Terug
Gepubliceerd op 15/02/2021

Notulen  gemeenteraad

vr 11/12/2020 - 18:30 Digitale zitting
Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
Kurt Parmentier, algemeen directeur
Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden
  • Openbaar

    • 0Varia

      • Meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021): deel gemeente

        Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
        Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
        Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
        Kurt Parmentier, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

        Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 (2021), deel van de gemeente, wordt vastgesteld.

        Feiten, context en argumentatie

        Het betreft de goedkeuring van de aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 (2021).

        Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) werd besproken op het managementteam van 16 oktober 2020 en 20 november 2020.

        Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) werd besproken op de gemeenteraadscommissie algemeen beleid van 24 november 2020.

        Vorige beslissingen
        • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2020: meerjarenplan 2020-2025 (2021).
        • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 november 2020: meerjarenplan 2020-2025 (2021).
        • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 november 2020: meerjarenplan 2020-2025 (2021).
        • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 oktober 2020: meerjarenplan 2020-2025 (2021).
        Hogere regelgeving
        • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 254 en volgende en artikel 249, §3.
        • Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus.
        • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus met de bijbehorende bijlagen met de schema's en de rekeningstelsels.
        Beslissing

        Artikel

        De financiële nota van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 (2021) kent volgende (geconsolideerde) resultaten:

        • Beschikbaar budgettair resultaat
        2020

        27 873 849 euro

        2021  15 533 402 euro
        2022  10 030 535 euro
        2023  7 116 714 euro
        2024 3 315 590 euro
        2025  4 574 200 euro
        • Autofinancieringsmarge
        2020

        3 070 373 euro

        2021 573 128 euro
        2022 1078 981 euro
        2023 709 730 euro
        2024  759 755 euro
        2025  807 674 euro
        • Gecorrigeerde autofinancieringsmarge
        2020

        3 740 970 euro

        2021 1 129 419 euro
        2022 1 793 794 euro
        2023 1 592 652 euro
        2024 1 930 124 euro
        2025 2 195 131 euro

        Artikel 2

        De kredieten voor het gedeelte van de gemeente worden goedgekeurd.

      • Meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021): definitieve vaststelling

        Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
        Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
        Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
        Kurt Parmentier, algemeen directeur
        Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

        De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021), deel van het OCMW, wordt goedgekeurd en de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) wordt in zijn geheel definitief vastgesteld.

        Feiten, context en argumentatie

        De gemeenteraad van heden stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) voor het deel van de gemeente vast.

        De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) voor het deel van het OCMW vast.

        Vorige beslissingen
        • Beslissing van de gemeenteraad van 11 december 2020: meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021): deel gemeente.
        • Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 11 december 2020: meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021): deel OCMW.
        Hogere regelgeving
        • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 254 en volgende en artikel 249, §3.
        • Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus.
        • Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus met de bijbehorende bijlagen met de schema's en de rekeningstelsels.
        Beslissing

        Artikel 1

        Het deel van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021), zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 11 december 2020, wordt goedgekeurd.

        Artikel 2

        De meerjarenplanaanpassing 2020 - 2025 (2021), omvattende een strategische en financiële nota, wordt in zijn geheel definitief vastgesteld.

        De financiële nota van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) kent volgende (geconsolideerde) resultaten:

        • Beschikbaar budgettair resultaat

        2020

        27 873 849 euro

        2021 15 533 402 euro
        2022 10 030 535 euro
        2023 7 116 714 euro
        2024 3 315 590 euro
        2025 4 574 200 euro
        • Autofinancieringsmarge

        2020

        3 070 373 euro

        2021 573 128 euro
        2022 1 078 981 euro
        2023 709 730 euro
        2024 759 755 euro
        2025 807 674 euro
        • Gecorrigeerde autofinancieringsmarge

        2020

        3 740 970 euro

        2021 1 129 419 euro
        2022 1 793 794 euro
        2023 1 592 652 euro
        2024 1 930 124 euro
        2025 2 195 131 euro
    • Overheidsopdrachten

      • Wijze van gunnen

        • Samenwerkingsproject gemeente-SPWe: bouwen van een polyvalente zaal/refter, lot omgevingswerken

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden
          Kurt Parmentier, algemeen directeur

          Raming: 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).

          Openbare procedure.

          Feiten, context en argumentatie

          De ontwerpopdracht voor de opdracht 'samenwerkingsproject gemeente-SPWe: bouwen van een polyvalente zaal/refter' werd gegund aan DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem.

          In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. PS_021 omgevingswerken opgesteld door de ontwerper, de heer Rik Behaegel van DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

          Meerjarenplan en budget

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0710-00/220007/I-PB2-AP13 (PB2-ACT37) van het investeringskrediet.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 oktober 2018: samenwerkingsproject gemeente-SPWe: overname contract ontwerper.
          Hogere regelgeving
          • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
          • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, §1, 1° a) (de goed te keuren uitgave (excl. btw) bereikt de drempel van 139 000 euro niet).
          • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
          • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
          • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
          Beslissing

          Artikel 1

          Het bestek met nr. PS_021 omgevingswerken en de raming voor de opdracht 'bouwen van een polyvalente zaal/refter, omgevingswerken', opgesteld door de ontwerper, de heer Rik Behaegel van DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).

           

          Artikel 2

          Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

        • Aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2021

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          Raming: 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).

          Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (herhalingsopdracht).

          Feiten, context en argumentatie

          De gemeenteraad verleende in zitting van 14 februari 2020 goedkeuring aan het bestek met nr. 2863/00420 van de oorspronkelijke opdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2020' en de plaatsingsprocedure, met name de openbare procedure

          In het oorspronkelijke bestek met nr. 2863/00420 is de mogelijkheid opgenomen de opdracht te herhalen ingevolge een onderhandelingsprocedure volgens artikel 42, §1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten, zijnde het gunnen van nieuwe werken, bestaande uit een herhaling van soortgelijke werken, aan de aannemer waaraan de eerste opdracht werd gegund door dezelfde aanbestedende overheid bij een in artikel 35, eerste lid, bedoelde procedure, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met het basisproject. De gunning van de herhalingsopdracht moet gebeuren binnen 3 jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht.

          Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 29 april 2020 de oorspronkelijke opdracht gegund aan Van Robays nv.

          In het kader van de herhalingsopdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2021' werd een bestek met nr. 2326/06720 opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit.

          De uitgave voor deze herhalingsopdracht wordt geraamd op 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).

          Meerjarenplan en budget

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG van het investeringskrediet.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 april 2020: aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2020 - goedkeuring gunning.
          • Beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020: aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2020 - goedkeuring bestek en plaatsingsprocedure.
          Hogere regelgeving
          • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
          • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, §1, 2°.
          • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
          • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
          • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
          Beslissing

          Artikel 1

          Het bestek met nr. 2326/06720 en de raming voor de opdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2021', opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).

           

          Artikel 2

          Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (herhalingsopdracht) en zonder een beroep te doen op de mededinging. De opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht wordt uitgenodigd om een offerte in te dienen.

        • Heraanleg koer en pad Chiro Gullegem

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, Jelle Stragier, gemeenteraadsleden

          Raming:

          * Perceel 1 (heraanleg pad): 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw)
          * Perceel 2 (heraanleg koer en buffering): 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.

          Totaal: 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.

          Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Feiten, context en argumentatie

          De gemeente wenst de koer van Chiro Okido her aan te leggen. Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput) conform een eerder verleende stedenbouwkundige vergunning. De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen waarbij de gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid.

          In het kader van de opdracht 'heraanleg koer en pad Chiro Gullegem' werd een bestek met nr. 2283/02420 opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit.

          Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
          * Perceel 1 (heraanleg pad), raming: 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw);
          * Perceel 2 (heraanleg koer en buffering), raming: 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente..

          De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Meerjarenplan en budget

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG van het investeringskrediet.

          Hogere regelgeving
          • Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
          • Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, §1, 1° a) (de goed te keuren uitgave (excl. btw) bereikt de drempel van 139 000 euro niet) en artikel 48.
          • Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
          • Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
          • Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
          Beslissing

          Artikel 1

          Het bestek met nr. 2283/02420 en de raming voor de opdracht 'heraanleg koer en pad Chiro Gullegem', opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt:

          * Perceel 1 (heraanleg pad): 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw);
          * Perceel 2 (heraanleg koer en buffering): 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.

          De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente

           

          Artikel 2

          Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

        • Samenwerkingsovereenkomst betreffende de heraanleg koer en buffering Chiro Okido

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, Jelle Stragier, gemeenteraadsleden

          Keurt de samenwerkingsovereenkomst met Chiro Okido betreffende de heraanleg koer en buffering goed.

          Feiten, context en argumentatie

          De bouwwerken aan de lokalen van Chiro Okido vormden de gelegenheid om ook de omgeving te renoveren. In een eerste fase werd de omgeving van het 'kerkeputje' aangepakt. Nu worden de heraanleg van de koer en het pad gepland.

          Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput) conform een eerder verleende stedenbouwkundige vergunning (dossier 2013/10312) zoals verleend door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 27 november 2013.

          De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen waarbij de gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid.

          Het is aangewezen om de respectieve rechten en verplichtingen bij de uitvoering van voornoemde werken vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst.

          Meerjarenplan en budget

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG (actie GBB-OIM) van het investeringskrediet.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 september 2020: heraanleg omgeving Chiro - definitieve oplevering.
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16 november 2016: heraanleg omgeving Chiro - gunning.
          • Beslissing van de gemeenteraad 9 september 2016: heraanleg omgeving Chiro - wijze van gunnen.
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 november 2013: stedenbouwkundige vergunning dossiernummer: 2013/10312.
          Hogere regelgeving
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40.
          Beslissing

          De samenwerkingsovereenkomst met Chiro Okido betreffende heraanleg koer Chiro Okido wordt goedgekeurd als volgt:

          Tussen:        
          Het gemeentebestuur van Wevelgem, met zetel te Vanackerestraat 16, 8560 Wevelgem, voor wie optreedt de heer Jo Libeer, voorzitter van de gemeenteraad, en de heer Kurt Parmentier, algemeen directeur, hierna genoemd 'de gemeente'

          en:
          Chiro Okido, met zetel te Schuttershoflaan 18A, 8560 Gullegem, voor wie optreedt mevrouw Margot Lannoo en de heer Birger Deserrano, hoofdleiding, hierna genoemd 'Chiro Okido'


          wordt overeengekomen wat volgt:


          Artikel 1: Voorwerp

          De gemeente wenst de koer van Chiro Okido aan te leggen. Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput).

          De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen. Chiro Okido en de gemeente wensen derhalve een opdracht van werken nl. 'de heraanleg van de koer van Chiro Okido’ te laten uitvoeren waar bij de heraanleg ook een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd wordt voor de lokalen van Chiro Okido en buffering voorzien wordt voor de dakoppervlakte.

          De gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid op zich om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van die opdracht als aanbestedende overheid op te treden, overeenkomstig de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

          De overeenkomst heeft tot doel de wederzijdse verbintenissen omtrent de opdracht vast te leggen tussen Chiro Okido en de gemeente.

           

          Artikel 2: Onderverdeling van de werken en kosten

          De opmaak en de kosten voor het uitvoeringsdossier van de opdracht, met name de studiekosten, erelonen, kosten voor veiligheidscoördinatie, kosten voor grondonderzoek, kosten voor opmaak en conformverklaring van het technisch verslag, kosten voor opmaak bekrachtigde archeologienota, kosten voor opmaak en conformverklaring sloopopvolgingsplan en toezichtskosten zijn ten laste van de aanbestedende overheid.

          De aanbestedende overheid staat in voor het verwerven van de vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken en draagt de kosten hieraan verbonden.

           

          De kosten voor de opdracht van werken zijn onder te verdelen in:

          • Deel A: voor rekening van de gemeente, hierna genoemd 'deel A': alle werken die niet vallen onder deel B (de heraanleg van de koer en heraanleg van het padje).
          • Deel B: voor rekening van Chiro Okido, hierna genoemd 'deel B': een gescheiden rioleringsstelsel wordt aangelegd voor de lokalen van Chiro Okido en buffering wordt voorzien voor de dakoppervlakte.

           

          Een gedetailleerde kostenraming wordt opgemaakt, in samenspraak tussen Chiro Okido en de gemeente met aanduiding van:

          1) de (posten en) kosten m.b.t. deel A,

          2) de (posten en) kosten m.b.t. deel B en

          3) de totaalkost van de werken.

           

          Elke partij staat financieel in voor het deel van de opdracht dat te haren laste is en zal hiervoor tijdig alle nodige financiële middelen vrijmaken teneinde alle verplichtingen en engagementen genomen binnen het kader van deze overeenkomst te kunnen honoreren. Partijen zullen in dat opzicht nooit solidair moeten optreden.

           

          Artikel 3: Bestek

          Chiro Okido en de gemeente staan in voor de goedkeuring van het ontwerp en het bestek voor het deel van de opdracht dat te hunnen last is.

          Chiro Okido neemt, tegenover de aanbestedende overheid, de volledige verantwoordelijkheid voor het ontwerp, de administratieve bepalingen en de technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laat inlassen en alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken voor het deel van de opdracht dat te haren laste is.

           

          De infrastructuurwerken ten laste van Chiro Okido (deel B) en deze ten laste van de gemeente (deel A), worden in het bestek en de opmetingen telkens onder een afzonderlijk deel vermeld en maken het voorwerp uit van afzonderlijke door de aannemer op te stellen vorderingsstaten.

           

          Artikel 4: Plaatsingsprocedure en gunning

          Als aanbestedende overheid schrijft de gemeente de plaatsingsprocedure uit, staat in voor de opening van de offertes, maakt het gunningsverslag op en keurt de offerte van de in aanmerking komende (economisch meest voordelige) inschrijver goed. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het feit dat de aanneming één ondeelbaar geheel uitmaakt en dat alle werken dus moeten gegund worden aan de in aanmerking komende inschrijver voor de totaliteit van de opdracht.

          De aanbestedende overheid zal de kennisgeving van de gunning van de gezamenlijke opdracht slechts betekenen nadat alle partijen hebben ingestemd met het gunningsvoorstel en op ondubbelzinnige wijze een verklaring hebben afgelegd dat zij akkoord gaan met het gedeelte van de werken te hunnen laste en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.

          In voorkomend geval verzoekt de aanbestedende overheid de inschrijvers om een verlenging van de verbintenistermijn van de inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de andere partij. In elk geval zal zij dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zoniet kan de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging de financiële gevolgen ervan ten laste worden gelegd.

           

          Artikel 5: Borgtocht

          De aanbestedende overheid verzoekt de aannemer om de borgtocht te stellen. Deze heeft betrekking op de totaliteit van de opdracht. De aanbestedende overheid kan dus eventueel beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal die borgtocht uiteraard geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van de partij(en) ten aanzien van wie de aannemer tekort geschoten is en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs.

          Aanwending van de borgtocht zal enkel gebeuren op aanvraag en/of met goedkeuring van de betrokken partijen.

           

          Artikel 6: Leiding der werken

          De gemeente is aanbestedende overheid van de opdracht en duidt bijgevolg de leidend ambtenaar aan. De leiding gebeurt dus op kosten van de aanbestedende overheid.

          De leidend ambtenaar neemt de leiding van de opdracht waar. Dit betekent dat hij alleen instaat om voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt, opdrachten te geven aan de aannemer, het proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, het proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering op te maken, de vorderingsstaten goed te keuren, de verrekeningen, de schorsing van de opdracht en de eventuele van ambtswege te nemen maatregelen voor te stellen. Elke beslissing in dit verband die rechtsgevolgen meebrengt, vergt het akkoord of goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen als bevoegd orgaan van de aanbestedende overheid.

           

          Artikel 7: Toezicht der werken

          De aanbestedende overheid staat in voor het toezicht van alle werken en draagt daarvan de kosten.

          Chiro Okido mag gemandateerde waarnemers aanstellen die de werken te haren laste mee mogen opvolgen. Deze gemandateerde waarnemers kunnen advies geven aan de leidend ambtenaar en/of aan de door hem aangestelde toezichter. Dit advies is eveneens bindend tenzij er tegenstrijdigheden zouden kunnen uit voortvloeien.

          Chiro Okido draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het advies dat deze gemandateerde waarnemers verstrekken en staat ook in voor de hieruit voortvloeiende kosten.

          Ook de aanbestedende overheid kan waarnemers of externen aanstellen waarbij ze in dit geval de kosten ervan draagt.

           

          Artikel 8: Wijziging tijdens de uitvoering

          Indien de gemeente tijdens de uitvoering al of niet belangrijke wijzigingen van de opdracht voor het gedeelte ten laste van Chiro Okido noodzakelijk acht, wordt vóór de beslissing met een eventuele betekening van de goedkeuring aan de aannemer het akkoord van Chiro Okido bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en verrekeningen.

          Chiro Okido draagt de volledige verantwoordelijkheid, ook de financiële, voor onder meer het tijdig verlenen van dit akkoord.

            

          Artikel 9: Vrijwaring van de aanbestedende overheid

          Behoudens in geval van een zware fout of nalatigheid vanwege de aanbestedende overheid verbindt Chiro Okido zich ertoe om met betrekking tot de werken te haren laste, de aanbestedende overheid volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen. De aanbestedende overheid verstrekt alle inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.

           

          Artikel 10: Betaling der werken

          De betaling van de werken onder deel B is ten laste van Chiro Okido, deel A is voor rekening van de gemeente.

          Per deel worden afzonderlijke vorderingsstaten, betalingsaanvragen en facturen opgemaakt. De vorderingsstaten en betalingsaanvragen worden voor nazicht en eventuele verbetering aan de aanbestedende overheid overgemaakt. Deze beschikt over een termijn van 10 kalenderdagen na de datum van ontvangst om de goedgekeurde of verbeterde documenten aan de betrokken partijen over te maken. De betrokken partijen beschikken over een termijn van 5 kalenderdagen om hun akkoord te geven met betrekking tot hun aandeel in de werken.

          Ingeval het overschrijden van de hierboven vastgestelde termijn aanleiding geeft tot laattijdige betaling zullen de daar uitvloeiende verwijlinteresten en andere schadevergoedingen ten laste vallen van de in gebreke gebleven partij, hetzij volledig, hetzij verhoudingsgewijze zo er nog andere oorzaken zijn van laattijdige betaling.

           

          Artikel 11: Boetes en kortingen wegens minwaarde

          De boetes, straffen en/of kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald deel, komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes (van algemene aard), straffen en/of kortingen wegens minwaarde die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn aan een bepaald deel, worden pro rata van de inschrijvingsbedragen voor de verschillende delen verdeeld over de verschillende partijen.

           

          Artikel 12: Voorlopige en definitieve oplevering 

          Aangezien het één globale aanneming betreft, wordt de voorlopige en definitieve oplevering verleend voor gans de opdracht, dus voor alle delen samen.

          De processen-verbaal van de voorlopige en definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en mede ondertekend. Een afschrift wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, overgemaakt aan Chiro Okido.

          Voor het plaatsbezoek met het oog op de opleveringen dienen de betrokken partijen tijdig uitgenodigd te worden. Iedere partij dient de mogelijkheid geboden te worden om tegensprekelijk zijn opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering. Indien de partijen oordelen dat de opdracht niet opgeleverd kan worden, geven zij hiervoor een duidelijke motivatie. De leidend ambtenaar oordeelt zoals beschreven in artikel 6 (leiding der werken).

          Tijdens de waarborgperiode zal Chiro Okido, de gemeente als opdrachtgevend bestuur elke eventuele gebrekkige uitvoering i.k.v. de opdracht ‘de heraanleg van de koer van Chiro Okido’ rapporteren. De gemeente zal als opdrachtgevend bestuur vervolgens met de aannemer contact opnemen in verband met de nodige herstellingswerken. 

           

          Artikel 13: Vrijgave borgtocht

          De vrijgave van de borg heeft betrekking op de ganse aanneming.

           

          Artikel 14: Sancties

          Als één van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft, kunnen de kosten, gedragen door de andere partij, verhaald worden op de in gebreke blijvende partij.

    • Algemeen bestuur

      • Financiën

        • Dotatie politiezone Grensleie

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          De dotatie aan de politiezone Grensleie, ten laste van de gemeente Wevelgem, wordt vastgesteld op 4 090 741 euro. Er wordt een investeringstoelage van 3 200 euro vastgesteld.

          Feiten, context en argumentatie

          De gemeente Wevelgem maakt deel uit van de politiezone Grensleie (Menen - Ledegem - Wevelgem).

          De dotatie van de gemeente Wevelgem aan de politiezone Grensleie, voor het dienstjaar 2021, opgenomen in het ontwerp van politiebegroting 2021 dat geagendeerd wordt voor de politieraad van 17 december 2020, wordt begroot op 4 090 741 euro. In de documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) is een dotatie aan de politiezone van 4 090 741 euro en een investeringstoelage van 3 200 euro opgenomen.

          Meerjarenplan en budget

          Met dit akkoord wordt uitvoering gegeven aan volgend actieplan uit het meerjarenplan 2020-2025: 'Het lokale veiligheidsbeleid wordt gerealiseerd, waarvoor sterk samengewerkt wordt met de partners in de politie- en de hulpverleningszone'.

          Hogere regelgeving
          • Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in het bijzonder artikel 40.
          • Koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone.
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 9°.
          Beslissing

          De gemeentelijke dotatie voor de politiezone Grensleie wordt voor het dienstjaar 2021 vastgesteld op 4 090 741 euro. Er wordt een investeringstoelage van 3 200 euro vastgesteld.

        • Belastingen en retributies

          • Reglement op de aanvullende personenbelasting voor aanslagjaar 2021

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            De aanvullende belasting op de personenbelasting voor aanslagjaar 2021 wordt vastgesteld op 6,8%.

            Feiten, context en argumentatie

            Het huidige reglement op de 'aanvullende personenbelasting' eindigt op 31 december 2020 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze belasting is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.

            Voor 2021 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het tarief blijft behouden op 6,8%.

            Meerjarenplan en budget

            De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730100 van het exploitatiekrediet 2021.

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: reglement op de aanvullende personenbelasting voor aanslagjaar 2020.
            Hogere regelgeving
            • Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder artikel 465 tot en met artikel 470/2.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §3 en artikel 41, 2de lid, 14°.
            Beslissing

            Artikel 1

            Voor het aanslagjaar 2021 wordt een aanvullende belasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

             

            Artikel 2

            De belasting wordt vastgesteld op 6,8% van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

             

            Artikel 3

            De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

          • Reglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2021

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Joke De Smet, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            De opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2021 worden vastgesteld op 1 133,50 opcentiemen.

            Feiten, context en argumentatie

            Het huidige reglement op de 'opcentiemen op de onroerende voorheffing' eindigt op 31 december 2020 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze opcentiemen is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.

            Voor 2021 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het huidige tarief van 1 133,50 opcentiemen op de onroerende voorheffing blijft behouden.

            Meerjarenplan en budget

            De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730000 van het exploitatiekrediet 2021.

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2020.
            Hogere regelgeving
            • Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in het bijzonder artikel 464/1.
            • Decreet houdende de Vlaamse codex fiscaliteit, in het bijzonder artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §3 en artikel 41, 2de lid, 14°.
            Beslissing

            Artikel 1

            Er worden voor het aanslagjaar 2021 duizend honderddrieëndertig en vijftig honderdsten (1 133,50) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.

             

            Artikel 2

            De vestiging en de inning van de gemeentelijke opcentiemen zullen door het toedoen van de Vlaamse Belastingdienst geschieden, zoals bepaald in
            artikel 3.1.0.0.4 van het decreet houdende de Vlaamse codex fiscaliteit.

          • Wijziging algemeen retributiereglement

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            De wijziging van het algemeen retributiereglement wordt goedgekeurd. 

            Feiten, context en argumentatie

            Het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking treedt in werking per 1 januari 2021. De maximale vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest wordt door dit besluit vastgelegd. De mogelijke vergoeding betreft niet langer de loutere afgifte van een conformiteitsattest door de burgemeester, maar slaat op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest door de burgemeester. Het betekent enerzijds dat er ook een vergoeding kan gevraagd worden als na een woningkwaliteitsonderzoek een conformiteitsattest geweigerd wordt en anderzijds dat er enkel een vergoeding kan gevraagd worden als het conformiteitsattest expliciet wordt aangevraagd.
            Er wordt voorgesteld om deze maximale vergoeding over te nemen in het algemeen retributiereglement (artikel 5.4). In hoofdstuk 5 worden verder een aantal verfijningen aangebracht, in het bijzonder wat betreft het verstrekken van vastgoedinformatie en stedenbouwkundige en milieu-inlichtingen. Een tegemoetkoming voor de personeelskosten voor opzoeking, rekening houdend met de omvang hiervan, lijkt gepast.

            Op 6 mei 2020 werd de opdracht 'levering en implementatie van een softwarepakket voor het coördineren en afhandelen van innames openbaar domein en evenementen met koppeling met GIPOD' aan de firma Merkator nv gegund. Een efficiënte implementatie van deze software, met onder meer een automatische aanrekening van de verschuldigde retributie, vergt bijsturing van de interne werking maar ook van het algemeen retributiereglement (hoofdstuk 15 en hoofdstuk 11). Hierbij werd rekening gehouden met een klantvriendelijke benadering, de automatiseringsmogelijkheden die de software biedt en een vlotte verwerking voor de behandelaars.

            Wijziging hoofdstuk 15
            De vrijstelling van retributie voor innames t.e.m. 4 kalenderdagen blijft behouden, dit stimuleert om de innames zo kort mogelijk te houden en derhalve de hinder te beperken in de tijd. De verschuldigde retributie (vanaf de 5de dag) wordt vastgelegd als een dagtarief, afhankelijk van de ingenomen oppervlakte. Voor innames t.h.v. een blauwe zone of een stop & shop-zone of een zone voor bewonersparkeren wordt niet langer een bijkomende 'parkeervergoeding' aangerekend. Een betaalde retributie is niet terugvorderbaar.

            Wijziging hoofdstuk 11
            Er wordt niet langer een afzonderlijke retributie aangerekend voor het ontlenen van signalisatiemateriaal. Wel moet de aanvrager nog steeds zelf instaan voor het ophalen en het terugbrengen van borden. Enkel indien het signalisatiemateriaal op uitdrukkelijke vraag van de aanvrager dient uitgezet en weggenomen blijft een retributie verschuldigd. Ook wordt bij beschadiging en verlies van het signalisatiemateriaal de kostprijs voor herstel of vervanging verder doorgerekend.

             

            Het college van burgemeester en schepenen gunde op 27 mei 2020 de opdracht 'leveren en plaatsen fietskluis' aan Koppen bv. Deze fietskluis wordt ingeplant t.h.v. het station. De gebruikers van deze fietskluis moeten een retributie betalen voor het gebruik van de fietskluis. Hiertoe wordt een hoofdstuk 19ter ingevoerd.

             

            Tenslotte wordt artikel 20.2 aangevuld waarbij uitdrukkelijk bevestigd wordt dat het college van burgemeester en schepenen ook het tarief voor administratieve kosten verbonden aan gemeentelijke dienstverlening kan vaststellen wanneer deze nog niet door de gemeenteraad werden vastgesteld.

             

            Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019 (en latere wijzigingen) moet in die zin aangepast worden.

            Meerjarenplan en budget

            De inkomsten van deze retributies worden aangerekend op het exploitatiekrediet, op rekening

            • 0600-00/700120 voor de retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen
            • 0200-00/720220 voor de retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal
            • 0400-00/702113 voor de retributie op de ingebruikname van het openbaar domein voor werken
            • 0200-00/702116 voor de retributie voor gebruik fietskluis.


            Vorige beslissingen
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen gunde van 27 mei 2020: 'leveren en plaatsen fietskluis' - gunning aan Koppen bv.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 mei 2020: 'levering en implementatie van een softwarepakket voor het coördineren en afhandelen van innames openbaar domein en evenementen met koppeling met GIPOD' - gunning aan Merkator nv.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019 en latere wijzigingen: algemeen retributiereglement.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 januari 2016: reglement ontlenen signalisatiemateriaal.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013 en latere wijzigingen: algemene politieverordening, in het bijzonder artikel 206bis.
            Hogere regelgeving
            • Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking, in het bijzonder artikel 8.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §3 en artikel 41, 2de lid, 14°.
            Beslissing

            Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020 en 13 maart 2020, wordt gewijzigd als volgt:


            Artikel
            1
            'Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen' wordt integraal vervangen als volgt:

            Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen

            Artikel 5.1.

            Er wordt een retributie gevestigd op het behandelen van omgevingsdossiers, het opmaken van documenten en het opmaken en versturen van inlichtingen inzake stedenbouw, milieu, omgeving en wonen voor notarissen, vastgoedmakelaars en andere.

            Artikel 5.2. Retributie voor het afleveren van stedenbouwkundige en planologische attesten

            Voor het afleveren van stedenbouwkundige attesten in de zin van artikel 5.3.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening of planologische attesten in de zin van artikel 4.4.24 e.v. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening is een retributie verschuldigd van 10 euro.

            Artikel 5.3. Retributie voor dossier- en administratiekosten bij een omgevingsvergunning

            Voor dossier- en administratiekosten wordt een vast recht gevraagd van:

            • 10 euro voor het behandelen van aanvragen met betrekking tot meldingen en dossiers met een eenvoudige dossiersamenstelling
            • 40 euro voor het behandelen van een omgevingsvergunningsaanvraag, verhoogd met:
              • een bijkomend vast recht van 10 euro per bijkomende woongelegenheid, indien de aanvraag betrekking heeft op een gebouw dat meerdere woongelegenheden omvat
              • een bijkomend vast recht van 10 euro per bijkomende schijf van 500 m² indien het gebouw groter is dan 500 m²
            • 20 euro per lot voor het behandelen van een aanvraag voor omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden
            • 20 euro forfaitair voor het behandelen van een aanvraag tot bijstelling van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

            Voor dossiers met een openbaar onderzoek worden eveneens de effectieve portkosten en de kosten voor publicatie in de pers teruggevorderd.

            Het verschuldigd zijn van de retributie is niet gekoppeld aan het al dan niet verkrijgen van de vergunning.

            Artikel 5.4. Retributie voor dossierkosten voor het afleveren van een conformiteitsattest na een woningonderzoek  

            De vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest, bedraagt:

            • 90 euro voor een zelfstandige woning,
            • 90 euro voor een kamerwoning, verhoogd met 15 euro per kamer, met een maximum van 1 775 euro per gebouw.

            Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex conform de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex november 2019.

            Artikel 5.5. Overdracht onroerend goed

            Er wordt een retributie van 50 euro aangerekend per aanvraag naar alle vereiste vastgoedinformatie betreffende één volledig dossier door notarissen, vastgoedmakelaars en andere naar aanleiding van de overdracht van een onroerend goed.

            Als volledig dossier wordt begrepen alle noodzakelijke informatie betreffende één kadastraal perceel of verschillende kadastrale percelen (met een maximum van vijf), aan elkaar grenzend en in handen van dezelfde eigenaar.

            Artikel 5.6. Inlichtingen omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige gegevens

            Voor het opzoekingswerk en het afleveren van inlichtingen inzake omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige vergunningen en gegevens op vraag van notarissen, vastgoedmakelaars, studiebureaus, bodemsaneringsdeskundigen en andere wordt volgende retributie aangerekend:

            • 50 euro voor maximaal 5 afschriften van exploitatie-/milieu-/stedenbouwkundige/omgevingsvergunnings- of andere dossiers per locatie
            • 100 euro wanneer 6 tot maximaal 10 afschriften worden gevraagd van exploitatie-/milieu-/stedenbouwkundige/omgevingsvergunnings- of andere dossiers per locatie
            • Indien meer dan 10 afschriften worden gevraagd van exploitatie-/milieu-/stedenbouwkundige/omgevingsvergunnings- of andere dossiers per locatie, wordt het bedrag van 100 euro verhoogd met 50 euro per schijf van 10 afschriften.

            Onder afschrift wordt hier begrepen elke opzoeking die resulteert in een afzonderlijk document dat wordt bezorgd, digitaal of in kopie.
            Deze bedragen worden verhoogd met de retributie voor afleveren van fotokopies, zoals bepaald in hoofdstuk 2 van dit reglement.

            Artikel 5.7. Aanpassingen aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen

            Voor een aanpassing aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen wordt een retributie van 40 euro aangerekend per perceel waarvoor een aanpassing moet gebeuren.

            Artikel 5.8.

            Deze retributie is verschuldigd door de persoon die de vergunning, de inlichtingen of de aanpassing aanvraagt.
            De retributie is niet verschuldigd voor overheidsinstellingen of instellingen die opgericht zijn door overheden.


            Artikel 2
            'Hoofdstuk 11. Retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal' wordt integraal vervangen als volgt:

            Hoofdstuk 11. Retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal

            Artikel 11.1.

            §1. Het signalisatiemateriaal dat ontleent wordt, zoals bedoeld in het reglement ontlenen signalisatiemateriaal, moet in goede staat worden teruggebracht. Bij vaststelling van beschadiging of verlies, wordt de kostprijs voor het herstel van de schade of de kostprijs voor het vervangen van het niet-teruggebrachte materiaal volledig doorgerekend aan de ontlener (de natuurlijke of rechtspersoon of vereniging die de aanvraag tot ontlening van signalisatiemateriaal heeft ingediend). Het ontleende materiaal dat binnen de maand na het einde van de ontleenperiode niet wordt teruggebracht, wordt geacht verloren te zijn. 

            §2. Als het signalisatiemateriaal uitzonderlijk en op uitdrukkelijke vraag van de ontlener dient uitgezet en weggenomen door de gemeentelijke diensten, dan wordt hiervoor een retributie van 25 euro aangerekend.


            Artikel 3
            'Hoofdstuk 15. Retributie op de ingebruikname van het openbaar domein voor bouwwerken' wordt integraal vervangen als volgt:

            Hoofdstuk 15. Retributie op de ingebruikname van het openbaar domein voor werken

            Artikel 15.1.
            Er wordt een gemeentelijke retributie geheven op de privatieve ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken.

            Dit hoofdstuk handelt louter over het vestigen van een retributie voor de ingebruikname van het openbaar domein. Het betalen van de retributie houdt geen vergunning tot privatieve ingebruikname van het openbaar domein in dewelke steeds door de bevoegde overheid dient verleend.

            Artikel 15.2.
            Voor de toepassing van dit reglement worden volgende begrippen gebruikt:

            - Werken: het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en zandstralen, verhuis en tuinaanleg (dit is een niet-limitatieve opsomming).

            - Ingebruikname: het (laten) plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, toestellen die al dan niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden (zoals hoogtewerkers, bouwliften, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, een dienstvoertuig van een aannemer), al of niet afgebakend door een afsluiting of schutting (dit is een niet-limitatieve opsomming). Het voorbehouden van (al dan niet gemarkeerde) parkeerplaatsen voor het plaatsen van (een) dienstvoertuig(en) van een aannemer tijdens de werken, een verhuiswagen e.a. wordt beschouwd als een ingebruikname van het openbaar domein voor werken.

            - Openbaar domein: hiertoe behoren wegen, voetpaden, parkeerruimten, groenzones (dit is een niet-limitatieve opsomming) in eigendom van of beheer van de gemeente.

            Artikel 15.3.

            De retributie wordt als volgt vastgesteld:

            §1. Voor de privatieve ingebruikname van openbaar domein, ten gevolge of ten behoeve van werken, wordt een forfaitaire retributie aangerekend per ingebruikname en per kalenderdag. De retributie is verschuldigd vanaf de aanvang van de ingebruikname en wordt berekend volgens de vergunde oppervlakte van het openbaar domein (tenzij de effectief ingenomen oppervlakte groter zou zijn).

            • Oppervlakte tot en met 20 m²:                              7,50 euro/kalenderdag
            • Oppervlakte groter dan 20 m²:                             15 euro/kalenderdag.

            §2. Voor de privatieve ingebruikname waar geen of geen correcte vergunning kan voorgelegd worden en derhalve een regularisatiedossier wordt ingediend of opgemaakt zoals bedoeld in artikel 15.8 worden de in §1. bedoelde retributies verdubbeld.

            §3. Betaalde retributies zijn niet terugvorderbaar, ook wanneer geen of maar deels gebruik wordt gemaakt van de verleende vergunning.

            Artikel 15.4.
            De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de vergunning. Indien geen aanvraag werd ingediend zal de retributie ambtshalve gevestigd worden cfr. artikel 15.8, §1. lastens de rechtspersoon of natuurlijke persoon die het openbaar domein privatief inneemt en als deze niet gekend is lastens de eigenaar(s) van het perceel waar de werken worden uitgevoerd. Allen zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de retributie.

            Artikel 15.5.
            Zijn vrijgesteld:

            - Van de retributie zoals bedoeld in artikel 15.3, §1.: de ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken tot en met 4 opeenvolgende kalenderdagen. Als de vrijstellingsperiode van 4 kalenderdagen overschreden wordt, dan wordt voor de berekening van de verschuldigde retributie de ingebruikname berekend vanaf de vijfde kalenderdag van de ingebruikname. Deze vrijstellingsgrond kan niet worden toegepast in een regularisatiedossier.

            - Van de retributie zoals bedoeld in artikel 15.3, §1: de ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken door, in opdracht van, of voor rekening van het gemeentebestuur Wevelgem, het OCMW Wevelgem, de sociale huisvestingsmaatschappijen en andere bij wet vrijgestelde publieke rechtspersonen.

            Artikel 15.6.
            Voor elke ingebruikname van het openbaar domein, zoals omschreven in artikel 15.1, dient vooraf een vergunning bekomen te worden van het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag dient digitaal ingediend te worden via het daartoe voorziene portaal. Deze aanvraag dient tijdig te gebeuren, overeenkomstig artikel 206bis van de algemene politieverordening.

            Deze digitale aanvraag omvat minstens volgende gegevens:

            -        Ingetekende oppervlakte op de locatie van de privatieve ingebruikname van het openbaar domein,

            -        Omschrijving van het type ingebruikname en omschrijving van de werken waaraan deze privatieve ingebruikname van het openbaar domein is gekoppeld,

            -        De gegevens (naam, adres en telefoonnummer) van de aanvrager en, indien iemand anders dan eerstgenoemde, van de uitvoerder van de werken,

            -        De datum van aanvang en duur van de werken, uitgedrukt in dagen of weken.

            Artikel 15.7.
            De controle van de privatieve ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken, kan worden uitgevoerd door de politie, een bevoegde gemeentelijke ambtenaar, een gemeenschapswacht-vaststeller of een door het gemeentebestuur hiertoe aangestelde firma.

            Artikel 15.8.

            §1. Indien men geen of geen correcte vergunning kan voorleggen, dient onmiddellijk een aanvraag met regularisatiedossier te worden ingediend.
            Het innemen van het openbaar domein zonder voorafgaandelijke vergunning of op basis van een vergunning afgeleverd op grond van onjuiste of onvolledige gegevens, kan worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie, nl. een administratieve geldboete ten bedrage van maximaal 350 euro (wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties). Onverminderd de eventuele administratieve geldboete wordt in voorkomend geval ook steeds ambtshalve een regularisatiedossier voor de nog verschuldigde retributie uitgewerkt, waarbij de retributie aangerekend wordt vanaf de vermoedelijke aanvang der werken (geen vrijstelling van 4 kalenderdagen omdat het een regularisatie betreft), vastgesteld op basis van alle mogelijke bewijsmiddelen en bij gebreke daaraan forfaitair vastgesteld op 14 kalenderdagen vóór de vaststelling van de ingebruikname van het openbaar domein zonder passende vergunning.

            §2. Indien de privatieve ingebruikname van het openbaar domein verder blijft duren dan de termijn bepaald in de vergunning, wordt dit beschouwd als een ingebruikname zonder voorafgaande vergunning en wordt toepassing gemaakt van §1. hierboven vermeld.


            Artikel 4

            'Hoofdstuk 19ter. Retributie voor gebruik fietskluis' wordt ingevoegd na hoofdstuk 19bis als volgt

            Hoofdstuk 19ter. Retributie voor gebruik fietskluis

            Artikel 19ter.1.
            Er wordt een retributie ingevoerd op het gebruik van een door de gemeente aangeboden fietskluis voor de beschikbare plaatsen. Er wordt toegang genomen tot de fietskluis via een toegangsbadge (eenmalige vergoeding van 5 euro per toegangsbadge).

            Artikel 19ter.2.
            §1. De retributie is verschuldigd door de aanvrager en bedraagt 6 euro per maand.
            §2. De betaling van de retributie gebeurt op jaarbasis en voorafgaandelijk. Bij de start van de dienstverlening wordt de eerste retributie pro rata berekend in functie van het nog aantal resterende maanden van het lopende jaar, waarbij elke begonnen maand volledig wordt aangerekend. De eerste retributie dient betaald te worden voor ontvangst van de toegangsbadge.
            §3. De betaalde retributie is niet terugvorderbaar.
            §4. Indien er stalplaatsen beschikbaar zijn, is een kortere gebruikstermijn mogelijk a rato van de in §1. bedoelde retributie voor de afgesproken gebruikstermijn, waarbij elke begonnen maand volledig wordt aangerekend. Ook deze retributie wordt voorafgaandelijk aangerekend.

            Artikel 19ter.3.
            De gemeente kan op geen enkele manier aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of diefstal van de fiets naar aanleiding van of ten gevolge het gebruik van de fietskluis.


            Artikel 5

            Artikel 20.2. wordt integraal vervangen als volgt:

            Artikel 20.2.
            Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om tarieven voor onderstaande prestaties van de gemeentelijke diensten vast te stellen, dit zowel naar aard als naar het bedrag en aan zijn reglement alle wijzigingen aan te brengen die het noodzakelijk acht.
            De lijst van tarieven die door het college van burgemeester en schepenen bepaald kunnen worden:
            - De toegangsprijzen voor optredens in het cultuurcentrum (eigen programmatie)
            - De tarieven voor verkoop van dranken e.a.
            - Het tarief voor vormingsactiviteiten, lezingen en uitstappen
            - De prijs van een schoolmaaltijd (exclusief het remgeld)
            - De prijs voor allerlei uitstappen
            - De prijs voor schoolactiviteiten
            - Het tarief voor sportkampen en sportlessen
            - Het tarief voor de vakantiewerking
            - Het tarief van plannen horende bij bestekken
            - Tarief voor inschrijvingsgeld niet-gesubsidieerd onderwijs
            - Tarief voor occasionele prestaties van gemeentepersoneel
            - Tarief voor toeristische prestaties en activiteiten
            - Tarief voor soortgelijke prestaties of administratieve kosten verbonden aan gemeentelijke dienstverlening waarvoor geen retributiereglement door de gemeenteraad is vastgesteld.
            Het college van burgemeester en schepenen houdt bij de bepaling van het tarief rekening met de kostprijs van de verstrekte dienst. Een differentiatie van het tarief kan gemotiveerd worden binnen een doelgroepenbeleid, zeker indien dit kadert binnen de beleidsdoelstellingen door de gemeenteraad vastgelegd. De tariefbepaling kan ook rekening houden met promotionele acties die de burger meer met de dienstverlening vertrouwd kunnen maken. De vastlegging van tarieven binnen specifieke beleidsdomeinen wordt voor advies voorgelegd aan de beheersorganen of aan de betrokken adviesraden.


            Artikel 6

            Deze beslissing treedt in werking vanaf 1 januari 2021.


            Artikel 7

            Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het algemeen retributiereglement.

        • Overige punten financiën

          • Reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (bis)

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Stijn Tant, Frank Acke, Kevin Defieuw, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (bis) wordt goedgekeurd.

            Feiten, context en argumentatie

            De Wereldgezondheidsorganisatie riep de noodtoestand uit inzake de openbare gezondheid op internationaal niveau op 30 januari 2020 n.a.v. het coronavirus.

            De uitbraak en verspreiding van het coronavirus (COVID-19) is ondertussen een wereldwijd gegeven waarbij een structurele aanpak aangewezen is, niet alleen in functie van de ernst van de uitbraak, maar vooral met het oog op het beperken en indijken van de verspreiding ervan.

            De federale fase van het rampenplan werd afgekondigd en vanuit de Nationale Veiligheidsraad werden een resem maatregelen afgekondigd die ingingen vanaf 13 maart 2020 24.00 uur, en ondertussen herhaaldelijk werden bijgestuurd naargelang de fase waarin de pandemie zich bevindt. Ook vanuit Vlaanderen en de provincie werden, naargelang de fase waarin de pandemie zich bevindt, maatregelen uitgevaardigd. Helaas woedt de pandemie nog altijd en voorspellen experts en politici dat 'we nog een tijd met het virus zullen moeten leven'. Het is duidelijk dat de coronapandemie en zijn gevolgen nog enige tijd de maatschappij zullen beheersen.

            Heel wat activiteiten en evenementen zijn in de voorbije periode niet kunnen doorgaan of zullen in de komende maanden niet doorgaan of enkel onder beperkende maatregelen.

            Ofwel waren/zijn ze niet toegelaten, omwille van federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, ofwel komt de voorbereiding van de activiteit in het gedrang ofwel gelden er beperkende maatregelen. Er heerst heel wat onzekerheid omtrent de duurtijd en de impact van de maatregelen en de wijze waarop ze zullen versoepelen, desgevallend opnieuw verstrengen. Ook blijft het voor heel wat organisatoren onduidelijk hoe de maatschappelijke reactie zal zijn na een versoepeling.

            De respectieve bestuursniveaus nemen maatregelen om de financiële druk op particulieren en ondernemingen enigszins op te vangen. Ook de lokale besturen worden opgeroepen om erover te waken de belastingdruk op belastingplichtigen op hun grondgebied te reduceren.

            In een werkgroep met vertegenwoordigers vanuit alle fracties werden de gemeentelijke maatregelen terzake voorbereid en besproken. De gemeenteraad hechtte op 12 juni 2020 zijn goedkeuring aan een hele reeks maatregelen ter ondersteuning van lokale economie, verenigingen en evenementen, het maatschappelijk welzijn en andere belanghebbenden naar aanleiding van de coronacrisis. De raad voor maatschappelijk welzijn bevestigde deze maatregelen voor zover ze tot de bevoegdheidssfeer van het OCMW behoren. De gemeenteraad keurde op 3 juli 2020 een eerste zgn. 'relancebeslissing' (reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen) goed. Artikel 1 van dit reglement bepaalt dat 'behoudens andersluidende bepaling de gemeentelijke maatregelen van toepassing zijn van 13 maart 2020 tot en met 31 oktober 2020 en op alle activiteiten en gebeurtenissen die gepland waren in de periode vanaf 13 maart 2020 tot en met 31 oktober 2020.' Overeenkomstig het tweede lid van dit artikel kan het college van burgemeester en schepenen de einddatum van 31 oktober 2020 op een later tijdstip vaststellen. In afwachting van een nieuw voorstel van maatregelen (dat op heden wordt voorgelegd aan de gemeenteraad) verlengde het college van burgemeester en schepenen op 29 oktober 2020 alvast de einddatum van 31 oktober 2020 tot en met 31 december 2020, behoudens eerdere opheffing door de gemeenteraad.

            Het ontwerp van nieuw reglement werd besproken op de centrale stuurgroep, waar alle fracties aan deelnemen, op 16 november 2020.

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2020 en latere wijzigingen: gebruikersreglement De Zwemkom.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 29 oktober 2020: verlenging einddatum 'relancebeslissing' van 3 juli 2020.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020: reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020: gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 juni 2020: subsidiereglement sportverenigingen.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 juni 2020: subsidiereglement lokaal jeugdwerk.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 juni 2020: subsidiereglement lokale verenigingen uit het sociaal-cultureel volwassenenwerk.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 juni 2020: subsidiereglement lokale volwassenenorganisaties voor amateurkunsten.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 juni 2020: maatregelen ter ondersteuning van lokale economie, verenigingen en evenementen, het maatschappelijk welzijn en andere belanghebbenden naar aanleiding van de coronacrisis.
            • Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 juni 2020: maatregelen ter ondersteuning van het maatschappelijk welzijn naar aanleiding van de coronacrisis.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 15 mei 2020: convenant Katjeduk.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 maart 2020: convenant JC Ten Goudberge vzw 2020-2025.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020: moederconvenant voor het afsluiten van convenanten voor evenementen en de werking van erfgoedverenigingen.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019 en latere wijzigingen: algemeen retributiereglement.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: overeenkomst Gent-Wevelgem.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: overeenkomst Gullegem Koerse.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: overeenkomst Cyclo Gullegem.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2019: vernieuwing van de voetbalovereenkomsten met SV Wevelgem City vzw, FC Gullegem vzw en KSV Moorsele vzw.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 11 december 2015 en latere wijzigingen: reglement op premies bij huwelijk, geboorte en adoptie, jubilea.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013 en latere wijzigingen: toelagereglement gemeenschapsvormende activiteiten.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013: subsidiereglement wielerwedstrijden.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013: retributiereglement sport.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013: gebruikers- en tariefreglement socio-culturele infrastructuur.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 december 2013 en latere wijzigingen: algemene politieverordening.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 6 juli 2012: concessieovereenkomst cafetaria sporthal Gullegem.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 6 juli 2012: concessieovereenkomst cafetaria sporthal Moorsele.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2001 en latere wijzigingen: gebruikersreglement De Schelp.
            Hogere regelgeving
            • Ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen.
            • Ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen.
            • Ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen.
            • Ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere wijzigingen.
            • Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.
            • Decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 en artikel 41, 2de lid, 2°, 14° en 23°.
            Beslissing

            Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (bis) wordt goedgekeurd als volgt:

            Artikel 1

            Behoudens andersluidende bepaling in onderstaande artikelen, zijn de gemeentelijke maatregelen van toepassing van 14 december 2020 tot en met 30 juni 2021 en op alle activiteiten en gebeurtenissen die gepland waren in de periode vanaf 14 december 2020 tot en met 30 juni 2021.

            Voor zover het college van burgemeester en schepenen oordeelt dat, onverminderd de federale en/of Vlaamse en/of provinciale richtlijnen of aanbevelingen, bedoelde activiteiten niet kunnen georganiseerd worden zonder onredelijke en buitensporige organisatorische en/of hygiënische inspanningen en/of er redelijkerwijs kan verwacht worden dat er een substantieel lagere publieksopkomst zal zijn, kan het college van burgemeester en schepenen de einddatum op een later tijdstip vaststellen.


            Artikel 2

            Voor dossiers met een openbaar onderzoek dat (in uitvoering van een besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning) werd geschorst en verdergezet en waarvoor n.a.v. deze verderzetting een tweede keer postkosten en/of kosten voor publicatie in de pers werden gemaakt, worden deze maar eenmalig teruggevorderd cfr. artikel 5.3 van het algemeen retributiereglement (retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen).

             

            Artikel 3

            In afwijking van artikel 8.2 van het algemeen retributiereglement (retributie op huwelijksplechtigheden) is geen retributie verschuldigd indien een aangifte van huwelijk dient hernomen na uitstel van een huwelijk naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.

             

            Artikel 4

            §1. In afwijking van artikel 11.1, §2 van het algemeen retributiereglement (retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal) is geen retributie verschuldigd voor signalisatiemateriaal gevraagd in functie van het naleven van de federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen.

            §2. In afwijking van artikel 10.1 en artikel 10.5 van het algemeen retributiereglement (retributie op het ontlenen van feestmateriaal) is geen retributie respectievelijk waarborg verschuldigd voor feestmateriaal gevraagd in functie van het naleven van de federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen.

             

            Artikel 5

            §1. De retributie zoals bedoeld in hoofdstuk 12 van het algemeen retributiereglement (retributie op ambulante activiteiten op de openbare markten en op andere plaatsen) is niet verschuldigd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen er een verbod op markten geldt. De eventueel te veel betaalde retributie wordt teruggestort.

            §2. De retributie zoals bedoeld in hoofdstuk 12 van het algemeen retributiereglement is niet verschuldigd door de marktkramer die door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen zijn vaste standplaats op abonnement niet mag innemen. De eventueel te veel betaalde retributie wordt teruggestort. Deze paragraaf is van toepassing vanaf 2 november 2020.
            §3. In afwijking van artikel 12.4 van het algemeen retributiereglement wordt het verzoek tot betaling pas verstuurd na het verstrijken van het semester.

             

            Artikel 6

            §1. In afwijking van artikel 3, b van het retributiereglement sport worden de jaar- en halfjaarlijkse zwemabonnementen verlengd met het aantal dagen dat het (bestaande) zwembad gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus. Indien de verlenging zou inhouden dat de einddatum van het zwemabonnement na de definitieve sluiting van het bestaande zwembad zou vallen, dan krijgt de abonnementhouder een tegoedbon voor het nieuwe zwembad De Zwemkom ter waarde van pro rata het aantal dagen geldigheid na de datum definitieve sluiting/totaal aantal dagen van het abonnement.

            De periode van 10-beurtenkaarten die in de periode van de sluiting naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus niet konden opgebruikt worden, wordt verlengd met het aantal dagen dat het (bestaande) zwembad gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus. Indien de verlenging zou inhouden dat de einddatum van de 10-beurtenkaart na de definitieve sluiting van het bestaande zwembad zou vallen, dan krijgt de abonnementhouder een tegoedbon voor het nieuwe zwembad De Zwemkom ter waarde van pro rata het aantal overblijvende beurten.

            §2. In afwijking van artikel 10 van het gebruikersreglement De Zwemkom worden de jaar-, familie- en lesgeverspassen verlengd met het aantal dagen dat De Zwemkom gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.

            De periode van 10- of 50-beurtenkaarten die in de periode van de sluiting naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus niet konden opgebruikt worden, wordt verlengd met het aantal dagen dat De Zwemkom gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.

             

            Artikel 7

            Er wordt een addendum aan het convenant JC Ten Goudberge vzw 2020-2025 goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:

            Voor zover bepaalde voorwaarden uit het convenant of uit het beleidsplan van JC Ten Goudberge vzw niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus wordt de weddetoelage toch integraal uitbetaald. Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 3, §6 van voornoemd convenant dient wel medewerking te zijn verleend vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 3, §6, 3° wordt toegekend.

             

            Artikel 8

            §1. Er wordt een addendum aan het convenant Katjeduk vzw 2020-2025 goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:

            De gemeente staat in voor bijkomende capaciteit die noodzakelijk zou zijn voor een veilige organisatie van de vakantiewerking i.k.v. de coronacrisis en neemt eventuele huurgelden hiervoor ten laste.

            §2. Veiligheidsmaatregelen voor vakantiewerking i.k.v. de coronacrisis van initiatieven zonder winstgevend doel kunnen bijkomend ondersteund worden op vergelijkbare wijze als Katjeduk vzw.

             

            Artikel 9

            §1. Voor alle evenementen waarvoor of alle lokale erfgoedverenigingen waarmee in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020 (houdende de moederconvenant voor het afsluiten van convenanten voor evenementen en de werking van erfgoedverenigingen) een convenant werd of zou worden afgesloten, kan voor de evenementen of activiteiten die cfr. artikel 1 niet konden/kunnen doorgaan omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van het evenement en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.

             

            Artikel 10

            Het toelagereglement gemeenschapsvormende activiteiten wordt gewijzigd door de vervanging van onderstaande artikelen in dit reglement als volgt:

            §1. Artikel 4, §2. Het subsidiebedrag bedraagt maximum de helft van het totaalbedrag van de organisatiekosten met een maximum van 3 000 euro. Jeugdhuizen kunnen voor open initiatieven een eenmalige subsidie van 3 000 euro krijgen als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten.

            §2. Artikel 4, §6. Organisatoren kunnen meerdere keren per kalenderjaar beroep doen op de projecttoelage.

            §3. Artikel 6. Aan recurrente evenementen wordt eenzelfde toelage toegekend als in 2019.

            §4. Artikel 15, §5. Buurten, straten en wijken kunnen meerdere keren per kalenderjaar een subsidie bekomen, zij het beperkt tot een subsidie per 2 maanden.

            §5. Artikel 17, §1. Organisatoren die beroep willen doen op een toelage binnen dit reglement vullen voorafgaandelijk een aanvraagformulier in en bezorgen dit aan het college van burgemeester en schepenen.
            §6. Artikel 18, §1. De uitbetaling gebeurt nadat de aanvrager een ingevuld evaluatieformulier, vergezeld van de nodige bewijsstukken, voorlegde aan het college van burgemeester en schepenen. Het evaluatieformulier en de financiële afrekening dienen binnen de 2 maanden na de beëindiging van het project te worden ingediend. Voor de toelagen van een jaarfeest of jubileum of een buurtinitiatief moet geen evaluatieformulier bezorgd worden.

            §7. Dit artikel is van toepassing tot en met 31 augustus 2020, behoudens een langere verlenging in uitvoering van artikel 1, 2de lid.

             

            Artikel 11

            Wielerwedstrijden die onder het toepassingsgebied vallen van het subsidiereglement wielerwedstrijden die worden geannuleerd cfr. artikel 1 kunnen een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van het evenement en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.
            In geval van overmacht blijft artikel 4 van dit reglement onverkort van toepassing.

             

            Artikel 12

            §1. Voor zover bepaalde voorwaarden voor het verkrijgen van een basissubsidie (noordsubsidie) en/of een zuidsubsidie (subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking) niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus wordt bedoelde subsidie toch uitbetaald voor zover voor het overige wel aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan.

            §2. Voor alle activiteiten waarvoor in toepassing van het subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking een projectsubsidie werd of zou worden toegekend, kan voor de activiteiten die cfr. artikel 1 niet konden/kunnen doorgaan omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van de activiteit en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.

            §3. De vereniging die een basissubsidie zoals bedoeld in het subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking krijgt, kan een dossier indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. De eigenlijke nominatieve subsidie wordt op basis van dit dossier beslist door de gemeenteraad. Hiertoe moet een aanvraag ingediend worden uiterlijk op 15 april 2021.

             

            Artikel 13

            §1. De annuleringskosten, zoals bedoeld in artikel 56 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 13 december 2013 en artikel 58 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020, zijn nihil als de annulering gebeurt binnen de periode zoals bedoeld in artikel 1.

            §2. In afwijking van de gebruikersreglementen socio-culturele infrastructuur wordt voor gebruik van de socio-culturele infrastructuur in de periode van 1 januari 2021 tot en met de duur van dit reglement de vergoedingen a rato van 50% aangerekend.

            §3. Artikel 55 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020 wordt aangevuld met 5° ‘Voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen is het tarief 4,5 euro per uur. Er is geen mogelijkheid tot technische bijstand door een theatertechnieker of gebruik van technisch materiaal van het Cultuurcentrum.’.

            §4. In aanvulling van artikel 57 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020 moet er geen retributie betaald worden voor het gebruik van lokalen door Wevelgemse scholen en dit tot en met 31 december 2020.

             

            Artikel 14

            De annuleringskosten, zoals bedoeld in artikel 6, van het gebruikersreglement De Schelp zijn nihil als de annulering gebeurt binnen de periode zoals bedoeld in artikel 1.

             

            Artikel 15

            Elke vereniging die valt onder het toepassingsgebied van het subsidiereglement sociaal-cultureel volwassenenwerk, lokale volwassenenorganisaties voor amateurkunsten, lokaal jeugdwerk of sportverenigingen alsook elke Wevelgemse vereniging die een nominatieve subsidie ontvangt van minder dan 3 000 euro en elke vereniging zoals bedoeld in artikel 9 kan een dossier indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. De eigenlijke nominatieve subsidie wordt op basis van dit dossier beslist door de gemeenteraad. Hiertoe moet een aanvraag ingediend worden uiterlijk op 15 april 2021.

             

            Artikel 16

            De jubileumpremie uit artikel 5 van het reglement op premies bij huwelijk, geboorte en adoptie, jubilea voor een bezoek thuis of op eigen feest wordt integraal toegekend als het gepland feest wordt geannuleerd cfr. artikel 1.

             

            Artikel 17

            In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met SV Wevelgem City vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.

             

            Artikel 18

            In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met FC Gullegem vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.

             

            Artikel 19

            In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met KSV Moorsele vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.

             

            Artikel 20

            In afwijking van artikel 6 van de overeenkomst met Sporthal Gullegem vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor de concessie betreffende de uitbating van de cafetaria bij de sporthal Gullegem pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.

             

            Artikel 21

            In afwijking van artikel 6 van de overeenkomst met Arena Sportbar vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor de concessie betreffende de uitbating van de cafetaria bij de sporthal Moorsele pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.

             

            Artikel 22

            §1. Het college van burgemeester en schepenen kan voor het kalenderjaar 2021 afwijkingen toestaan op het gemeentelijk reglement op de plaatsing van terrassen op het openbaar domein van 4 mei 2018.

            §2. De terrassen bij een publieke inrichting moeten in 2021, in afwijking van artikel 204 van de algemene politieverordening, worden opgeruimd, tegen ten laatste het sluitingsuur dat van toepassing is voor de publieke inrichting zelf.

             

            Artikel 23
            Er wordt een addendum aan de overeenkomst Gent-Wevelgem goedgekeurd voor de kalenderjaren 2020 en 2021 als volgt:
            Onverminderd artikel 16 en voor zover (een van) de wielerwedstrijden Gent-Wevelgem wel gereden word(t)en, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 11 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 7 van de overeenkomst.

            Artikel 24
            Er wordt een addendum aan de overeenkomst Gullegem Koerse goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
            Onverminderd artikel 13 en voor zover Gullegem Koerse wel gereden wordt, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 10 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 5 van de overeenkomst.
            Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 12, §2 van voornoemde overeenkomst dient wel voldoende uitvoering gegeven, binnen de mogelijkheden van de stand van zaken van de coronapandemie, vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 5 wordt toegekend.


            Artikel 25
            Er wordt een addendum aan de overeenkomst Cyclocross Gullegem goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
            Onverminderd artikel 12 en voor zover de Cyclocross Gullegem wel gereden wordt, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 9 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 5 van de overeenkomst.
            Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 11, §2 van voornoemde overeenkomst dient wel voldoende uitvoering gegeven, binnen de mogelijkheden van de stand van zaken van de coronapandemie, vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 5 wordt toegekend.

             

            Artikel 26

            Voor de jeugdwerkinitiatieven die in het najaar 2020 niet (kunnen) worden gecontroleerd op hun naleving van de vereisten van het charter (de charters) zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van het subsidiereglement lokaal jeugdwerk, kan die controle nog uitgevoerd worden in het voorjaar 2021. De lokalensubsidie die betrekking heeft op het kalenderjaar 2020 wordt dan uitbetaald in 2021, onverminderd de mogelijkheid om ook een lokalensubsidie die betrekking heeft op het kalenderjaar 2021 aan te vragen.

             

            Artikel 27

            In geval van fraude, valse verklaringen of, in geval van korting cfr. artikel 13, §2 er een bewuste onderbenutting is, kan de gemeente Wevelgem beslissen om hetzij de subsidie terug te vorderen, hetzij alsnog de regels zoals van toepassing vóór de federale fase van het rampenplan werd afgekondigd toe te passen.

             

            Artikel 28

            Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 3 juli 2020 en verlengd door het college van burgemeester en schepenen van 29 oktober 2020, wordt opgeheven.
            Uitgaven, vrijstellingen of verminderingen als dusdanig of voor evenementen of activiteiten die reeds werden in aanmerking genomen voor toepassing van het reglement van 3 juli 2020 (en verlenging) komen niet in aanmerking voor toepassing van onderhavig reglement.

          • Herstelsubsidies

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Filip Daem, Joke De Smet, Charlotte Bonte, Jelle Stragier, gemeenteraadsleden

            De herstelsubsidies, zoals bedoeld in artikel 17, §2 van het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020), worden goedgekeurd.

            Feiten, context en argumentatie

            Naar aanleiding van de coronapandemie maakte de Vlaamse regering middelen vrij om de sectoren cultuur, jeugd en sport bij te staan. In dit Vlaams noodfonds werd 449 469,82 euro toegekend aan de gemeente Wevelgem. De besteding is door het lokale bestuur vrij te kiezen, in tijd te spreiden en zal enkel worden gemonitord door de Vlaamse overheid op basis van de reguliere digitale rapportering over de BBC-jaarrekeningen over 2020 en 2021. 
            In de gemeenteraad van 3 juli 2020 werd het reglement goedgekeurd houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen. In artikel 17, §2 werd gesteld dat elke vereniging die valt onder het toepassingsgebied van het subsidiereglement socio-cultureel volwassenenwerk, lokale volwassenenorganisaties voor amateurkunsten, lokaal jeugdwerk of sportverenigingen, een dossier kunnen indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. Ook de verenigingen die in 2020 een nominatieve subsidie ontvangen van minder dan 3 000 euro, kunnen dit doen, net als de verenigingen die een convenant hebben of zouden hebben afgesloten in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020 houdende de moederconvenant voor het afsluiten van convenanten voor evenementen en de werking van erfgoedverenigingen.

            De betrokken verenigingen werden hierover aangeschreven. De verenigingen dienden zich aan te melden uiterlijk tegen 31 augustus 2020. Samen met een toegewezen dossierbeheerder konden de verenigingen hun dossier vervolledigen tot uiterlijk 15 oktober 2020. In totaal dienden 67 van de 159 aangeschreven verenigingen een dossier in. 

            De centrale stuurgroep corona, met vertegenwoordiging van alle fracties, heeft de beoordelingscriteria en de berekende subsidies besproken in zijn bijeenkomsten van 8 juli, 7 september, 26 oktober en 16 november 2020. 

            Aan de gemeenteraad worden de nominatieve herstelsubsidies voorgelegd.

            Meerjarenplan en budget

            Het totale bedrag aan toegekende herstelsubsidies bedraagt 122 852,09 euro. 

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020: reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen, in het bijzonder artikel 17, §2.
            Hogere regelgeving
            • Decreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 23°.
            Beslissing

            Artikel 1
            Keurt de lijst met nominatieve subsidies in toepassing van artikel 17, §2 van het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020) goed als volgt: 

            Naam vereniging Bedrag
            SPORT
            Dames Volleybalclub Moorsele  € 1 500,00
            Davo Wevelgem € 1 700,63
            FC Gullegem € 11 977,40
            Go4Gym € 2 238,20
            Judo Kwai Moorsele € 1 539,19
            KSV Moorsele € 3 591,86
            SV Wevelgem City € 11 333,96
            Tafeltennis Jong Gullegem € 1 500,00
            Turnclub Jong Moorsele € 2 375,13
            Volleyteam Gullegem € 1 525,69
            Holstra € 1 500,00
            7-mijlstappers € 2 535,98
            Oes Leute € 98,58
            TC Bloemenhof € 1 500,00
            TC Servio € 1 544,92
            WTC De Trappers € 2 205,63
            WTC Tot te Fête € 1 500,00
            JEUGDWERK
            Chirojongens Wevelgem € 840,00
            Chiromeisjes Center € 3 936,00
            Chiro Okido € 2 075,80
            KLJ Moorsele € 1 807,23
            KSA Arbeid Adelt € 2 077,17
            KSA De Vlasbloem € 6 597,99
            KSA De Meiskes € 3 814,95
            Plus 13-werking € 548,42
            JH Den Bascuul € 1 500,00
            Jeugdfanfare Bravoura € 1 500,00
            Jeugdorkest C-Barré € 1 759,17
            Jeugdtheater Jummies € 1 500,00
            AMATEURKUNSTEN
            Brass Band Leieland € 1 500,00
            Harmonieorkest Concordia € 1 350,00
            Harmonie Sint-Cecilia € 1 500,00
            Harmonie De Eendracht € 1 232,40
            Fanfare Kunst Veredelt € 2 869,74
            Mistral € 720,00
            Toneel 't Neerdak € 150,31
            De Lustige Slijters € 4 007,97
            Kunst naar Vermogen € 2 376,49
            WAT op Scène € 2 607,62
            Koor Echo € 493,55
            SOCIO-CULTURELE
            Okra Gullegem € 1 455,89
            Okra Moorsele € 596,08
            Okra Wevelgem € 508,89
            S/Plus Wevelgem € 876,60
            Samana Gullegem € 420,00
            Samana Moorsele € 1 017,60
            Tuinhier Wevelgem € 1 708,03
            VELT Wevelgem € 617,20
            Moorsele Onderneemt € 1 700,43
            IPMS Moorsele € 465,00
            Actieve Radiomakers € 1 230,00
            NOMINATIEVE
            Gullegemse Duivenmaatschappij € 6 695,00
            Oxfam Wereldwinkel € 4 765,41
            OVERIGE
            vzw Pro Mille € 3 113,98
            Fanclub Deceuninck-Quick Step € 750,00
      • Intercommunales

        • Mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          Er wordt mandaat verleend aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

          Feiten, context en argumentatie

          Artikel 23 van het decreet lokaal bestuur stelt dat een punt dat niet op de agenda voorkomt, niet in bespreking mag gebracht worden, behalve in spoedeisende gevallen. Het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 december 2020), voorziet in een subsidiemogelijkheid voor lokale besturen ter financiële ondersteuning van bijkomende engagementen in het kader van contact- en bronopsporing. Hiertoe moet uiterlijk op 31 januari 2021 een ondertekende samenwerkingsovereenkomst en verwerkersovereenkomst worden bezorgd aan het agentschap Binnenlands Bestuur.
          Binnen de regio wil men verder inzetten op contact- en bronopsporing via W13. Hiertoe moet een mandaat verleend worden aan W13. De samenwerkingsovereenkomst, die moet worden ingediend tegen 31 januari 2021, werd door de Vlaamse overheid pas op maandag 7 december 2020 aan W13 overgemaakt. Mevrouw Kim Van Belleghem, directeur W13, maakte deze stukken diezelfde dag nog over aan de verschillende gemeenten.

          Aangezien huidige zitting van de gemeenteraad de laatste zitting betreft die gepland staat voor 31 januari 2021 wordt voorgesteld om voorliggend agendapunt'mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken' bij wijze van spoedeisendheid toe te voegen aan de agenda en tot de spoedbehandeling ervan te beslissen

          Ten minste twee derde van de aanwezige leden hebben tot de spoedbehandeling beslist, meer bepaald:

          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Jo Libeer, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty.
          Er is 1 onthouding (Carine Quidousse).

          De raad, met 27 stemmen voor en 1 onthouding, beslist tot de spoedbehandeling van het agendapunt 'mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken'.

          Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing mobiliseert de Vlaamse regering de lokale besturen om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek. De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de centrale contactopsporing en de reeds bestaande initiatieven op het niveau van de eerstelijnszone. De initiatieven worden steeds genomen in overleg en samenwerking met het agentschap Zorg en Gezondheid, het Consortium Contactopsporing, de lokale eerstelijnszorgraden (ELZ) en opgerichte COVID-19-teams. 

          Het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 en het uitvoeringsbesluit van 12 juni 2020, voorzien dat de taken zoals opgelegd in artikel 44 van het preventiedecreet, meer bepaald het tegengaan van de verspreiding van infecties, uitgevoerd zal worden door een samenwerkingsverband dat een contactcentrum opricht dat belast wordt met opdrachten van opsporing en begeleiding van personen met een bevestigde of vermoedelijke diagnose van COVID-19, of van personen die mogelijk een risicodragend contact hebben gehad met een persoon die besmet is met COVID-19 of die vermoedelijk besmet is met COVID-19. Met voornoemde doelstelling kunnen lokale besturen dan ook als verwerker voor het agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kunnen ze rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano - gegevensdatabank.

          De lokale besturen kunnen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 kiezen tussen de volgende opties:

          • Optie 1: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching
          • Optie 2: inzet in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek.
          Lokale besturen kunnen zich ook verenigen om één van voornoemde opties voor hun regio op zich te nemen. Via W13 zet de gemeente reeds sedert augustus 2020 in op de engagementen zoals bedoeld in optie 1. Samen met de andere lokale besturen die zich verenigd hebben in W13, wil de gemeente ook inzetten op lokaal contactonderzoek en aldus overschakelen naar optie 2. Deze complementaire engagementen doen geen afbreuk aan de engagementen die door W13 in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken. De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf. De uitvoering van deze complementaire engagementen zal ook gebeuren door W13. Een en ander vergt dat de proeftuin die door W13 in augustus 2020 werd opgestart, zo snel mogelijk een doorstart krijgt zodat geen kostbare tijd verloren gaat. Om een doorstart te kunnen maken, moet W13 de nodige accounts van de verschillende platformen kunnen aanvragen. Hiertoe is een ondertekende samenwerkingsovereenkomst (gevolgd door een ondertekende verwerkersovereenkomst van zodra deze wordt aangereikt door de Vlaamse overheid) noodzakelijk.

           

          Het optreden van W13 gebeurt binnen al deze engagementen met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG). W13 zorgt samen met de gemeenten die zich hierin hebben verenigd, voor de nodige capaciteit en middelen om deze engagementen kwaliteitsvol uit te voeren. Voor de inzet van medewerkers in functie van het lokale contactonderzoek wordt voorzien in de nodige technische opleiding en aansturing (door Smals vzw en het Consortium Contactopsporing). De afspraken i.v.m. de aard en de uitvoering van de complementaire engagementen (incl. contactonderzoek) worden formeel vastgelegd in de bijgevoegde (gezamenlijke) samenwerkingsovereenkomst, af te sluiten tussen het agentschap Zorg en Gezondheid en W13. W13 kan dan ook in naam en voor rekening van de gemeente als verwerker voor het agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kan zo rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano – gegevensdatabank.

           

          De lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van deze engagementen, als volgt:

          • de gemeenten die inzetten op sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching (optie 1) krijgen een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand voor maximaal 5 maanden.
          • de gemeenten die inzetten op sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek (optie 2) krijgen voorgaande forfaitaire subsidie vermeerderd met een variabele subsidie van 100 euro per afgehandeld ticket/werkorder van een nieuwe indexpatiënt, inclusief de werkorders/tickets van het met het agentschap Zorg en Gezondheid overeengekomen aantal nieuw hoog risicocontacten.
          • periode: ten vroegste vanaf 1 november 2020 tot uiterlijk 31 maart 2021.

          Overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 moeten de subsidies door de gemeente zelf aangevraagd worden. Tussen de gemeenten die zich verenigd hebben in W13 wordt dan ook overeengekomen dat de forfaitaire én de variabele subsidie van de respectievelijke gemeenten worden opgevraagd door de stad Kortrijk en vervolgens worden doorgestort aan W13.

           

          Gelet op de hoogdringendheid, besliste het college van burgemeester en schepenen op 9 december 2020 tot mandaatverlening aan W13 om samen met de andere gemeenten die zich hierin hebben verenigd, over te stappen naar optie 2 zoals voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020. Tevens gaf het college van burgemeester en schepenen mandaat aan de stad Kortrijk om in haar naam en voor haar rekening de subsidies aan te vragen en te ontvangen, met het oog op de doorstorting ervan aan W13.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2020: mandaatverlening aan W13 om over te stappen naar optie 2 zoals voorzien in dit besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020.
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 augustus 2020: contactopsporing op lokaal niveau.
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 3 augustus 2020: contactopsporing op lokaal niveau.
          Hogere regelgeving
          • Besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
          • Decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19.
          • Besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19.
          • Decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid (preventiedecreet).
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 23 en artikel 40.
          Beslissing

          Bekrachtigt de beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen op 9 december 2020:

          Artikel 1

          Neemt kennis van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

          Artikel 2

          Gaat akkoord om samen met de andere gemeenten die zich verenigd hebben in W13, zich in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020, complementair in te zetten in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek (optie 2).

          Artikel 3

          Geeft hiertoe mandaat aan W13 om in haar naam en voor haar rekening de samenwerkingsovereenkomst en alle bijlagen te ondertekenen en de nodige accounts aan te vragen om deze complementaire engagementen op te nemen.

          Artikel 4

          De stad Kortrijk wordt gemandateerd om zowel de variabele als de forfaitaire subsidie in naam van de gemeente aan te vragen bij het agentschap Binnenlands Bestuur, en door te storten aan het samenwerkingsverband W13.

        • MIROM Menen: buitengewone algemene vergadering: vaststellen mandaat vertegenwoordiger

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          Het mandaat van de vertegenwoordiger wordt vastgesteld.

          Feiten, context en argumentatie

          De gemeente is lid van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen (Mirom).

          De gemeente werd uitgenodigd per aangetekend schrijven van 6 november 2020 om deel te nemen aan de zitting van de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 17 december 2020.

          Op het ogenblik van de uitnodiging voor deze algemene vergadering geldt de federale fase van het rampenplan naar aanleiding van de 'Corona-Covid-19'-crisis. Mocht de algemene vergadering uitgesteld of verdaagd worden, dan geldt het mandaat voor dezelfde agendapunten ook als deze op een latere datum worden behandeld.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van de gemeenteraad van 8 februari 2019: aanduiden vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan alle zittingen van de algemene vergadering van Mirom tot de vervanging naar aanleiding van de vernieuwing van de gemeenteraad in 2025.
          Hogere regelgeving
          • Ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19.
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 4° en artikel 432.
          Beslissing

          Artikel 1
          Er wordt goedkeuring verleend aan onderstaande punten, geagendeerd voor de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 17 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden):

          1. Te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie van het boekjaar 2021 (voor goedkeuring)

          2. Begroting 2021 (voor goedkeuring)

          3. Varia.

          Artikel 2

          De vertegenwoordiger van de gemeente zal zijn stemgedrag afstemmen op deze beslissing.

    • Veiligheid

      • Brandweer

        • Goedkeuring van de Kaderovereenkomst en bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject in samenwerking met hulpverleningszone Fluvia

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          De Kaderovereenkomst en de bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject in samenwerking met hulpverleningszone Fluvia wordt goedgekeurd.

          Feiten, context en argumentatie

          Met hulpverleningszone Fluvia (Fluvia) werd een gebruikersovereenkomst afgesloten voor de brandweerkazernes op het grondgebied van de gemeente vanaf 1 januari 2015. Tot en met 2019 gebeurde de terbeschikkingstelling van de brandweerkazernes om niet.

          De huidige organisatie van de kazerne-infrastructuur blijkt suboptimaal en er zijn verregaande investeringen noodzakelijk om de kazerne-infrastructuur te kunnen laten voldoen aan de noden van de hulpverleningszone. Fluvia wenst dan ook de bestaande juridische structuur betreffende de kazerne-infrastructuur te wijzigen om operationeel te kunnen optimaliseren. Er wordt hierbij geopteerd voor een traject van collectieve investering door Fluvia, mits maximale validering van de inspanningen van de respectieve gemeenten.

          Fluvia heeft, in overleg met de gemeenten, een ontwerp van Kaderovereenkomst in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject voorbereid. Deze Kaderovereenkomst (en bijlagen) moet worden afgesloten tussen Fluvia en de respectieve gemeenten van de hulpverleningszone.

          Voor de gemeente Wevelgem behoren de twee huidige kazernes op het grondgebied van de gemeente tot categorie 3, overeenkomstig deze Kaderovereenkomst. Voor deze kazernes heeft de gemeente, krachtens de Kaderovereenkomst, een put-optie om een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen t.a.v. Fluvia. De gemeente kan deze put-optie lichten binnen de eerste zes maanden na de ondertekening van de Kaderovereenkomst. Indien de gemeente deze put-optie niet (tijdig) licht, heeft zij, op tijdstip van uitdrukkelijke verzaking aan de put-optie of vanaf het verstrijken van de optietermijn, recht op een huurrecht van 10% van de huurwaarde, zijnde 6 017, 38 euro op jaarbasis. Hiertoe zal een huurovereenkomst worden afgesloten waarin aan Fluvia een call-optie worden verleend om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen. Tot het lichten van de put-optie of tot het afsluiten van een huurovereenkomst wordt nog een gebruik om niet van de kazernes toegestaan.
          De gemeente heeft niet de intentie om de put-optie te lichten.

          Het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject wordt hierna nader in detail toegelicht.

          A. De gemeente Wevelgem is lid van hulpverleningszone Fluvia waarbinnen over de gemeentegrenzen heen in een netwerk van brandweerposten op verschillende vlakken wordt samengewerkt;
          B. De gemeente Wevelgem en de steden en gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Ledegem, Lendelede, Menen, Waregem en Zwevegem (hierna gezamenlijk de 'steden en gemeenten' genoemd) zijn houder van rechten met betrekking tot welbepaalde onroerende goederen die als kazerne-infrastructuur dienst doen (de 'Kazerne-infrastructuur'), gelegen in de provincie West-Vlaanderen, als volgt (situatie op 31 december 2019):

          Nr.

          Type

          Adres

          Kadastrale beschrijving

          Rechthebbende

          Aard van recht

          Benaming (voor toepassing van de Kaderovereenkomst)

          Categorie

          1

          Kazerne

          Rekkemstraat 64, 8930 Menen

          Menen, 3e afdeling, sectie A - deel van 95 v

          Stad Menen

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Lauwe

          3

          2

          Kazerne

          Twee-Bruggenstraat 2, 8530 Harelbeke

          Harelbeke, 1e afdeling, sectie A - 1078 g

          Stad Harelbeke

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Harelbeke

          3

          3

          Kazerne

          Weggevoerdenplein 8, 8520 Kuurne

          Kuurne, 1e afdeling, sectie C - 292 f

          Gemeente Kuurne

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Kuurne

          3

          4

          Kazerne

          Weversstraat 11, 8790 Waregem

          Waregem, 1e afdeling, sectie C - 495 z

          Stad Waregem

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Waregem

          3

          5

          Kazerne

          Vichtesteenweg 220, , 8540 Deerlijk

          Deerlijk, 1ste

          afdeling,

          sectie B,

          nummers

          1268/A

          P0000,

          1268/B

          P0000,

          1268/C

          P0000,

          1268/D P0000

          en 1268/E

          P0000, met

          een totale

          oppervlakte

          volgens het

          Kadaster van

          59a 88ca

          Gemeente

          Deerlijk en

          gemeente

          Anzegem, elk

          voor de

          onverdeelde

          helft

          Volle eigendom

          Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk-Anzegem

          1

          6

          Kazerne

          Ommegangstraat 1, bus Z, 8550 Zwevegem

          Zwevegem, 1e afdeling, sectie B - 92 f2

          Gemeente Zwevegem

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Zwevegem

          3

          7

          Kazerne

          Doorniksesteenweg 214, bus A, 8500 Kortrijk

          Kortrijk, 4e afdeling, sectie D - 16e

          Stad Kortrijk

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Kortrijk

          3

          8

          Kazerne

          Waterven 1, bus A, 8501 Kortrijk

          Kortrijk, 8e afd, sectie C- 1049 f

          Stad Kortijk

          Huurrecht tot en met 30 juni 2022 jaarlijks opzegbaar door de Stad Kortrijk

          Kazerne-infrastructuur Heule

          3

          9

          Kazerne

          Winkelsestraat 15, 8860 Lendelede

          Lendelede, 1e afdeling, sectie C - 103 g

          Gemeente Lendelede

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Lendelede

          3

          10

          Kazerne

          Oudenaardse-steenweg 50, 8580 Avelgem

          Avelgem, 1e afdeling, sectie A - 1269 m & 1269 n

          Gemeente Avelgem

          Volle eigendom

          Kazerne-infrastructuur Avelgem

          3

           

           


          C. Fluvia was tot 2019 houder van een kosteloos gebruiksrecht met betrekking tot elk van de onroerende goederen (uitgezonderd de grond) deel uitmakend van de Kazerne-infrastructuur (uitgezonderd het onroerend goed hierboven vermeld onder nr. 5).
          D. De Kazerne-infrastructuur zoals hierboven vermeld onder de nrs. 1 tot en met 16 (uitgezonderd de onroerende goederen vermeld onder de nrs. 5 en 14, dewelke behoren tot categorie 1) behoren tot categorie 3.
          E. Fluvia en de steden en gemeenten hebben vastgesteld dat de huidige organisatie van de Kazerne-infrastructuur suboptimaal is en dat verregaande investeringen noodzakelijk zijn om de Kazerne-infrastructuur te kunnen laten voldoen aan de noden van de zone in de huidige technische en organisatorische context.
          F. Fluvia en de steden en gemeenten wensen de bestaande juridische structuur betreffende de Kazerne-infrastructuur te wijzigen om operationeel te kunnen optimaliseren.
          G. In dit verband is door de steden en gemeenten en Fluvia gezamenlijk een kaderovereenkomst opgesteld (hierna de 'Kaderovereenkomst').
          H. Fluvia en de steden en gemeenten, teneinde de doelstelling in overweging (G) te bereiken, hebben gezamenlijk geopteerd voor een traject van collectieve investering door Fluvia, mits maximale validering van de inspanningen van de onderscheiden steden en gemeenten, waarbij:
          - In een eerste fase: de steden en gemeenten rechten op de gronden behouden waarop de infrastructuur zich bevindt of waarop nieuwbouw zal gebeuren, maar door de steden en gemeenten aan Fluvia een recht van opstal wordt verleend op hetzij de bestaande infrastructuur hetzij de grond met het oog op de constructie van nieuwe infrastructuur door Fluvia, hetgeen de steden en gemeenten toelaat om gedragen inspanningen te valideren of het valorisatiepotentieel van de gronden ultiem te behouden; en
          - In een latere fase: Fluvia een recht van opstal kan verwerven op bestaande, oude infrastructuur welke initieel niet in opstal werd gegeven en Fluvia wenst te renoveren.
          (hierna het 'Collectieve Investeringstraject')
          I. Voormeld Collectieve Investeringstraject, zoals hierboven beschreven, hangt samen met een investeringstraject dat over meerdere jaren loopt en zal gefinancierd worden via de zgn. dotatie 2.0, dewelke een investeringscomponent zal bevatten.
          J. Er worden in de Kaderovereenkomst drie categorieën van onroerende goederen onderscheiden en gedefinieerd:
          - categorie 1: 'sites bestaande uit constructies op en met grond, gelegen te Menen, Deerlijk-Anzegem en Waregem, waarbij de desbetreffende steden en gemeenten zijn opgetreden/optreden als bouwheer van reeds bestaande/in oprichting zijnde/nog op te richten constructies bestaande in kazerne-infrastructuur en waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad en/of gemeente een eigendomsoverdragend opstalrecht zal worden gevestigd ten voordele van Fluvia met betrekking tot voormelde constructies, in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur Menen, de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk-Anzegem en de Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Waregem'.
          - categorie 2: 'sites bestaande uit braakliggende grond(en) (eventueel na geplande afbraak in het kader van herontwikkeling) waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad, gemeente een opstalrecht zal worden gevestigd op deze grond(en) ten voordele van Fluvia, op grond waarvan Fluvia de toelating zal hebben om op eigen risico en kosten op deze grond(en) over te gaan tot oprichting van constructies, in het bijzonder omvattend de gronden beschreven in bijlage 1.1 alsmede de weerhouden categorie 2 gronden, zoals bedoeld in artikel 5.2.2'.
          - categorie 3: 'sites bestaande uit constructies bestaande in kazerne-infrastructuur op en met grond, waarvan Fluvia tot 2019 de constructies kosteloos bezette op grond van een gebruiksovereenkomst voor onbepaalde duur afgesloten met de betrokken stad en/of gemeente, in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur waarvan sprake in overweging (A) onder de nrs. 1 tot en met 16 (uitgezonderd nrs. 5 en 14 welke behoren tot categorie 1)'.
          K. De gemeenschappelijke bedoeling van de steden en gemeenten en Fluvia bestaat er aldus in om in lijn met het Collectieve Investeringstraject:
          - een call-optie te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot categorie 1 (met onmiddellijke ingang) en met betrekking tot categorie 2 (op termijn) (hierna 'call-optie'), om in haar voordeel een (naargelang het geval, eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Opstalrecht');
          - in afwachting van de inwerkingtreding van het (eigendomsoverdragend) opstalrecht met betrekking tot categorie 1, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020, zowel voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Menen, als voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Waregem, Kazerne-infrastructuur Beveren-Leie en respectievelijk de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk–Anzegem, en van rechtswege zal eindigen op datum van inwerkingtreding van het desbetreffende (eigendomsoverdragend) opstalrecht, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Kosteloos recht van gebruik');
          - een put-optie (met onmiddellijke ingang) te vestigen in het voordeel van de steden en gemeenten, waaraan zij te allen tijde eenzijdig kunnen verzaken, met betrekking tot de onroerende goederen zoals vermeld onder de nrs. 2, 3, 9, 10, 12, 15 en 16, ofte de onroerende goederen van categorie 3 uitgezonderd de Kazerne-infrastructuur Heule, de Kazerne-infrastructuur Marke en de Kazerne-infrastructuur uit categorie 3 van die gemeenten ten aanzien van wie reeds een project is geïdentificeerd in categorie 1 of in categorie 2 aangeduid in de bijlagen 1.1. en 1.2. (Put-optie) om t.a.v. Fluvia een eigendomsoverdragend opstalrecht te doen vestigen, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Opstalrecht');
          - in afwachting van (i) de verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) van de inwerkingtreding van het eigendomsoverdragend opstalrecht met betrekking tot categorie 3 in uitvoering van voormelde put-optie of (iii) van het huurrecht met betrekking tot onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia voor wat betreft de kazerne-infrastructuur van categorie 3 voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020 en van rechtswege zal eindigen op datum van (i) de verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) van inwerkingtreding van het desbetreffende (eigendomsoverdragend) opstalrecht of (iii) op 1 januari 2021 met betrekking tot onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, overeenkomstig de voorwaarden zoals hierna beschreven (hierna 'Kosteloos recht van gebruik');
          - in geval van (i) verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) t.a.v. de Kazerne-infrastructuur van categorie 3 waarvoor geen put-optie zal worden gevestigd, zijnde de onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, een huurrecht te vestigen in het voordeel van Fluvia (behoudens uitzonderingen zoals hierna beschreven), (hierna 'Huurrecht'), waarbij aan Fluvia in het bijzonder een call-optie zal worden verleend (hierna 'Call-optie') om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen (hierna 'Opstalrecht') op de desbetreffende categorie 3 goederen (uitgezonderd Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke waarvoor wel een nieuwe huur- respectievelijk gebruiksovereenkomst zal worden afgesloten, maar waarop geen dergelijke call-optie zal worden verleend), overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven;
          met dien verstande dat, telkens wanneer er in onderhavige overeenkomst sprake is van een ‘opstalrecht’, dit recht zal worden gevestigd met betrekking tot het volume op, boven en onder de desbetreffende grond, in voorkomend geval met inbegrip van de bestaande constructies, doch zonder dat aan Fluvia, in haar hoedanigheid van opstalhouder, enig recht wordt verleend met betrekking tot de grond zelf.
          (hierna het 'Kazerneringsproject')
          L. Het Collectieve Investeringstraject en het Kazerneringsproject, zoals hierboven beschreven, gaan uit van een plan en visie voor een termijn van in totaal (minstens) achttien jaar oftewel drie beleidstermijnen van telkens zes jaar waarbij de steden en gemeenten en Fluvia erkennen en aanvaarden dat de investeringsprojecten voor de eerste zes-jarige periode reeds concreet zijn afgelijnd en beschreven in de Kaderovereenkomst, terwijl er voor wat betreft de toekomstige investeringsprojecten, welke naar verwachting zullen worden gerealiseerd gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar, op datum van ondertekening van onderhavige Overeenkomst, hoogstens een indicatief budget gekend is. De steden en gemeenten nemen kennis van de beleidsnota, gevoegd als bijlage 7 bij de Kaderovereenkomst, waaruit o.a. een inspanningsverbintenis blijkt tot realisatie van een vergelijkbaar aantal (lees: tussen drie en zes) investeringsprojecten gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar als hetgeen wordt voorzien gedurende de eerste beleidstermijn van zes jaar.
          M. De Kazerne-infrastructuur Menen werd opgericht door autonoom gemeentebedrijf Woonbedrijf Menen op grond van een recht van opstal aan haar verleend ingevolge opstalakte verleden voor het comité van aankoop Kortrijk, instrumenterend ambtenaar Luc Bataillie, commissaris, op 15 mei 2014 (de Opstalakte Menen) en de Kazerne-infrastructuur Menen vervolgens aan de stad Menen in leasing werd gegeven door autonoom gemeentebedrijf Woonbedrijf Menen ingevolge akte van onroerende leasing verleden door mevrouw Martine Fournier, in haar hoedanigheid van burgemeester van de stad Menen, op 7 februari 2015 (de Leasingakte Menen).
          N. Gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem, zoals uiteengezet in overweging (B) onder het nr. 5, zijn samen volle eigenaar, elk voor de onverdeelde helft van de grond gelegen langs de Vichtesteenweg, ingevolge notariële akte van aankoop verleden voor notaris Wim Taelman op 17 februari 2017, waarbij gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem vervolgens gezamenlijk zijn opgetreden als bouwheer in het kader van de bouw en ontwikkeling, op voormelde grond, van een onroerend complex bestaande in een nieuwe brandweerkazerne (de Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Deerlijk-Anzegem). De Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Deerlijk-Anzegem behoort tot categorie 1.
          O. De stad Waregem is volle eigenaar geworden van gronden gelegen te Waregem, Sint-Eloois- Vijve, volgens kadastraal uittreksel van 22 april 2020 ten kadaster gekend onder Waregem, afdeling 6, sectie A, nr. 267/K/2 P0000, nr. 268/E P0000 en nr. 267/H/2/P0000, met een totale oppervlakte volgens het kadaster van 66 a 32 ca, ingevolge notariële akte van aankoop verleden voor notaris Ronny Eeckhout op 26 april 2016, waarbij de Stad Waregem weldra zal optreden als bouwheer in het kader van de bouw en ontwikkeling, op voormelde gronden, van een onroerend complex bestaande in een nieuwe brandweerkazerne (de Nieuwe Kazerne- Infrastructuur Waregem). De Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Waregem behoort tot categorie 1.
          P. De zakelijke en persoonlijke rechten op de onroerende goederen waarop dit besluit betrekking heeft of zal hebben en die aan de gemeente Wevelgem toebehoren kunnen enkel aan Fluvia worden overgedragen binnen de voorwaarden en modaliteiten hiertoe bepaald in het ontwerp van Kaderovereenkomst. Aldus wordt afgeweken van het principe dat onroerende goederen van een gemeente steeds worden vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie. Dit is gerechtvaardigd gelet op het specifieke karakter van het onroerend goed in kwestie en het feit dat het dient of zal dienen ter bescherming van de openbare veiligheid binnen de gemeente Wevelgem en het feit dat de gemeente Wevelgem slechts tot één hulpverleningszone, namelijk Fluvia, behoort.
          Q. De Kaderovereenkomst heeft tot doel de modaliteiten en voorwaarden betreffende de Call-optie, Put-optie, het Opstalrecht, het Kosteloos recht van gebruik en het Huurrecht te bepalen en in het algemeen de afspraken vast te leggen die tussen partijen zullen gelden in het kader van het Collectieve Investeringstraject en met betrekking tot het Kazerneringsproject.
          R. De Kaderovereenkomst en de bijlagen eraan werden formeel goedgekeurd door de zoneraad op 13 november 2020.
          S. Het verlijden van de notariële akten tot vestiging van het Opstalrecht betreffende categorie 1, volgens de actuele planning, is bedoeld plaats te vinden in de maanden april, mei of juni 2021.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2020: kaderovereenkomst kazernering hulpverleningszone Fluvia.
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2020: kaderovereenkomst kazernering hulpverleningszone Fluvia.
          • Beslissing van de gemeenteraad van 12 december 2014: terbeschikkingstelling patrimonium en personeel aan Fluvia.
          • Beslissing van de gemeenteraad van 10 oktober 2014: financiële verdeelsleutel Fluvia.
          Hogere regelgeving
          • Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, in het bijzonder artikel 14.
          • Koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones, in het bijzonder artikel 10, 3°.
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §1.
          Beslissing

          Artikel 1
          Neemt kennis van het ontwerp van Kaderovereenkomst en de bijlagen eraan, namelijk
          - bijlage 1.1 – Lijst reeds geschikt bevonden categorie 2-gronden
          - bijlage 1.2 – Plan houdende aanduiding van Site Lauwe-Marke Bramier
          - bijlage 1.3 – Plan houdende aanduiding van Site Kortrijk-Zwevegem Evolis
          - bijlage 2.1 – Template recht van gebruik (Deerlijk-Anzegem)
          - bijlage 2.2 – Template recht van gebruik (Menen)
          - bijlage 2.3 – Template recht van gebruik (Waregem)
          - bijlage 2.4 – Template recht van gebruik (categorie 3)
          - bijlage 3.1 – Template huurovereenkomst (categorie 3 met uitzondering van Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke)
          - bijlage 3.2 – Template huurovereenkomst (Kazerne-infrastructuur Heule)
          - bijlage 3.3 – Template huurovereenkomst (Kazerne-infrastructuur Marke)
          - bijlage 4 – Algemene voorwaarden van het opstalrecht
          - bijlage 5 – Lijst van bestaande kosteloze gebruiksrechten
          - bijlage 6 – Huurtabel
          - bijlage 7 – Beleidsnota
          zoals deze aan onderhavig besluit zijn gevoegd.

          Artikel 2
          Keurt het ontwerp van Kaderovereenkomst en de bijlagen, zoals deze aan onderhavig besluit zijn gevoegd, goed.

          Artikel 3
          Draagt de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur op om de Kaderovereenkomst en haar bijlagen namens de gemeente Wevelgem te ondertekenen.

          Artikel 4
          §1. Verzaakt uitdrukkelijk aan de Put-optie zoals voorzien in de Kaderovereenkomst.
          §2. Gelast het college van burgemeester en schepenen om de Kaderovereenkomst en haar bijlagen uit te voeren en de verdere stappen te ondernemen en specifieke overeenkomsten te laten ondertekenen om, gelet op de verzaking aan de uitoefening van de Put-optie, een huurrecht te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot de Kazerne gelegen te Hondschotestraat 100 A en de Kazerne gelegen te Nieuwe Markt 3 in de Kaderovereenkomst omschreven als een goed van categorie 3, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven, waarbij aan Fluvia in het bijzonder een Call-optie zal worden verleend om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen op het Onroerend Goed, overeenkomstig de voorwaarden en voor de doeleinden zoals in de Kaderovereenkomst bepaald.
          § 3. Gelast het college van burgemeester en schepenen om de verdere stappen te ondernemen en specifieke overeenkomsten te laten ondertekenen om in afwachting van het huurrecht zoals bepaald in artikel 4, §2, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot de Kazerne gelegen te Hondschotestraat 100 A en de Kazerne gelegen te Nieuwe Markt 3, voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020 en van rechtswege zal eindigen op datum van de verzaking aan uitoefening van voormelde Put-optie via aangetekende kennisgeving, overeenkomstig de voorwaarden en voor de doeleinden zoals in de Kaderovereenkomst bepaald.

          Artikel 5
          Gelast het college van burgemeester en schepenen alle nodige uitvoeringshandelingen te stellen met betrekking tot voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan hulpverleningszone Fluvia, Doorniksesteenweg 214a, 8500 Kortrijk.

    • Grondgebiedszaken

      • Openbare infrastructuur en mobiliteit

        • Mobiliteit en verkeer

          • Lokaal mobiliteitsplan

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Het lokaal mobiliteitsplan wordt vastgesteld.

            Feiten, context en argumentatie

            Op 17 mei 2017 keurde de GBC (gemeentelijke begeleidingscommissie) de sneltoets voor de opmaak van een nieuw mobiliteitsplan goed. De GBC besliste hierbij om spoor 2 te volgen: het huidige gemeentelijk mobiliteitsplan verbreden en verdiepen. Volgende thema's moesten hierbij verder verbreed/verdiept worden: 

            • Centrumvernieuwing
            • Actualisatie fietsnetwerk
            • Actualisatie collectief vervoer
            • Toevoeging thema's zwaar verkeer en sluipverkeer/doorstroming
            • Strategisch project Ter Biest.

            De gemeenteraad van 9 februari 2018 keurde het communicatie- en participatieplan voor het mobiliteitsplan goed.

            Op basis van voornoemde te verdiepen thema's maakte de Intercommunale Leiedal op 10 juli 2019 een onderzoeksnota op. De resultaten van het participatietraject werden opgenomen in deze onderzoeksnota.

            Deze onderzoeksnota werd goedgekeurd in het college van burgemeester en schepenen van 21 augustus 2019 en werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie mobiliteit van 23 september 2019.

            Op 8 januari 2020 ging de projectstuurgroep door ter bespreking van deze onderzoeksnota. De opmerkingen van deze projectstuurgroep werden verwerkt.

            Dit dossier werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie mobiliteit van 21 januari 2020 en 28 september 2020.

            Het decreet basisbereikbaarheid schrijft een participatietraject voor, indien geen regels voor de participatie worden vastgesteld moet het ontwerp van lokaal mobiliteitsplan minstens aan een openbaar onderzoek worden onderworpen. Hoewel er een participatietraject werd doorlopen, werd toch nog bijkomend van 7 september 2020 tot 7 oktober 2020 een openbaar onderzoek georganiseerd. Na dit laatste openbaar onderzoek werd het (voorlopig) beleidsplan mobiliteitsplan opgemaakt.

            Op 13 november 2020 ging de projectstuurgroep door ter bespreking van het (voorlopig) beleidsplan mobiliteitsplan. De nuances die aangebracht werden tijdens deze projectstuurgroep werden verwerkt. Het nieuw ontwerp lokaal mobiliteitsplan werd voorlopig vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2020.

            Het ontwerp lokaal mobiliteitsplan ligt nu voor ter definitieve vaststelling door de gemeenteraad. 

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 oktober 2020: ontwerp van lokaal mobiliteitsplan: openbaar onderzoek.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2020: ontwerp van lokaal mobiliteitsplan gemeente Wevelgem.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 april 2020: sneuvelnota - discussiepunten in functie van de opmaak nieuw mobiliteitsplan.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 21 augustus 2019: onderzoeksnota mobiliteit.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 9 februari 2018: goedkeuring communicatie- en participatieplan voor het mobiliteitsplan.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 13 oktober 2017: goedkeuring herziening mobiliteitsplan - afsprakennota Leiedal.
            Hogere regelgeving
            • Decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 9°.
            Beslissing

            Artikel 1

            De gemeenteraad stelt het lokaal mobiliteitsplan definitief vast. 

             

      • Openbaar groen en netheid

        • Duurzaamheid

          • Subsidiereglement ondersteuning voor samentuinen

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Het subsidiereglement ondersteuning voor samentuinen wordt vastgesteld.

            Feiten, context en argumentatie

            In 2015 werd er in iedere deelgemeente een samentuin opgestart, dit als een soort pilootproject. In deze drie samentuinen (Eigen Kweek, Mythe’s ne lochting en Hof Ter Winkel) werd toen geïnvesteerd door de gemeente.

            Het opzet van deze ondersteuning (financieel en materieel) was de opstart en het behoud van deze tuinen te faciliteren.

            Dergelijke samentuinen bevorderen namelijk de leefbaarheid, de sociale cohesie en het ecologisch tuinieren in de gemeente.

             

            Ondertussen zijn nog enkele samentuinen gestart, naar het voorbeeld van deze pioniers. Zij kregen geen of weinig steun van de gemeente, behalve de samentuin in de Bieststraat, waarbij een gemeentelijk terrein gebruikt wordt.

            Bedoeling is nu om een kader te scheppen, waarbij de ondersteuning vanuit de gemeente vastgelegd wordt in een reglement, zodat de steun evenwaardig is voor alle samentuinen (bestaande en nog nieuw op te richten).

            Door een reglement op te stellen, moeten de samentuinen ook aan bepaalde criteria en voorwaarden voldoen (toestemming eigenaar, ecologisch tuinieren: geen kunstmest en geen pesticidengebruik, publiek toegankelijk,…).

             

            Daartoe werd een overleg georganiseerd (februari 2019) met de verantwoordelijken van de nu bestaande samentuinen, om de noden van de tuiniers te kennen bij het starten en onderhouden van dergelijke tuin.

            Volgens hen zijn de volgende zaken het belangrijkst bij de opstart van een tuin:

            • het terrein plantklaar leggen
            • watervoorziening
            • berging/tuinhuis voor materiaal.

            Daarnaast werden volgende zaken aangebracht als wenselijk om de dynamiek in de tuin verder te behouden:

            • klein materiaal (bosmaaier, grasmachine, hakselaar,…) om de gemeenschappelijke zones te kunnen onderhouden
            • korte infosessies (composteren, ecologisch tuinieren,…)
            • educatief materiaal (infobord, insectenhotel,…).

            Eerder gaf het college van burgemeester en schepenen aan om eerder grotere investeringen te willen ondersteunen. Daarmee wordt geen antwoord gegeven aan de wens besproken in het overleg om gemeenschappelijk kleiner materiaal te kunnen aankopen, of vorming of educatief materiaal te kunnen voorzien. Groepen van samentuiniers die zich organiseren, kunnen voor hun basiswerking echter beroep doen op de subsidie voor lokale verenigingen uit het sociaal-cultureel volwassenenwerk indien zij aan de voorwaarden voldoen.

            Aan de hand van de inbreng van de leden van de samentuinen, de eerdere richting die het college van burgemeester en schepenen aangaf en de ervaring van de diensten, werd een voorstel van reglement opgemaakt.  

            Meerjarenplan en budget

            Een jaarlijks budget van 3 000 euro werd voorgesteld voor de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
            De uitgave wordt aangerekend op rekening PB3-ACT11/0350-00/649668 van het exploitatiekrediet.

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 november 2016: verzoek toestemming perceel Bieststraat.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 maart 2015: project samentuinen overleg 25 februari 2015.
            Beslissing

            Het reglement ‘ondersteuning voor samentuinen’ wordt goedgekeurd als volgt:

            Reglement ondersteuning voor samentuinen

            Artikel 1: Doel
            De gemeente ondersteunt bewoners die de leefbaarheid, sociale samenhang en vergroening van de gemeente bevorderen, in de vorm van samentuinen.

             

            Artikel 2: Definities en toepassingsgebied

            §1. Samentuin: een stuk grond waar minimaal 4 personen met een verschillend domicilie samen tuinieren. De tuin dient voornamelijk voor het samen telen van groenten en/of fruit, er kan een bijkomende functie zijn als ontmoetingsplaats, siertuin of een speelelement voor kinderen omvatten:

            • volledig gemeenschappelijke samentuin: de tuiniers werken samen op de volledige oppervlakte van de tuin, de beplanting is gemeenschappelijk, alle tuintaken worden samen uitgevoerd, oogst is gemeenschappelijk en wordt onderling verdeeld.
            • Semi gemeenschappelijke samentuin: de tuiniers hebben elk een eigen perceel, maar van alle tuiniers wordt verwacht dat gezamenlijke plekken zoals paden, tuinhuis, compostplek, opbergruimte, … samen beheerd en onderhouden worden. De tuiniers komen op regelmatige tijdstippen samen voor gemeenschappelijke tuintaken, planning, ontmoetingsactiviteiten,…

            §2. Voor de ondersteuning komen enkel samentuinen in aanmerking zoals hierboven afgebakend. Andere vormen van stadslandbouw of gemeenschapsinitiatieven, zoals een volkstuin, groene ontmoetingsruimte, een boomgaard, commerciële initiatieven en schooltuinen vallen niet onder het toepassingsgebied van dit reglement.
            Een samentuin gelegen op een perceel van een volkstuinpark of een schooltuin die ook omwonenden laat meetuinieren kunnen wel in aanmerking komen.

            Artikel 3: Ondersteuningsaanbod
            §1. De ondersteuning is gericht op duurzame inrichtingswerken:

            • Terreinwerken bij aanleg of uitbreiding van een samentuin.
            • Aanleg van infrastructuur zoals serre, watervoorziening, omheining, tuinpaden, bakken of omranding,…

            §2. De ondersteuning kan de volgende vormen aannemen:

            • Terugbetaling bij voorleggen van facturen.
            • Uitvoeren van werken door de gemeente of een door de gemeente aangestelde aannemer tegen kostprijs.

            §3. Het maximumbedrag bedraagt:

            • Bij de inrichting van een nieuwe samentuin of uitbreiding van een bestaande samentuin:
              • 1 500 euro
              • 2 500 euro voor een samentuin met een oppervlakte van meer dan 300 m² tuinoppervlakte en/of 20 of meer tuiniers.

                     Voor dezelfde samentuin kan een uitbreiding maximaal om de drie jaar toegekend worden.

            • Voor bijkomende voorzieningen of vervangingsinvesteringen bij een bestaande samentuin:
              • Maximaal 500 euro/jaar
              • Maximaal 1 000 euro/jaar voor een samentuin met een oppervlakte van meer dan 300 m² tuinoppervlakte en/of 20 of meer tuiniers.

                     Om een grotere investering te doen is het mogelijk om het bedrag te verdubbelen na een jaar zonder aanvraag tot ondersteuning.

            §4. Samentuinen die aan de voorwaarden voor ondersteuning voldoen, kunnen - indien beschikbaar - ook restmateriaal zoals houthaksel, bladeren, boomstammen verkrijgen.

            Artikel 4: Andere voorwaarden en criteria

            • Terrein: de aanvragende tuiniersgroep moet een schriftelijke en ondertekende toestemming van de eigenaar van het terrein kunnen voorleggen om tot minstens drie jaar na de datum van de aanvraag van de ondersteuning gebruik te kunnen maken van het terrein waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Het is wenselijk om een afsprakennota op te maken met de eigenaar.
            • Bodemonderzoek: bij de aanleg van een nieuwe tuin waarbij in volle grond getuinierd zal worden, laat de aanvragende tuingroep een bodemonderzoek uitvoeren. Tuinieren in volle grond is enkel mogelijk bij een positief bodemonderzoek.  
            • Organisatie: de tuiniers duiden één contactpersoon aan.
            • Ecologisch tuinieren: in de samentuin wordt ecologisch getuinierd. Er wordt geen pesticide of kunstmest gebruikt bij het tuinieren.
            • Ingebed in de wijk en toegankelijk:
              • een samentuin heeft een (semi-)openbaar karakter en is open en toegankelijk voor iedereen, eventueel tijdens bepaalde openingsuren die actief gecommuniceerd worden
              • de gegevens van de samentuinen (locatie en contactpersoon) worden aan de gemeente bezorgd om deze publiek toegankelijk te maken.
            • Divers: samentuinen zijn inclusieve plekken. Iedereen is welkom ongeacht geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, afkomst, gezinssituatie of beperking.
            • Vergunning: indien het werken betreft waarvoor een omgevingsvergunning noodzakelijk is, dan dient deze vooraf te worden bekomen.
            • De aanvrager bezorgt de gemeente gedetailleerde offertes waaruit duidelijk afgeleid kan worden welke kosten worden geraamd, en een plan of plattegrond dat een duidelijk beeld bevat van de huidige en toekomstige situatie van het terrein.
            • Als subsidies worden verkregen van een andere overheid, dan mogen de subsidies + de ondersteuning van de gemeente de totale kost van het project niet overstijgen.

            Artikel 5: Logo gemeente
            Indien de gemeente ondersteuning verleent, dient het logo van de gemeente vermeld te worden op het promotiemateriaal.

            Artikel 6: Aanvrager
            De aanvrager moet een feitelijke vereniging of een vzw zijn, die uit minimum vier personen bestaat met een verschillend domicilie. Minstens de helft van de leden moet in Wevelgem wonen. Het is wenselijk dat een huishoudelijk reglement wordt opgemaakt door de vereniging.

            Artikel 7: Hoe aanvragen?
            De aanvraag gebeurt via een digitaal formulier. Bij de aanvraag worden volgende documenten gevoegd:

            • ledenlijst van de samentuin (met handtekening van alle leden)
            • locatie en plattegrond van de samentuin
            • offertes (indien van toepassing)
            • plan van de uit te voeren werken (indien van toepassing).

            Verder dient de volgende informatie over de aanvrager ter beschikking gehouden te worden van de gemeente:

            a) indien het een vzw betreft:

            • kopie van de geldende statuten met verwijzing naar hun publicatiedatum in het Belgisch Staatsblad
            • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de contactpersoon, die ook de aanvraag ondertekent
            • het bankrekeningnummer van de vzw
            • het laatst goedgekeurde jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, toelichting bij de rekeningen en een activiteitenverslag
            • de laatst goedgekeurde begroting
            • het btw-statuut (indien toepasselijk).

            b) indien het een feitelijke vereniging betreft:

              • een lijst van de bestuursleden (met handtekening van alle bestuursleden)
              • de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de aanvrager, die de aanvraag ondertekent en persoonlijk verantwoordelijk is voor de aanvraag en de verdere opvolging
              • een verantwoording van de aanwending van de subsidie
              • het bankrekeningnummer van de feitelijke vereniging dat niet het rekeningnummer mag zijn van een natuurlijke persoon.

            Artikel 8: Beslissing over de toekenning of weigering
            Het college beslist over de toekenning en de hoogte van de ondersteuning.

            Artikel 9: Controle
            De afgevaardigden van de gemeente hebben het recht om ter plaatse na te gaan of het materiaal wordt gebruikt en/of de werken zijn uitgevoerd en alle bovenstaande voorwaarden worden nageleefd.

            Op eenvoudig verzoek bezorgt de aanvrager bijkomende informatie aan de gemeente.

            Artikel 10: Vrijwaringsclausule 
            De subsidie aanwenden op een wijze die in strijd is met dit reglement leidt steeds tot sancties zoals:

            • éénzijdig beëindigen van de samenwerking
            • weigering logistieke ondersteuning
            • terugvorderen van het materiaal of subsidie
            • uitsluiten van toekomstige ondersteuning.

            De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de opgelegde sancties.

      • Ruimtelijke ordening, stedenbouw en wonen

        • Stedenbouw en verkavelingen

          • Verkaveling Warandestraat - goedkeuring tracé der wegen

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Warandestraat.

            Feiten, context en argumentatie

            Het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn voor een verkaveling in de Warandestraat worden ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.

            De aanvraag betreft een verkavelingsaanvraag voor een verkaveling ten zuiden van het centrum van Moorsele. De in- en uitrit van de site bevindt zich langs de Warandestraat. De bestaande garagestraat ‘Vrijstraat’ wordt gebruikt als secundaire in- en uitrit voor brandweer en bedient enkele de private carports. De doorsteken verbinden verscheidene bestaande wegen, de vroegere school in de Sint-Janstraat en de supermarkt. De private tuin met openbaar karakter creëert een veilige fiets- en wandelroute voor bewoners uit de omliggende wijken.

            De verkaveling wordt opgevat als een individuele site gelegen tussen bestaande bebouwing en voorziet 19 grondgebonden woningen en 22 appartementen. Deze wordt uitgewerkt als woonerf, de parkeerplaatsen zijn conform de wegcode gemarkeerd. De toegang tot de site wordt voorzien via de Warandestraat en voor plaatselijk verkeer via de garagestraat Vrijstraat. De wagens worden gegroepeerd aan de buitenrand van de groenzone. Er wordt gekozen voor wooneenheden zoals halfopen en aaneengesloten met hoofdzakelijk een zuid- of westgerichte tuin. De aaneengesloten bebouwing worden geschakeld. De loten 1 t.e.m. 7 worden voorzien van een inpandige garage, loten 8 t.e.m. 10 van een private carport. Loten 11 t.e.m. 19 zijn voorzien van gegroepeerde carports. Elke woonentiteit beschikt ook over een (fietsen)berging. De zijkavelgrens wordt op min. 3 m van de woningen vastgelegd. De meergezinswoningen beschikken over een privatieve staanplaats/garage in het volume van het op te richten gebouw.

            Binnen de verkaveling is er een private groenzone met openbaar karakter. De paden blijven publiek zodat er garantie is op doorwaadbaarheid. De wegenis in de verkaveling wordt ontworpen als woonstraten in kleinschalige materialen, die de verblijfsfunctie benadrukken. De parkeerstroken zijn voorzien in kleinschalig materiaal met brede voegen die het groene karakter van de verkaveling benadrukken en infiltratie optimaal mogelijk maken. In het woonproject is een voetgangers- en fietsersdoorsteek voorzien doorheen de private tuin met openbaar karakter. De parkeerplaatsen bevinden zich aan de rand, zowel privaat als openbaar. De private groenzone met openbaar karakter voorziet ook een overdrukzone voor de inrit van de ondergrondse parkeergarage. Het hart van de verkaveling is in te richten als natuurlijk groen.

            Er zijn in de verkaveling 21 openbare parkeerplaatsen. Deze worden voorzien langs de toegangsweg, in kleinschalig materiaal met brede voegen.

             

            Binnen de verkaveling wordt gekozen voor 2 principes betreffende water:

            • Voor de verhardingen van de openbare ruimte binnen de verkaveling en woningen zal het regenwater maximaal infiltreren en gebufferd worden in een open waterbekken. Iedere woning moet over een regenwaterput beschikken conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor het hemelwater. De openbare parkeerplaatsen worden voorzien in kleinschalig materiaal met brede voegen. 
            • Alle verhardingen op privaat domein gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg.

            Het terrein is hellend en wordt opgevangen met keermuren op de private loten 4 t.e.m. 9, lot 10 en lot 11 met een maximale hoogte van 75 cm.

            De bomen aan de westkant, palend aan de garagestraat, worden gerooid omdat de wortels schade aanbrengen aan de bestaande garageweg en de bomen niet meer passen binnen het huidige concept (o.a. voor de brandweerweg, openheid richting de private binnentuin met openbaar karakter, zonlicht, enz.). De bomen ten oosten van de verkaveling worden gerooid om de DWA-riolering en het wandelpad te kunnen realiseren. De privatieve groenzone centraal in de nieuwe verkaveling heeft een openbaar karakter. De aanleg van de groenzone zal gebeuren bij de bouw van de appartementen, via een afzonderlijke beplantingslijst. In de groenzone wordt ook de brandweg voorzien in betonstraatstenen met verbrede voeg en de ondergrondse kelder in de voorziene omranding ‘zone voor ondergrondse kelder’.

            Het geheel wordt ingericht voor het plaatselijk bestemmingsverkeer. Doorgaand verkeer is onmogelijk.

            De gronden waarop wegenis- en rioleringswerken worden uitgevoerd, zullen kosteloos worden overgedragen aan de gemeente. De rooilijn wordt in die zin aangepast.

             

            De totale oppervlakte van de te verkavelen zone bedraagt 1,4 ha voor 19 woningen en 22 appartementen in de verkaveling, dit betekent een dichtheid van circa 29 woningen/ha.

             

            Tijdens het openbaar onderzoek werden er 5 bezwaarschriften ingediend. Twee van de bezwaren handelen over een betwiste grondinname. Er zijn meerdere bezwaren betreffende een garagestraat, het mogelijk verkrijgen van een toegang via de verkaveling voor het bouwen van een garage op eigen terrein.

             

            Er is een preadvies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar wat betreft de behandeling van de bezwaren, de behandeling ervan is in grote lijnen als volgt:

            • Het verkavelingsplan is opgemaakt door een beëdigd landmeter, discussies over eigendomsgrenzen zijn een burgerrechtelijke aangelegenheid.
            • Op de bezwaren betreffende een garagestraat wordt niet ingegaan, de aanleg van dergelijke garagestraat is niet het voorwerp van de aanvraag.

             

            Na het openbaar onderzoek werd voor één van de bezwaarindieners (zijn inhoudelijk bezwaar gaat enkel over de betwisting van de perceelsgrens) een regeling uitgewerkt waarbij deze een toegang verkrijgt naar het private perceel van bezwaarindiener, hiervoor wordt een doorgang met een aanvankelijke breedte van 2 m op 2,50 m gebracht. Deze wijziging verandert niks aan het rooilijnplan.

             

            Deze wijziging van het inrichtingsplan kan aanvaard worden en geeft geen aanleiding tot een nieuw openbaar onderzoek, daar deze wijziging geen schending van de rechten van derden met zich mee brengt (cfr. artikel 30 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning).

            Hogere regelgeving
            • Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 8 en artikel 12, §2.
            • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31.
            • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 47.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 9°.
            Beslissing

            Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Warandestraat.

          • Verkaveling Meerlaanstraat - goedkeuring tracé der wegen

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Meerlaanstraat.

            Feiten, context en argumentatie

            Het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn voor een verkaveling in de Meerlaanstraat worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

             

            De aanvraag betreft een verkavelingsaanvraag voor 6 loten voor een goed gelegen langs de gemeenteweg Meerlaanstraat, in aansluiting met het straatbeeld en de omgeving. De verkaveling wordt opgevat als een residentiële verkaveling bestaande uit 6 halfopen woningen. De loten worden allen georiënteerd richting de Meerlaanstraat.

            Er worden voor elke woning minstens 2 parkeerplaatsen voorzien. Op deze manier wordt geen overdruk in de straten gecreëerd op vlak van mobiliteit en verkeersveiligheid.

            Elke woning zal worden voorzien van een eigen regenwaterput en infiltratiesysteem conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor het hemelwater. De verhardingen in de voortuinstroken zullen beperkt worden tot de noodzakelijke toegangen. De vloerpas van de woningen wordt voorzien op maximaal 0,40 m boven het bestaande maaiveld. De reliëfwijzigingen moeten tot een minimum beperkt worden. Er wordt een maximum opgelegd aan waterdichte verharding in de tuinzone en voortuinstrook om een zo groot mogelijke oppervlakte voor groenvoorziening te bekomen.

            De wegeniswerken betreffen het uitvoeren van rioolaansluitingen, inclusief aanleg van een RWA- en DWA-riolering en de aanleg van parkeerstroken, opritten en groenzones met bomen.

            Voor elk lot worden rioolaansluitingen voor regenwater en afvalwater aangesloten op een nieuw voorziene RWA- en DWA-riolering. Het noodzakelijke sleufherstel en de bijhorende aanleg van een nieuwe toplaag in asfalt zijn voorzien in dit project. Er worden opritten aangelegd ter hoogte van de garages voor elk lot, binnen de nieuwe rooilijn. Tussen de opritten zijn parkeerstroken en groenzones voorzien. De parkeerstroken zijn 2 m breed en zijn voorzien in antracietkleurige, drainerende betonstraatstenen van 22 x 11 x 8, eveneens op een zandcementbed van 3 cm, een geotextiel en een fundering van 15 cm drainerend schraalbeton. De parkeervakken worden afgelijnd met witte drainerende betonstraatstenen. De opritten en parkeerstroken worden afgeboord met een geprefabriceerde borduur type ID1. De bestaande rijweg blijft behouden, maar wordt ter hoogte van de te realiseren verkaveling afgeboord met een geprefabriceerde borduur type IE en een geprefabriceerde kantstrook type IIE1. De zones achter de parkeerstroken en binnen de rooilijn worden ingezaaid met gras. Tussen de parkeerstroken zijn 4 groenvakken voorzien. De (private) gronden waarop wegenis- en rioleringswerken worden uitgevoerd, zullen kosteloos worden overgedragen aan de gemeente. De rooilijn wordt in die zin aangepast.

            Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.

            Hogere regelgeving
            • Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder artikel 8 en artikel 12, §2.
            • Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 31.
            • Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, in het bijzonder artikel 47.
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 41, 2de lid, 9°.
            Beslissing

            Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Meerlaanstraat.

        • Onroerende verrichtingen

          • Overdracht aan de gemeente van een gewestweg

            Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
            Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
            Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
            Kurt Parmentier, algemeen directeur
            Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

            Gaat akkoord met de overdracht van de gewestweg N343 (Muizelstraat, tussen kilometerpunt 2,120 en 2,495, inclusief de rotonde).

            Feiten, context en argumentatie

            De gemeenteraad gaf goedkeuring in zitting van 14 april 2017 aan de samenwerkingsovereenkomst betreffende de uitvoering van werken op de gewestweg N343 (Muizelstraat). 

            De gemeente en het Vlaamse gewest waren van oordeel dat de werken op de gewestweg N343 (Muizelstraat) in het algemeen belang, om efficiëntieredenen en om redenen van synergie dienden te worden samengevoegd, zodat de werken aldus op elkaar konden aansluiten en ook vanwege schaalvergroting de kosten konden worden gedrukt. 

            De gemeente verbond zich er toe om na de voorlopige oplevering van de werken, akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de heringerichte Muizelstraat tussen de Drieslaan (inclusief de rotonde) en de Hondschotestraat (inclusief het kruispunt) (zie plan 1M3D8J G 120535 01).

            De gemeenteraad verleende in zitting van 12 mei 2017 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor de opdracht 'revitalisering bedrijventerrein Gullegem-Moorsele, deel A'. Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 31 januari 2018 goedkeuring aan de gunning van deze opdracht aan THV Cnockaert - Van Huele en gaf in zitting van 24 juni 2020 goedkeuring aan de voorlopige oplevering van deze revitaliseringswerken.

            Vorige beslissingen
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 juni 2020: revitalisering industriezone Gullegem-Moorsele deel A: goedkeuring voorlopige oplevering.
            • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 31 januari 2018: gunning van de opdracht 'revitalisering industriezone Gullegem-Moorsele deel A'.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 12 mei 2017: goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor de opdracht 'revitalisering bedrijventerrein Gullegem-Moorsele, deel A'.
            • Beslissing van de gemeenteraad van 14 april 2017: samenwerkingsovereenkomst betreffende de uitvoering van werken op de gewestweg N343 (Muizelstraat).
            Hogere regelgeving
            • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 295.
            Beslissing

            Artikel 1

            Gaat akkoord met de overdracht van volgende gewestweg (volgens plan 1M3D8J G 120535 01): N343 (Muizelstraat, tussen kilometerpunt 2,120 en 2,495, inclusief de rotonde).


            Artikel 2

            Het agentschap Wegen en Verkeer, Koning Albert I-laan 1-2 bus 82 te 8200 Brugge, wordt in kennis gesteld van dit besluit. 

    • Vrije tijd

      • Sport

        • Wijziging gebruikersreglement De Zwemkom

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          De wijziging van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt goedgekeurd.

          Feiten, context en argumentatie

          Het gebruikersreglement voor De Zwemkom is goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 november 2020.
          Naar aanleiding van de beraadslaging over dit agendapunt werd de vraag gesteld of kinderen die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister op het adres van de ouder-houder van een familiepas, maar bij wie wel de vermelding 'gedeeld verblijf' staat, ook konden zwemmen met de familiepas van deze ouder. Krachtens het goedgekeurde reglement kan dit inderdaad niet. De vraag is evenwel pertinent en er wordt dan ook een wijziging in die zin van het reglement voorgelegd: kinderen bij wie vermeld staat 'gedeeld verblijf' op een adres in Wevelgem, kunnen genieten van het 'tarief inwoner' en kunnen ook zwemmen met de familiepas van het gezin op dit adres.

          Voor een familiepas wordt ook nog verduidelijkt dat deze kan gebruikt worden door maximaal twee meerderjarige gezinsleden en verder alle gezinsleden jonger dan 12 jaar. Dit om reden dat, voor wat het recreatieve deel betreft, De Zwemkom zich vooral richt op jonge gezinnen.

          Verder wordt ook artikel 16 aangevuld, namelijk de sanctiemogelijkheid tegen gebruikers die onrechtmatig toegang zouden nemen tot De Zwemkom tegen een voordeliger tarief dan hetgeen van toepassing is.

          Meerjarenplan en budget

          PB2 - AP1: Wevelgem ondersteunt verenigingen structureel in hun werking.

          PB2 - ACT15: Op de site Sportspoor worden een nieuw zwembad en atletiekpiste gerealiseerd.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2020: wijziging gebruikersreglement De Zwemkom.
          • Beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2020: gebruikersreglement De Zwemkom.
          Hogere regelgeving
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §3 en artikel 41, 2de lid, 2° en 14°.
          Beslissing

          Artikel 1

          §1. Artikel 10, eerste lid van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt gewijzigd als volgt:

          Artikel 10: Tarieven

          Wevelgemse verenigingen of inwoners worden aanzien als de belangrijkste doelgroep en gebruikers van het zwembad.

          De retributies worden vastgesteld door de gemeenteraad.

          Voor toepassing van de tarieven wordt verstaan:

          - Tarief inwoner: tarief voor burgers met hoofdverblijfplaats of kinderen met gedeeld verblijf in Wevelgem. De hoofdverblijfplaats blijkt uit zowel de bevolkingsregisters van de gemeente als uit het rijksregister van de natuurlijke personen.

          - Tarief niet-inwoner: tarief voor burgers die niet kunnen genieten van het tarief inwoner.

          - Jaarpas: tarief voor een toegangspas tijdens publieksuren, die 1 jaar geldig is vanaf aankoopdatum. Het tarief inwoner wordt toegepast als de houder zijn hoofdverblijfplaats of gedeeld verblijf in Wevelgem heeft. Het tarief niet-inwoner wordt toegepast in de andere gevallen.

          - Familiepas: tarief voor een toegangspas voor een gezin tijdens publieksuren, waarvan maximaal 2 meerderjarige gezinsleden gebruik kunnen maken, samen met alle gezinsleden jonger dan 12 jaar. De pas is 1 jaar geldig vanaf aankoopdatum. Onder gezin wordt begrepen de personen die al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, op hetzelfde adres hun hoofdverblijfplaats of gedeeld verblijf hebben. Het tarief inwoner of niet-inwoner wordt respectievelijk toegepast als voornoemd adres in Wevelgem of buiten Wevelgem ligt.

          - Baantarief: tarief voor de huur van 1 baan in het groot bad.

          - Badtarief: tarief voor de huur van het volledige groot bad. In dit geval worden geen banen afzonderlijk verhuurd.

          - Klein badtarief: tarief voor het klein bad, de helft van het klein bad kan afzonderlijk gehuurd worden.

          - Wevelgems tarief: tarief voor de categorieën 1, 2, 3 en 4.

          - Niet-Wevelgems tarief: tarief voor categorie 5.

          - Jeugd tarief: tarief voor alle categorieën voor activiteiten waarbij jeugd (-18 jaar) de doelgroep is.

          - Volwassen tarief: tarief voor alle activiteiten die niet onder het jeugd tarief vallen.

          - Commercieel – Wevelgems tarief: tarief voor categorie 6 in combinatie met categorie 4.

          - Commercieel – niet-Wevelgems tarief: tarief voor categorie 6 in combinatie met categorie 5.

           §2. De paragrafen 1 tot en met 3 van artikel 10 blijven ongewijzigd.

           

          Artikel 2

          Artikel 16 van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt gewijzigd als volgt:

          Artikel 16: Weigering toegang en sancties
          Bij het niet naleven van dit reglement wordt de gebruiker schriftelijk verwittigd. Het college van burgemeester en schepenen kan elk verder gebruik ontzeggen alsook passende sancties invoeren wanneer de gebruiker in gebreke blijft bij het betalen van de retributies of annuleringskosten, of bij elke niet-naleving van dit reglement of het huishoudelijk reglement.
          Wanneer toegang wordt genomen tot het zwembad zonder correcte toepassing van artikel 10, kan de toegang tot het zwembad onmiddellijk worden geweigerd en kan elk verder gebruik ontzegd worden door het college van burgemeester en schepenen zonder enig recht op terugbetaling van reeds aangekochte beurtenkaarten of passen.

           

          Artikel 3

          Deze wijziging wordt onmiddellijk opgenomen in het gebruikersreglement De Zwemkom en is van toepassing op het gebruik van het gemeentelijk zwembad De Zwemkom vanaf de openingsdatum zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.

    • Onderwijs

      • GBS

        • Capaciteitsbepaling gemeentelijke basisschool schooljaar 2021-2022

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 wordt vastgelegd.

          Feiten, context en argumentatie

          De gemeenteraad legde de capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2020-2021 vast in haar zitting van 8 november 2019.

          De capaciteit voor het volgende schooljaar dient bepaald vóór de start van de nieuwe inschrijvingsperiode voor schooljaar 2021-2022. Er wordt hierbij rekening gehouden met het huidig aantal zittende leerlingen.

          Binnen de scholengemeenschap De Leiebrug werd de afspraak gemaakt om de capaciteit vast te leggen tussen de 24 en 26 leerlingen per klas.

          De schoolraad gaf op 9 november 2020 positief advies voor het vastleggen van de capaciteit voor volgend schooljaar.

          De capaciteit wordt verder per geboortejaar vastgelegd voor het kleuter voor de drie afdelingen.
          Daarnaast wordt de capaciteit voor het lager onderwijs in de drie afdelingen verder per leerjaar vastgelegd.

          Volgende capaciteitsbepaling wordt voorgesteld:

          kleuter: maximaal 24 kleuters per geboortejaar per afdeling

          lager, afdeling Hoogstraat:

          - 1ste leerjaar: maximaal 24 leerlingen

          - 2de leerjaar: maximaal 24 leerlingen

          - 3de leerjaar: maximaal 24 leerlingen

          - 4de leerjaar: maximaal 48 leerlingen

          - 5de leerjaar: maximaal 72 leerlingen

          - 6de leerjaar: maximaal 96 leerlingen

          lager, afdelingen Kweekstraat en Goudenregenstraat: maximaal 24 leerlingen per leerjaar

          anderstalige nieuwkomers: maximaal 8 per afdeling.

          Vorige beslissingen
          • Beslissing van de gemeenteraad van 8 november 2019: capaciteitsbepaling schooljaar 2020-2021.
          Hogere regelgeving
          • Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, in het bijzonder artikel 37novies.
          • Omzendbrief BaO/2012/01 betreffende inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedure in het basisonderwijs voor inschrijvingen.
          • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40, §1.
          Beslissing

          Artikel 1

          De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 wordt bepaald als volgt:

          - Maximaal 24 kleuters per geboortejaar per afdeling (zijnde 72 kleuters in totaal per geboortejaar).

          - Lagere jaren, afdelingen Kweekstraat en Goudenregenstraat: maximaal 24 leerlingen per leerjaar.
          - Lagere jaren, afdeling Hoogstraat:

               * 1ste leerjaar: maximaal 24 leerlingen

               * 2de leerjaar: maximaal 24 leerlingen

               * 3de leerjaar: maximaal 24 leerlingen

               * 4de leerjaar: maximaal 48 leerlingen

               * 5de leerjaar: maximaal 72 leerlingen

               * 6de leerjaar: maximaal 96 leerlingen.

          Artikel 2

          De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 voor anderstalige nieuwkomers wordt bepaald op maximaal 8 anderstalige nieuwkomers per afdeling.

    • Agendapunten en vragen van raadsleden

      • Mondelinge vragen

        • Project Tuincoachen

          Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
          Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty, gemeenteraadsleden
          Stefaan Oosthuyse, adjunct-algemeendirecteur
          Kurt Parmentier, algemeen directeur
          Verontschuldigd: Frank Acke, Joke De Smet, Charlotte Bonte, gemeenteraadsleden

          Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.

          Feiten, context en argumentatie

          Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.

          Beslissing

          Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.

Namens gemeenteraad,

Kurt Parmentier
algemeen directeur

Jo Libeer
voorzitter