de 4 weken na de activiteit werd aangevraagd.
§2. Het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van het aanvraagdossier en op basis van het advies van de daartoe aangewezen ambtenaren over de toekenning van de subsidie en het voorlopige subsidiebedrag.
§3. Het subsidiereglement, de aanvraagformulieren en meer informatie kunnen bekomen worden bij de beleidsmedewerker cluster Vrije Tijd, bij de jeugd-, sport- of cultuurdienst of op de gemeentelijke website www.wevelgem.be.
Artikel 26: Uitbetaling
§1. De uitbetaling gebeurt na het plaatsvinden van het project en nadat de aanvrager een ingevuld evaluatieformulier, vergezeld van de nodige bewijsstukken, voorlegde aan het college van burgemeester en schepenen. Het evaluatieformulier en de financiële afrekening dienen binnen de 2 maanden na de beëindiging van het project te worden ingediend. Voor de toelagen van een jaarfeest of jubileum of een creditnotasubsidie moet geen evaluatieformulier bezorgd worden.
Voor toelagen van 500 euro en meer dienen als bewijsstuk voorgelegd: afschriften van facturen en rekeningen van de aangegane onkosten. Enkel die kosten die bij de financiële afrekening bewezen worden, komen in aanmerking.
§2. Er is geen mogelijkheid tot het uitbetalen van een voorschot.
§3. De betalingen voor een toelage ‘vernieuwend of bijzonder project’, ‘recurrente evenementen’, ‘erfgoedbelevingsprojecten’, ’kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving’, ‘herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten’, ‘tentoonstellingen beelden kunst’, ‘loopmanifestaties’ en ‘jubilea’ aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid zullen steeds gebeuren op een financiële rekening op naam van de vereniging.
§4. De betalingen voor een toelage jaarfeest gebeurt op een financiële rekening op naam van de organisator. Indien het jaarfeest waarvoor een toelage wordt aangevraagd en toegekend, georganiseerd wordt door een particulier persoon, waarbij zijn initiatief erkend is door minstens twee andere jaargenoten, dan kan de toelage ook uitbetaald worden op een financiële rekening van deze particuliere persoon.
§5. De betalingen voor een toelage buurtinitiatief, leefstraat of wijkfeest met uitgebreid programma gebeuren, hetzij op een financiële rekening geopend op naam van de organiserende feitelijke vereniging, hetzij op een financiële rekening van de organiserende rechtspersoon. Indien het initiatief waarvoor een toelage wordt aangevraagd en toegekend, georganiseerd wordt door een particuliere buurtbewoner, waarbij zijn initiatief erkend is door minstens twee andere buurtbewoners, dan kan de toelage ook uitbetaald worden op een financiële rekening van deze buurtbewoner.
§6. De creditnotasubsidie voor activiteiten voor het goede doel wordt in mindering gebracht van de factuur zoals bedoeld in artikel 24.
Artikel 27: Controle
Het gemeentebestuur kan een administratieve en/of financiële controle uitvoeren.
De organisator nodigt het gemeentebestuur uit tot de activiteit waarvoor subsidie werd aangevraagd en toegekend, zodat controle en beoordeling door een afgevaardigde van het gemeentebestuur mogelijk is.
Het geven van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot de terugvordering van een deel van of de volledige toelage. Ingeval van bedrog kan het college van burgemeester en schepenen bepalen dat een aanvrager voor een termijn van maximum 5 jaar niet meer in aanmerking komt voor een toelage op basis van dit reglement.
Artikel 2
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en heft het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 (en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022) op. Het reglement is van toepassing op projecten die plaatsvinden vanaf 1 januari 2023. Aanvragen voor projecten die doorgaan na 1 januari 2023, maar aangevraagd werden voor 1 januari 2023 conform het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 (en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022) worden beoordeeld overeenkomstig de bepalingen van dit reglement als dit voordeliger is voor de aanvrager.
De aanvullende belasting op de personenbelasting voor aanslagjaar 2023 wordt vastgesteld op 6,8%.
Het huidige reglement op de 'aanvullende personenbelasting' eindigt op 31 december 2022 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze belasting is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.
Voor 2023 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het tarief blijft behouden op 6,8%.
De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730100 van het exploitatiekrediet.
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 6,8% van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
De opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2023 worden vastgesteld op 1 133,50 opcentiemen.
Het huidige reglement op de 'opcentiemen op de onroerende voorheffing' eindigt op 31 december 2022 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze opcentiemen is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.
Voor 2023 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het huidige tarief van 1 133,50 opcentiemen op de onroerende voorheffing blijft behouden.
De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730000 van het exploitatiekrediet.
Artikel 1
Er worden voor het aanslagjaar 2023 duizend honderddrieëndertig en vijftig honderdsten (1 133,50) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentelijke opcentiemen zullen door het toedoen van de Vlaamse Belastingdienst geschieden, zoals bepaald in
artikel 3.1.0.0.4 van het decreet houdende de Vlaamse codex fiscaliteit.
De contantbelasting op de afgifte van afvalzakken wordt hervastgesteld.
De gemeente is voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen (Mirom). De gemeente kan, overeenkomstig artikel 26 van het materialendecreet, haar intergemeentelijk samenwerkingsverband ertoe machtigen de kosten van het beheer van huishoudelijk afval te innen, ook als ze in de vorm van belastingen en retributies worden verhaald.
De afvalinzameling gebeurt voor een aantal fracties in gestandaardiseerde zakken, geldend als 'reglementaire zak', door Mirom geleverd. De gemeenteraad stelde in zitting van 8 november 2019 de contantbelasting op de afgifte van afvalzakken goed voor de periode 1 december 2019-31 december 2025. De raad van bestuur van Mirom heeft op 8 november 2022 een voorstel van aangepaste prijs voor deze zakken goedgekeurd voor de periode 12 december 2022-31 december 2025.
In dit voorstel is een prijsverhoging opgenomen van de grote restafvalzakken van 1,60 naar 1,80 euro en voor de kleine restafvalzakken van 0,80 naar 0,90 euro per zak en dit vanaf 12 december 2022. De prijs voor PMD-zakken blijft ongewijzigd op 0,15 euro per zak.
Rekening houdend met de effectieve kostprijs voor ophaling en verwerking van restafval en de hierbij door de inflatie sterk stijgende kosten voor inzameling, is de invoering van een prijsverhoging noodzakelijk.
De kleur van de restafvalzak blijft ongewijzigd. Er moet dan ook geen overgangsregeling worden ingevoerd waarbij stickers moeten gekleefd worden die het verschil in aankoopprijs (contantbelasting) tussen oude en nieuwe zakken compenseert.
Via de contantbelasting op afgifte van afvalzakken worden de kosten van het beheer van huishoudelijk afval op de eerste afvalproducent verhaald, immers de contantbelasting omvat de kosten verbonden aan de ophaling van restafval en PMD. De opbrengst van deze belasting is dan ook onmisbaar voor het behoud van het gemeentelijke financiële evenwicht.
Gezien de GFT-ophaling (groenten-, fruit-, keuken- en tuinafval) in het werkingsgebied van Mirom vanaf 1 januari 2023 van start gaat, wordt voorgesteld om ook papieren GFT-zakjes beschikbaar te stellen aan de burger, waarin GFT-afval gedeponeerd kan worden vooraleer het in de rolcontainer GFT gegooid wordt. Het gebruik van dergelijke GFT-zakjes gebeurt op vrijwillige basis.
Artikel 1
Voor een periode ingaand op 12 december 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt er een contantbelasting gevestigd op de aflevering van restafvalzakken voor de ingezamelde fracties van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen (die door huis-aan-huisinzameling worden opgehaald of op het recyclagepark worden aangeboden), afvalzakken voor PMD (die door huis-aan-huisinzameling worden opgehaald of op het recyclagepark worden aangeboden) en papieren GFT-zakjes (gebruik op vrijwillige basis).
De vorm van de restafvalzakken en de PMD-zakken wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 2
Het bedrag van deze contantbelasting wordt vastgesteld op:
Artikel 3
De contantbelasting is verschuldigd vanaf 12 december 2022 door elke natuurlijke of rechtspersoon, die om de aflevering verzoekt van afvalzakken die verplicht gebruikt moeten worden en waarvan de vorm vastgesteld wordt door het college van burgemeester en schepenen, en van papieren GFT-zakjes waarvan het gebruik op vrijwillige basis is. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken of de GFT-zakjes zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente en door MIROM Menen vastgestelde plaatsen.
Artikel 4
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan minnelijke betaling wordt de belasting ingekohierd.
Artikel 5
Sinds 1 januari 2022 is het gebruik van vroegere (witte) restafvalzakken (zoals bedoeld in artikel 2 van het reglement houdende de contantbelasting op de afgifte van afvalzakken van 8 november 2019) niet meer mogelijk.
Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024 kunnen stickers (zoals bedoeld in artikel 2 van het reglement houdende de contantbelasting op de afgifte van afvalzakken van 8 november 2019) worden terugbetaald en/of vroegere (witte) restafvalzakken worden omgeruild aan het onthaal van MIROM Menen, mits het betalen van de opleg én mits het over omruilen van volle rollen gaat. Vanaf 1 januari 2025 kunnen er geen stickers meer terugbetaald worden noch vroegere (witte) restafvalzakken omgewisseld worden.
Artikel 6
MIROM Menen wordt gemachtigd de belasting houdende afgifte afvalzakken te innen.
Artikel 7
Onderhavig reglement treedt in werking op 12 december 2022 en heft het reglement houdende de contantbelasting op de afgifte van afvalzakken van 8 november 2019 integraal op behoudens wat betreft de definiëring in artikel 2 (van dit laatste reglement) van een sticker en een vroegere (witte) restafvalzak en dit voor de toepassing van artikel 5 van onderhavig reglement.
Een aantal retributietarieven uit het retributiereglement recyclagepark wordt gewijzigd.
De gemeenteraad keurde het retributiereglement recyclagepark goed op 8 november 2013, met wijzigingen op 12 december 2014, 12 februari 2016, 9 december 2016, 8 december 2017, 14 december 2018, 13 december 2019, 13 november 2020 en 10 december 2021.
De raad van bestuur van MIROM Menen (Mirom) heeft op 6 oktober 2022 de lijst met retributies voor 2023 vastgelegd. Een aantal retributietarieven werden aangepast. Er wordt gevraagd aan de respectievelijke gemeenten die lid zijn van Mirom om deze aangepaste retributies goed te keuren.
Artikel 1
Artikel 3 van het retributiereglement recyclagepark (zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 8 november 2013 en na wijziging door de gemeenteraad van 12 december 2014, 12 februari 2016, 9 december 2016, 8 december 2017, 14 december 2018, 13 december 2019, 13 november 2020 en 10 december 2021) wordt hervastgesteld als volgt:
§1. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen afvalstoffen die steeds gratis zijn, betalende afvalstoffen met vrijstelling en betalende afvalstoffen zonder vrijstelling.
§2. Volgende afvalstoffen zijn steeds gratis (groene groep):
Elektro (AEEA, afgedankte elektrische en elektronische apparaten) |
Elektriciteitskabels |
Frituurolie |
Glazen flessen en bokalen (glasbol) |
Herbruikbare goederen |
KGA (batterijen, motorolie, TL-lamp, …) |
Kurk |
Matras |
Metaal |
Papier en karton |
PMD (verplicht in PMD-zak) |
Textiel |
Restafval (verplicht in restafvalzak) niet toegelaten voor KMO's |
§3. Volgende afvalstoffen zijn betalend maar met vrijstelling zoals bedoeld in artikel 4 (oranje groep):
|
Retributie |
Aarde |
40 euro/1 000 kg |
Asbestcement |
200 euro/1 000 kg |
Personenwagenbanden |
55 euro/1 000 kg |
Gips |
145 euro/1 000 kg |
Harde plastic |
270 euro/1 000 kg |
Hout |
75 euro/1 000 kg |
Niet recycleerbaar afval |
120 euro/1 000 kg |
Piepschuim |
135 euro/1 000 kg |
Piepschuim (1 500 l zak) |
1,35 euro per zak |
Steenpuin |
25 euro/1 000 kg |
Tuinafval |
50 euro/1 000 kg |
Vlak glas |
55 euro/1 000 kg |
§4. Volgende afvalstoffen zijn betalend zonder vrijstelling (rode groep):
|
Retributie |
Brandbaar grofvuil (particulieren) |
200 euro/1 000 kg |
Artikel 2
Handhaaft voor het overige zijn reglement.
Artikel 3
Deze wijziging is van toepassing vanaf 1 januari 2023.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het retributiereglement recyclagepark.
Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt hervastgesteld.
Op 31 december 2022 verstrijkt de geldigheidsduur van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Er wordt voorgesteld een geactualiseerde versie vast te stellen voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025.
De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.
De gemeenteraad keurde op 10 februari 2017 de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen goed. Deze heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten er ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en daarnaast zijn er ook een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De gemeente kan aan de distributienetbeheerders een retributie aanrekenen voor de hinder op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen elektriciteit en gas.
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 - Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Het retributiereglement vastgoedinformatie naar aanleiding van de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform wordt vastgesteld.
Notarissen en vastgoedmakelaars kunnen informatie over onroerende goederen bij de gemeente aanvragen. De gemeente vindt het belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Gemeenten zijn dan ook op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen. De gemeenten werken samen met het agentschap Digitaal Vlaanderen om een Vastgoedinformatieplatform te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte wijze kan worden ter beschikking gesteld. Er is een gefaseerde uitrol van het Vastgoedinformatieplatform voorzien. Gemeente Wevelgem is opgenomen in de 3de golf waarvoor aansluiting voorzien is in het voorjaar van 2023. Vanaf 1 januari 2024 zullen aanvragen voor elk perceel in Vlaanderen via het platform verlopen en vanaf dan zullen ook burgers en andere aanvragers terecht kunnen op het platform.
Het Vastgoedinformatieplatform is een elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars. De gemeente kan via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen en de vastgoeddossiers ontsluiten.
Het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoeddossiers op verzoek van aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, brengt voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich mee. De gemeente Wevelgem wenst deze kost voor het verzamelen van vastgoedinformatie en het ontsluiten van vastgoeddossiers op de aanvrager te verhalen. De gemeente waakt immers over haar financiële toestand en de noodzaak om het financiële evenwicht te verzekeren.
Het retributiereglement vastgoedinformatie naar aanleiding van de aansluiting bij het Vastgoedinformatieplatform wordt goedgekeurd als volgt:
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed;
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert;
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert;
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie tussen aanleverende entiteiten en aanvragers;
5° vastgoeddossier: de combinatie van verschillende datasets, samengesteld uit vastgoedinformatie met betrekking tot een perceel, of een onderdeel, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteit, door Digitaal Vlaanderen wordt samengevoegd en door de lokale overheid ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager;
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het bestuursdecreet van 7 december 2018;
7° Vlaamse instantie: elk van de volgende overheidsinstanties:
a) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 1°, van het bestuursdecreet van 7 december 2018;
b) de instellingen met een publieke taak, vermeld in artikel I.3, 6°, van het bestuursdecreet van 7 december 2018, voor zover ze afhangen van de Vlaamse overheid of van een of meer andere instellingen met een publieke taak die afhangen van de Vlaamse overheid;
c) de instanties van de Vlaamse overheid, vermeld in artikel I.3, 7°, van het bestuursdecreet van 7 december 2018;
8° aanvrager: de notaris of vastgoedmakelaar die in het kader van zijn beroepsactiviteiten of taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm bepaalde vastgoedinformatie nodig heeft en daartoe een aanvraag via het VIP doet;
9° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG;
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming;
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming;
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming;
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
Artikel 2 - Algemeen
De gemeente Wevelgem verzamelt de opgevraagde vastgoedinformatie uit lokale gegevensbronnen. De gemeente Wevelgem doet een beroep op het VIP om vastgoedinformatie uit centrale gegevensbronnen op te halen en samen te voegen met het vastgoeddossier. De gemeente Wevelgem stelt het vastgoeddossier via het Vastgoedinformatieplatform aan de aanvrager ter beschikking.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, verwerkt de gemeente die gegevens met als doeleinde om aanvragers samengevoegde vastgoedinformatie uit centrale en lokale gegevensbronnen ter beschikking te stellen in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van taken van algemeen belang die bij of krachtens een supranationale of wetskrachtige norm zijn bepaald.
Met ingang van 1 januari 2023 wordt ten voordele van gemeente Wevelgem een retributie geheven op aanvragen, gedaan via het Vastgoedinformatieplatform, tot het verkrijgen van het vastgoeddossier.
Artikel 3 - Verschuldigde
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4 - Bedrag
Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:
Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag |
Vastgoeddossier |
60 euro |
Een aanvrager dient slechts éénmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:
De aflevertermijn voor het vastgoeddossier bedraagt maximum 30 dagen.
Artikel 5 - Invorderingswijze
De onbetwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling ingevorderd conform artikel 177, 2de lid, van het decreet lokaal bestuur.
De betwiste en opeisbare retributie wordt bij niet-betaling burgerrechtelijk ingevorderd.
Artikel 6 - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van het vastgoeddossier, treedt de gemeente Wevelgem voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als verwerkingsverantwoordelijke.
§2. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 persoonsgegevens met betrekking tot de volgende categorieën van betrokkenen:
§3. De gemeente verwerkt voor de doeleinden omschreven in artikel 2 volgende categorieën van persoonsgegevens:
§4. De gemeente Wevelgem bewaart de persoonsgegevens die het verwerkt, niet langer dan noodzakelijk is om de doeleinden, vermeld in artikel 2, te bereiken en conform artikel III.87, §1 van het bestuursdecreet van 7 december 2018, of tot de betrokkene vraagt om de persoonsgegevens die gemeente Wevelgem verwerkt, te verwijderen, conform de voorwaarden, vermeld in de algemene verordening gegevensbescherming. De archiveringstermijn van de persoonsgegevens bij de gemeente Wevelgem bedraagt 3 jaar overeenkomstig de bepalingen van de Selectielijst voor Vlaamse gemeentearchieven.
§5. De gemeente Wevelgem doet een beroep op agentschap Digitaal Vlaanderen voor de doeleinden omschreven in artikel 2. Agentschap Digitaal Vlaanderen treedt in dit kader op als verwerker van de gemeente Wevelgem, die de verwerkingsverantwoordelijke is. De modaliteiten van de verwerking zijn geregeld in de verwerkingsovereenkomst die te vinden is in bijlage.
Artikel 7 – Ondertekening
De vastgoeddossiers die de gemeente Wevelgem via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, worden niet ondertekend aangezien het vastgoeddossier een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 8 - Vervanging voorgaande reglementering
Dit reglement vervangt vanaf 1 januari 2023 alle retributiereglementen die betrekking hebben op vastgoeddossiers, die vanaf de bekendmaking van dit reglement worden aangevraagd via het Vastgoedinformatieplatform door de aanvragers (cfr. artikel 1, 8°).
Het algemeen retributiereglement wordt gewijzigd.
Het algemeen retributiereglement wordt aangepast naar aanleiding van een aantal tarieven die worden geïndexeerd.
De tarieven worden geactualiseerd gelet op de stijgende inflatie, de stijgende uitgaven voor personeel en gelet op een vergelijkingstoets die gebeurde bij andere lokale besturen voor dezelfde prestaties.
Volgende aanpassingen worden doorgevoerd:
Het voorstel tot aanpassing van de tarieven werd besproken op de gemeenteraadscommissie Algemeen Beleid en Ondersteuning van 25 oktober 2022, dit in voorbereiding van de opmaak van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2023).
De wijziging van hoofdstuk 6 (diensten geleverd door de Bibliotheek) werd afgestemd op de culturele raad en er werd positief advies verleend op 29 november 2022.
Artikel 1
Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 13 maart 2020, 11 december 2020, 2 april 2021 en 8 oktober 2021, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
'Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen' wordt integraal vervangen als volgt:
Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen
Artikel 5.1.
Er wordt een retributie gevestigd op het behandelen van omgevingsdossiers, het opmaken van documenten en het opmaken en versturen van inlichtingen inzake stedenbouw, milieu, omgeving en wonen voor notarissen, vastgoedmakelaars en andere.
Artikel 5.2. Retributie voor het afleveren van stedenbouwkundige en planologische attesten
Voor het afleveren van stedenbouwkundige attesten in de zin van artikel 5.3.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening of planologische attesten in de zin van artikel 4.4.24 e.v. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening is een retributie verschuldigd van
respectievelijk 50 euro (stedenbouwkundig attest) en 250 euro (planologisch attest).
Artikel 5.3. Retributie voor dossier- en administratiekosten bij een omgevingsvergunning Voor dossier- en administratiekosten wordt een vast recht gevraagd van:
Voor dossiers met een openbaar onderzoek worden eveneens de effectieve portkosten en de kosten voor publicatie in de pers teruggevorderd.
Het verschuldigd zijn van de retributie is niet gekoppeld aan het al dan niet verkrijgen van de vergunning.
Artikel 5.4. Retributie voor dossierkosten voor het afleveren van een conformiteitsattest na een woningonderzoek
De vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest, bedraagt:
Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex conform de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex november 2022.
Artikel 5.5. Overdracht onroerend goed
Er wordt een retributie van 60 euro aangerekend per aanvraag naar alle vereiste vastgoedinformatie betreffende één volledig dossier door notarissen, vastgoedmakelaars en andere naar aanleiding van de overdracht van een onroerend goed.
Als volledig dossier wordt begrepen alle noodzakelijke informatie betreffende één kadastraal perceel of verschillende kadastrale percelen (met een maximum van vijf), aan elkaar grenzend en in handen van dezelfde eigenaar.
Voor de vastgoeddossiers die via het Vastgoedinformatieplatform aan notarissen en vastgoedmakelaars worden ter beschikking gesteld, geldt onderhavig artikel niet, maar is de beslissing van de gemeenteraad van 8 december 2022 (retributiereglement vastgoedinformatie n.a.v. aansluiting Vastgoedinformatieplatform) van toepassing.
Artikel 5.6. Inlichtingen omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige gegevens
Voor het opzoekingswerk en het afleveren van inlichtingen inzake omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige vergunningen en gegevens op vraag van notarissen, vastgoedmakelaars, studiebureaus, bodemsaneringsdeskundigen en andere wordt volgende retributie aangerekend:
Onder afschrift wordt hier begrepen elke opzoeking die resulteert in een afzonderlijk document dat wordt bezorgd, digitaal of in kopie.
Deze bedragen worden verhoogd met de retributie voor afleveren van fotokopies, zoals bepaald in hoofdstuk 2 van dit reglement.
Artikel 5.7. Aanpassingen aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen
Voor een aanpassing aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen wordt een retributie van 50 euro aangerekend per perceel waarvoor een aanpassing moet gebeuren.
Artikel 5.8.
Deze retributie is verschuldigd door de persoon die de vergunning, de inlichtingen of de aanpassing aanvraagt.
De retributie is niet verschuldigd voor overheidsinstellingen of instellingen die opgericht zijn door overheden.
Artikel 2
Artikel 6.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Inschrijvingsgeld
Het inschrijvingsgeld bedraagt:
tot 18 jaar |
gratis |
voltijdse studenten |
gratis |
vanaf 18 jaar (lidgeld is 1 jaar geldig) |
5,00 euro |
houders van een UiTPAS met kortingstarief |
1,00 euro |
eerste lenerspas |
gratis |
verlies lenerspas |
2,50 euro |
vervanging door eID-kaart |
gratis |
De lenerspas wordt automatisch geblokkeerd als de geldigheid ervan 31 dagen verstreken is, de openstaande retributie meer dan 20 euro bedraagt of langer dan 8 weken open staat.
Het inschrijvingsgeld is geldig in alle bibliotheken uit de regio zuidwest.
§2. Uitleenmodaliteiten
Uitleenvoorwaarden |
Leengeld |
Uitleentermijn |
Maningsgeld per dag |
Alle materialen |
gratis |
28 dagen |
0,15 euro |
De uitleentermijn van de materialen kan 1 keer verlengd worden. Voor speciale passen (klassen, instellingen, bib-aan-huis, …) gelden andere uitleenvoorwaarden.
§3. Dienstverlening
Reservering van eigen bibliotheekmateriaal |
1,00 euro
|
Reservering van bibliotheekmateriaal uit andere bibliotheken (IBL) |
5,00 euro, eventueel vermeerderd met de kosten aangerekend door de wetenschappelijke bibliotheek |
Gebruik internetpc’s |
gratis |
Gebruik hotspot |
gratis |
Gebruik kopieermachine / prints
|
Tarieven 0,10 euro |
Aankoop bibliotheektas |
1,00 euro |
Aankoop UiTPAS |
3,00 euro |
Vervanging UiTPAS |
1,00 euro |
§4. Verlies of beschadiging
Bij verlies of totale beschadiging moet de gebruiker de kostprijs betalen die noodzakelijk is voor de vervanging van het verloren of vernietigd materiaal. Voor materialen, die niet meer verkrijgbaar zijn, wordt bovendien een door het diensthoofd Cultuur-Bibliotheek of zijn vervanger te bepalen toeslag aangerekend die moet volstaan om in de vervanging van gelijkwaardig materiaal te voorzien.
Bij gedeeltelijke beschadiging en wanneer de kostprijs van een verloren materiaal niet meer kan achterhaald worden, bepaalt het diensthoofd Cultuur-Bibliotheek of zijn vervanger het bedrag van de schadevergoeding.
§5. Overige
De retributie is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de betrokken dienst of, ingeval van verlies of beschadiging, de persoon op wiens naam het betrokken materiaal werd uitgeleend.
Artikel 3
Artikel 7.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
Het bedrag van de gemeentelijke retributie wordt vastgesteld als volgt:
> nieuwe reispas/reisdocument: 10,01 euro
> spoedprocedure 11,12 euro
De bedragen, vermeld in dit artikel, worden verhoogd met de rechten en kosten van aanmaak, aangerekend door en ten gunste van de hogere overheid, op basis van de wetten, normen of onderrichtingen bepaald door deze overheid.
De totale verschuldigde retributie wordt steeds afgerond op de hogere gehele euro.
Artikel 4
§1. Artikel 12.1. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
Grondslag van de belasting
Er wordt een retributie, hierna standgeld genoemd, geheven op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van de openbare markt die door de gemeente op haar grondgebied wordt georganiseerd alsook voor de inname van het openbaar domein voor een ambulante handel, en op het elektriciteitsgebruik.
§2. Artikel 12.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
Bedrag van het standgeld
§1. Standplaats naar aanleiding van een openbare markt
Het standgeld bedraagt 1 euro per lopende meter tentoongestelde waren en per dag. Voor de berekening van het verschuldigd recht wordt de ruimte in aanmerking genomen die effectief wordt ingenomen voor de uitstalling van te koop aangeboden waren of goederen. Elk gedeelte van een meter wordt als een volle meter beschouwd.
Voor de inname van een standplaats op de openbare markt door standhouders zonder abonnement, bedraagt het standgeld minimum 5 euro per daggedeelte van 6 uur.
§2. Standplaats op het openbaar domein
Het standgeld voor de inname van het openbaar domein bedraagt 1 euro per lopende meter en per daggedeelte van 6 uur, waarbij elke begonnen periode van 6 uur als een volle periode wordt beschouwd.
Voor de berekening van het verschuldigd recht wordt de ruimte in aanmerking genomen die effectief wordt ingenomen voor de uitstalling van te koop aangeboden waren of goederen.
Elk gedeelte van een meter wordt als een volle meter beschouwd.
§3. Gebruik elektriciteit
De tarieven die worden aangerekend voor het elektriciteitsverbruik worden bepaald bij wijze van beslissing door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5
Artikel 13.1. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Plaatsrecht
Er wordt voor het gebruik van het openbaar domein door een foorinrichting naar aanleiding van een kermis of foor een plaatsrecht geheven. Dit plaatsrecht wordt berekend in verhouding tot de oppervlakte van de foorinrichting. Als basis voor de berekening van het verschuldigd standgeld wordt de oppervlakte van de attractie zelf in aanmerking genomen, met inbegrip van alle elementen die erbij horen (stroomgroep, woonwagen en andere bijhorigheden) wanneer die onmiddellijk aan de attractie worden opgesteld.
§2. Gebruik elektriciteit
Bij het gebruik van het openbaar domein door een foorinrichting naar aanleiding van een kermis of foor wordt ook het elektriciteitsverbruik aangerekend. De tarieven die worden aangerekend voor het elektriciteitsverbruik worden bepaald bij wijze van beslissing door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6
Artikel 14.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
Deze retributie valt ten laste van de natuurlijke of de rechtspersoon die in de loop van het jaar een frituur uitbaat, die gelegen is op het openbaar domein van de gemeente. Deze retributie wordt vastgesteld als volgt:
Oppervlakte frituur Bedrag retributie
Tot 25 m² 1 000 euro
Tussen 25 en 50 m² 2 000 euro
Groter dan 50 m² 3 000 euro
Onder oppervlakte wordt begrepen de oppervlakte die wordt ingenomen door de frituur zelf, vermeerderd met rondom 1 m voor de stalling van alle noodzakelijke toebehoren en met de oppervlakte van de eventuele terrassen die erbij horen.
Artikel 7
Artikel 20.2. van het algemeen retributiereglement wordt integraal vervangen als volgt:
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om tarieven voor onderstaande prestaties van de gemeentelijke diensten vast te stellen, dit zowel naar aard als naar het bedrag en aan zijn reglement alle wijzigingen aan te brengen die het noodzakelijk acht.
De lijst van tarieven die door het college van burgemeester en schepenen bepaald kunnen worden:
- De toegangsprijzen voor optredens in het cultuurcentrum (eigen programmatie)
- De tarieven voor verkoop van dranken e.a.
- Het tarief voor vormingsactiviteiten, lezingen en uitstappen
- De prijs van een schoolmaaltijd (exclusief het remgeld)
- De prijs voor allerlei uitstappen
- De prijs voor schoolactiviteiten
- Het tarief voor sportkampen en sportlessen
- Het tarief voor de vakantiewerking
- Het tarief voor het ontlenen van verkleedkledij
- Het tarief van plannen horende bij bestekken
- Tarief voor inschrijvingsgeld niet-gesubsidieerd onderwijs
- Tarief voor occasionele prestaties van gemeentepersoneel
- Tarief voor toeristische prestaties en activiteiten
- Tarief voor soortgelijke prestaties of administratieve kosten verbonden aan gemeentelijke dienstverlening waarvoor geen retributiereglement door de gemeenteraad is vastgesteld.
Het college van burgemeester en schepenen houdt bij de bepaling van het tarief rekening met de kostprijs van de verstrekte dienst. Een differentiatie van het tarief kan gemotiveerd worden binnen een doelgroepenbeleid, zeker indien dit kadert binnen de beleidsdoelstellingen door de gemeenteraad vastgelegd. De tariefbepaling kan ook rekening houden met promotionele acties die de burger meer met de dienstverlening vertrouwd kunnen maken. De vastlegging van tarieven binnen specifieke beleidsdomeinen wordt voor advies voorgelegd aan de beheersorganen of aan de betrokken adviesraden.
Artikel 2
§1. Deze beslissing treedt in werking vanaf 1 januari 2023.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het algemeen retributiereglement.
Het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt gewijzigd.
Het huidige gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur dateert van 2020, de tarieven werden niet meer aangepast sinds 2013. Voor reservaties vanaf 1 januari 2023 worden volgende tariefaanpassingen voorgesteld:
- indexering huurtarieven voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren
- verhoging uurtarief theatertechniekers voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren
- verhoging uurtarief gemeentepersoneel bij slechte opkuis
- verhoging huurprijs van leskeukens (bij gebruik zonder kookmateriaal) en weekprijs Dwarsschuur van ’t Goed te Wynckele (bij tentoonstellingen).
De principes gehanteerd bij deze tariefaanpassingen werden toegelicht op de gemeenteraadscommissie Algemeen Beleid en Ondersteuning van 25 oktober 2022.
De cultuurdienst bereidde een wijziging voor van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur. Deze wijziging werd afgestemd op de culturele raad en er werd positief advies verleend op 29 november 2022.
Artikel 1
Het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 3 juli 2020, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 17, §1 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§1. De organisator staat in voor de opruiming na de activiteit. Dit houdt in:
- volledig ontruimen van de gebruikte lokalen;
- tafels en stoelen, podiumelementen op ordentelijke wijze en volgens de richtlijnen opbergen, in voorkomend geval in de bergingen plaatsen;
- gehuurde tafels, stoelen, dranghekkens, … groeperen;
- alle vuilnis in reglementaire vuilniszakken stoppen, dichtbinden en in de daartoe voorziene ruimten plaatsen. Indien er onvoldoende vuilniszakken voorradig zijn, zal de gebruiker zelf de nodige schikkingen treffen;
- wegwerpglas wordt door de organisator naar een glasbol afgevoerd, papier en karton op eigen initiatief door de organisator meegenomen;
- alle gebruikte lokalen vegen;
- bij gebruik van de polyvalente zaal in OC De Stekke, OC de Cerf of de grote en kleine polyvalente zalen in de Porseleinhallen moeten deze geveegd worden, inclusief gebruikte kleedkamers, inkom- of trappenhal en alle andere gebruikte lokalen. De vloer is poetsklaar gemaakt voor een poetsmachine en dus vrij van papier, scherven en ander afval. De gebruikte sanitaire blokken moeten gedweild worden;
- de schouwburg van CC Guldenberg en de tribune van OC De Stekke is poetsklaar gemaakt voor een stofzuiger en dus vrij van papier, scherven en ander afval;
- de bar volledig ontruimen en uitdweilen;
- alle meubilair, tafels en stoelen, kookaccommodatie reinigen;
- glazen schoongemaakt en afgedroogd in de kasten opbergen (geen natte glazen opbergen);
- alle bakken met overschotten drank en leeggoed van drank ordentelijk en per soort aan en in de voorraadruimte terugplaatsen;
- rond en in het gebouw alle zwerfvuil opruimen (gebroken glazen, broodresten, papier, sigarettenpeuken, ...).
Dit opruimen gebeurt zodanig dat de grondige schoonmaak, die daarop volgt, zonder verlet kan plaatsvinden. De eigenlijke schoonmaak gebeurt door de gemeentelijke diensten.
Het opruimen door de organisator gebeurt binnen de aangevraagde uren.
Indien de organisator niet opruimt zoals in dit artikel is beschreven, wordt elk begonnen uur extra werk voor het gemeentepersoneel aan 35 euro per uur aangerekend. Desgevallend wordt dit bedrag afgehouden van de waarborg. Bij herhaalde inbreuken kan een bijkomende boete van 200 euro aangerekend worden.
Artikel 2
Artikel 28, §3 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§3. De waarborg wordt teruggegeven na controle, mits eventuele inhouding voor schade en onvoldoende schoonmaak van de gehuurde lokalen. Bij onvoldoende schoonmaak wordt elk begonnen uur extra werk door het gemeentepersoneel aan 35 euro per uur aangerekend en afgehouden van de waarborg. Bij herhaalde inbreuken kan een bijkomende boete van 200 euro aangerekend worden. De waarborg wordt, na betaling van alle rekeningen, op eenvoudige vraag teruggestort.
Artikel 3
De opsomming onder 'HOOFDSTUK 2: SOCIAAL-CULTURELE INFRASTRUCTUUR' wordt aangevuld met 'De Kleine Porsies, Cultuurpad 3, hierna Kleine Porsies' en luidt derhalve als volgt:
Dit hoofdstuk regelt het gebruik van volgende gemeentelijke infrastructuur:
- Cultuurcentrum Guldenberg, Acaciastraat 1, hierna CC Guldenberg;
- De Porseleinhallen, Cultuurpad 1, hierna Porseleinhallen;
- De Kleine Porsies, Cultuurpad 3, hierna Kleine Porsies;
- Ontmoetingscentrum De Stekke, Sint-Maartensplein 12, hierna OC De Stekke;
- Ontmoetingscentrum de Cerf, Kerkstraat 1, hierna OC de Cerf;
- Vergaderaccommodatie in gemeentehuis Gullegem, Peperstraat 10;
- Oude Pastorie, Bissegemstraat 54/56;
- Dwarsschuur van ’t Goed te Wynckele, Peperstraat, hierna Dwarsschuur.
Artikel 4
Artikel 30 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik van vergaderaccommodatie en leskeukens in de sociaal-culturele infrastructuur, worden onderstaande tarieven vastgesteld:
Tarief 1:
- 5 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door plaatselijke organisatoren;
- 20 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door commerciële organisatoren of organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem.
Tarief 2:
- 10 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door plaatselijke organisatoren;
- 40 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door commerciële organisatoren of organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem.
Tarief 3:
- 15 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door plaatselijke organisatoren;
- 65 euro per dagdeel voor activiteiten georganiseerd door commerciële organisatoren of organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem.
Tarief 4:
- 25 euro per dag voor activiteiten georganiseerd door plaatselijke organisatoren;
- 110 euro per dag voor activiteiten georganiseerd door commerciële organisatoren of organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem.
Artikel 5
Artikel 31 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Vallen onder toepassing van deze verschillende tarieven:
§1. Lokalen Wevelgem:
- het vergaderzaaltje van CC Guldenberg = tarief 1;
- de benedenzaal van CC Guldenberg = tarief 2;
- de benedenzaal van CC Guldenberg voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen en voor vormingsreeksen door centra voor volwassenenonderwijs en sociale promotie = tarief 1;
- vergaderlokaal V2 gelijkvloers van de Porseleinhallen = tarief 1;
- de leskeuken van de Porseleinhallen zonder gebruik van de kookaccommodatie (V3) = tarief 2;
- vergaderlokaal V1 van de Porseleinhallen = tarief 2;
- vergaderzaal V1 van de Porseleinhallen voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen en voor vormingsreeksen door centra voor volwassenenonderwijs en sociale promotie = tarief 1;
- de cafetaria van de Porseleinhallen = tarief 2;
- de leskeuken van de Porseleinhallen met gebruik van de kookaccommodatie = tarief 3.
§3. Lokalen Gullegem:
- het vergaderzaaltje in gemeentehuis Gullegem = tarief 1;
- de leskeuken van OC de Cerf zonder gebruik van de kookaccommodatie = tarief 2;
- de grote vergaderzaal (‘receptiezaal’) gemeentehuis Gullegem = tarief 2;
- de receptiezaal van het gemeentehuis Gullegem voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen en voor vormingsreeksen door centra voor volwassenenonderwijs en sociale promotie = tarief 1;
- de leskeuken van OC de Cerf met gebruik van de kookaccommodatie = tarief 3;
- Oude Pastorie = tarief 4.
§4. Lokalen Moorsele
- de leskeuken van OC De Stekke (V2) zonder gebruik van de kookaccommodatie = tarief 2;
- vergaderlokaal V3 (bovenverdieping) van OC De Stekke = tarief 1;
- vergaderlokaal V1 (bovenverdieping) van OC De Stekke = tarief 2;
- vergaderzaal V1 (bovenverdieping van OC De Stekke) voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen en voor vormingsreeksen door centra voor volwassenenonderwijs en sociale promotie = tarief 1;
- de leskeuken van OC De Stekke met gebruik van de kookaccommodatie = tarief 3.
Artikel 6
Artikel 33 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik van lokalen voor tentoonstellingen wordt onderstaand tarief vastgesteld:
- per week: 50 euro voor een tentoonstelling georganiseerd door plaatselijke organisatoren, 200 euro voor een tentoonstelling georganiseerd door commerciële organisatoren of georganiseerd door organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem;
- per dag: 10 euro voor een tentoonstelling georganiseerd door plaatselijke organisatoren, 40 euro voor een tentoonstelling georganiseerd door commerciële organisatoren of georganiseerd door organisatoren van buiten de gemeente Wevelgem.
Artikel 7
Artikel 37, §2 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§2. Voor het gebruik van de Dwarsschuur worden onderstaande tarieven vastgesteld:
- voor plaatselijke organisatoren: 75 euro per dag waarop de publieksactiviteit doorgaat en 25 euro per dag voor reservaties zonder publieksactiviteit;
- voor commerciële en niet-Wevelgemse organisatoren: 320 euro per dag waarop de publieksactiviteit doorgaat en 110 euro per dag voor reservaties zonder publieksactiviteit;
- voor beide categorieën: eventuele technische bijstand (= 25 euro/uur op weekdagen en 50 euro/uur op zater-, zon- en feestdagen), eventueel gebruik van technisch materiaal volgens prijslijst;
- voor beide categorieën: bij gebruik van de groene zone rond de Dwarsschuur zal het elektriciteitsverbruik aangerekend worden aan kostprijs;
- bij gebruik van de Dwarsschuur voor tentoonstellingen: tarieven gelden zoals vastgelegd onder de bepalingen 'tentoonstellingen'.
Artikel 8
Artikel 40 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§1. Voor het gebruik van de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke en de Schouwburg van CC Guldenberg worden onderstaande tarieven vastgesteld:
1° voor plaatselijke organisatoren (zowel leden van een erkende Wevelgemse adviesraad als niet-leden):
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 75 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 100 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
2° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 150 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 200 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
3° voor plaatselijke amateurkunstenverenigingen voor activiteiten met een eigen publieke uitvoering van hun kunstdiscipline (behalve audio-visuele kunst en film):
a) De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur voor de polyvalente zalen in OC de Cerf en OC De Stekke, aan 12 euro per uur voor de Schouwburg in CC Guldenberg, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 75 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 100 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
b) Er is geen bijkomende vergoeding verschuldigd om netto-ontvangsten uit de drankverkoop te krijgen (zie artikel 25, §3).
4° Voor een herhaald gebruik van de polyvalente zaal van OC De Stekke of OC de Cerf.
a) De vergoeding voor gebruik van deze zalen bedraagt de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 37,5 euro per activiteit.
b) mits:
- het gaat om minimaal 10 reservaties binnen een periode van 1 jaar;
- van plaatselijke organisatoren;
- overdag op weekdagen;
- het niet gaat om podiumactiviteiten;
- de verwachte opkomst te hoog is om onder te brengen in een ander lokaal binnen de gemeentelijke sociaal-culturele infrastructuur van de deelgemeente;
- deze activiteiten kunnen doorgaan op 1/3 van de zaalcapaciteit.
5° voor koepelorganisaties met minstens één vereniging aangesloten bij een Wevelgemse adviesraad. In dit geval wordt het tarief en de bepalingen voor plaatselijke organisatoren toegepast, zoals beschreven onder artikel 40, §1, punt 1.
§2. Voor het gebruik van de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke en de Schouwburg van CC Guldenberg kan de organisator opteren om de netto-ontvangsten uit drankverkoop te verkrijgen (zie artikel 25, §3). Daarbij zijn volgende tarieven van toepassing:
1° voor plaatselijke organisatoren die lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag of plaatselijke onderwijsinstellingen en ouderraden:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 225 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke, forfait van 250 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de Schouwburg van CC Guldenberg;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke; aan 12 euro per uur voor de Schouwburg in CC Guldenberg, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 75 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 100 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
2° voor plaatselijke organisatoren die geen lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 420 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke, forfait van 445 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de Schouwburg van CC Guldenberg;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke; aan 12 euro per uur voor de Schouwburg in CC Guldenberg, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 75 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 100 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
3° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 640 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke, forfait van 670 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt voor de Schouwburg van CC Guldenberg;
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke; aan 25 euro per uur voor de Schouwburg in CC Guldenberg, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 150 euro voor de polyvalente zalen van OC De Stekke en OC de Cerf en minimaal 200 euro voor de Schouwburg van CC Guldenberg.
4° voor koepelorganisaties met minstens één vereniging aangesloten bij een erkende Wevelgemse adviesraad.
In dit geval wordt het tarief en de bepalingen voor plaatselijke organisatoren toegepast.
Artikel 9
Artikel 44, §2 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§2. Voor repetities die niet aansluiten op een publieksactiviteit worden volgende tarieven vastgesteld:
1° voor plaatselijke organisatoren:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen bedraagt steeds minimaal 30 euro.
2° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen bedraagt steeds minimaal 120 euro.
Artikel 10
Artikel 46 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik van de polyvalente zalen in OC de Cerf en OC De Stekke voor fuiven (T.D., bals, fuiven, …), wordt volgend tarief gehanteerd:
1° voor plaatselijke organisatoren die lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 300 euro per fuif;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen bedraagt steeds minimaal 300 euro per fuif.
2° voor plaatselijke organisatoren die geen lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 420 euro per fuif
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen bedraagt steeds minimaal 420 euro per fuif.
3° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor gebruik van deze zalen is de optelsom van:
- forfait van 720 euro per fuif;
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur voor de polyvalente zalen van OC de Cerf en OC De Stekke met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen bedraagt steeds minimaal 720 euro per fuif.
Artikel 11
Artikel 48 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik van de polyvalente zaal van de Porseleinhallen, zijn volgende tarieven van toepassing:
1° voor plaatselijke organisatoren die lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag of plaatselijke onderwijsinstellingen en ouderraden:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 375 euro voor de eerste dag waarop het publieksmoment plaatsvindt;
- forfait van 75 euro voor de volgende dagen waarop publieksmomenten plaatsvinden;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 375 euro per dag met publieksmoment.
2° voor plaatselijke organisatoren die geen lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 570 euro voor de eerste dag waarop het publieksmoment plaatsvindt;
- forfait van 100 euro voor de volgende dagen waarop publieksmomenten plaatsvinden;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 570 euro per dag met publieksmoment.
3° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 1 600 euro voor de eerste dag waarop het publieksmoment plaatsvindt;
- forfait van 125 euro voor de volgende dagen waarop publieksmomenten plaatsvinden;
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 1 600 euro per dag met publieksmoment.
4° voor koepelorganisaties met minstens één vereniging aangesloten bij een erkende Wevelgemse adviesraad.
In dit geval wordt het tarief voor plaatselijke organisatoren toegepast.
Artikel 12
Artikel 49 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik van de polyvalente zaal van de Porseleinhallen voor fuiven, zijn volgende tarieven van toepassing:
1° voor plaatselijke organisatoren die lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 390 euro per fuif;
- het aantal uren gebruik aan 12 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 390 euro per dag met publieksmoment.
2° voor plaatselijke organisatoren die geen lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 1 240 euro per fuif;
- het aantal uren gebruik aan 12 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 1 240 euro per dag met publieksmoment.
3° voor niet-Wevelgemse of commerciële organisatoren:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- forfait van 2 700 euro per fuif;
- het aantal uren gebruik aan 24 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 per uur op weekdagen en 50 per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 2 700 euro per dag met publieksmoment.
Artikel 13
Artikel 51, §2 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
§2. Voor repetities die niet aansluiten op een publieksactiviteit worden volgende tarieven vastgesteld:
1° voor plaatselijke organisatoren
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 30 euro.
2° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor het gebruik is de optelsom van:
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik bedraagt steeds minimaal 120 euro.
Artikel 14
Artikel 55 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Voor het gebruik worden onderstaande tarieven vastgelegd:
1° voor plaatselijke organisatoren die lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag of plaatselijke onderwijsinstellingen en ouderraden:
De vergoeding voor gebruik is de optelsom van:
- forfait van 150 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 150 euro.
2° voor plaatselijke organisatoren die geen lid zijn van een erkende Wevelgemse adviesraad op het ogenblik van de reservatie-aanvraag:
De vergoeding voor gebruik is de optelsom van:
- forfait van 280 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt;
- het aantal uren gebruik aan 9 euro per uur, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 20 euro per uur;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 280 euro.
3° voor commerciële of niet-Wevelgemse organisatoren:
De vergoeding voor gebruik is de optelsom van:
- forfait van 425 euro per dag waarop een publieksmoment plaatsvindt;
- het aantal uren gebruik aan 20 euro per uur, met een maximum van 16 uur per dag;
- het aantal uren technische bijstand door een theatertechnieker aan 25 euro per uur op weekdagen en 50 euro per uur op zater-, zon- en feestdagen;
- het gebruik van technisch materiaal volgens een prijslijst die door het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld.
De vergoeding voor het gebruik van deze zalen met publieksmoment bedraagt steeds minimaal 425 euro.
4° voor koepelorganisaties met minstens één vereniging aangesloten bij een erkende Wevelgemse adviesraad.
In dit geval wordt het tarief en de bepalingen voor plaatselijke organisatoren toegepast.
Artikel 15
Artikel 57 van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur wordt integraal vervangen als volgt:
Volgende gebruikers worden vrijgesteld van de huurtarieven vermeld onder hoofdstuk 2:
1. Gemeentelijke diensten en de lokale politie.
2. Erkende gemeentelijke adviesraden en -comités, voor zover het eigen activiteiten betreft die rechtstreeks verband houden met hun adviesfunctie.
3. Wevelgemse onderwijsinstellingen voor zover:
- de activiteit zich richt tot het schoolgaand publiek;
- de activiteit door de school zelf georganiseerd wordt en gefinancierd;
- de activiteit door de leerlingen wordt bezocht in schoolverband en tijdens de normale schooluren.
4. Deeltijds kunstonderwijs (Stedelijke Academie voor Muziek & Woord Menen, Conservatorium Kortrijk en Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Kortrijk) met afdelingen in de gemeente, voor zover de activiteit zich richt tot de eigen leerlingen of kadert in de globale doelstelling van de instelling.
5. Erkende educatieve organisaties die activiteiten voor scholen aanbieden binnen de schooluren zoals MOEV en vzw Akoestiek.
6. Gemeentelijk erkende vakantiewerkingen tijdens de schoolvakanties.
7. Rode Kruis Wevelgem, voor zover het gaat om bloedinzamelingen.
8. Gemeentelijk erkende zelfhulpgroepen, voor zover het gaat om hun eigen, besloten bijeenkomsten.
Artikel 2
§1. Deze beslissing treedt in werking per 1 januari 2023 en is van toepassing op alle aanvragen tot gebruik van socio-culturele infrastructuur, ingediend vanaf 1 januari 2023.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Hilarius.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Hilarius keurde het budget 2023 goed op 24 mei 2022. Dit budget werd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 7 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan dit budget op 19 oktober 2022.
Exploitatie ontvangsten | 29 560,00 euro |
Exploitatie uitgaven | -165 634,00 euro |
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -136 074,00 euro |
Overschot exploitatie 2021 | 46 304,25 euro |
Exploitatie voor toelage | -89 769,75 euro |
Exploitatietoelage | 89 769,75 euro |
Investeringsontvangsten | 0,00 euro |
Investeringsuitgaven | 0,00 euro |
Investeringstoelage | 0,00 euro |
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt 89 769,75 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021) van de kerkfabriek.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Hilarius dat past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021), waarbij de exploitatietoelage 89 769,75 euro bedraagt.
Er wordt goedkeuring verleend aan het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria.
De gemeenteraad keurde het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria goed op 10 december 2021. De kerkraad van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria keurde de (tweede) wijziging van het meerjarenplan 2020-2025 (2022) goed op 30 september 2022. De wijziging van het meerjarenplan werd gecoördineerd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 11 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan deze wijziging van het meerjarenplan op 14 november 2022.
In deze wijziging van het meerjarenplan wordt een stijging in de exploitatie-uitgaven doorgevoerd gelet op de stijgende energieprijzen.
Er wordt goedkeuring verleend aan het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria.
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging nr. 1 van 2022 van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria.
De kerkraad van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria besliste in zitting van 30 september 2022 tot wijziging van het budget 2022. Op 14 november 2022 verleende de bisschop van het bisdom Brugge gunstig advies aan de budgetwijziging. De budgetwijziging werd ingediend door het centraal kerkbestuur bij het gemeentebestuur op 15 november 2022.
In deze budgetwijziging wordt een stijging in de exploitatie-uitgaven doorgevoerd gelet op de stijgende energieprijzen.
De budgetwijziging past binnen het goedgekeurd gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria.
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt, na wijziging, 28 320,58 euro. De investeringstoelage blijft ongewijzigd. Deze budgetwijziging blijft binnen de grenzen van het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (2022) (dat werd voorgelegd aan de gemeenteraad van heden) van de kerkfabriek.
oorspronkelijk (euro) |
na wijziging (euro) |
|
Exploitatie ontvangsten |
2 780,00 | 8 137,00 |
Exploitatie uitgaven |
-37 440,87 | -48 797,87 |
|
||
Exploitatie eigen financieel boekjaar |
-34 660,87 |
-40 660,87 |
Overschot exploitatie 2020 |
12 340,29 |
12 340,29 |
Exploitatie voor toelage |
-22 320,58 |
-28 320,58 |
|
||
Exploitatietoelage |
22 320,58 |
28 320,58 |
|
||
Investeringsontvangsten |
18 000,00 |
18 000,00 |
Investeringsuitgaven |
-18 000,00 |
-18 000,00 |
|
||
Investeringstoelage |
18 000,00 |
18 000,00 |
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging nr. 1 van 2022 van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria die past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022). De gemeentelijke bijdrage ten laste van de gemeente Wevelgem in het exploitatietekort bedraagt 28 320,58 euro. De investeringstoelage bedraagt 18 000 euro.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria.
De kerkraad van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria keurde het budget 2023 goed op 30 september 2022. Dit budget werd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 15 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan dit budget op 14 november 2022.
Exploitatie ontvangsten | 2 980,00 euro |
Exploitatie uitgaven | -46 105,59 euro |
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -43 125,59 euro |
Overschot exploitatie 2021 | 7 694,39 euro |
Exploitatie voor toelage | -35 431,20 euro |
Exploitatietoelage | 35 431,20 euro |
Investeringsontvangsten | 0,00 euro |
Investeringsuitgaven | 0,00 euro |
Investeringstoelage | 0,00 euro |
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt 35 431,20 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Onbevlekt Hart van Maria dat past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022), waarbij de exploitatietoelage 35 431,20 euro bedraagt.
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging nr. 1 van 2022 van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus besliste in zitting van 11 oktober 2022 tot wijziging van het budget 2022. Op 19 oktober 2022 verleende de bisschop van het bisdom Brugge gunstig advies aan de budgetwijziging. De budgetwijziging werd ingediend door het centraal kerkbestuur bij het gemeentebestuur op 7 november 2022.
In deze budgetwijziging wordt een stijging in de exploitatie-uitgaven en -ontvangsten doorgevoerd gelet op de stijgende energieprijzen en de energiefactuur ten aanzien van het gemeentebestuur voor het ter beschikking stellen van de kerk als blokruimte. Daarnaast wordt de voorziene investeringstoelage geschrapt. De investeringsontvangst (1 864,83 euro), zijnde een achterstallige uitbetaling van een investeringstoelage van vorig boekjaar van het stadsbestuur Menen blijft wel voorzien.
De budgetwijziging past binnen het goedgekeurd gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (2021) van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus.
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort ten laste van gemeente Wevelgem bedraagt, na wijziging, 20 970,64 euro. De investeringstoelage van de gemeente Wevelgem bedraagt, na wijziging, 0 euro. Deze budgetwijziging blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021) van de kerkfabriek.
oorspronkelijk (euro) |
na wijziging (euro) |
|
Exploitatie ontvangsten |
1 900,00 | 17 192,00 |
Exploitatie uitgaven |
-37 729,00 | -59 729,00 |
|
||
Exploitatie eigen financieel boekjaar |
-35 829,00 |
-42 537,00 |
Overschot exploitatie 2020 |
18 570,56 | 18 570,56 |
Exploitatie voor toelage |
-17 258,44 |
-23 966,44 |
|
||
Exploitatietoelage |
17 258,44 |
23 966,44 |
aandeel Wevelgem |
15 101,14 |
20 970,64 |
|
||
Investeringsontvangsten |
5 000,00 |
1 864,83 |
Investeringsuitgaven |
-5 000,00 |
0,00 |
|
||
Investeringstoelage |
5 000,00 |
1 864,83 |
aandeel Wevelgem |
4 375,00 |
0,00 |
Er wordt akte genomen van de budgetwijziging nr. 1 van 2022 van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus die past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021). De gemeentelijke bijdrage ten laste van de gemeente Wevelgem in het exploitatietekort bedraagt 20 970,64 euro. De investeringstoelage ten laste van de gemeente Wevelgem bedraagt 0 euro.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus keurde het budget 2023 goed op 11 oktober 2022. Dit budget werd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 7 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan dit budget op 19 oktober 2022.
Exploitatie ontvangsten | 1 900,00 euro |
Exploitatie uitgaven | -39 822,00 euro |
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -37 922,00 euro |
Overschot exploitatie 2021 | 11 616,39 euro |
Exploitatie voor toelage | -26 305,61 euro |
Exploitatietoelage | 26 305,61 euro |
aandeel Wevelgem | 23 017,41 euro |
Investeringsontvangsten | 5 000,00 euro |
Investeringsuitgaven | -5 000,00 euro |
Investeringstoelage | 5 000,00 euro |
aandeel Wevelgem | 4 375,00 euro |
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt 26 305,61 euro, het aandeel van Wevelgem bedraagt 23 017,41 euro. De investeringstoelage bedraagt 5 000 euro, het gemeentelijk aandeel voor Wevelgem bedraagt 4 375 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021) van de kerkfabriek.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Theresia van het Kind Jezus dat past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2021), waarbij de exploitatietoelage 26 305,61 euro (waarvan 23 017,41 euro ten laste van gemeente Wevelgem) en de investeringstoelage 5 000 euro (waarvan 4 375 euro ten laste van gemeente Wevelgem) bedraagt.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Amandus.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Amandus keurde het budget 2023 goed op 20 juni 2022. Dit budget werd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 7 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan dit budget op 19 oktober 2022.
Exploitatie ontvangsten | 30 005,00 euro |
Exploitatie uitgaven | -94 281,50 euro |
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -64 276,50 euro |
Overschot exploitatie 2021 | 19 644,48 euro |
Exploitatie voor toelage | -44 632,02 euro |
Exploitatietoelage | 44 632,02 euro |
Investeringsontvangsten | 20 000,00 euro |
Investeringsuitgaven | -20 000,00 euro |
Investeringstoelage | 20 000,00 euro |
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt 44 632,02 euro. De investeringstoelage bedraagt 20 000 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Amandus dat past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022), waarbij de exploitatietoelage 44 632,02 euro en de investeringstoelage 20 000 euro bedraagt.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus en Sint-Christoffel.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Martinus en Sint-Christoffel keurde het budget 2023 goed op 2 augustus 2022. Dit budget werd ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabriek ressorteert op 7 november 2022. De bisschop van het bisdom Brugge verleende gunstig advies aan dit budget op 19 oktober 2022.
Exploitatie ontvangsten | 6 812,51 euro |
Exploitatie uitgaven | -124 831,58 euro |
Exploitatie eigen financieel boekjaar | -118 019,07 euro |
Overschot exploitatie 2021 | 13 410,44 euro |
Exploitatie voor toelage | -104 608,63 euro |
Exploitatietoelage | 104 608,63 euro |
Investeringsontvangsten | 879 483,24 euro |
Investeringsuitgaven | -879 483,24 euro |
Investeringstoelage | 579 483,24 euro |
De gemeentelijke bijdrage in het exploitatietekort bedraagt 104 608,63 euro. De investeringstoelage bedraagt 579 483,24 euro. Dit blijft binnen de grenzen van het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022) van de kerkfabriek.
Er wordt akte genomen van het budget 2023 van de kerkfabriek Sint-Martinus en Sint-Christoffel dat past in het goedgekeurde gewijzigde meerjarenplan 2020-2025 (2022), waarbij de exploitatietoelage 104 608,63 euro en de investeringstoelage 579 483,24 euro bedraagt.
Het kerkenbeleidsplan wordt geactualiseerd.
Eind 2017 werd het kerkenbeleidsplan voor de parochiekerken van de gemeente Wevelgem goedgekeurd door de bisschop van het Bisdom Brugge en door het gemeentebestuur (beslissing van de gemeenteraad van 10 november 2017). Het plan werd opgemaakt in nauw overleg met de betrokken partijen zoals inwoners, de kerkfabrieken en de gemeente. Het is een strategisch document waarin de visie op de kerken op het grondgebied van de gemeente wordt weergegeven. Het is een plan dat focust op de korte, middellange en lange termijn.
Sedert de opmaak van het toekomstplan zijn een aantal omgevingsfactoren gewijzigd en zijn er significante stappen richting valorisatie en nevenbestemming gezet. Daarnaast zijn voor de kerken te Wevelgem en Gullegem haalbaarheids- of bestemmingsonderzoeken uitgevoerd. Deze studies geven richting aan de nevenbestemming van de kerken en aan een herbestemming van de Sint-Theresiakerk.
De toekomstideeën voor de verschillende kerken (opgenomen in het addendum bij het kerkenbeleidsplan, vanaf p. 19) werden afgetoetst met de verschillende kerkfabrieken, het team van de pastorale eenheid, het centraal kerkbestuur (31 mei 2022), de leden van de gemeenteraadscommissie Algemeen Beleid en Ondersteuning (26 april 2022) en het college van burgemeester en schepenen (beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 juli 2022).
Het addendum bij het kerkenbeleidsplan werd goedgekeurd door de bisschop van het bisdom Brugge op 21 november 2022.
Hecht zijn goedkeuring aan het geactualiseerde kerkenbeleidsplan.
Er wordt gevraagd om de duur van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen te verlengen tot en met 31 december 2040.
De gemeente is lid van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen (Mirom). De termijn van het intergemeentelijk samenwerkingsverband neemt een einde op 31 december 2022 (cfr. artikel 5 van de statuten). Op 30 juni 2022 heeft de raad van bestuur van Mirom beslist om aan de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten de vraag voor te leggen zich uit te spreken over een verlenging van deelname aan de intergemeentelijke samenwerking en dit tot en met 31 december 2040.
De gemeente werd uitgenodigd per aangetekend schrijven van 5 juli 2022 om deel te nemen aan de zitting van de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 15 december 2022 waarop de verlenging van de intergemeentelijke samenwerking Mirom geagendeerd wordt.
Het voorstel tot verlenging van deelname aan de intergemeentelijke samenwerking Mirom werd nader toegelicht op de gemeenteraadscommissie Grondgebiedszaken van 18 oktober 2022.
Artikel 1
Er wordt gevraagd om de duur van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen te verlengen tot en met 31 december 2040.
Het mandaat van de vertegenwoordiger wordt vastgesteld.
De gemeente is lid van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen (Mirom).
De gemeente werd uitgenodigd per aangetekend schrijven van 5 juli 2022 en 9 november 2022 om deel te nemen aan de zitting van de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 15 december 2022.
Op deze buitengewone algemene vergadering wordt ook een statutenwijziging geagendeerd (cfr. brief van 5 juli 2022). De voorgestelde statutenwijziging betreft de verlenging van de intergemeentelijke samenwerking (artikel 5 van de statuten).
Mocht de buitengewone algemene vergadering uitgesteld of verdaagd worden, dan geldt het mandaat voor dezelfde agendapunten ook als deze op een latere datum worden behandeld.
Artikel 1
Er wordt goedkeuring verleend aan onderstaande punten, geagendeerd voor de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 15 december 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden):
1. Verlenging intergemeentelijke samenwerking MIROM Menen met ingang vanaf 1 januari 2023 voor de duur van 18 jaar
2. Statutenwijziging
3. Te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie van het boekjaar 2023
4. Begroting 2023
5. Aanstelling nieuwe bestuurder Wervik
6. Varia.
Artikel 2
Er wordt goedkeuring verleend aan de voorgestelde statutenwijziging van Mirom.
Artikel 3
De vertegenwoordiger van de gemeente zal zijn stemgedrag afstemmen op deze beslissing.
Een woning met bijhorende grond, gelegen Kapellestraat 118, wordt aangekocht gelet op de strategische ligging van betreffend onroerend goed.
Kapellestraat 118 is een oude woning gelegen op een groot perceel met een totale oppervlakte van 4 027 m², kadastraal gekend onder 2de afdeling, sectie B, nrs. 1030 (77 m²) en 1029A (3 950m²).
Dit onroerend goed is strategisch gelegen, de aankoop van dit onroerend goed is dan ook strategisch belangrijk voor de gemeente, gelet op de grondverwervingen die in diezelfde omgeving al eerder gerealiseerd werden. Bovendien kan hier eventueel ruimte gecreëerd worden voor een hondenloopweide.
Er werd op 9 maart 2022 een schattingsverslag opgemaakt door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv.
De eigenaars tekenden een verkoopbelofte tegenover de gemeente voor een bedrag van 365 000 euro, dit ligt binnen de grenzen van het schattingsverslag.
Notariskantoor Ann Strobbe uit Wevelgem bereidde de akte voor.
De uitgave wordt aangerekend op rekening PB2-ACT40/0680-00/221007/I-PB2-AP15 van het investeringskrediet.
Artikel 1
Gemeente Wevelgem koopt de woning Kapellestraat 118 met bijhorende grond. Het gaat om het perceel gekadastreerd 2de afdeling, sectie B, nrs. 1030 (met een kadastrale oppervlakte van 77 m²) en 1029A (met een kadastrale oppervlakte van 3 950 m²) en dit voor 365 000 euro.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de voorliggende akte voor aankoop goed. Voornoemde akte blijft aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 3
De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Een stuk grond van de groenzone palend aan Moerstraat 68, met een oppervlakte van 104,83 m², wordt verkocht aan de aangelande eigenaar.
De eigenaar van Moerstraat 68 wenst een deeltje van de aanpalende groenzone aan te kopen. Het gaat over een deeltje van het kadastraal perceel gekend onder 2de afdeling, sectie B, deel van nr. 293W2 met een oppervlakte van 104,83 m² volgens het opmetingsplan opgemaakt door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv op 29 augustus 2022.
Ter hoogte van dit perceel maakt de groenzone een insprong daar de buurpercelen reeds vroeger een deeltje aangekocht hebben. De gemeenteraad besliste reeds op 14 maart 1986, 10 september 2004 en 10 februari 2012 om respectievelijk de gronden achter Moerstraat 66, 72 en 70 te verkopen. Betreffende gronden, alsook het stuk grond dat voorwerp is van onderhavige beslissing, betreffen restgronden na de aanleg van het wandelpad en de groenzone. Deze verkoop is nuttig en opportuun, gelet op de 'eenvormigheid' van de aanpalende groenzone.
Op 16 mei 2022 werd een schattingsverslag opgemaakt door Bureau Callens bv.
De eigenaar gaat akkoord voor een bedrag van 13 104 euro, dit valt binnen de grenzen van het schattingsverslag.
Notariskantoor Ann Strobbe uit Wevelgem bereidde de akte voor.
De ontvangst wordt geboekt op rekening 0680-00/220500/IP-OVERIG van het investeringskrediet.
Artikel 1
De gemeente desaffecteert een deel van het perceel gekadastreerd 2de afdeling, sectie B, deel van nr. 293W2, met een oppervlakte van 104,83 m² volgens het opmetingsplan van 29 augustus 2022 opgemaakt door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv.
Artikel 2
Gemeente Wevelgem verkoopt het perceeltje grond, kadastraal gekend 2de afdeling, sectie B, deel van nr. 293W2, met een oppervlakte van 104,83 m² volgens het opmetingsplan van 29 augustus 2022 opgemaakt door Landmeetkantoor Koen Roelandt bv voor een bedrag van 13 104 euro aan de eigenaar van Moerstraat 68.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt de voorliggende akte voor verkoop goed. Voornoemde akte blijft aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 4
De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering van deze beslissing.
De gemeente verwerft kosteloos gronden in de Hemelhofweg jegens de provincie West-Vlaanderen in functie van de heraanleg van de Hemelhofweg.
In de gemeenteraad van 8 september 2022 werd goedkeuring gegeven aan de nieuwe rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitvoeren van riolerings-, wegenis- en terreinaanlegwerken in Bergelen, Hemelhofweg en Aardappelhoek. Voor deze heraanleg van de Hemelhofweg is een overname van gronden nodig van de provincie West-Vlaanderen en private eigenaars.
Op 22 september 2022 werd door de provincieraad een machtiging verleend aan de kosteloze afstand van de percelen kadastraal gekend als 3de afdeling, sectie D, nrs. 212D en 582P (voorheen deel van perceel met nr. 245A).
Dit gaat over de gereserveerde perceelnrs. 585A (voorheen deel van perceel met nr. 212D) en 585B (voorheen deel van perceel 245A), die binnen de recent goedgekeurde rooilijn vallen. Deze hebben een totale oppervlakte na meting van 1 281 m² en zijn aangeduid als lot 8 en lot 11 op het opmetingsplan van Bureau Callens bv van 27 januari 2021 (met aanpassing op 22 oktober 2021, ref. BF.K.043.21).
Verder gaat het ook over het restperceeltje kadastraal gekend als 3de afdeling, sectie D, met gereserveerd perceelnr. 212H (voorheen deel van perceel met nr. 212D) met een oppervlakte na meting van 44 m² en zoals aangeduid als lot A op het opmetingsplan van landmeter-expert Valentine Vanneste van 27 oktober 2022 (ref. 216/2020/014). De provincie wenst ook dit restperceeltje over te dragen dat gelegen is tussen de recent goedgekeurde rooilijn en een particuliere eigendom.
Deze 3 loten hebben een totale oppervlakte van 1 325 m².
De provincie West-Vlaanderen wenst deze overdracht kosteloos te doen met als tegenprestatie dat de gemeente te haren laste de riolering doortrekt tot aan de bocht (scheiding tussen de openbare weg en de private weg van de provincie = 20-tal m extra), daar wordt een inspectieput voorzien waarop de persleiding van de provincie kan aangesloten worden.
De ontwerpakte met de gouverneur van West-Vlaanderen als handelende notaris werd voorbereid vanuit de provincie.
Artikel 1
De gemeente Wevelgem verwerft kosteloos
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de voorliggende akte voor kosteloze verwerving goed. Voornoemde akte blijft aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 3
Affecteert het kosteloos verworven lot 8, lot 11 en lot A, zoals bedoeld in artikel 1, deze maken voortaan deel uit van het openbaar domein van de gemeente.
Artikel 4
De gemeenteraad belast het college van burgemeester en schepenen met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Goedkeuring wordt gegeven aan de nieuwe rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitvoeren van revitaliseringswerken aan het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid.
De gemeente diende een omgevingsvergunningsaanvraagdossier in voor de revitalisering van het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid op 8 juli 2022. De gemeenteraad heeft eerder, in zitting van 13 mei 2022, het bestek en de raming, voor de opdracht 'revitalisering Wevelgem-Zuid' goedgekeurd. Verder heeft de gemeente in het kader van deze revitaliseringswerken ook een stukje grond op het einde van de Vlamingstraat (hoek met Trakelweg) aangekocht (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 8 september 2022).
Voornoemde omgevingsvergunningsaanvraag omvat:
• stedenbouwkundige handelingen
• de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA).
De vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen binnen voorliggend omgevingsvergunningsaanvraagdossier betreffen:
• Infrastructuurwerken en technische werken
o Verhardingen, infrastructuur- of technische werken
▪ Verbouwen of wijzigingen infrastructuur:
- Aanpassen verharding
- Aanpassen riolering
o Terreinaanlegwerken
▪ Hoogstammige bomen vellen.
De IIOA binnen voorliggend omgevingsvergunningsaanvraagdossier betreffen:
• de bemaling noodzakelijk voor het project ‘aanleg riolering in de industriezone te Wevelgem-Zuid'.
Tijdens het openbaar onderzoek dat liep van 25 augustus 2022 tot en met 23 september 2022 werden er 23 bezwaarschriften ingediend, één ervan is zonder inhoud. De bezwaren gaan als dusdanig niet over het voorwerp van voorliggend omgevingsvergunningsaanvraagdossier, in het bijzonder betreft geen enkel bezwaar het voorwerp van dit agendapunt waarover de gemeenteraad een beslissing dient te nemen, namelijk de goedkeuring van de rooilijn.
Goedkeuring wordt gegeven aan de nieuwe rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het uitvoeren van revitaliseringswerken aan het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid.
De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool en het instappen in een gezamenlijke aanmeldingsprocedure worden vastgelegd vanaf het schooljaar 2023-2024.
De gemeenteraad legde de capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2022-2023 vast in haar zitting van 10 december 2021. De gemeenteraad besliste daarnaast om in te stappen in een gezamenlijke aanmeldingsprocedure vanaf schooljaar 2019-2020 (cfr. beslissingen van de gemeenteraad van 8 december 2017, 6 juli 2018 en 8 november 2019).
De capaciteit voor het volgende schooljaar dient bepaald vóór de start van een nieuwe inschrijvingsperiode. Er wordt hierbij rekening gehouden met het huidig aantal zittende leerlingen.
Binnen de scholengemeenschap De Leiebrug werd de afspraak gemaakt om de capaciteit vast te leggen op 24 leerlingen per geboortejaar/leerjaar of een veelvoud van 24 leerlingen indien meerdere klassen van een bepaald geboortejaar/leerjaar.
Het ABC (afzonderlijk bijzonder comité) werd bijeengeroepen op 26 oktober 2022, maar alle vertegenwoordigers van de vakorganisaties waren verontschuldigd en hadden geen opmerkingen op de agenda. Het ABC formuleerde geen opmerkingen op het voorstel van capaciteitsbepaling.
De schoolraad gaf op 10 oktober 2022 positief advies voor het vastleggen van de capaciteit voor onbepaalde duur.
De capaciteit wordt verder per geboortejaar vastgelegd voor het kleuter voor de drie vestigingen.
Daarnaast wordt de capaciteit voor het lager onderwijs in de drie vestigingen verder per leerjaar vastgelegd.
Er wordt voorgesteld om deze capaciteit vast te leggen voor het schooljaar 2023-2024 en volgende, tot andersluidende beslissing.
Volgende capaciteitsbepaling wordt voorgesteld:
Artikel 1
De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool wordt vanaf het schooljaar 2023-2024, en dit tot andersluidende beslissing, bepaald als volgt:
Artikel 2
Het schoolbestuur van de gemeentelijke basisschool gaat akkoord om opnieuw in te stappen in een gezamenlijke aanmeldingsprocedure met alle Wevelgemse basisscholen vanaf het schooljaar 2023-2024.
Er wordt verder gewerkt met een gezamenlijke aanmeldingsprocedure voor het gewoon basisonderwijs vanaf het schooljaar 2023-2024. In dit verband wordt het reglement van orde van de ombudsdienst inschrijvingen goedgekeurd.
De gemeenteraad keurde op 6 juli 2018 het voorstel van aanmeldingsprocedure goed, in functie van de inschrijvingen voor schooljaar 2019-2020, en dit in overleg met alle Wevelgemse basisscholen (exclusief het buitengewoon basisonderwijs). Dit werd bevestigd door de gemeenteraad op 8 november 2019.
Vanaf schooljaar 2023-2024 zijn er enkele wijzigingen inzake het recht op inschrijving in het gewoon onderwijs, meer bepaald:
De respectievelijke schoolbesturen moeten zich opnieuw akkoord verklaren om in te stappen in een gezamenlijke aanmeldingsprocedure volgens voornoemde nieuwe modaliteiten, hierbij moet gemeente Wevelgem opnieuw gemandateerd worden met de coördinatie van de aanmeldingsprocedure door de respectievelijke schoolbesturen. Op het OOR (onderwijsoverlegraad Wevelgem) van 18 oktober 2022 gingen alle onderwijsnetten (elk onderwijsnet was vertegenwoordigd) akkoord met de gezamenlijke aanmeldingsprocedure en de mandatering.
De kerngroep aanmeldingsprocedure (= overleggroep met een vertegenwoordiger uit het vrije net, het gemeenschapsonderwijs, het gemeentelijk onderwijs en het freinetonderwijs) stelt voor om vanaf schooljaar 2023-2024 verder te werken volgens de afspraken die vorige schooljaren werden vastgelegd, aangepast aan voornoemde wijzigingen.
Concreet betekent dit dat:
De ombudsdienst inschrijvingen staat in voor de eerstelijnsbehandeling van:
De ombudsdienst inschrijvingen bevat minstens volgende leden:
Concreet betekent dit voor de ombudsdienst inschrijvingen in Wevelgem:
De werking van de ombudsdienst inschrijvingen wordt geregeld in een reglement van orde die minstens volgende zaken omvat:
Het reglement van orde bevat tevens een bijlage waarin de nominatieve lijst van de leden van de ombudsdienst inschrijvingen is opgenomen.
Aangezien de aanmeldingsprocedure door meerdere schoolbesturen samen georganiseerd wordt, moeten de respectievelijke schoolbesturen samen de samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen en het reglement van orde goedkeuren. Bedoeld reglement van orde wordt dan ook nog voorgelegd aan de respectievelijke schoolbesturen.
Artikel 1
Hecht zijn goedkeuring aan het verder werken met een gezamenlijke aanmeldingsprocedure voor alle Wevelgemse basisscholen, met uitzondering van het buitengewoon basisonderwijs, mits goedkeuring van de schoolbesturen van de andere onderwijsnetten.
Hecht zijn goedkeuring aan het voorstel dat de gemeente Wevelgem verder de coördinatie van de aanmeldingsprocedure op zich neemt.
Artikel 2
Gaat akkoord met de samenstelling van de ombudsdienst inschrijvingen als volgt:
Artikel 3
Hecht zijn goedkeuring aan het reglement van orde van de ombudsdienst inschrijvingen, in bijlage.
De vaststelling van de bijlage bij het reglement van orde waarin de nominatieve lijst van de leden van de ombudsdienst inschrijvingen is opgenomen, wordt gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
Namens gemeenteraad,
Kurt Parmentier
algemeen directeur
Jo Libeer
voorzitter