Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten wordt hervastgesteld.
Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten werd recent aangepast, meer bepaald werd het hoofdstuk betreffende herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten m.b.t. Wereldoorlog I en II toegevoegd (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 8 september 2022).
Het aanvankelijke subsidiereglement dateert van 2013 en er wordt voorgesteld om het reglement te actualiseren, o.a. wordt voorgesteld om een aantal subsidiebedragen aan te passen. Verder wordt ook voorgesteld om volgende bijkomende hoofdstukken op te nemen:
Het voorstel van wijziging werd opgemaakt in overleg met de diensten van de cluster Vrije Tijd. Daarnaast werd ook advies gevraagd aan de verschillende adviesraden.
Toelagen in het kader van het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten worden aangerekend op rekening PB2-ACT9/0710-00/649645 van het exploitatiekrediet.
Artikel 1
Het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022 wordt hervastgesteld als volgt:
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1: Doel van de subsidie
Het gemeentebestuur keert, binnen de perken van het bedrag vermeld onder het beleidsveld 710 feesten en plechtigheden onder rekening 649432 toelage gemeenschapsvormende activiteiten in het document ‘toegestane werkings- en investeringssubsidies’, dat deel uitmaakt van de toelichting bij het budget, toelagen uit aan Wevelgemse initiatiefnemers voor de organisatie van vernieuwende of bijzondere projecten, recurrente evenementen, erfgoedbelevingsprojecten, herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten, loopmanifestaties, tentoonstellingen beeldende kunst, kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving, jubilea, jaarfeesten en wijk- en buurtinitiatieven.
Dit reglement bepaalt de criteria en de modaliteiten van deze toelagen.
Dit reglement kadert inhoudelijk in het meerjarenplan van de gemeente.
Elk gesubsidieerd initiatief dient de beleidsdoelstellingen van de gemeente na te streven.
Artikel 2: Begunstigden
§1. Komen in aanmerking voor deze betoelaging:
§2. Een vereniging/club, opgericht in de schoot van een bestaande vereniging/club, wordt beschouwd als deel uitmakend van deze laatste en kan dus niet afzonderlijk worden gesubsidieerd.
Het college van burgemeester en schepenen kan weigeren om activiteiten te subsidiëren van een ter bepaalde gelegenheid opgerichte vereniging, wanneer het oordeelt dat de bewuste activiteit past in de jaarwerking van een bestaande Wevelgemse vereniging.
§3. Voor de toepassing van dit reglement komen niet in aanmerking de projecten:
HOOFDSTUK 2: TOELAGEN VOOR VERNIEUWENDE OF BIJZONDERE PROJECTEN
Artikel 3: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage vernieuwend of bijzonder project toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna project genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen, moet het project voldoen aan volgende basisvoorwaarden:
Artikel 4: Subsidiebedrag
§1. Het bedrag van de toelage wordt bepaald in functie van:
§2. Het subsidiebedrag bedraagt maximum de helft van het totaalbedrag van de organisatiekosten en met hierna volgende maxima:
Voor een eerste editie van een vernieuwend of bijzonder project dat inspeelt op de beleidsdoelstellingen van het gemeentebestuur:
Voor een tweede of derde editie van een vernieuwend of bijzonder project dat inspeelt op de beleidsdoelstellingen van het gemeentebestuur:
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een vernieuwend initiatief éénmalig in een hogere categorie onder te brengen.
§4. Organisatoren kunnen meerdere keren per kalenderjaar beroep doen op de projecttoelage maar beschikken maximaal over een enveloppe aan projecttoelagen van 3 000 euro per kalenderjaar.
De subsidie voor vernieuwende of bijzondere projecten kan maximaal drie opeenvolgende jaren bekomen worden voor een zelfde project.
HOOFDSTUK 3: TOELAGE VOOR RECURRENTE EVENEMENTEN
Artikel 5: Basisvoorwaarden
§1. Aan een project, evenement, manifestatie, hierna project genoemd, die jaarlijks of om de meerdere jaren plaatsvindt en die een organisatie is van een begunstigde uit artikel 2 van dit reglement kan een evenemententoelage toegekend worden, met uitzondering van verenigingen die een jaarlijkse subsidie ontvangen via de subsidiereglementen lokaal jeugdwerk, sportverenigingen, amateurkunsten, socio-cultureel verenigingswerk of lokaal mondiaal beleid.
§2. Om als ‘recurrent evenement’ te worden opgevat moet het project:
Artikel 6: Subsidiebedrag
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal de helft van de organisatiekosten met hierna volgende maxima:
Recurrente evenementen die boven deze criteria uitgroeien komen in aanmerking voor een betoelaging via convenant. De organisatoren worden hiervoor door de gemeente uitgenodigd voor een gesprek.
HOOFDSTUK 4: TOELAGEN VOOR ERFGOEDBELEVINGSPROJECTEN
Artikel 7: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage voor erfgoedbelevingsproject toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna erfgoedbelevingsproject genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen moet het project voldoen aan volgende basisvoorwaarden:
Artikel 8: Subsidiebedrag
§1. Erfgoedbelevingsprojecten kunnen een subsidie van maximaal de helft van de organisatiekosten voor de activiteit met een maximum van 500 euro ontvangen.
§2. Een zelfde vereniging kan meerdere toelagen voor erfgoedbelevingsactiviteit in een zelfde kalenderjaar ontvangen. Er moet wel aangetoond dat de activiteit afwijkt van de gebruikelijke werking of activiteitenkalender van de aanvrager.
HOOFDSTUK 5: TOELAGEN VOOR KWALITATIEVE KLEINSCHALIGE MUZIEK- OF KUNSTBELEVING
Artikel 9: Basisvoorwaarden
§1. Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage voor kwalitatieve kleinschalige kunstbeleving toegekend voor de organisatie van een project, evenement, manifestatie,… hierna kwalitatieve kleinschalige muziek of kunstbeleving genoemd.
§2. Om in aanmerking te komen voor de toelage moet het initiatief de kans bieden aan muzikanten of kunstenaars met Wevelgemse roots om zich te tonen aan een publiek tussen de 100 en 300 bezoekers.
§3. Extra voorwaarde voor muziekactiviteiten: dat men bereid is om zich zelf te promoten onder het label van Wevelgem als muziekgemeente.
§4. De organisator van het evenement die voor deze activiteit of voor zijn reguliere werking al een gemeentelijke toelage geniet, hetzij buiten dit reglement, hetzij binnen een ander hoofdstuk van dit reglement, kan voor dit initiatief geen extra toelage ontvangen.
§5. Kleinschalige fuiven opgevat binnen het klassiek concept van een fuif komen niet in aanmerking voor een toelage kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving.
Artikel 10: Subsidie
§1. De organisator kan een toelage krijgen van 1 euro per toeschouwer met een maximum van 300 euro.
HOOFDSTUK 6: TOELAGEN VOOR HERDENKINGSPLECHTIGHEDEN EN HERINNERINGSACTIVITEITEN WERELDOORLOGEN I EN II
Artikel 11: Herdenkingsplechtigheden Wereldoorlog I en II
§1. Een herdenkingsplechtigheid Wereldoorlog I en II: activiteit met hoofdzakelijk rituele handelingen bij een oorlogsmonument of bij graven van oorlogsslachtoffers in het algemeen en van gesneuvelden of oud-strijders in het bijzonder: het leggen van kransen, het spelen van (militaire) muziek, het salueren, het dragen van oud-strijdersvlaggen, ...
§2. Om in aanmerking te komen moet een herdenkingsplechtigheid voldoen aan volgende voorwaarden:
§3. Herdenkingsplechtigheden bekomen een forfaitaire subsidie van 125 euro.
Artikel 12: Herinneringsactiviteiten Wereldoorlog I en II
§1. Een herinneringsactiviteit Wereldoorlog I en II: activiteit die de herinnering aan één van beide Wereldoorlogen levendig houdt aan de hand van lokale verhalen en gebeurtenissen via lokaal historisch onderzoek en/of samenwerking met het onderwijs en/of socio-culturele activiteiten.
§2. Om in aanmerking te komen moet een herinneringsactiviteit voldoen aan volgende voorwaarden:
§3. Herinneringsactiviteiten kunnen een subsidie van maximaal de helft van de organisatiekosten voor de activiteit bekomen met een maximum van 500 euro.
HOOFDSTUK 7: TOELAGEN VOOR VIERING VAN EEN JUBILEUM VAN EEN VERENIGING
Artikel 13: Voorwaarden voor een toelage voor viering van een jubileum van een vereniging
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage en desgevallend een receptie toegekend voor de viering van een jubileum.
De feestelijkheden dienen effectief georganiseerd te worden. En het oprichtingsjaar moet aangetoond of bewezen zijn.
Artikel 14: Subsidiebedrag
Een toelage wordt toegekend voor de viering van een jubileum:
- bij 10-jarig bestaan € 125
- bij 20-jarig bestaan € 125
- bij 25-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 30-jarig bestaan € 125
- bij 40-jarig bestaan € 125
- bij 50-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 60-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 70-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 75-jarig bestaan € 250 + receptie
- bij 80-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 90-jarig bestaan € 125 + receptie
- bij 100-jarig bestaan € 250 + receptie.
Na 100-jarig bestaan telt men opnieuw steeds + 100 jaar.
Bij de toekenning van een receptie kan de organisator kiezen uit twee formules
1) formule met bediening door gemeentelijke hostessen en een aanbod van dranken en versnaperingen door de gemeente
2) formule van een forfaitaire bijkomende vergoeding van 4 euro per aanwezige persoon op de receptie met een maximum van 1 000 euro. De organisator staat dan zelf in voor de bediening en het aanbod dranken en versnaperingen op de receptie.
HOOFDSTUK 8: TOELAGEN VOOR JAARFEESTEN
Artikel 15: Voorwaarden voor een toelage voor jaarfeesten
De organisator van een jaarfeest kan een toelage krijgen. De organisator kan hetzij een particulier zijn die een initiatief neemt voor een jaarfeest, waarbij dit initiatief erkend wordt door minstens twee jaargenoten, hetzij een georganiseerde groep of tijdelijke samenwerking van jaargenoten.
Onder jaarfeest wordt verstaan: reünie van alle mannelijke en vrouwelijke jaargenoten die in een zelfde jaar geboren zijn en die naar aanleiding van een leeftijd vermeld in artikel 16 een bijeenkomst organiseren.
Artikel 16: Subsidiebedrag
Een toelage wordt toegekend voor de organisatie van volgende jaarfeesten:
- feest 30-jarigen € 100
- feest 40-jarigen € 100
- feest 45-jarigen € 100
- feest 50-jarigen € 100 + receptie
- zo verder per 5 jaar € 100
Bij de toekenning van een receptie kan de organisator kiezen uit twee formules
1) formule met bediening door gemeentelijke hostessen en een aanbod van dranken en versnaperingen door de gemeente
2) formule van een forfaitaire bijkomende vergoeding van 4 euro per aanwezige persoon op de receptie met een maximum van 600 euro. De organisator staat dan zelf in voor de bediening en het aanbod dranken en versnaperingen op de receptie.
HOOFDSTUK 9: TOELAGEN VOOR BUURTINITIATIEVEN EN WIJKFEESTEN
Artikel 17: Voorwaarden voor een toelage voor buurtinitiatieven en wijkfeesten met een uitgebreid programma
§1. Het gemeentebestuur wil de inwoners kansen bieden om initiatieven te nemen die de sociale contacten en het gemeenschapsgevoel in straten, buurten en wijken bevorderen door ze een financiële steun te verlenen.
§2. Elke buurtbewoner die een initiatief neemt voor een buurtinitiatief of wijkfeest, waarvan dit initiatief erkend wordt door minstens twee andere buurtbewoners, of elke georganiseerde groep of tijdelijke samenwerking van buurtbewoners kan een aanvraag voor een toelage voor buurtinitiatieven of wijkfeesten, al dan niet met uitgebreid programma, indienen.
Onder uitgebreid programma worden o.a. optredens, bals en fuiven, voorstellingen, kinderanimatie, gezinsnamiddagen, enz. verstaan. Het college van burgemeester en schepenen beslist aan de hand van de ingediende aanvraag en op basis van de criteria vermeld onder §3. en §4. onder welke van beide categorieën de activiteit valt.
Kermissen, privé-feesten, schoolfeesten en activiteiten met winstoogmerk komen hiervoor niet in aanmerking.
Verenigingen die reeds subsidies ontvangen van het gemeentebestuur komen hiervoor niet in aanmerking.
§3. Om in aanmerking te komen moet het buurtinitiatief of wijkfeest voldoen aan volgende voorwaarden:
§4. Om in aanmerking te komen als wijkfeest met uitgebreid programma, dient het wijkfeest te voldoen aan volgende criteria:
§5. Buurten, straten en wijken kunnen kunnen 2 maal per kalenderjaar een subsidie bekomen.
Artikel 18: Subsidiebedrag
Een buurtinitiatief of wijkfeest dat voldoet aan de voorwaarden zoals vermeld in artikel 17, §3 krijgt een toelage van 125 euro indien ten laatste 8 kalenderdagen na de activiteit aangevraagd.
Een wijkfeest met uitgebreid programma dat voldoet aan de criteria onder artikel 17, §4 kan een verhoogde subsidie tot maximaal 2 000 euro bekomen, dit in functie van de gemaakte kosten, waarbij gefocust wordt op de kosten voor podiumkunsten. Bij het evaluatiedossier bezorgt de organisator een overzicht van de kosten gemaakt voor podiumkunsten.
Artikel 19: Leefstraten
§1. Het gemeentebestuur ondersteunt de aanvragers tot het inrichten van een leefstraat onder de voorwaarden hierbij vastgelegd.
§2. Een leefstraat is een (deel van een) straat of plaats op het openbaar domein dat door en voor de bewoners van de buurt tijdelijk wordt heringericht waardoor de sociale cohesie, de ontmoeting en de dialoog in de buurt worden bevorderd.
§3. Een leefstraat die als dusdanig aanvaard wordt door het college van burgemeester en schepenen, krijgt een toelage van 100 euro.
§4. Deze forfaitaire toelage is combineerbaar met aanvragen voor een toelage als buurtinitiatief of wijkfeest en kan slechts één keer per kalenderjaar bekomen worden per leefstraat.
HOOFDSTUK 10: TOELAGEN VOOR TENTOONSTELLINGEN BEELDENDE KUNST
Artikel 20: Voorwaarden voor een toelage voor organisatie van een tentoonstelling beeldende kunst
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van dit reglement, wordt een toelage toegekend voor een tentoonstelling beeldende kunst indien wordt voldaan aan volgende voorwaarden:
Artikel 21: Subsidiebedrag
§1. Voor een tentoonstelling waarbij de kunstenaars hun werk in een korte periode bijeenbrengen in één locatie, wordt een forfaitaire toelage van 200 euro toegekend.
§2. In onderstaande gevallen is een verhoogde toelage mogelijk tot maximum de helft van de organisatiekosten tot een maximum van 500 euro:
De vraag om een verhoogde toelage dient in de aanvraag gemotiveerd.
Maximum één aanvraag per organisator in hetzelfde kalenderjaar.
HOOFDSTUK 11: TOELAGEN VOOR LOOPMANIFESTATIES
Artikel 22: Voorwaarden voor een toelage voor organisatie van een loopmanifestatie
Aan de organisatoren die voldoen aan artikel 2 van de toelagereglement, wordt een toelage toegekend voor de organisatie van een loopmanifestatie voor zover wordt voldaan aan volgende voorwaarden:
Artikel 23: Subsidiebedrag
Een toelage is mogelijk tot maximum de helft van de organisatiekosten met een maximum van 500 euro.
HOOFDSTUK 12: CREDITNOTASUBSIDIE VOOR ACTIVITEITEN VOOR HET GOEDE DOEL
Artikel 24
§1. Een organisator van een activiteit voor het goede doel, die voldoet aan de voorwaarden van §2. en §3., bekomt een creditnota tot maximaal 125 euro op de samengetelde gemeentelijke facturen ‘signalisatie- en/of feestmateriaal’, en/of ‘gebruik lokalen’ (zowel socio-culturele infrastructuur, als sportinfrastructuur). Dit indien de tussenkomst voorafgaand aan de activiteit werd aangevraagd. Indien de tussenkomst binnen de maand na de activiteit wordt aangevraagd, bedraagt de tussenkomst maximaal 75 euro.
De creditnota wordt toegepast op de aangerekende retributies en tarieven voor gebruik van signalisatie- en/of feestmateriaal en/of gebruik lokalen, met uitsluiting van boetes, aangerekende kosten bij schade, verlies of in gebreke blijven bij het gebruik van materiaal en/of lokalen, annuleringskosten, afhoudingen van waarborgen.
§2. Om in aanmerking te komen, moet het goede doel waarvoor de activiteit wordt georganiseerd, voldoen aan volgende voorwaarden:
1. het goede doel heeft een sociaal karakter en een maatschappelijk doel binnen de volgende categorieën: gezondheid (volksgezondheid algemeen, behandeling van ziekten en zieken, zorg voor mensen met een handicap, …), welzijn (maatschappelijke en sociale doelen, …) en slachtofferhulp;
2. het goede doel heeft een goed afgebakende organisatiestructuur. Indien het goede doel een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid is, bezit deze een financiële rekening op naam van het goede doel;
3. Komen als goede doel niet in aanmerking: de algemene werking, inhoudelijke projecten of investeringsprojecten van de verenigingen en organisaties die hetzij een nominatieve subsidie, hetzij op basis van een subsidiereglement een subsidie van de gemeente ontvangen.
§3. Om in aanmerking te komen, moeten de aanvraag en de activiteit voldoen aan volgende voorwaarden:
1. de aanvraag gebeurt door minstens twee personen die op een verschillend adres wonen in de gemeente Wevelgem;
2. bij de aanvraag wordt het goede doel nader omschreven;
3. de activiteit vindt plaats op het grondgebied Wevelgem;
4. de activiteit staat open voor de ganse Wevelgemse bevolking en is publieksgericht;
5. de activiteit komt niet in aanmerking voor een andere financiële ondersteuning van het gemeentebestuur, of de organisator verklaart geen andere gemeentelijke tegemoetkoming aan te vragen;
6. het hoofddoel van de activiteit zelf is het inzamelen van financiële of materiële steun voor een goed doel en wordt als dusdanig aangekondigd;
7. de opbrengst van de activiteit gaat, na aftrek van de organisatiekosten, integraal naar het vooropgestelde goede doel;
8. een activiteit die wordt georganiseerd ten voordele van de eigen werking, komt niet in aanmerking tenzij de reguliere werking van de organisator samenvalt met het goede doel zelf, en dat de opbrengst besteed wordt aan een duidelijk omschreven project die een sociaal karakter heeft en zich situeert in de categorie gezondheid, welzijn of slachtofferhulp;
9. de activiteit brengt mensen samen. Collectes en werving op straat of huis-aan-huis voor periodieke donatie komen niet in aanmerking.
§4. Uitbetaling
Voor de creditnota voor activiteiten voor het goede doel moet geen evaluatieformulier worden bezorgd. Er kan steeds gevraagd worden om bijkomende informatie te bezorgen over de activiteit en de juiste bestemming van de opbrengsten uit de activiteit.
HOOFDSTUK 13: AANVRAGEN, UITBETALINGSPROCEDURE EN CONTROLE
Artikel 25: Aanvragen
§1. Organisatoren die beroep willen doen op een toelage binnen dit reglement vullen een aanvraagformulier in en bezorgen dit formulier tenminste 4 weken voor het plaatsvinden van de manifestatie of voor de startdatum van het project aan het college van burgemeester en schepenen.
Een buurtinitiatief dat voldoet aan alle voorwaarden maar niet voldoet aan de aanvraagtermijn krijgt een toelage van 75 euro indien de aanvraag binnen de 4 weken na de activiteit werd aangevraagd.
§2. Het college van burgemeester en schepenen beslist op basis van het aanvraagdossier en op basis van het advies van de daartoe aangewezen ambtenaren over de toekenning van de subsidie en het voorlopige subsidiebedrag.
§3. Het subsidiereglement, de aanvraagformulieren en meer informatie kunnen bekomen worden bij de beleidsmedewerker cluster Vrije Tijd, bij de jeugd-, sport- of cultuurdienst of op de gemeentelijke website www.wevelgem.be.
Artikel 26: Uitbetaling
§1. De uitbetaling gebeurt na het plaatsvinden van het project en nadat de aanvrager een ingevuld evaluatieformulier, vergezeld van de nodige bewijsstukken, voorlegde aan het college van burgemeester en schepenen. Het evaluatieformulier en de financiële afrekening dienen binnen de 2 maanden na de beëindiging van het project te worden ingediend. Voor de toelagen van een jaarfeest of jubileum of een creditnotasubsidie moet geen evaluatieformulier bezorgd worden.
Voor toelagen van 500 euro en meer dienen als bewijsstuk voorgelegd: afschriften van facturen en rekeningen van de aangegane onkosten. Enkel die kosten die bij de financiële afrekening bewezen worden, komen in aanmerking.
§2. Er is geen mogelijkheid tot het uitbetalen van een voorschot.
§3. De betalingen voor een toelage ‘vernieuwend of bijzonder project’, ‘recurrente evenementen’, ‘erfgoedbelevingsprojecten’, ’kwalitatieve kleinschalige muziek- of kunstbeleving’, ‘herdenkingsplechtigheden en herinneringsactiviteiten’, ‘tentoonstellingen beelden kunst’, ‘loopmanifestaties’ en ‘jubilea’ aan verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid zullen steeds gebeuren op een financiële rekening op naam van de vereniging.
§4. De betalingen voor een toelage jaarfeest gebeurt op een financiële rekening op naam van de organisator. Indien het jaarfeest waarvoor een toelage wordt aangevraagd en toegekend, georganiseerd wordt door een particulier persoon, waarbij zijn initiatief erkend is door minstens twee andere jaargenoten, dan kan de toelage ook uitbetaald worden op een financiële rekening van deze particuliere persoon.
§5. De betalingen voor een toelage buurtinitiatief, leefstraat of wijkfeest met uitgebreid programma gebeuren, hetzij op een financiële rekening geopend op naam van de organiserende feitelijke vereniging, hetzij op een financiële rekening van de organiserende rechtspersoon. Indien het initiatief waarvoor een toelage wordt aangevraagd en toegekend, georganiseerd wordt door een particuliere buurtbewoner, waarbij zijn initiatief erkend is door minstens twee andere buurtbewoners, dan kan de toelage ook uitbetaald worden op een financiële rekening van deze buurtbewoner.
§6. De creditnotasubsidie voor activiteiten voor het goede doel wordt in mindering gebracht van de factuur zoals bedoeld in artikel 24.
Artikel 27: Controle
Het gemeentebestuur kan een administratieve en/of financiële controle uitvoeren.
De organisator nodigt het gemeentebestuur uit tot de activiteit waarvoor subsidie werd aangevraagd en toegekend, zodat controle en beoordeling door een afgevaardigde van het gemeentebestuur mogelijk is.
Het geven van onjuiste of onvolledige informatie kan leiden tot de terugvordering van een deel van of de volledige toelage. Ingeval van bedrog kan het college van burgemeester en schepenen bepalen dat een aanvrager voor een termijn van maximum 5 jaar niet meer in aanmerking komt voor een toelage op basis van dit reglement.
Artikel 2
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023 en heft het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 (en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022) op. Het reglement is van toepassing op projecten die plaatsvinden vanaf 1 januari 2023. Aanvragen voor projecten die doorgaan na 1 januari 2023, maar aangevraagd werden voor 1 januari 2023 conform het subsidiereglement gemeenschapsvormende activiteiten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 13 december 2013 (en gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020, 12 maart 2021, 7 mei 2021 en 8 september 2022) worden beoordeeld overeenkomstig de bepalingen van dit reglement als dit voordeliger is voor de aanvrager.