Hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst met de provincie West-Vlaanderen betreffende 'de planning van de aanleg van de (weg)infrastructuur op het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk' langs de Driemasten.
In samenspraak met de provincie West-Vlaanderen werd een fietsfondstraject opgestart voor de Driemasten (tussen kruispunt Daalstraat en de rotonde van de Bankstraat) om de fietsveiligheid en het fietscomfort te verbeteren op deze verbinding.
Voorliggende overeenkomst heeft tot doel de wederzijdse engagementen vast te leggen tussen de provincie en de gemeente Wevelgem betreffende de voorbereiding voor de realisatie van en de projectplanning voor 'de aanleg van fietsvoorzieningen langs de Driemasten te Wevelgem' in het kader van het provincieraadsbesluit van 22 maart 2018 betreffende de financiering van het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk in het kader van het Fietsfonds.
De samenwerkingsovereenkomst met de provincie West-Vlaanderen betreffende 'de planning van de aanleg van de (weg)infrastructuur op het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk' langs de Driemasten wordt goedgekeurd als volgt:
Tussen:
- de provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de deputatie, voor wie optreedt, de gedeputeerde voor mobiliteit, de heer Jurgen Vanlerberghe, en het diensthoofd-directeur van de dienst mobiliteit en infrastructuur, de heer Evert De Pauw, en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de deputatie (van........), hierna genoemd 'de provincie'
- en de gemeente Wevelgem, vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreedt de heer Jo Libeer, voorzitter van de gemeenteraad, en de heer Kurt Parmentier, algemeen directeur, en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad (van 9 maart 2023), hierna genoemd 'de gemeente Wevelgem'.
Artikel 1 Voorwerp van onderhavige overeenkomst
§1. De overeenkomst heeft tot doel de wederzijdse engagementen vast te leggen tussen de provincie en de gemeente betreffende de voorbereiding voor de realisatie van en de projectplanning voor 'de aanleg van fietsvoorzieningen langs de Driemasten te Wevelgem' in het kader van het provincieraadsbesluit van 22 maart 2018 betreffende de financiering van het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk in het kader van het Fietsfonds.
§2. Naast het Fietsfondsproject wenst de gemeente werken uit te voeren aan de rijweg en/of riolering en/of andere werken, niet gerelateerd aan het Fietsfondsproject. Gelet op de samenhang zijn beide partijen van oordeel dat zowel het Fietsfondsproject als de werken aan de rijweg en/of riolering en/of andere werken, dienen te worden opgenomen in één uitvoeringsdossier en de werken en de opdracht in het algemeen belang dienen te worden samengevoegd.
Artikel 2 Wederzijdse engagementen m.b.t. de realisatie van het project
§1. De gemeente neemt in voorkomend geval alle noodzakelijke ingrepen en alle overige kosten, die niet vallen onder de Fietsfondsregeling, volledig op zich, inclusief de grondverwervingen, maakt hiervoor de nodige voorzieningen in haar meerjarenplan vrij en stelt een opdrachthouder aan voor de realisatie van de grondverwervingen.
§2. De kosten voor de opmaak van het uitvoeringsdossier, met name de studiekosten, erelonen, kosten voor veiligheidscoördinatie, kosten voor grondonderzoek, kosten voor opmaak en conformverklaring van het technisch verslag, kosten voor opmaak en de aktename van de archeologienota, kosten voor opmaak en conformverklaring sloopopvolginsplan en toezichtskosten met betrekking tot het Fietsfondsproject, worden volledig gedragen door de provincie als aanbestedende overheid. Alle kosten verbonden aan de opmaak van het uitvoeringsdossier voor het vernieuwen van de rijwegen en/of aanleg van de riolering en/of andere werken, niet gerelateerd aan het Fietsfondsproject, vallen ten laste van de gemeente en/of rioolbeheerder.
§3. De gunningsprocedure en uitvoering van de werken, alsook de kostenverdeling, worden nader geregeld in een overeenkomst voor een gezamenlijke overheidsopdracht van werken, die wordt afgesloten op het moment van de voorlegging van het ontwerp en de wijze van gunnen aan de bevoegde bestuursorganen.
§4. De gemeente verleent een bouwrecht op zijn grond aan de provincie voor de aanleg van de in artikel 1, §1 bedoelde infrastructuur. De gemeente verzaakt aan het recht de wegruiming of schadevergoeding te vorderen bedoeld in artikel 3.63, §4 van het B.W.
§5. De gemeente verbindt zich ertoe om, binnen een termijn (te bepalen in onderling overleg met de provincie), de nodige flankerende maatregelen te nemen en aan te brengen op de gemeentewegen, inclusief groen- en bomenaanplant, dit conform start- en projectnota.
§6. De gemeente verbindt zich er toe om, na de voorlopige oplevering van de werken, het beheer en het onderhoud van de in artikel 1, §1 bedoelde nieuwe infrastructuur, gelegen op haar openbaar domein, over te nemen.
Artikel 3 Wederzijdse engagementen m.b.t. de projectplanning
§1. De partijen engageren zich tot het volgen van de kwaliteitseisen inzake projectplanning, fietsinfrastructuur, milieu- en waterbeheer zoals onder meer vastgelegd in het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013, het Vademecum Fiets van de Vlaamse overheid, de Lichtvisie West-Vlaams Platteland, de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater en de provinciale stedenbouwkundige verordening baangrachten.
§2. De partijen engageren zich tot het respecteren van de planningsafspraken in bijlage 1, teneinde de doorlooptijden van de diverse procedures niet nodeloos te laten uitdeinen. Een geactualiseerde timing wordt opgemaakt via een projectfiche.
§3. Beide partijen verbinden zich er toe de andere partij op de hoogte te houden van de vooruitgang van de voorbereidingen, de andere partij uit te nodigen op overlegvergaderingen, bewonersvergaderingen, … en rekening te houden met de technische en juridische opmerkingen van de andere partij.
Artikel 4 Provinciale herkenbaarheid
De gemeente verbindt zich er toe om, bij verspreiden van informatie naar pers en publiek, melding te maken van de betrokkenheid van het provinciebestuur overeenkomstig het reglement betreffende de provinciale herkenbaarheid (desgevallend zoals vermeld in bijlage 3) bij elke vorm van provinciale subsidie en desgevallend van andere partners die meefinancieren.
Artikel 5 Niet naleving
Indien één van de partijen in gebreke blijft om deze overeenkomst na te leven, kan de andere partij de in gebreke blijvende partij hierover aangetekend in gebreke stellen. De in gebreke blijvende partij dient binnen een termijn van 2 maanden een verantwoording te verstrekken.
Indien er geen afdoende verantwoording wordt gegeven, heeft de andere partij het recht tot eenzijdige ontbinding.
Alle eventuele conflicten en geschillen vallen uitsluitend onder de bevoegdheid van de rechtbank van het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen, afdeling Brugge.
Artikel 6 Bijlagen
De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen en maken integraal deel uit van deze overeenkomst. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de overeenkomst, zo wel primeert de tekst van de overeenkomst. De volgende bijlagen zijn aan deze overeenkomst toegevoegd:
Bijlage 1: schema planningsafspraken
Bijlage 2: reglement betreffende provinciale herkenbaarheid (art. 4)
Bijlage 3: overzicht financiering van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk
- Besluit van de provincieraad van 22 maart 2018 betreffende financiering van het bovenlokaal fietsroutenetwerk
- Besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid en latere aanvullingen en latere wijzigingen, Hoofdstuk 3 – Afdeling 1 – Art. 49.