Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 (2021), deel van de gemeente, wordt vastgesteld.
Het betreft de goedkeuring van de aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 (2021).
Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) werd besproken op het managementteam van 16 oktober 2020 en 20 november 2020.
Het voorstel tot aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) werd besproken op de gemeenteraadscommissie algemeen beleid van 24 november 2020.
Artikel
De financiële nota van het aangepast meerjarenplan 2020-2025 (2021) kent volgende (geconsolideerde) resultaten:
2020 | 27 873 849 euro |
2021 | 15 533 402 euro |
2022 | 10 030 535 euro |
2023 | 7 116 714 euro |
2024 | 3 315 590 euro |
2025 | 4 574 200 euro |
2020 | 3 070 373 euro |
2021 | 573 128 euro |
2022 | 1078 981 euro |
2023 | 709 730 euro |
2024 | 759 755 euro |
2025 | 807 674 euro |
2020 | 3 740 970 euro |
2021 | 1 129 419 euro |
2022 | 1 793 794 euro |
2023 | 1 592 652 euro |
2024 | 1 930 124 euro |
2025 | 2 195 131 euro |
Artikel 2
De kredieten voor het gedeelte van de gemeente worden goedgekeurd.
De meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021), deel van het OCMW, wordt goedgekeurd en de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) wordt in zijn geheel definitief vastgesteld.
De gemeenteraad van heden stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) voor het deel van de gemeente vast.
De raad voor maatschappelijk welzijn stelde de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) voor het deel van het OCMW vast.
Artikel 1
Het deel van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021), zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 11 december 2020, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
De meerjarenplanaanpassing 2020 - 2025 (2021), omvattende een strategische en financiële nota, wordt in zijn geheel definitief vastgesteld.
De financiële nota van de meerjarenplanaanpassing 2020-2025 (2021) kent volgende (geconsolideerde) resultaten:
2020 |
27 873 849 euro |
2021 | 15 533 402 euro |
2022 | 10 030 535 euro |
2023 | 7 116 714 euro |
2024 | 3 315 590 euro |
2025 | 4 574 200 euro |
2020 |
3 070 373 euro |
2021 | 573 128 euro |
2022 | 1 078 981 euro |
2023 | 709 730 euro |
2024 | 759 755 euro |
2025 | 807 674 euro |
2020 |
3 740 970 euro |
2021 | 1 129 419 euro |
2022 | 1 793 794 euro |
2023 | 1 592 652 euro |
2024 | 1 930 124 euro |
2025 | 2 195 131 euro |
Raming: 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).
Openbare procedure.
De ontwerpopdracht voor de opdracht 'samenwerkingsproject gemeente-SPWe: bouwen van een polyvalente zaal/refter' werd gegund aan DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem.
In het kader van deze opdracht werd een bestek met nr. PS_021 omgevingswerken opgesteld door de ontwerper, de heer Rik Behaegel van DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0710-00/220007/I-PB2-AP13 (PB2-ACT37) van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek met nr. PS_021 omgevingswerken en de raming voor de opdracht 'bouwen van een polyvalente zaal/refter, omgevingswerken', opgesteld door de ontwerper, de heer Rik Behaegel van DB architecten, Vanackerestraat 53 te 8560 Wevelgem, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 150 522,62 euro (excl. btw), hetzij 182 132,37 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Raming: 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).
Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (herhalingsopdracht).
De gemeenteraad verleende in zitting van 14 februari 2020 goedkeuring aan het bestek met nr. 2863/00420 van de oorspronkelijke opdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2020' en de plaatsingsprocedure, met name de openbare procedure.
In het oorspronkelijke bestek met nr. 2863/00420 is de mogelijkheid opgenomen de opdracht te herhalen ingevolge een onderhandelingsprocedure volgens artikel 42, §1, 2° van de wet van 17 juni 2016 op de overheidsopdrachten, zijnde het gunnen van nieuwe werken, bestaande uit een herhaling van soortgelijke werken, aan de aannemer waaraan de eerste opdracht werd gegund door dezelfde aanbestedende overheid bij een in artikel 35, eerste lid, bedoelde procedure, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met het basisproject. De gunning van de herhalingsopdracht moet gebeuren binnen 3 jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht.
Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 29 april 2020 de oorspronkelijke opdracht gegund aan Van Robays nv.
In het kader van de herhalingsopdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2021' werd een bestek met nr. 2326/06720 opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit.
De uitgave voor deze herhalingsopdracht wordt geraamd op 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2326/06720 en de raming voor de opdracht 'aanleg en heraanleg wegen op diverse plaatsen 2021', opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 206 636,72 euro (excl. btw), hetzij 250 030,43 euro (incl. btw).
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking (herhalingsopdracht) en zonder een beroep te doen op de mededinging. De opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht wordt uitgenodigd om een offerte in te dienen.
Raming:
* Perceel 1 (heraanleg pad): 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw)
* Perceel 2 (heraanleg koer en buffering): 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.
Totaal: 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.
Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De gemeente wenst de koer van Chiro Okido her aan te leggen. Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput) conform een eerder verleende stedenbouwkundige vergunning. De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen waarbij de gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid.
In het kader van de opdracht 'heraanleg koer en pad Chiro Gullegem' werd een bestek met nr. 2283/02420 opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (heraanleg pad), raming: 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw);
* Perceel 2 (heraanleg koer en buffering), raming: 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente..
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG van het investeringskrediet.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2283/02420 en de raming voor de opdracht 'heraanleg koer en pad Chiro Gullegem', opgesteld door de heer Lucas Vanneste, diensthoofd Openbare Infrastructuur en Mobiliteit, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt:
* Perceel 1 (heraanleg pad): 35 700 euro (excl. btw), hetzij 43 197 euro (incl. btw);
* Perceel 2 (heraanleg koer en buffering): 74 294,26 euro (excl. btw), hetzij 89 896,05 euro (incl. btw), waarvan 63 126 euro (excl. btw), hetzij 76 382,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 109 994,26 euro (excl. btw), hetzij 133 093,05 euro (incl. btw), waarvan 98 826 euro (excl. btw), hetzij 119 579,46 euro (incl. btw) ten laste van de gemeente
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Keurt de samenwerkingsovereenkomst met Chiro Okido betreffende de heraanleg koer en buffering goed.
De bouwwerken aan de lokalen van Chiro Okido vormden de gelegenheid om ook de omgeving te renoveren. In een eerste fase werd de omgeving van het 'kerkeputje' aangepakt. Nu worden de heraanleg van de koer en het pad gepland.
Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput) conform een eerder verleende stedenbouwkundige vergunning (dossier 2013/10312) zoals verleend door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 27 november 2013.
De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen waarbij de gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid.
Het is aangewezen om de respectieve rechten en verplichtingen bij de uitvoering van voornoemde werken vast te leggen in een samenwerkingsovereenkomst.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op rekening 0200-00/224007/IP-OVERIG (actie GBB-OIM) van het investeringskrediet.
De samenwerkingsovereenkomst met Chiro Okido betreffende heraanleg koer Chiro Okido wordt goedgekeurd als volgt:
Tussen:
Het gemeentebestuur van Wevelgem, met zetel te Vanackerestraat 16, 8560 Wevelgem, voor wie optreedt de heer Jo Libeer, voorzitter van de gemeenteraad, en de heer Kurt Parmentier, algemeen directeur, hierna genoemd 'de gemeente'
en:
Chiro Okido, met zetel te Schuttershoflaan 18A, 8560 Gullegem, voor wie optreedt mevrouw Margot Lannoo en de heer Birger Deserrano, hoofdleiding, hierna genoemd 'Chiro Okido'
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Voorwerp
De gemeente wenst de koer van Chiro Okido aan te leggen. Chiro Okido wenst, n.a.v. deze werken, hun water gescheiden te laten afvloeien (d.m.v. wadi en een regenput).
De partijen beslissen de opdracht in het algemeen belang samen te voegen. Chiro Okido en de gemeente wensen derhalve een opdracht van werken nl. 'de heraanleg van de koer van Chiro Okido’ te laten uitvoeren waar bij de heraanleg ook een gescheiden rioleringsstelsel aangelegd wordt voor de lokalen van Chiro Okido en buffering voorzien wordt voor de dakoppervlakte.
De gemeente wordt aangeduid als aanbestedende overheid. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid op zich om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van die opdracht als aanbestedende overheid op te treden, overeenkomstig de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De overeenkomst heeft tot doel de wederzijdse verbintenissen omtrent de opdracht vast te leggen tussen Chiro Okido en de gemeente.
Artikel 2: Onderverdeling van de werken en kosten
De opmaak en de kosten voor het uitvoeringsdossier van de opdracht, met name de studiekosten, erelonen, kosten voor veiligheidscoördinatie, kosten voor grondonderzoek, kosten voor opmaak en conformverklaring van het technisch verslag, kosten voor opmaak bekrachtigde archeologienota, kosten voor opmaak en conformverklaring sloopopvolgingsplan en toezichtskosten zijn ten laste van de aanbestedende overheid.
De aanbestedende overheid staat in voor het verwerven van de vergunningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken en draagt de kosten hieraan verbonden.
De kosten voor de opdracht van werken zijn onder te verdelen in:
Een gedetailleerde kostenraming wordt opgemaakt, in samenspraak tussen Chiro Okido en de gemeente met aanduiding van:
1) de (posten en) kosten m.b.t. deel A,
2) de (posten en) kosten m.b.t. deel B en
3) de totaalkost van de werken.
Elke partij staat financieel in voor het deel van de opdracht dat te haren laste is en zal hiervoor tijdig alle nodige financiële middelen vrijmaken teneinde alle verplichtingen en engagementen genomen binnen het kader van deze overeenkomst te kunnen honoreren. Partijen zullen in dat opzicht nooit solidair moeten optreden.
Artikel 3: Bestek
Chiro Okido en de gemeente staan in voor de goedkeuring van het ontwerp en het bestek voor het deel van de opdracht dat te hunnen last is.
Chiro Okido neemt, tegenover de aanbestedende overheid, de volledige verantwoordelijkheid voor het ontwerp, de administratieve bepalingen en de technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laat inlassen en alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de opdracht noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken voor het deel van de opdracht dat te haren laste is.
De infrastructuurwerken ten laste van Chiro Okido (deel B) en deze ten laste van de gemeente (deel A), worden in het bestek en de opmetingen telkens onder een afzonderlijk deel vermeld en maken het voorwerp uit van afzonderlijke door de aannemer op te stellen vorderingsstaten.
Artikel 4: Plaatsingsprocedure en gunning
Als aanbestedende overheid schrijft de gemeente de plaatsingsprocedure uit, staat in voor de opening van de offertes, maakt het gunningsverslag op en keurt de offerte van de in aanmerking komende (economisch meest voordelige) inschrijver goed. Hierbij wordt wel rekening gehouden met het feit dat de aanneming één ondeelbaar geheel uitmaakt en dat alle werken dus moeten gegund worden aan de in aanmerking komende inschrijver voor de totaliteit van de opdracht.
De aanbestedende overheid zal de kennisgeving van de gunning van de gezamenlijke opdracht slechts betekenen nadat alle partijen hebben ingestemd met het gunningsvoorstel en op ondubbelzinnige wijze een verklaring hebben afgelegd dat zij akkoord gaan met het gedeelte van de werken te hunnen laste en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen hebben voorzien.
In voorkomend geval verzoekt de aanbestedende overheid de inschrijvers om een verlenging van de verbintenistermijn van de inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de andere partij. In elk geval zal zij dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zoniet kan de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging de financiële gevolgen ervan ten laste worden gelegd.
Artikel 5: Borgtocht
De aanbestedende overheid verzoekt de aannemer om de borgtocht te stellen. Deze heeft betrekking op de totaliteit van de opdracht. De aanbestedende overheid kan dus eventueel beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal die borgtocht uiteraard geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van de partij(en) ten aanzien van wie de aannemer tekort geschoten is en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs.
Aanwending van de borgtocht zal enkel gebeuren op aanvraag en/of met goedkeuring van de betrokken partijen.
Artikel 6: Leiding der werken
De gemeente is aanbestedende overheid van de opdracht en duidt bijgevolg de leidend ambtenaar aan. De leiding gebeurt dus op kosten van de aanbestedende overheid.
De leidend ambtenaar neemt de leiding van de opdracht waar. Dit betekent dat hij alleen instaat om voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt, opdrachten te geven aan de aannemer, het proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, het proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering op te maken, de vorderingsstaten goed te keuren, de verrekeningen, de schorsing van de opdracht en de eventuele van ambtswege te nemen maatregelen voor te stellen. Elke beslissing in dit verband die rechtsgevolgen meebrengt, vergt het akkoord of goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen als bevoegd orgaan van de aanbestedende overheid.
Artikel 7: Toezicht der werken
De aanbestedende overheid staat in voor het toezicht van alle werken en draagt daarvan de kosten.
Chiro Okido mag gemandateerde waarnemers aanstellen die de werken te haren laste mee mogen opvolgen. Deze gemandateerde waarnemers kunnen advies geven aan de leidend ambtenaar en/of aan de door hem aangestelde toezichter. Dit advies is eveneens bindend tenzij er tegenstrijdigheden zouden kunnen uit voortvloeien.
Chiro Okido draagt de volledige verantwoordelijkheid voor het advies dat deze gemandateerde waarnemers verstrekken en staat ook in voor de hieruit voortvloeiende kosten.
Ook de aanbestedende overheid kan waarnemers of externen aanstellen waarbij ze in dit geval de kosten ervan draagt.
Artikel 8: Wijziging tijdens de uitvoering
Indien de gemeente tijdens de uitvoering al of niet belangrijke wijzigingen van de opdracht voor het gedeelte ten laste van Chiro Okido noodzakelijk acht, wordt vóór de beslissing met een eventuele betekening van de goedkeuring aan de aannemer het akkoord van Chiro Okido bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en verrekeningen.
Chiro Okido draagt de volledige verantwoordelijkheid, ook de financiële, voor onder meer het tijdig verlenen van dit akkoord.
Artikel 9: Vrijwaring van de aanbestedende overheid
Behoudens in geval van een zware fout of nalatigheid vanwege de aanbestedende overheid verbindt Chiro Okido zich ertoe om met betrekking tot de werken te haren laste, de aanbestedende overheid volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen. De aanbestedende overheid verstrekt alle inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure.
Artikel 10: Betaling der werken
De betaling van de werken onder deel B is ten laste van Chiro Okido, deel A is voor rekening van de gemeente.
Per deel worden afzonderlijke vorderingsstaten, betalingsaanvragen en facturen opgemaakt. De vorderingsstaten en betalingsaanvragen worden voor nazicht en eventuele verbetering aan de aanbestedende overheid overgemaakt. Deze beschikt over een termijn van 10 kalenderdagen na de datum van ontvangst om de goedgekeurde of verbeterde documenten aan de betrokken partijen over te maken. De betrokken partijen beschikken over een termijn van 5 kalenderdagen om hun akkoord te geven met betrekking tot hun aandeel in de werken.
Ingeval het overschrijden van de hierboven vastgestelde termijn aanleiding geeft tot laattijdige betaling zullen de daar uitvloeiende verwijlinteresten en andere schadevergoedingen ten laste vallen van de in gebreke gebleven partij, hetzij volledig, hetzij verhoudingsgewijze zo er nog andere oorzaken zijn van laattijdige betaling.
Artikel 11: Boetes en kortingen wegens minwaarde
De boetes, straffen en/of kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald deel, komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes (van algemene aard), straffen en/of kortingen wegens minwaarde die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn aan een bepaald deel, worden pro rata van de inschrijvingsbedragen voor de verschillende delen verdeeld over de verschillende partijen.
Artikel 12: Voorlopige en definitieve oplevering
Aangezien het één globale aanneming betreft, wordt de voorlopige en definitieve oplevering verleend voor gans de opdracht, dus voor alle delen samen.
De processen-verbaal van de voorlopige en definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en mede ondertekend. Een afschrift wordt, na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, overgemaakt aan Chiro Okido.
Voor het plaatsbezoek met het oog op de opleveringen dienen de betrokken partijen tijdig uitgenodigd te worden. Iedere partij dient de mogelijkheid geboden te worden om tegensprekelijk zijn opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering. Indien de partijen oordelen dat de opdracht niet opgeleverd kan worden, geven zij hiervoor een duidelijke motivatie. De leidend ambtenaar oordeelt zoals beschreven in artikel 6 (leiding der werken).
Tijdens de waarborgperiode zal Chiro Okido, de gemeente als opdrachtgevend bestuur elke eventuele gebrekkige uitvoering i.k.v. de opdracht ‘de heraanleg van de koer van Chiro Okido’ rapporteren. De gemeente zal als opdrachtgevend bestuur vervolgens met de aannemer contact opnemen in verband met de nodige herstellingswerken.
Artikel 13: Vrijgave borgtocht
De vrijgave van de borg heeft betrekking op de ganse aanneming.
Artikel 14: Sancties
Als één van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft, kunnen de kosten, gedragen door de andere partij, verhaald worden op de in gebreke blijvende partij.
De dotatie aan de politiezone Grensleie, ten laste van de gemeente Wevelgem, wordt vastgesteld op 4 090 741 euro. Er wordt een investeringstoelage van 3 200 euro vastgesteld.
De gemeente Wevelgem maakt deel uit van de politiezone Grensleie (Menen - Ledegem - Wevelgem).
De dotatie van de gemeente Wevelgem aan de politiezone Grensleie, voor het dienstjaar 2021, opgenomen in het ontwerp van politiebegroting 2021 dat geagendeerd wordt voor de politieraad van 17 december 2020, wordt begroot op 4 090 741 euro. In de documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (2021) is een dotatie aan de politiezone van 4 090 741 euro en een investeringstoelage van 3 200 euro opgenomen.
Met dit akkoord wordt uitvoering gegeven aan volgend actieplan uit het meerjarenplan 2020-2025: 'Het lokale veiligheidsbeleid wordt gerealiseerd, waarvoor sterk samengewerkt wordt met de partners in de politie- en de hulpverleningszone'.
De gemeentelijke dotatie voor de politiezone Grensleie wordt voor het dienstjaar 2021 vastgesteld op 4 090 741 euro. Er wordt een investeringstoelage van 3 200 euro vastgesteld.
De aanvullende belasting op de personenbelasting voor aanslagjaar 2021 wordt vastgesteld op 6,8%.
Het huidige reglement op de 'aanvullende personenbelasting' eindigt op 31 december 2020 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze belasting is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.
Voor 2021 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het tarief blijft behouden op 6,8%.
De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730100 van het exploitatiekrediet 2021.
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2021 wordt een aanvullende belasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 6,8% van de overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
De opcentiemen op de onroerende voorheffing voor aanslagjaar 2021 worden vastgesteld op 1 133,50 opcentiemen.
Het huidige reglement op de 'opcentiemen op de onroerende voorheffing' eindigt op 31 december 2020 en moet bijgevolg opnieuw vastgesteld worden. De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Het verder innen van deze opcentiemen is noodzakelijk om het financiële evenwicht te verzekeren.
Voor 2021 is geen aanpassing van het tarief voorzien. Het huidige tarief van 1 133,50 opcentiemen op de onroerende voorheffing blijft behouden.
De ontvangsten worden geboekt op rekening 0020-00/730000 van het exploitatiekrediet 2021.
Artikel 1
Er worden voor het aanslagjaar 2021 duizend honderddrieëndertig en vijftig honderdsten (1 133,50) opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentelijke opcentiemen zullen door het toedoen van de Vlaamse Belastingdienst geschieden, zoals bepaald in
artikel 3.1.0.0.4 van het decreet houdende de Vlaamse codex fiscaliteit.
De wijziging van het algemeen retributiereglement wordt goedgekeurd.
Het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2019 betreffende de woningkwaliteitsbewaking treedt in werking per 1 januari 2021. De maximale vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest wordt door dit besluit vastgelegd. De mogelijke vergoeding betreft niet langer de loutere afgifte van een conformiteitsattest door de burgemeester, maar slaat op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest door de burgemeester. Het betekent enerzijds dat er ook een vergoeding kan gevraagd worden als na een woningkwaliteitsonderzoek een conformiteitsattest geweigerd wordt en anderzijds dat er enkel een vergoeding kan gevraagd worden als het conformiteitsattest expliciet wordt aangevraagd.
Er wordt voorgesteld om deze maximale vergoeding over te nemen in het algemeen retributiereglement (artikel 5.4). In hoofdstuk 5 worden verder een aantal verfijningen aangebracht, in het bijzonder wat betreft het verstrekken van vastgoedinformatie en stedenbouwkundige en milieu-inlichtingen. Een tegemoetkoming voor de personeelskosten voor opzoeking, rekening houdend met de omvang hiervan, lijkt gepast.
Op 6 mei 2020 werd de opdracht 'levering en implementatie van een softwarepakket voor het coördineren en afhandelen van innames openbaar domein en evenementen met koppeling met GIPOD' aan de firma Merkator nv gegund. Een efficiënte implementatie van deze software, met onder meer een automatische aanrekening van de verschuldigde retributie, vergt bijsturing van de interne werking maar ook van het algemeen retributiereglement (hoofdstuk 15 en hoofdstuk 11). Hierbij werd rekening gehouden met een klantvriendelijke benadering, de automatiseringsmogelijkheden die de software biedt en een vlotte verwerking voor de behandelaars.
Wijziging hoofdstuk 15
De vrijstelling van retributie voor innames t.e.m. 4 kalenderdagen blijft behouden, dit stimuleert om de innames zo kort mogelijk te houden en derhalve de hinder te beperken in de tijd. De verschuldigde retributie (vanaf de 5de dag) wordt vastgelegd als een dagtarief, afhankelijk van de ingenomen oppervlakte. Voor innames t.h.v. een blauwe zone of een stop & shop-zone of een zone voor bewonersparkeren wordt niet langer een bijkomende 'parkeervergoeding' aangerekend. Een betaalde retributie is niet terugvorderbaar.
Wijziging hoofdstuk 11
Er wordt niet langer een afzonderlijke retributie aangerekend voor het ontlenen van signalisatiemateriaal. Wel moet de aanvrager nog steeds zelf instaan voor het ophalen en het terugbrengen van borden. Enkel indien het signalisatiemateriaal op uitdrukkelijke vraag van de aanvrager dient uitgezet en weggenomen blijft een retributie verschuldigd. Ook wordt bij beschadiging en verlies van het signalisatiemateriaal de kostprijs voor herstel of vervanging verder doorgerekend.
Het college van burgemeester en schepenen gunde op 27 mei 2020 de opdracht 'leveren en plaatsen fietskluis' aan Koppen bv. Deze fietskluis wordt ingeplant t.h.v. het station. De gebruikers van deze fietskluis moeten een retributie betalen voor het gebruik van de fietskluis. Hiertoe wordt een hoofdstuk 19ter ingevoerd.
Tenslotte wordt artikel 20.2 aangevuld waarbij uitdrukkelijk bevestigd wordt dat het college van burgemeester en schepenen ook het tarief voor administratieve kosten verbonden aan gemeentelijke dienstverlening kan vaststellen wanneer deze nog niet door de gemeenteraad werden vastgesteld.
Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019 (en latere wijzigingen) moet in die zin aangepast worden.
De inkomsten van deze retributies worden aangerekend op het exploitatiekrediet, op rekening
Het algemeen retributiereglement van 13 december 2019, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 14 februari 2020 en 13 maart 2020, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
'Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen' wordt integraal vervangen als volgt:
Hoofdstuk 5. Retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen
Artikel 5.1.
Er wordt een retributie gevestigd op het behandelen van omgevingsdossiers, het opmaken van documenten en het opmaken en versturen van inlichtingen inzake stedenbouw, milieu, omgeving en wonen voor notarissen, vastgoedmakelaars en andere.
Artikel 5.2. Retributie voor het afleveren van stedenbouwkundige en planologische attesten
Voor het afleveren van stedenbouwkundige attesten in de zin van artikel 5.3.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening of planologische attesten in de zin van artikel 4.4.24 e.v. van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening is een retributie verschuldigd van 10 euro.
Artikel 5.3. Retributie voor dossier- en administratiekosten bij een omgevingsvergunning
Voor dossier- en administratiekosten wordt een vast recht gevraagd van:
Voor dossiers met een openbaar onderzoek worden eveneens de effectieve portkosten en de kosten voor publicatie in de pers teruggevorderd.
Het verschuldigd zijn van de retributie is niet gekoppeld aan het al dan niet verkrijgen van de vergunning.
Artikel 5.4. Retributie voor dossierkosten voor het afleveren van een conformiteitsattest na een woningonderzoek
De vergoeding voor de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest, bedraagt:
Deze bedragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex conform de volgende formule: nieuw bedrag = basisbedrag x aangepaste gezondheidsindex/gezondheidsindex november 2019.
Artikel 5.5. Overdracht onroerend goed
Er wordt een retributie van 50 euro aangerekend per aanvraag naar alle vereiste vastgoedinformatie betreffende één volledig dossier door notarissen, vastgoedmakelaars en andere naar aanleiding van de overdracht van een onroerend goed.
Als volledig dossier wordt begrepen alle noodzakelijke informatie betreffende één kadastraal perceel of verschillende kadastrale percelen (met een maximum van vijf), aan elkaar grenzend en in handen van dezelfde eigenaar.
Artikel 5.6. Inlichtingen omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige gegevens
Voor het opzoekingswerk en het afleveren van inlichtingen inzake omgevings-, milieu- en stedenbouwkundige vergunningen en gegevens op vraag van notarissen, vastgoedmakelaars, studiebureaus, bodemsaneringsdeskundigen en andere wordt volgende retributie aangerekend:
Onder afschrift wordt hier begrepen elke opzoeking die resulteert in een afzonderlijk document dat wordt bezorgd, digitaal of in kopie.
Deze bedragen worden verhoogd met de retributie voor afleveren van fotokopies, zoals bepaald in hoofdstuk 2 van dit reglement.
Artikel 5.7. Aanpassingen aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen
Voor een aanpassing aan het grondeninformatieregister voor een deel van een perceel of bij het splitsen van percelen wordt een retributie van 40 euro aangerekend per perceel waarvoor een aanpassing moet gebeuren.
Artikel 5.8.
Deze retributie is verschuldigd door de persoon die de vergunning, de inlichtingen of de aanpassing aanvraagt.
De retributie is niet verschuldigd voor overheidsinstellingen of instellingen die opgericht zijn door overheden.
Artikel 2
'Hoofdstuk 11. Retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal' wordt integraal vervangen als volgt:
Hoofdstuk 11. Retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal
Artikel 11.1.
§1. Het signalisatiemateriaal dat ontleent wordt, zoals bedoeld in het reglement ontlenen signalisatiemateriaal, moet in goede staat worden teruggebracht. Bij vaststelling van beschadiging of verlies, wordt de kostprijs voor het herstel van de schade of de kostprijs voor het vervangen van het niet-teruggebrachte materiaal volledig doorgerekend aan de ontlener (de natuurlijke of rechtspersoon of vereniging die de aanvraag tot ontlening van signalisatiemateriaal heeft ingediend). Het ontleende materiaal dat binnen de maand na het einde van de ontleenperiode niet wordt teruggebracht, wordt geacht verloren te zijn.
§2. Als het signalisatiemateriaal uitzonderlijk en op uitdrukkelijke vraag van de ontlener dient uitgezet en weggenomen door de gemeentelijke diensten, dan wordt hiervoor een retributie van 25 euro aangerekend.
Artikel 3
'Hoofdstuk 15. Retributie op de ingebruikname van het openbaar domein voor bouwwerken' wordt integraal vervangen als volgt:
Hoofdstuk 15. Retributie op de ingebruikname van het openbaar domein voor werken
Artikel 15.1.
Er wordt een gemeentelijke retributie geheven op de privatieve ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken.
Dit hoofdstuk handelt louter over het vestigen van een retributie voor de ingebruikname van het openbaar domein. Het betalen van de retributie houdt geen vergunning tot privatieve ingebruikname van het openbaar domein in dewelke steeds door de bevoegde overheid dient verleend.
Artikel 15.2.
Voor de toepassing van dit reglement worden volgende begrippen gebruikt:
- Werken: het uitvoeren van bepaalde werken zoals het bouwen, verbouwen, slopen, herstellen, herinrichten, schilderen en zandstralen, verhuis en tuinaanleg (dit is een niet-limitatieve opsomming).
- Ingebruikname: het (laten) plaatsen van materialen, stellingen, containers, werfafsluitingen, werfketen, torenkranen, toestellen die al dan niet zelfstandig in het verkeer mogen gebracht worden (zoals hoogtewerkers, bouwliften, constructies voor steenvang, afbraakmaterialen, een dienstvoertuig van een aannemer), al of niet afgebakend door een afsluiting of schutting (dit is een niet-limitatieve opsomming). Het voorbehouden van (al dan niet gemarkeerde) parkeerplaatsen voor het plaatsen van (een) dienstvoertuig(en) van een aannemer tijdens de werken, een verhuiswagen e.a. wordt beschouwd als een ingebruikname van het openbaar domein voor werken.
- Openbaar domein: hiertoe behoren wegen, voetpaden, parkeerruimten, groenzones (dit is een niet-limitatieve opsomming) in eigendom van of beheer van de gemeente.
Artikel 15.3.
De retributie wordt als volgt vastgesteld:
§1. Voor de privatieve ingebruikname van openbaar domein, ten gevolge of ten behoeve van werken, wordt een forfaitaire retributie aangerekend per ingebruikname en per kalenderdag. De retributie is verschuldigd vanaf de aanvang van de ingebruikname en wordt berekend volgens de vergunde oppervlakte van het openbaar domein (tenzij de effectief ingenomen oppervlakte groter zou zijn).
§2. Voor de privatieve ingebruikname waar geen of geen correcte vergunning kan voorgelegd worden en derhalve een regularisatiedossier wordt ingediend of opgemaakt zoals bedoeld in artikel 15.8 worden de in §1. bedoelde retributies verdubbeld.
§3. Betaalde retributies zijn niet terugvorderbaar, ook wanneer geen of maar deels gebruik wordt gemaakt van de verleende vergunning.
Artikel 15.4.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de vergunning. Indien geen aanvraag werd ingediend zal de retributie ambtshalve gevestigd worden cfr. artikel 15.8, §1. lastens de rechtspersoon of natuurlijke persoon die het openbaar domein privatief inneemt en als deze niet gekend is lastens de eigenaar(s) van het perceel waar de werken worden uitgevoerd. Allen zijn hoofdelijk gehouden tot het betalen van de retributie.
Artikel 15.5.
Zijn vrijgesteld:
- Van de retributie zoals bedoeld in artikel 15.3, §1.: de ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken tot en met 4 opeenvolgende kalenderdagen. Als de vrijstellingsperiode van 4 kalenderdagen overschreden wordt, dan wordt voor de berekening van de verschuldigde retributie de ingebruikname berekend vanaf de vijfde kalenderdag van de ingebruikname. Deze vrijstellingsgrond kan niet worden toegepast in een regularisatiedossier.
- Van de retributie zoals bedoeld in artikel 15.3, §1: de ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken door, in opdracht van, of voor rekening van het gemeentebestuur Wevelgem, het OCMW Wevelgem, de sociale huisvestingsmaatschappijen en andere bij wet vrijgestelde publieke rechtspersonen.
Artikel 15.6.
Voor elke ingebruikname van het openbaar domein, zoals omschreven in artikel 15.1, dient vooraf een vergunning bekomen te worden van het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag dient digitaal ingediend te worden via het daartoe voorziene portaal. Deze aanvraag dient tijdig te gebeuren, overeenkomstig artikel 206bis van de algemene politieverordening.
Deze digitale aanvraag omvat minstens volgende gegevens:
- Ingetekende oppervlakte op de locatie van de privatieve ingebruikname van het openbaar domein,
- Omschrijving van het type ingebruikname en omschrijving van de werken waaraan deze privatieve ingebruikname van het openbaar domein is gekoppeld,
- De gegevens (naam, adres en telefoonnummer) van de aanvrager en, indien iemand anders dan eerstgenoemde, van de uitvoerder van de werken,
- De datum van aanvang en duur van de werken, uitgedrukt in dagen of weken.
Artikel 15.7.
De controle van de privatieve ingebruikname van het openbaar domein ten gevolge of ten behoeve van werken, kan worden uitgevoerd door de politie, een bevoegde gemeentelijke ambtenaar, een gemeenschapswacht-vaststeller of een door het gemeentebestuur hiertoe aangestelde firma.
Artikel 15.8.
§1. Indien men geen of geen correcte vergunning kan voorleggen, dient onmiddellijk een aanvraag met regularisatiedossier te worden ingediend.
Het innemen van het openbaar domein zonder voorafgaandelijke vergunning of op basis van een vergunning afgeleverd op grond van onjuiste of onvolledige gegevens, kan worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie, nl. een administratieve geldboete ten bedrage van maximaal 350 euro (wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties). Onverminderd de eventuele administratieve geldboete wordt in voorkomend geval ook steeds ambtshalve een regularisatiedossier voor de nog verschuldigde retributie uitgewerkt, waarbij de retributie aangerekend wordt vanaf de vermoedelijke aanvang der werken (geen vrijstelling van 4 kalenderdagen omdat het een regularisatie betreft), vastgesteld op basis van alle mogelijke bewijsmiddelen en bij gebreke daaraan forfaitair vastgesteld op 14 kalenderdagen vóór de vaststelling van de ingebruikname van het openbaar domein zonder passende vergunning.
§2. Indien de privatieve ingebruikname van het openbaar domein verder blijft duren dan de termijn bepaald in de vergunning, wordt dit beschouwd als een ingebruikname zonder voorafgaande vergunning en wordt toepassing gemaakt van §1. hierboven vermeld.
Artikel 4
'Hoofdstuk 19ter. Retributie voor gebruik fietskluis' wordt ingevoegd na hoofdstuk 19bis als volgt
Hoofdstuk 19ter. Retributie voor gebruik fietskluis
Artikel 19ter.1.
Er wordt een retributie ingevoerd op het gebruik van een door de gemeente aangeboden fietskluis voor de beschikbare plaatsen. Er wordt toegang genomen tot de fietskluis via een toegangsbadge (eenmalige vergoeding van 5 euro per toegangsbadge).
Artikel 19ter.2.
§1. De retributie is verschuldigd door de aanvrager en bedraagt 6 euro per maand.
§2. De betaling van de retributie gebeurt op jaarbasis en voorafgaandelijk. Bij de start van de dienstverlening wordt de eerste retributie pro rata berekend in functie van het nog aantal resterende maanden van het lopende jaar, waarbij elke begonnen maand volledig wordt aangerekend. De eerste retributie dient betaald te worden voor ontvangst van de toegangsbadge.
§3. De betaalde retributie is niet terugvorderbaar.
§4. Indien er stalplaatsen beschikbaar zijn, is een kortere gebruikstermijn mogelijk a rato van de in §1. bedoelde retributie voor de afgesproken gebruikstermijn, waarbij elke begonnen maand volledig wordt aangerekend. Ook deze retributie wordt voorafgaandelijk aangerekend.
Artikel 19ter.3.
De gemeente kan op geen enkele manier aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of diefstal van de fiets naar aanleiding van of ten gevolge het gebruik van de fietskluis.
Artikel 5
Artikel 20.2. wordt integraal vervangen als volgt:
Artikel 20.2.
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om tarieven voor onderstaande prestaties van de gemeentelijke diensten vast te stellen, dit zowel naar aard als naar het bedrag en aan zijn reglement alle wijzigingen aan te brengen die het noodzakelijk acht.
De lijst van tarieven die door het college van burgemeester en schepenen bepaald kunnen worden:
- De toegangsprijzen voor optredens in het cultuurcentrum (eigen programmatie)
- De tarieven voor verkoop van dranken e.a.
- Het tarief voor vormingsactiviteiten, lezingen en uitstappen
- De prijs van een schoolmaaltijd (exclusief het remgeld)
- De prijs voor allerlei uitstappen
- De prijs voor schoolactiviteiten
- Het tarief voor sportkampen en sportlessen
- Het tarief voor de vakantiewerking
- Het tarief van plannen horende bij bestekken
- Tarief voor inschrijvingsgeld niet-gesubsidieerd onderwijs
- Tarief voor occasionele prestaties van gemeentepersoneel
- Tarief voor toeristische prestaties en activiteiten
- Tarief voor soortgelijke prestaties of administratieve kosten verbonden aan gemeentelijke dienstverlening waarvoor geen retributiereglement door de gemeenteraad is vastgesteld.
Het college van burgemeester en schepenen houdt bij de bepaling van het tarief rekening met de kostprijs van de verstrekte dienst. Een differentiatie van het tarief kan gemotiveerd worden binnen een doelgroepenbeleid, zeker indien dit kadert binnen de beleidsdoelstellingen door de gemeenteraad vastgelegd. De tariefbepaling kan ook rekening houden met promotionele acties die de burger meer met de dienstverlening vertrouwd kunnen maken. De vastlegging van tarieven binnen specifieke beleidsdomeinen wordt voor advies voorgelegd aan de beheersorganen of aan de betrokken adviesraden.
Artikel 6
Deze beslissing treedt in werking vanaf 1 januari 2021.
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het algemeen retributiereglement.
Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (bis) wordt goedgekeurd.
De Wereldgezondheidsorganisatie riep de noodtoestand uit inzake de openbare gezondheid op internationaal niveau op 30 januari 2020 n.a.v. het coronavirus.
De uitbraak en verspreiding van het coronavirus (COVID-19) is ondertussen een wereldwijd gegeven waarbij een structurele aanpak aangewezen is, niet alleen in functie van de ernst van de uitbraak, maar vooral met het oog op het beperken en indijken van de verspreiding ervan.
De federale fase van het rampenplan werd afgekondigd en vanuit de Nationale Veiligheidsraad werden een resem maatregelen afgekondigd die ingingen vanaf 13 maart 2020 24.00 uur, en ondertussen herhaaldelijk werden bijgestuurd naargelang de fase waarin de pandemie zich bevindt. Ook vanuit Vlaanderen en de provincie werden, naargelang de fase waarin de pandemie zich bevindt, maatregelen uitgevaardigd. Helaas woedt de pandemie nog altijd en voorspellen experts en politici dat 'we nog een tijd met het virus zullen moeten leven'. Het is duidelijk dat de coronapandemie en zijn gevolgen nog enige tijd de maatschappij zullen beheersen.
Heel wat activiteiten en evenementen zijn in de voorbije periode niet kunnen doorgaan of zullen in de komende maanden niet doorgaan of enkel onder beperkende maatregelen.
Ofwel waren/zijn ze niet toegelaten, omwille van federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, ofwel komt de voorbereiding van de activiteit in het gedrang ofwel gelden er beperkende maatregelen. Er heerst heel wat onzekerheid omtrent de duurtijd en de impact van de maatregelen en de wijze waarop ze zullen versoepelen, desgevallend opnieuw verstrengen. Ook blijft het voor heel wat organisatoren onduidelijk hoe de maatschappelijke reactie zal zijn na een versoepeling.
De respectieve bestuursniveaus nemen maatregelen om de financiële druk op particulieren en ondernemingen enigszins op te vangen. Ook de lokale besturen worden opgeroepen om erover te waken de belastingdruk op belastingplichtigen op hun grondgebied te reduceren.
In een werkgroep met vertegenwoordigers vanuit alle fracties werden de gemeentelijke maatregelen terzake voorbereid en besproken. De gemeenteraad hechtte op 12 juni 2020 zijn goedkeuring aan een hele reeks maatregelen ter ondersteuning van lokale economie, verenigingen en evenementen, het maatschappelijk welzijn en andere belanghebbenden naar aanleiding van de coronacrisis. De raad voor maatschappelijk welzijn bevestigde deze maatregelen voor zover ze tot de bevoegdheidssfeer van het OCMW behoren. De gemeenteraad keurde op 3 juli 2020 een eerste zgn. 'relancebeslissing' (reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen) goed. Artikel 1 van dit reglement bepaalt dat 'behoudens andersluidende bepaling de gemeentelijke maatregelen van toepassing zijn van 13 maart 2020 tot en met 31 oktober 2020 en op alle activiteiten en gebeurtenissen die gepland waren in de periode vanaf 13 maart 2020 tot en met 31 oktober 2020.' Overeenkomstig het tweede lid van dit artikel kan het college van burgemeester en schepenen de einddatum van 31 oktober 2020 op een later tijdstip vaststellen. In afwachting van een nieuw voorstel van maatregelen (dat op heden wordt voorgelegd aan de gemeenteraad) verlengde het college van burgemeester en schepenen op 29 oktober 2020 alvast de einddatum van 31 oktober 2020 tot en met 31 december 2020, behoudens eerdere opheffing door de gemeenteraad.
Het ontwerp van nieuw reglement werd besproken op de centrale stuurgroep, waar alle fracties aan deelnemen, op 16 november 2020.
Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (bis) wordt goedgekeurd als volgt:
Artikel 1
Behoudens andersluidende bepaling in onderstaande artikelen, zijn de gemeentelijke maatregelen van toepassing van 14 december 2020 tot en met 30 juni 2021 en op alle activiteiten en gebeurtenissen die gepland waren in de periode vanaf 14 december 2020 tot en met 30 juni 2021.
Voor zover het college van burgemeester en schepenen oordeelt dat, onverminderd de federale en/of Vlaamse en/of provinciale richtlijnen of aanbevelingen, bedoelde activiteiten niet kunnen georganiseerd worden zonder onredelijke en buitensporige organisatorische en/of hygiënische inspanningen en/of er redelijkerwijs kan verwacht worden dat er een substantieel lagere publieksopkomst zal zijn, kan het college van burgemeester en schepenen de einddatum op een later tijdstip vaststellen.
Artikel 2
Voor dossiers met een openbaar onderzoek dat (in uitvoering van een besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, wat betreft de omgevingsvergunning) werd geschorst en verdergezet en waarvoor n.a.v. deze verderzetting een tweede keer postkosten en/of kosten voor publicatie in de pers werden gemaakt, worden deze maar eenmalig teruggevorderd cfr. artikel 5.3 van het algemeen retributiereglement (retributie op het afleveren van omgevingsdossiers, documenten en inlichtingen inzake stedenbouw, milieu en omgevingsvergunningen).
Artikel 3
In afwijking van artikel 8.2 van het algemeen retributiereglement (retributie op huwelijksplechtigheden) is geen retributie verschuldigd indien een aangifte van huwelijk dient hernomen na uitstel van een huwelijk naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.
Artikel 4
§1. In afwijking van artikel 11.1, §2 van het algemeen retributiereglement (retributie op het ontlenen van signalisatiemateriaal) is geen retributie verschuldigd voor signalisatiemateriaal gevraagd in functie van het naleven van de federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen.
§2. In afwijking van artikel 10.1 en artikel 10.5 van het algemeen retributiereglement (retributie op het ontlenen van feestmateriaal) is geen retributie respectievelijk waarborg verschuldigd voor feestmateriaal gevraagd in functie van het naleven van de federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen.
Artikel 5
§1. De retributie zoals bedoeld in hoofdstuk 12 van het algemeen retributiereglement (retributie op ambulante activiteiten op de openbare markten en op andere plaatsen) is niet verschuldigd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen er een verbod op markten geldt. De eventueel te veel betaalde retributie wordt teruggestort.
§2. De retributie zoals bedoeld in hoofdstuk 12 van het algemeen retributiereglement is niet verschuldigd door de marktkramer die door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen zijn vaste standplaats op abonnement niet mag innemen. De eventueel te veel betaalde retributie wordt teruggestort. Deze paragraaf is van toepassing vanaf 2 november 2020.
§3. In afwijking van artikel 12.4 van het algemeen retributiereglement wordt het verzoek tot betaling pas verstuurd na het verstrijken van het semester.
Artikel 6
§1. In afwijking van artikel 3, b van het retributiereglement sport worden de jaar- en halfjaarlijkse zwemabonnementen verlengd met het aantal dagen dat het (bestaande) zwembad gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus. Indien de verlenging zou inhouden dat de einddatum van het zwemabonnement na de definitieve sluiting van het bestaande zwembad zou vallen, dan krijgt de abonnementhouder een tegoedbon voor het nieuwe zwembad De Zwemkom ter waarde van pro rata het aantal dagen geldigheid na de datum definitieve sluiting/totaal aantal dagen van het abonnement.
De periode van 10-beurtenkaarten die in de periode van de sluiting naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus niet konden opgebruikt worden, wordt verlengd met het aantal dagen dat het (bestaande) zwembad gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus. Indien de verlenging zou inhouden dat de einddatum van de 10-beurtenkaart na de definitieve sluiting van het bestaande zwembad zou vallen, dan krijgt de abonnementhouder een tegoedbon voor het nieuwe zwembad De Zwemkom ter waarde van pro rata het aantal overblijvende beurten.
§2. In afwijking van artikel 10 van het gebruikersreglement De Zwemkom worden de jaar-, familie- en lesgeverspassen verlengd met het aantal dagen dat De Zwemkom gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.
De periode van 10- of 50-beurtenkaarten die in de periode van de sluiting naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus niet konden opgebruikt worden, wordt verlengd met het aantal dagen dat De Zwemkom gesloten is naar aanleiding van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus.
Artikel 7
Er wordt een addendum aan het convenant JC Ten Goudberge vzw 2020-2025 goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
Voor zover bepaalde voorwaarden uit het convenant of uit het beleidsplan van JC Ten Goudberge vzw niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus wordt de weddetoelage toch integraal uitbetaald. Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 3, §6 van voornoemd convenant dient wel medewerking te zijn verleend vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 3, §6, 3° wordt toegekend.
Artikel 8
§1. Er wordt een addendum aan het convenant Katjeduk vzw 2020-2025 goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
De gemeente staat in voor bijkomende capaciteit die noodzakelijk zou zijn voor een veilige organisatie van de vakantiewerking i.k.v. de coronacrisis en neemt eventuele huurgelden hiervoor ten laste.
§2. Veiligheidsmaatregelen voor vakantiewerking i.k.v. de coronacrisis van initiatieven zonder winstgevend doel kunnen bijkomend ondersteund worden op vergelijkbare wijze als Katjeduk vzw.
Artikel 9
§1. Voor alle evenementen waarvoor of alle lokale erfgoedverenigingen waarmee in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020 (houdende de moederconvenant voor het afsluiten van convenanten voor evenementen en de werking van erfgoedverenigingen) een convenant werd of zou worden afgesloten, kan voor de evenementen of activiteiten die cfr. artikel 1 niet konden/kunnen doorgaan omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van het evenement en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.
Artikel 10
Het toelagereglement gemeenschapsvormende activiteiten wordt gewijzigd door de vervanging van onderstaande artikelen in dit reglement als volgt:
§1. Artikel 4, §2. Het subsidiebedrag bedraagt maximum de helft van het totaalbedrag van de organisatiekosten met een maximum van 3 000 euro. Jeugdhuizen kunnen voor open initiatieven een eenmalige subsidie van 3 000 euro krijgen als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten.
§2. Artikel 4, §6. Organisatoren kunnen meerdere keren per kalenderjaar beroep doen op de projecttoelage.
§3. Artikel 6. Aan recurrente evenementen wordt eenzelfde toelage toegekend als in 2019.
§4. Artikel 15, §5. Buurten, straten en wijken kunnen meerdere keren per kalenderjaar een subsidie bekomen, zij het beperkt tot een subsidie per 2 maanden.
§5. Artikel 17, §1. Organisatoren die beroep willen doen op een toelage binnen dit reglement vullen voorafgaandelijk een aanvraagformulier in en bezorgen dit aan het college van burgemeester en schepenen.
§6. Artikel 18, §1. De uitbetaling gebeurt nadat de aanvrager een ingevuld evaluatieformulier, vergezeld van de nodige bewijsstukken, voorlegde aan het college van burgemeester en schepenen. Het evaluatieformulier en de financiële afrekening dienen binnen de 2 maanden na de beëindiging van het project te worden ingediend. Voor de toelagen van een jaarfeest of jubileum of een buurtinitiatief moet geen evaluatieformulier bezorgd worden.
§7. Dit artikel is van toepassing tot en met 31 augustus 2020, behoudens een langere verlenging in uitvoering van artikel 1, 2de lid.
Artikel 11
Wielerwedstrijden die onder het toepassingsgebied vallen van het subsidiereglement wielerwedstrijden die worden geannuleerd cfr. artikel 1 kunnen een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van het evenement en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.
In geval van overmacht blijft artikel 4 van dit reglement onverkort van toepassing.
Artikel 12
§1. Voor zover bepaalde voorwaarden voor het verkrijgen van een basissubsidie (noordsubsidie) en/of een zuidsubsidie (subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking) niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus wordt bedoelde subsidie toch uitbetaald voor zover voor het overige wel aan de toekenningsvoorwaarden is voldaan.
§2. Voor alle activiteiten waarvoor in toepassing van het subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking een projectsubsidie werd of zou worden toegekend, kan voor de activiteiten die cfr. artikel 1 niet konden/kunnen doorgaan omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus een subsidie worden toegekend ten belope van maximaal 60% van de voorziene subsidie als tegemoetkoming in de gemaakte en bewezen kosten. Dit betreft kosten die gemaakt zijn in functie van de activiteit en die op redelijke wijze gemaakt zijn in functie van de gegevens gekend en beschikbaar op het ogenblik van het aangaan van de verbintenis waaruit de kosten voortvloeien.
§3. De vereniging die een basissubsidie zoals bedoeld in het subsidiereglement mondiaal burgerschap en mondiale samenwerking krijgt, kan een dossier indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. De eigenlijke nominatieve subsidie wordt op basis van dit dossier beslist door de gemeenteraad. Hiertoe moet een aanvraag ingediend worden uiterlijk op 15 april 2021.
Artikel 13
§1. De annuleringskosten, zoals bedoeld in artikel 56 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 13 december 2013 en artikel 58 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020, zijn nihil als de annulering gebeurt binnen de periode zoals bedoeld in artikel 1.
§2. In afwijking van de gebruikersreglementen socio-culturele infrastructuur wordt voor gebruik van de socio-culturele infrastructuur in de periode van 1 januari 2021 tot en met de duur van dit reglement de vergoedingen a rato van 50% aangerekend.
§3. Artikel 55 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020 wordt aangevuld met 5° ‘Voor repetities van plaatselijke amateurkunstenverenigingen is het tarief 4,5 euro per uur. Er is geen mogelijkheid tot technische bijstand door een theatertechnieker of gebruik van technisch materiaal van het Cultuurcentrum.’.
§4. In aanvulling van artikel 57 van het gebruikersreglement socio-culturele infrastructuur van 3 juli 2020 moet er geen retributie betaald worden voor het gebruik van lokalen door Wevelgemse scholen en dit tot en met 31 december 2020.
Artikel 14
De annuleringskosten, zoals bedoeld in artikel 6, van het gebruikersreglement De Schelp zijn nihil als de annulering gebeurt binnen de periode zoals bedoeld in artikel 1.
Artikel 15
Elke vereniging die valt onder het toepassingsgebied van het subsidiereglement sociaal-cultureel volwassenenwerk, lokale volwassenenorganisaties voor amateurkunsten, lokaal jeugdwerk of sportverenigingen alsook elke Wevelgemse vereniging die een nominatieve subsidie ontvangt van minder dan 3 000 euro en elke vereniging zoals bedoeld in artikel 9 kan een dossier indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. De eigenlijke nominatieve subsidie wordt op basis van dit dossier beslist door de gemeenteraad. Hiertoe moet een aanvraag ingediend worden uiterlijk op 15 april 2021.
Artikel 16
De jubileumpremie uit artikel 5 van het reglement op premies bij huwelijk, geboorte en adoptie, jubilea voor een bezoek thuis of op eigen feest wordt integraal toegekend als het gepland feest wordt geannuleerd cfr. artikel 1.
Artikel 17
In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met SV Wevelgem City vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.
Artikel 18
In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met FC Gullegem vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.
Artikel 19
In afwijking van artikel 9 van de overeenkomst met KSV Moorsele vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de accommodatie voor de cafetaria pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.
Artikel 20
In afwijking van artikel 6 van de overeenkomst met Sporthal Gullegem vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor de concessie betreffende de uitbating van de cafetaria bij de sporthal Gullegem pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.
Artikel 21
In afwijking van artikel 6 van de overeenkomst met Arena Sportbar vzw wordt de jaarlijkse vergoeding voor de concessie betreffende de uitbating van de cafetaria bij de sporthal Moorsele pro rata verminderd voor de periode waar door federale, Vlaamse, provinciale of gemeentelijke veiligheidsmaatregelen en aanbevelingen de cafetaria gesloten is voor het publiek.
Artikel 22
§1. Het college van burgemeester en schepenen kan voor het kalenderjaar 2021 afwijkingen toestaan op het gemeentelijk reglement op de plaatsing van terrassen op het openbaar domein van 4 mei 2018.
§2. De terrassen bij een publieke inrichting moeten in 2021, in afwijking van artikel 204 van de algemene politieverordening, worden opgeruimd, tegen ten laatste het sluitingsuur dat van toepassing is voor de publieke inrichting zelf.
Artikel 23
Er wordt een addendum aan de overeenkomst Gent-Wevelgem goedgekeurd voor de kalenderjaren 2020 en 2021 als volgt:
Onverminderd artikel 16 en voor zover (een van) de wielerwedstrijden Gent-Wevelgem wel gereden word(t)en, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 11 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 7 van de overeenkomst.
Artikel 24
Er wordt een addendum aan de overeenkomst Gullegem Koerse goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
Onverminderd artikel 13 en voor zover Gullegem Koerse wel gereden wordt, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 10 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 5 van de overeenkomst.
Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 12, §2 van voornoemde overeenkomst dient wel voldoende uitvoering gegeven, binnen de mogelijkheden van de stand van zaken van de coronapandemie, vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 5 wordt toegekend.
Artikel 25
Er wordt een addendum aan de overeenkomst Cyclocross Gullegem goedgekeurd voor het kalenderjaar 2021 als volgt:
Onverminderd artikel 12 en voor zover de Cyclocross Gullegem wel gereden wordt, wordt voor zover bepaalde voorwaarden uit de overeenkomst niet kunnen worden nageleefd omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van de verspreiding van het coronavirus, de subsidie toch integraal uitbetaald. Evenwel indien geen integrale uitvoering werd gegeven aan artikel 9 uit de overeenkomst, omwille van of ten gevolge van de maatregelen ter beperking van het coronavirus, zal ten belope van de tegenwaarde van het bedrag die niet werd verleend, door de organisator (deels) aanvullende VIP-pakketten worden verleend, hetzij financieel bijgedragen worden, in overleg met de gemeente, in gemeenschapsbevorderende initiatieven. Deze bijdrage kan, in overleg, gespreid worden over de duur van de overeenkomst. Desgevallend wordt in het laatste jaar van de overeenkomst, indien niet wordt voldaan aan deze voorwaarde, de nog openstaande tegenwaarde in mindering gebracht van de subsidie zoals bedoeld in artikel 5 van de overeenkomst.
Aan de algemene doelstellingen zoals bedoeld in artikel 11, §2 van voornoemde overeenkomst dient wel voldoende uitvoering gegeven, binnen de mogelijkheden van de stand van zaken van de coronapandemie, vooraleer een verhoging zoals bedoeld in artikel 5 wordt toegekend.
Artikel 26
Voor de jeugdwerkinitiatieven die in het najaar 2020 niet (kunnen) worden gecontroleerd op hun naleving van de vereisten van het charter (de charters) zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van het subsidiereglement lokaal jeugdwerk, kan die controle nog uitgevoerd worden in het voorjaar 2021. De lokalensubsidie die betrekking heeft op het kalenderjaar 2020 wordt dan uitbetaald in 2021, onverminderd de mogelijkheid om ook een lokalensubsidie die betrekking heeft op het kalenderjaar 2021 aan te vragen.
Artikel 27
In geval van fraude, valse verklaringen of, in geval van korting cfr. artikel 13, §2 er een bewuste onderbenutting is, kan de gemeente Wevelgem beslissen om hetzij de subsidie terug te vorderen, hetzij alsnog de regels zoals van toepassing vóór de federale fase van het rampenplan werd afgekondigd toe te passen.
Artikel 28
Het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 3 juli 2020 en verlengd door het college van burgemeester en schepenen van 29 oktober 2020, wordt opgeheven.
Uitgaven, vrijstellingen of verminderingen als dusdanig of voor evenementen of activiteiten die reeds werden in aanmerking genomen voor toepassing van het reglement van 3 juli 2020 (en verlenging) komen niet in aanmerking voor toepassing van onderhavig reglement.
De herstelsubsidies, zoals bedoeld in artikel 17, §2 van het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020), worden goedgekeurd.
Naar aanleiding van de coronapandemie maakte de Vlaamse regering middelen vrij om de sectoren cultuur, jeugd en sport bij te staan. In dit Vlaams noodfonds werd 449 469,82 euro toegekend aan de gemeente Wevelgem. De besteding is door het lokale bestuur vrij te kiezen, in tijd te spreiden en zal enkel worden gemonitord door de Vlaamse overheid op basis van de reguliere digitale rapportering over de BBC-jaarrekeningen over 2020 en 2021.
In de gemeenteraad van 3 juli 2020 werd het reglement goedgekeurd houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen. In artikel 17, §2 werd gesteld dat elke vereniging die valt onder het toepassingsgebied van het subsidiereglement socio-cultureel volwassenenwerk, lokale volwassenenorganisaties voor amateurkunsten, lokaal jeugdwerk of sportverenigingen, een dossier kunnen indienen voor een bijkomende nominatieve subsidie, in functie van specifieke financiële noden die het gevolg zijn van de coronacrisis. Ook de verenigingen die in 2020 een nominatieve subsidie ontvangen van minder dan 3 000 euro, kunnen dit doen, net als de verenigingen die een convenant hebben of zouden hebben afgesloten in uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 14 februari 2020 houdende de moederconvenant voor het afsluiten van convenanten voor evenementen en de werking van erfgoedverenigingen.
De betrokken verenigingen werden hierover aangeschreven. De verenigingen dienden zich aan te melden uiterlijk tegen 31 augustus 2020. Samen met een toegewezen dossierbeheerder konden de verenigingen hun dossier vervolledigen tot uiterlijk 15 oktober 2020. In totaal dienden 67 van de 159 aangeschreven verenigingen een dossier in.
De centrale stuurgroep corona, met vertegenwoordiging van alle fracties, heeft de beoordelingscriteria en de berekende subsidies besproken in zijn bijeenkomsten van 8 juli, 7 september, 26 oktober en 16 november 2020.
Aan de gemeenteraad worden de nominatieve herstelsubsidies voorgelegd.
Het totale bedrag aan toegekende herstelsubsidies bedraagt 122 852,09 euro.
Artikel 1
Keurt de lijst met nominatieve subsidies in toepassing van artikel 17, §2 van het reglement houdende gemeentelijke maatregelen die de financiële gevolgen van de federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, milderen (beslissing van de gemeenteraad van 3 juli 2020) goed als volgt:
Naam vereniging | Bedrag |
SPORT | |
Dames Volleybalclub Moorsele | € 1 500,00 |
Davo Wevelgem | € 1 700,63 |
FC Gullegem | € 11 977,40 |
Go4Gym | € 2 238,20 |
Judo Kwai Moorsele | € 1 539,19 |
KSV Moorsele | € 3 591,86 |
SV Wevelgem City | € 11 333,96 |
Tafeltennis Jong Gullegem | € 1 500,00 |
Turnclub Jong Moorsele | € 2 375,13 |
Volleyteam Gullegem | € 1 525,69 |
Holstra | € 1 500,00 |
7-mijlstappers | € 2 535,98 |
Oes Leute | € 98,58 |
TC Bloemenhof | € 1 500,00 |
TC Servio | € 1 544,92 |
WTC De Trappers | € 2 205,63 |
WTC Tot te Fête | € 1 500,00 |
JEUGDWERK | |
Chirojongens Wevelgem | € 840,00 |
Chiromeisjes Center | € 3 936,00 |
Chiro Okido | € 2 075,80 |
KLJ Moorsele | € 1 807,23 |
KSA Arbeid Adelt | € 2 077,17 |
KSA De Vlasbloem | € 6 597,99 |
KSA De Meiskes | € 3 814,95 |
Plus 13-werking | € 548,42 |
JH Den Bascuul | € 1 500,00 |
Jeugdfanfare Bravoura | € 1 500,00 |
Jeugdorkest C-Barré | € 1 759,17 |
Jeugdtheater Jummies | € 1 500,00 |
AMATEURKUNSTEN | |
Brass Band Leieland | € 1 500,00 |
Harmonieorkest Concordia | € 1 350,00 |
Harmonie Sint-Cecilia | € 1 500,00 |
Harmonie De Eendracht | € 1 232,40 |
Fanfare Kunst Veredelt | € 2 869,74 |
Mistral | € 720,00 |
Toneel 't Neerdak | € 150,31 |
De Lustige Slijters | € 4 007,97 |
Kunst naar Vermogen | € 2 376,49 |
WAT op Scène | € 2 607,62 |
Koor Echo | € 493,55 |
SOCIO-CULTURELE | |
Okra Gullegem | € 1 455,89 |
Okra Moorsele | € 596,08 |
Okra Wevelgem | € 508,89 |
S/Plus Wevelgem | € 876,60 |
Samana Gullegem | € 420,00 |
Samana Moorsele | € 1 017,60 |
Tuinhier Wevelgem | € 1 708,03 |
VELT Wevelgem | € 617,20 |
Moorsele Onderneemt | € 1 700,43 |
IPMS Moorsele | € 465,00 |
Actieve Radiomakers | € 1 230,00 |
NOMINATIEVE | |
Gullegemse Duivenmaatschappij | € 6 695,00 |
Oxfam Wereldwinkel | € 4 765,41 |
OVERIGE | |
vzw Pro Mille | € 3 113,98 |
Fanclub Deceuninck-Quick Step | € 750,00 |
Er wordt mandaat verleend aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 23 van het decreet lokaal bestuur stelt dat een punt dat niet op de agenda voorkomt, niet in bespreking mag gebracht worden, behalve in spoedeisende gevallen. Het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 2 december 2020), voorziet in een subsidiemogelijkheid voor lokale besturen ter financiële ondersteuning van bijkomende engagementen in het kader van contact- en bronopsporing. Hiertoe moet uiterlijk op 31 januari 2021 een ondertekende samenwerkingsovereenkomst en verwerkersovereenkomst worden bezorgd aan het agentschap Binnenlands Bestuur.
Binnen de regio wil men verder inzetten op contact- en bronopsporing via W13. Hiertoe moet een mandaat verleend worden aan W13. De samenwerkingsovereenkomst, die moet worden ingediend tegen 31 januari 2021, werd door de Vlaamse overheid pas op maandag 7 december 2020 aan W13 overgemaakt. Mevrouw Kim Van Belleghem, directeur W13, maakte deze stukken diezelfde dag nog over aan de verschillende gemeenten.
Aangezien huidige zitting van de gemeenteraad de laatste zitting betreft die gepland staat voor 31 januari 2021 wordt voorgesteld om voorliggend agendapunt'mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken' bij wijze van spoedeisendheid toe te voegen aan de agenda en tot de spoedbehandeling ervan te beslissen
Ten minste twee derde van de aanwezige leden hebben tot de spoedbehandeling beslist, meer bepaald:
Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Jo Libeer, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Henk Louf, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Tommy Vansteenkiste, Sander Deflo, Jessica Corty.
Er is 1 onthouding (Carine Quidousse).
De raad, met 27 stemmen voor en 1 onthouding, beslist tot de spoedbehandeling van het agendapunt 'mandaatverlening aan W13 tot het opnemen van complementaire engagementen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken'.
Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing mobiliseert de Vlaamse regering de lokale besturen om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek. De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de centrale contactopsporing en de reeds bestaande initiatieven op het niveau van de eerstelijnszone. De initiatieven worden steeds genomen in overleg en samenwerking met het agentschap Zorg en Gezondheid, het Consortium Contactopsporing, de lokale eerstelijnszorgraden (ELZ) en opgerichte COVID-19-teams.
Het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19 en het uitvoeringsbesluit van 12 juni 2020, voorzien dat de taken zoals opgelegd in artikel 44 van het preventiedecreet, meer bepaald het tegengaan van de verspreiding van infecties, uitgevoerd zal worden door een samenwerkingsverband dat een contactcentrum opricht dat belast wordt met opdrachten van opsporing en begeleiding van personen met een bevestigde of vermoedelijke diagnose van COVID-19, of van personen die mogelijk een risicodragend contact hebben gehad met een persoon die besmet is met COVID-19 of die vermoedelijk besmet is met COVID-19. Met voornoemde doelstelling kunnen lokale besturen dan ook als verwerker voor het agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kunnen ze rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano - gegevensdatabank.
De lokale besturen kunnen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 kiezen tussen de volgende opties:
Het optreden van W13 gebeurt binnen al deze engagementen met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG). W13 zorgt samen met de gemeenten die zich hierin hebben verenigd, voor de nodige capaciteit en middelen om deze engagementen kwaliteitsvol uit te voeren. Voor de inzet van medewerkers in functie van het lokale contactonderzoek wordt voorzien in de nodige technische opleiding en aansturing (door Smals vzw en het Consortium Contactopsporing). De afspraken i.v.m. de aard en de uitvoering van de complementaire engagementen (incl. contactonderzoek) worden formeel vastgelegd in de bijgevoegde (gezamenlijke) samenwerkingsovereenkomst, af te sluiten tussen het agentschap Zorg en Gezondheid en W13. W13 kan dan ook in naam en voor rekening van de gemeente als verwerker voor het agentschap Zorg en Gezondheid optreden en kan zo rechtstreeks toegang hebben tot de databank Sciensano – gegevensdatabank.
De lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van deze engagementen, als volgt:
Overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 moeten de subsidies door de gemeente zelf aangevraagd worden. Tussen de gemeenten die zich verenigd hebben in W13 wordt dan ook overeengekomen dat de forfaitaire én de variabele subsidie van de respectievelijke gemeenten worden opgevraagd door de stad Kortrijk en vervolgens worden doorgestort aan W13.
Gelet op de hoogdringendheid, besliste het college van burgemeester en schepenen op 9 december 2020 tot mandaatverlening aan W13 om samen met de andere gemeenten die zich hierin hebben verenigd, over te stappen naar optie 2 zoals voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020. Tevens gaf het college van burgemeester en schepenen mandaat aan de stad Kortrijk om in haar naam en voor haar rekening de subsidies aan te vragen en te ontvangen, met het oog op de doorstorting ervan aan W13.
Bekrachtigt de beslissingen genomen door het college van burgemeester en schepenen op 9 december 2020:
Artikel 1
Neemt kennis van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 2
Gaat akkoord om samen met de andere gemeenten die zich verenigd hebben in W13, zich in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020, complementair in te zetten in sensibilisering, preventie, bronopsporing, quarantainecoaching én aanvullend lokaal contactonderzoek (optie 2).
Artikel 3
Geeft hiertoe mandaat aan W13 om in haar naam en voor haar rekening de samenwerkingsovereenkomst en alle bijlagen te ondertekenen en de nodige accounts aan te vragen om deze complementaire engagementen op te nemen.
Artikel 4
De stad Kortrijk wordt gemandateerd om zowel de variabele als de forfaitaire subsidie in naam van de gemeente aan te vragen bij het agentschap Binnenlands Bestuur, en door te storten aan het samenwerkingsverband W13.
Het mandaat van de vertegenwoordiger wordt vastgesteld.
De gemeente is lid van de opdrachthoudende vereniging MIROM Menen (Mirom).
De gemeente werd uitgenodigd per aangetekend schrijven van 6 november 2020 om deel te nemen aan de zitting van de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 17 december 2020.
Op het ogenblik van de uitnodiging voor deze algemene vergadering geldt de federale fase van het rampenplan naar aanleiding van de 'Corona-Covid-19'-crisis. Mocht de algemene vergadering uitgesteld of verdaagd worden, dan geldt het mandaat voor dezelfde agendapunten ook als deze op een latere datum worden behandeld.
Artikel 1
Er wordt goedkeuring verleend aan onderstaande punten, geagendeerd voor de buitengewone algemene vergadering van Mirom van 17 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden):
1. Te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie van het boekjaar 2021 (voor goedkeuring)
2. Begroting 2021 (voor goedkeuring)
3. Varia.
Artikel 2
De vertegenwoordiger van de gemeente zal zijn stemgedrag afstemmen op deze beslissing.
De Kaderovereenkomst en de bijlagen in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject in samenwerking met hulpverleningszone Fluvia wordt goedgekeurd.
Met hulpverleningszone Fluvia (Fluvia) werd een gebruikersovereenkomst afgesloten voor de brandweerkazernes op het grondgebied van de gemeente vanaf 1 januari 2015. Tot en met 2019 gebeurde de terbeschikkingstelling van de brandweerkazernes om niet.
De huidige organisatie van de kazerne-infrastructuur blijkt suboptimaal en er zijn verregaande investeringen noodzakelijk om de kazerne-infrastructuur te kunnen laten voldoen aan de noden van de hulpverleningszone. Fluvia wenst dan ook de bestaande juridische structuur betreffende de kazerne-infrastructuur te wijzigen om operationeel te kunnen optimaliseren. Er wordt hierbij geopteerd voor een traject van collectieve investering door Fluvia, mits maximale validering van de inspanningen van de respectieve gemeenten.
Fluvia heeft, in overleg met de gemeenten, een ontwerp van Kaderovereenkomst in het kader van het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject voorbereid. Deze Kaderovereenkomst (en bijlagen) moet worden afgesloten tussen Fluvia en de respectieve gemeenten van de hulpverleningszone.
Voor de gemeente Wevelgem behoren de twee huidige kazernes op het grondgebied van de gemeente tot categorie 3, overeenkomstig deze Kaderovereenkomst. Voor deze kazernes heeft de gemeente, krachtens de Kaderovereenkomst, een put-optie om een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen t.a.v. Fluvia. De gemeente kan deze put-optie lichten binnen de eerste zes maanden na de ondertekening van de Kaderovereenkomst. Indien de gemeente deze put-optie niet (tijdig) licht, heeft zij, op tijdstip van uitdrukkelijke verzaking aan de put-optie of vanaf het verstrijken van de optietermijn, recht op een huurrecht van 10% van de huurwaarde, zijnde 6 017, 38 euro op jaarbasis. Hiertoe zal een huurovereenkomst worden afgesloten waarin aan Fluvia een call-optie worden verleend om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen. Tot het lichten van de put-optie of tot het afsluiten van een huurovereenkomst wordt nog een gebruik om niet van de kazernes toegestaan.
De gemeente heeft niet de intentie om de put-optie te lichten.
Het Collectieve Investeringstraject en Kazerneringsproject wordt hierna nader in detail toegelicht.
A. De gemeente Wevelgem is lid van hulpverleningszone Fluvia waarbinnen over de gemeentegrenzen heen in een netwerk van brandweerposten op verschillende vlakken wordt samengewerkt;
B. De gemeente Wevelgem en de steden en gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Ledegem, Lendelede, Menen, Waregem en Zwevegem (hierna gezamenlijk de 'steden en gemeenten' genoemd) zijn houder van rechten met betrekking tot welbepaalde onroerende goederen die als kazerne-infrastructuur dienst doen (de 'Kazerne-infrastructuur'), gelegen in de provincie West-Vlaanderen, als volgt (situatie op 31 december 2019):
Nr. |
Type |
Adres |
Kadastrale beschrijving |
Rechthebbende |
Aard van recht |
Benaming (voor toepassing van de Kaderovereenkomst) |
Categorie |
1 |
Kazerne |
Rekkemstraat 64, 8930 Menen |
Menen, 3e afdeling, sectie A - deel van 95 v |
Stad Menen |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Lauwe |
3 |
2 |
Kazerne |
Twee-Bruggenstraat 2, 8530 Harelbeke |
Harelbeke, 1e afdeling, sectie A - 1078 g |
Stad Harelbeke |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Harelbeke |
3 |
3 |
Kazerne |
Weggevoerdenplein 8, 8520 Kuurne |
Kuurne, 1e afdeling, sectie C - 292 f |
Gemeente Kuurne |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Kuurne |
3 |
4 |
Kazerne |
Weversstraat 11, 8790 Waregem |
Waregem, 1e afdeling, sectie C - 495 z |
Stad Waregem |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Waregem |
3 |
5 |
Kazerne |
Vichtesteenweg 220, , 8540 Deerlijk |
Deerlijk, 1ste afdeling, sectie B, nummers 1268/A P0000, 1268/B P0000, 1268/C P0000, 1268/D P0000 en 1268/E P0000, met een totale oppervlakte volgens het Kadaster van 59a 88ca |
Gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem, elk voor de onverdeelde helft |
Volle eigendom |
Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk-Anzegem |
1 |
6 |
Kazerne |
Ommegangstraat 1, bus Z, 8550 Zwevegem |
Zwevegem, 1e afdeling, sectie B - 92 f2 |
Gemeente Zwevegem |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Zwevegem |
3 |
7 |
Kazerne |
Doorniksesteenweg 214, bus A, 8500 Kortrijk |
Kortrijk, 4e afdeling, sectie D - 16e |
Stad Kortrijk |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Kortrijk |
3 |
8 |
Kazerne |
Waterven 1, bus A, 8501 Kortrijk |
Kortrijk, 8e afd, sectie C- 1049 f |
Stad Kortijk |
Huurrecht tot en met 30 juni 2022 jaarlijks opzegbaar door de Stad Kortrijk |
Kazerne-infrastructuur Heule |
3 |
9 |
Kazerne |
Winkelsestraat 15, 8860 Lendelede |
Lendelede, 1e afdeling, sectie C - 103 g |
Gemeente Lendelede |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Lendelede |
3 |
10 |
Kazerne |
Oudenaardse-steenweg 50, 8580 Avelgem |
Avelgem, 1e afdeling, sectie A - 1269 m & 1269 n |
Gemeente Avelgem |
Volle eigendom |
Kazerne-infrastructuur Avelgem |
3
|
C. Fluvia was tot 2019 houder van een kosteloos gebruiksrecht met betrekking tot elk van de onroerende goederen (uitgezonderd de grond) deel uitmakend van de Kazerne-infrastructuur (uitgezonderd het onroerend goed hierboven vermeld onder nr. 5).
D. De Kazerne-infrastructuur zoals hierboven vermeld onder de nrs. 1 tot en met 16 (uitgezonderd de onroerende goederen vermeld onder de nrs. 5 en 14, dewelke behoren tot categorie 1) behoren tot categorie 3.
E. Fluvia en de steden en gemeenten hebben vastgesteld dat de huidige organisatie van de Kazerne-infrastructuur suboptimaal is en dat verregaande investeringen noodzakelijk zijn om de Kazerne-infrastructuur te kunnen laten voldoen aan de noden van de zone in de huidige technische en organisatorische context.
F. Fluvia en de steden en gemeenten wensen de bestaande juridische structuur betreffende de Kazerne-infrastructuur te wijzigen om operationeel te kunnen optimaliseren.
G. In dit verband is door de steden en gemeenten en Fluvia gezamenlijk een kaderovereenkomst opgesteld (hierna de 'Kaderovereenkomst').
H. Fluvia en de steden en gemeenten, teneinde de doelstelling in overweging (G) te bereiken, hebben gezamenlijk geopteerd voor een traject van collectieve investering door Fluvia, mits maximale validering van de inspanningen van de onderscheiden steden en gemeenten, waarbij:
- In een eerste fase: de steden en gemeenten rechten op de gronden behouden waarop de infrastructuur zich bevindt of waarop nieuwbouw zal gebeuren, maar door de steden en gemeenten aan Fluvia een recht van opstal wordt verleend op hetzij de bestaande infrastructuur hetzij de grond met het oog op de constructie van nieuwe infrastructuur door Fluvia, hetgeen de steden en gemeenten toelaat om gedragen inspanningen te valideren of het valorisatiepotentieel van de gronden ultiem te behouden; en
- In een latere fase: Fluvia een recht van opstal kan verwerven op bestaande, oude infrastructuur welke initieel niet in opstal werd gegeven en Fluvia wenst te renoveren.
(hierna het 'Collectieve Investeringstraject')
I. Voormeld Collectieve Investeringstraject, zoals hierboven beschreven, hangt samen met een investeringstraject dat over meerdere jaren loopt en zal gefinancierd worden via de zgn. dotatie 2.0, dewelke een investeringscomponent zal bevatten.
J. Er worden in de Kaderovereenkomst drie categorieën van onroerende goederen onderscheiden en gedefinieerd:
- categorie 1: 'sites bestaande uit constructies op en met grond, gelegen te Menen, Deerlijk-Anzegem en Waregem, waarbij de desbetreffende steden en gemeenten zijn opgetreden/optreden als bouwheer van reeds bestaande/in oprichting zijnde/nog op te richten constructies bestaande in kazerne-infrastructuur en waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad en/of gemeente een eigendomsoverdragend opstalrecht zal worden gevestigd ten voordele van Fluvia met betrekking tot voormelde constructies, in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur Menen, de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk-Anzegem en de Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Waregem'.
- categorie 2: 'sites bestaande uit braakliggende grond(en) (eventueel na geplande afbraak in het kader van herontwikkeling) waar er op een later ogenblik, en mits uitoefening van een aan Fluvia verleende call-optie, door de betrokken stad, gemeente een opstalrecht zal worden gevestigd op deze grond(en) ten voordele van Fluvia, op grond waarvan Fluvia de toelating zal hebben om op eigen risico en kosten op deze grond(en) over te gaan tot oprichting van constructies, in het bijzonder omvattend de gronden beschreven in bijlage 1.1 alsmede de weerhouden categorie 2 gronden, zoals bedoeld in artikel 5.2.2'.
- categorie 3: 'sites bestaande uit constructies bestaande in kazerne-infrastructuur op en met grond, waarvan Fluvia tot 2019 de constructies kosteloos bezette op grond van een gebruiksovereenkomst voor onbepaalde duur afgesloten met de betrokken stad en/of gemeente, in het bijzonder omvattend de Kazerne-infrastructuur waarvan sprake in overweging (A) onder de nrs. 1 tot en met 16 (uitgezonderd nrs. 5 en 14 welke behoren tot categorie 1)'.
K. De gemeenschappelijke bedoeling van de steden en gemeenten en Fluvia bestaat er aldus in om in lijn met het Collectieve Investeringstraject:
- een call-optie te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot categorie 1 (met onmiddellijke ingang) en met betrekking tot categorie 2 (op termijn) (hierna 'call-optie'), om in haar voordeel een (naargelang het geval, eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Opstalrecht');
- in afwachting van de inwerkingtreding van het (eigendomsoverdragend) opstalrecht met betrekking tot categorie 1, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020, zowel voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Menen, als voor wat betreft de Kazerne-infrastructuur Waregem, Kazerne-infrastructuur Beveren-Leie en respectievelijk de Nieuwe Kazerne-infrastructuur Deerlijk–Anzegem, en van rechtswege zal eindigen op datum van inwerkingtreding van het desbetreffende (eigendomsoverdragend) opstalrecht, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Kosteloos recht van gebruik');
- een put-optie (met onmiddellijke ingang) te vestigen in het voordeel van de steden en gemeenten, waaraan zij te allen tijde eenzijdig kunnen verzaken, met betrekking tot de onroerende goederen zoals vermeld onder de nrs. 2, 3, 9, 10, 12, 15 en 16, ofte de onroerende goederen van categorie 3 uitgezonderd de Kazerne-infrastructuur Heule, de Kazerne-infrastructuur Marke en de Kazerne-infrastructuur uit categorie 3 van die gemeenten ten aanzien van wie reeds een project is geïdentificeerd in categorie 1 of in categorie 2 aangeduid in de bijlagen 1.1. en 1.2. (Put-optie) om t.a.v. Fluvia een eigendomsoverdragend opstalrecht te doen vestigen, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven (hierna 'Opstalrecht');
- in afwachting van (i) de verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) van de inwerkingtreding van het eigendomsoverdragend opstalrecht met betrekking tot categorie 3 in uitvoering van voormelde put-optie of (iii) van het huurrecht met betrekking tot onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia voor wat betreft de kazerne-infrastructuur van categorie 3 voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020 en van rechtswege zal eindigen op datum van (i) de verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) van inwerkingtreding van het desbetreffende (eigendomsoverdragend) opstalrecht of (iii) op 1 januari 2021 met betrekking tot onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, overeenkomstig de voorwaarden zoals hierna beschreven (hierna 'Kosteloos recht van gebruik');
- in geval van (i) verzaking aan of niet-tijdige uitoefening van de put-optie of (ii) t.a.v. de Kazerne-infrastructuur van categorie 3 waarvoor geen put-optie zal worden gevestigd, zijnde de onroerende goederen hierboven vermeld onder de nrs. 1, 4, 6, 7, 8, 11 en 13, een huurrecht te vestigen in het voordeel van Fluvia (behoudens uitzonderingen zoals hierna beschreven), (hierna 'Huurrecht'), waarbij aan Fluvia in het bijzonder een call-optie zal worden verleend (hierna 'Call-optie') om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen (hierna 'Opstalrecht') op de desbetreffende categorie 3 goederen (uitgezonderd Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke waarvoor wel een nieuwe huur- respectievelijk gebruiksovereenkomst zal worden afgesloten, maar waarop geen dergelijke call-optie zal worden verleend), overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven;
met dien verstande dat, telkens wanneer er in onderhavige overeenkomst sprake is van een ‘opstalrecht’, dit recht zal worden gevestigd met betrekking tot het volume op, boven en onder de desbetreffende grond, in voorkomend geval met inbegrip van de bestaande constructies, doch zonder dat aan Fluvia, in haar hoedanigheid van opstalhouder, enig recht wordt verleend met betrekking tot de grond zelf.
(hierna het 'Kazerneringsproject')
L. Het Collectieve Investeringstraject en het Kazerneringsproject, zoals hierboven beschreven, gaan uit van een plan en visie voor een termijn van in totaal (minstens) achttien jaar oftewel drie beleidstermijnen van telkens zes jaar waarbij de steden en gemeenten en Fluvia erkennen en aanvaarden dat de investeringsprojecten voor de eerste zes-jarige periode reeds concreet zijn afgelijnd en beschreven in de Kaderovereenkomst, terwijl er voor wat betreft de toekomstige investeringsprojecten, welke naar verwachting zullen worden gerealiseerd gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar, op datum van ondertekening van onderhavige Overeenkomst, hoogstens een indicatief budget gekend is. De steden en gemeenten nemen kennis van de beleidsnota, gevoegd als bijlage 7 bij de Kaderovereenkomst, waaruit o.a. een inspanningsverbintenis blijkt tot realisatie van een vergelijkbaar aantal (lees: tussen drie en zes) investeringsprojecten gedurende de 2de en 3de beleidstermijn van zes jaar als hetgeen wordt voorzien gedurende de eerste beleidstermijn van zes jaar.
M. De Kazerne-infrastructuur Menen werd opgericht door autonoom gemeentebedrijf Woonbedrijf Menen op grond van een recht van opstal aan haar verleend ingevolge opstalakte verleden voor het comité van aankoop Kortrijk, instrumenterend ambtenaar Luc Bataillie, commissaris, op 15 mei 2014 (de Opstalakte Menen) en de Kazerne-infrastructuur Menen vervolgens aan de stad Menen in leasing werd gegeven door autonoom gemeentebedrijf Woonbedrijf Menen ingevolge akte van onroerende leasing verleden door mevrouw Martine Fournier, in haar hoedanigheid van burgemeester van de stad Menen, op 7 februari 2015 (de Leasingakte Menen).
N. Gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem, zoals uiteengezet in overweging (B) onder het nr. 5, zijn samen volle eigenaar, elk voor de onverdeelde helft van de grond gelegen langs de Vichtesteenweg, ingevolge notariële akte van aankoop verleden voor notaris Wim Taelman op 17 februari 2017, waarbij gemeente Deerlijk en gemeente Anzegem vervolgens gezamenlijk zijn opgetreden als bouwheer in het kader van de bouw en ontwikkeling, op voormelde grond, van een onroerend complex bestaande in een nieuwe brandweerkazerne (de Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Deerlijk-Anzegem). De Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Deerlijk-Anzegem behoort tot categorie 1.
O. De stad Waregem is volle eigenaar geworden van gronden gelegen te Waregem, Sint-Eloois- Vijve, volgens kadastraal uittreksel van 22 april 2020 ten kadaster gekend onder Waregem, afdeling 6, sectie A, nr. 267/K/2 P0000, nr. 268/E P0000 en nr. 267/H/2/P0000, met een totale oppervlakte volgens het kadaster van 66 a 32 ca, ingevolge notariële akte van aankoop verleden voor notaris Ronny Eeckhout op 26 april 2016, waarbij de Stad Waregem weldra zal optreden als bouwheer in het kader van de bouw en ontwikkeling, op voormelde gronden, van een onroerend complex bestaande in een nieuwe brandweerkazerne (de Nieuwe Kazerne- Infrastructuur Waregem). De Nieuwe Kazerne-Infrastructuur Waregem behoort tot categorie 1.
P. De zakelijke en persoonlijke rechten op de onroerende goederen waarop dit besluit betrekking heeft of zal hebben en die aan de gemeente Wevelgem toebehoren kunnen enkel aan Fluvia worden overgedragen binnen de voorwaarden en modaliteiten hiertoe bepaald in het ontwerp van Kaderovereenkomst. Aldus wordt afgeweken van het principe dat onroerende goederen van een gemeente steeds worden vervreemd volgens de principes van mededinging en transparantie. Dit is gerechtvaardigd gelet op het specifieke karakter van het onroerend goed in kwestie en het feit dat het dient of zal dienen ter bescherming van de openbare veiligheid binnen de gemeente Wevelgem en het feit dat de gemeente Wevelgem slechts tot één hulpverleningszone, namelijk Fluvia, behoort.
Q. De Kaderovereenkomst heeft tot doel de modaliteiten en voorwaarden betreffende de Call-optie, Put-optie, het Opstalrecht, het Kosteloos recht van gebruik en het Huurrecht te bepalen en in het algemeen de afspraken vast te leggen die tussen partijen zullen gelden in het kader van het Collectieve Investeringstraject en met betrekking tot het Kazerneringsproject.
R. De Kaderovereenkomst en de bijlagen eraan werden formeel goedgekeurd door de zoneraad op 13 november 2020.
S. Het verlijden van de notariële akten tot vestiging van het Opstalrecht betreffende categorie 1, volgens de actuele planning, is bedoeld plaats te vinden in de maanden april, mei of juni 2021.
Artikel 1
Neemt kennis van het ontwerp van Kaderovereenkomst en de bijlagen eraan, namelijk
- bijlage 1.1 – Lijst reeds geschikt bevonden categorie 2-gronden
- bijlage 1.2 – Plan houdende aanduiding van Site Lauwe-Marke Bramier
- bijlage 1.3 – Plan houdende aanduiding van Site Kortrijk-Zwevegem Evolis
- bijlage 2.1 – Template recht van gebruik (Deerlijk-Anzegem)
- bijlage 2.2 – Template recht van gebruik (Menen)
- bijlage 2.3 – Template recht van gebruik (Waregem)
- bijlage 2.4 – Template recht van gebruik (categorie 3)
- bijlage 3.1 – Template huurovereenkomst (categorie 3 met uitzondering van Kazerne-infrastructuur Heule en Kazerne-infrastructuur Marke)
- bijlage 3.2 – Template huurovereenkomst (Kazerne-infrastructuur Heule)
- bijlage 3.3 – Template huurovereenkomst (Kazerne-infrastructuur Marke)
- bijlage 4 – Algemene voorwaarden van het opstalrecht
- bijlage 5 – Lijst van bestaande kosteloze gebruiksrechten
- bijlage 6 – Huurtabel
- bijlage 7 – Beleidsnota
zoals deze aan onderhavig besluit zijn gevoegd.
Artikel 2
Keurt het ontwerp van Kaderovereenkomst en de bijlagen, zoals deze aan onderhavig besluit zijn gevoegd, goed.
Artikel 3
Draagt de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur op om de Kaderovereenkomst en haar bijlagen namens de gemeente Wevelgem te ondertekenen.
Artikel 4
§1. Verzaakt uitdrukkelijk aan de Put-optie zoals voorzien in de Kaderovereenkomst.
§2. Gelast het college van burgemeester en schepenen om de Kaderovereenkomst en haar bijlagen uit te voeren en de verdere stappen te ondernemen en specifieke overeenkomsten te laten ondertekenen om, gelet op de verzaking aan de uitoefening van de Put-optie, een huurrecht te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot de Kazerne gelegen te Hondschotestraat 100 A en de Kazerne gelegen te Nieuwe Markt 3 in de Kaderovereenkomst omschreven als een goed van categorie 3, overeenkomstig de voorwaarden zoals in de Kaderovereenkomst beschreven, waarbij aan Fluvia in het bijzonder een Call-optie zal worden verleend om in haar voordeel een (eigendomsoverdragend) opstalrecht te doen vestigen op het Onroerend Goed, overeenkomstig de voorwaarden en voor de doeleinden zoals in de Kaderovereenkomst bepaald.
§ 3. Gelast het college van burgemeester en schepenen om de verdere stappen te ondernemen en specifieke overeenkomsten te laten ondertekenen om in afwachting van het huurrecht zoals bepaald in artikel 4, §2, alvast een kosteloos recht van gebruik te vestigen in het voordeel van Fluvia met betrekking tot de Kazerne gelegen te Hondschotestraat 100 A en de Kazerne gelegen te Nieuwe Markt 3, voor een periode die aanvangt op 1 januari 2020 en van rechtswege zal eindigen op datum van de verzaking aan uitoefening van voormelde Put-optie via aangetekende kennisgeving, overeenkomstig de voorwaarden en voor de doeleinden zoals in de Kaderovereenkomst bepaald.
Artikel 5
Gelast het college van burgemeester en schepenen alle nodige uitvoeringshandelingen te stellen met betrekking tot voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan hulpverleningszone Fluvia, Doorniksesteenweg 214a, 8500 Kortrijk.
Het lokaal mobiliteitsplan wordt vastgesteld.
Op 17 mei 2017 keurde de GBC (gemeentelijke begeleidingscommissie) de sneltoets voor de opmaak van een nieuw mobiliteitsplan goed. De GBC besliste hierbij om spoor 2 te volgen: het huidige gemeentelijk mobiliteitsplan verbreden en verdiepen. Volgende thema's moesten hierbij verder verbreed/verdiept worden:
De gemeenteraad van 9 februari 2018 keurde het communicatie- en participatieplan voor het mobiliteitsplan goed.
Op basis van voornoemde te verdiepen thema's maakte de Intercommunale Leiedal op 10 juli 2019 een onderzoeksnota op. De resultaten van het participatietraject werden opgenomen in deze onderzoeksnota.
Deze onderzoeksnota werd goedgekeurd in het college van burgemeester en schepenen van 21 augustus 2019 en werd toegelicht op de gemeenteraadscommissie mobiliteit van 23 september 2019.
Op 8 januari 2020 ging de projectstuurgroep door ter bespreking van deze onderzoeksnota. De opmerkingen van deze projectstuurgroep werden verwerkt.
Dit dossier werd toegelicht aan de gemeenteraadscommissie mobiliteit van 21 januari 2020 en 28 september 2020.
Het decreet basisbereikbaarheid schrijft een participatietraject voor, indien geen regels voor de participatie worden vastgesteld moet het ontwerp van lokaal mobiliteitsplan minstens aan een openbaar onderzoek worden onderworpen. Hoewel er een participatietraject werd doorlopen, werd toch nog bijkomend van 7 september 2020 tot 7 oktober 2020 een openbaar onderzoek georganiseerd. Na dit laatste openbaar onderzoek werd het (voorlopig) beleidsplan mobiliteitsplan opgemaakt.
Op 13 november 2020 ging de projectstuurgroep door ter bespreking van het (voorlopig) beleidsplan mobiliteitsplan. De nuances die aangebracht werden tijdens deze projectstuurgroep werden verwerkt. Het nieuw ontwerp lokaal mobiliteitsplan werd voorlopig vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen van 25 november 2020.
Het ontwerp lokaal mobiliteitsplan ligt nu voor ter definitieve vaststelling door de gemeenteraad.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het lokaal mobiliteitsplan definitief vast.
Het subsidiereglement ondersteuning voor samentuinen wordt vastgesteld.
In 2015 werd er in iedere deelgemeente een samentuin opgestart, dit als een soort pilootproject. In deze drie samentuinen (Eigen Kweek, Mythe’s ne lochting en Hof Ter Winkel) werd toen geïnvesteerd door de gemeente.
Het opzet van deze ondersteuning (financieel en materieel) was de opstart en het behoud van deze tuinen te faciliteren.
Dergelijke samentuinen bevorderen namelijk de leefbaarheid, de sociale cohesie en het ecologisch tuinieren in de gemeente.
Ondertussen zijn nog enkele samentuinen gestart, naar het voorbeeld van deze pioniers. Zij kregen geen of weinig steun van de gemeente, behalve de samentuin in de Bieststraat, waarbij een gemeentelijk terrein gebruikt wordt.
Bedoeling is nu om een kader te scheppen, waarbij de ondersteuning vanuit de gemeente vastgelegd wordt in een reglement, zodat de steun evenwaardig is voor alle samentuinen (bestaande en nog nieuw op te richten).
Door een reglement op te stellen, moeten de samentuinen ook aan bepaalde criteria en voorwaarden voldoen (toestemming eigenaar, ecologisch tuinieren: geen kunstmest en geen pesticidengebruik, publiek toegankelijk,…).
Daartoe werd een overleg georganiseerd (februari 2019) met de verantwoordelijken van de nu bestaande samentuinen, om de noden van de tuiniers te kennen bij het starten en onderhouden van dergelijke tuin.
Volgens hen zijn de volgende zaken het belangrijkst bij de opstart van een tuin:
Daarnaast werden volgende zaken aangebracht als wenselijk om de dynamiek in de tuin verder te behouden:
Eerder gaf het college van burgemeester en schepenen aan om eerder grotere investeringen te willen ondersteunen. Daarmee wordt geen antwoord gegeven aan de wens besproken in het overleg om gemeenschappelijk kleiner materiaal te kunnen aankopen, of vorming of educatief materiaal te kunnen voorzien. Groepen van samentuiniers die zich organiseren, kunnen voor hun basiswerking echter beroep doen op de subsidie voor lokale verenigingen uit het sociaal-cultureel volwassenenwerk indien zij aan de voorwaarden voldoen.
Aan de hand van de inbreng van de leden van de samentuinen, de eerdere richting die het college van burgemeester en schepenen aangaf en de ervaring van de diensten, werd een voorstel van reglement opgemaakt.
Een jaarlijks budget van 3 000 euro werd voorgesteld voor de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
De uitgave wordt aangerekend op rekening PB3-ACT11/0350-00/649668 van het exploitatiekrediet.
Het reglement ‘ondersteuning voor samentuinen’ wordt goedgekeurd als volgt:
Reglement ondersteuning voor samentuinen
Artikel 1: Doel
De gemeente ondersteunt bewoners die de leefbaarheid, sociale samenhang en vergroening van de gemeente bevorderen, in de vorm van samentuinen.
Artikel 2: Definities en toepassingsgebied
§1. Samentuin: een stuk grond waar minimaal 4 personen met een verschillend domicilie samen tuinieren. De tuin dient voornamelijk voor het samen telen van groenten en/of fruit, er kan een bijkomende functie zijn als ontmoetingsplaats, siertuin of een speelelement voor kinderen omvatten:
§2. Voor de ondersteuning komen enkel samentuinen in aanmerking zoals hierboven afgebakend. Andere vormen van stadslandbouw of gemeenschapsinitiatieven, zoals een volkstuin, groene ontmoetingsruimte, een boomgaard, commerciële initiatieven en schooltuinen vallen niet onder het toepassingsgebied van dit reglement.
Een samentuin gelegen op een perceel van een volkstuinpark of een schooltuin die ook omwonenden laat meetuinieren kunnen wel in aanmerking komen.
Artikel 3: Ondersteuningsaanbod
§1. De ondersteuning is gericht op duurzame inrichtingswerken:
§2. De ondersteuning kan de volgende vormen aannemen:
§3. Het maximumbedrag bedraagt:
Voor dezelfde samentuin kan een uitbreiding maximaal om de drie jaar toegekend worden.
Om een grotere investering te doen is het mogelijk om het bedrag te verdubbelen na een jaar zonder aanvraag tot ondersteuning.
§4. Samentuinen die aan de voorwaarden voor ondersteuning voldoen, kunnen - indien beschikbaar - ook restmateriaal zoals houthaksel, bladeren, boomstammen verkrijgen.
Artikel 4: Andere voorwaarden en criteria
Artikel 5: Logo gemeente
Indien de gemeente ondersteuning verleent, dient het logo van de gemeente vermeld te worden op het promotiemateriaal.
Artikel 6: Aanvrager
De aanvrager moet een feitelijke vereniging of een vzw zijn, die uit minimum vier personen bestaat met een verschillend domicilie. Minstens de helft van de leden moet in Wevelgem wonen. Het is wenselijk dat een huishoudelijk reglement wordt opgemaakt door de vereniging.
Artikel 7: Hoe aanvragen?
De aanvraag gebeurt via een digitaal formulier. Bij de aanvraag worden volgende documenten gevoegd:
Verder dient de volgende informatie over de aanvrager ter beschikking gehouden te worden van de gemeente:
a) indien het een vzw betreft:
- kopie van de geldende statuten met verwijzing naar hun publicatiedatum in het Belgisch Staatsblad
- de identiteit, het adres en het telefoonnummer van de contactpersoon, die ook de aanvraag ondertekent
- het bankrekeningnummer van de vzw
- het laatst goedgekeurde jaarverslag, de balans, de resultatenrekening, toelichting bij de rekeningen en een activiteitenverslag
- de laatst goedgekeurde begroting
- het btw-statuut (indien toepasselijk).
b) indien het een feitelijke vereniging betreft:
Artikel 8: Beslissing over de toekenning of weigering
Het college beslist over de toekenning en de hoogte van de ondersteuning.
Artikel 9: Controle
De afgevaardigden van de gemeente hebben het recht om ter plaatse na te gaan of het materiaal wordt gebruikt en/of de werken zijn uitgevoerd en alle bovenstaande voorwaarden worden nageleefd.
Op eenvoudig verzoek bezorgt de aanvrager bijkomende informatie aan de gemeente.
Artikel 10: Vrijwaringsclausule
De subsidie aanwenden op een wijze die in strijd is met dit reglement leidt steeds tot sancties zoals:
- éénzijdig beëindigen van de samenwerking
- weigering logistieke ondersteuning
- terugvorderen van het materiaal of subsidie
- uitsluiten van toekomstige ondersteuning.
De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de opgelegde sancties.
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Warandestraat.
Het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn voor een verkaveling in de Warandestraat worden ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
De aanvraag betreft een verkavelingsaanvraag voor een verkaveling ten zuiden van het centrum van Moorsele. De in- en uitrit van de site bevindt zich langs de Warandestraat. De bestaande garagestraat ‘Vrijstraat’ wordt gebruikt als secundaire in- en uitrit voor brandweer en bedient enkele de private carports. De doorsteken verbinden verscheidene bestaande wegen, de vroegere school in de Sint-Janstraat en de supermarkt. De private tuin met openbaar karakter creëert een veilige fiets- en wandelroute voor bewoners uit de omliggende wijken.
De verkaveling wordt opgevat als een individuele site gelegen tussen bestaande bebouwing en voorziet 19 grondgebonden woningen en 22 appartementen. Deze wordt uitgewerkt als woonerf, de parkeerplaatsen zijn conform de wegcode gemarkeerd. De toegang tot de site wordt voorzien via de Warandestraat en voor plaatselijk verkeer via de garagestraat Vrijstraat. De wagens worden gegroepeerd aan de buitenrand van de groenzone. Er wordt gekozen voor wooneenheden zoals halfopen en aaneengesloten met hoofdzakelijk een zuid- of westgerichte tuin. De aaneengesloten bebouwing worden geschakeld. De loten 1 t.e.m. 7 worden voorzien van een inpandige garage, loten 8 t.e.m. 10 van een private carport. Loten 11 t.e.m. 19 zijn voorzien van gegroepeerde carports. Elke woonentiteit beschikt ook over een (fietsen)berging. De zijkavelgrens wordt op min. 3 m van de woningen vastgelegd. De meergezinswoningen beschikken over een privatieve staanplaats/garage in het volume van het op te richten gebouw.
Binnen de verkaveling is er een private groenzone met openbaar karakter. De paden blijven publiek zodat er garantie is op doorwaadbaarheid. De wegenis in de verkaveling wordt ontworpen als woonstraten in kleinschalige materialen, die de verblijfsfunctie benadrukken. De parkeerstroken zijn voorzien in kleinschalig materiaal met brede voegen die het groene karakter van de verkaveling benadrukken en infiltratie optimaal mogelijk maken. In het woonproject is een voetgangers- en fietsersdoorsteek voorzien doorheen de private tuin met openbaar karakter. De parkeerplaatsen bevinden zich aan de rand, zowel privaat als openbaar. De private groenzone met openbaar karakter voorziet ook een overdrukzone voor de inrit van de ondergrondse parkeergarage. Het hart van de verkaveling is in te richten als natuurlijk groen.
Er zijn in de verkaveling 21 openbare parkeerplaatsen. Deze worden voorzien langs de toegangsweg, in kleinschalig materiaal met brede voegen.
Binnen de verkaveling wordt gekozen voor 2 principes betreffende water:
Het terrein is hellend en wordt opgevangen met keermuren op de private loten 4 t.e.m. 9, lot 10 en lot 11 met een maximale hoogte van 75 cm.
De bomen aan de westkant, palend aan de garagestraat, worden gerooid omdat de wortels schade aanbrengen aan de bestaande garageweg en de bomen niet meer passen binnen het huidige concept (o.a. voor de brandweerweg, openheid richting de private binnentuin met openbaar karakter, zonlicht, enz.). De bomen ten oosten van de verkaveling worden gerooid om de DWA-riolering en het wandelpad te kunnen realiseren. De privatieve groenzone centraal in de nieuwe verkaveling heeft een openbaar karakter. De aanleg van de groenzone zal gebeuren bij de bouw van de appartementen, via een afzonderlijke beplantingslijst. In de groenzone wordt ook de brandweg voorzien in betonstraatstenen met verbrede voeg en de ondergrondse kelder in de voorziene omranding ‘zone voor ondergrondse kelder’.
Het geheel wordt ingericht voor het plaatselijk bestemmingsverkeer. Doorgaand verkeer is onmogelijk.
De gronden waarop wegenis- en rioleringswerken worden uitgevoerd, zullen kosteloos worden overgedragen aan de gemeente. De rooilijn wordt in die zin aangepast.
De totale oppervlakte van de te verkavelen zone bedraagt 1,4 ha voor 19 woningen en 22 appartementen in de verkaveling, dit betekent een dichtheid van circa 29 woningen/ha.
Tijdens het openbaar onderzoek werden er 5 bezwaarschriften ingediend. Twee van de bezwaren handelen over een betwiste grondinname. Er zijn meerdere bezwaren betreffende een garagestraat, het mogelijk verkrijgen van een toegang via de verkaveling voor het bouwen van een garage op eigen terrein.
Er is een preadvies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar wat betreft de behandeling van de bezwaren, de behandeling ervan is in grote lijnen als volgt:
Na het openbaar onderzoek werd voor één van de bezwaarindieners (zijn inhoudelijk bezwaar gaat enkel over de betwisting van de perceelsgrens) een regeling uitgewerkt waarbij deze een toegang verkrijgt naar het private perceel van bezwaarindiener, hiervoor wordt een doorgang met een aanvankelijke breedte van 2 m op 2,50 m gebracht. Deze wijziging verandert niks aan het rooilijnplan.
Deze wijziging van het inrichtingsplan kan aanvaard worden en geeft geen aanleiding tot een nieuw openbaar onderzoek, daar deze wijziging geen schending van de rechten van derden met zich mee brengt (cfr. artikel 30 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning).
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Warandestraat.
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Meerlaanstraat.
Het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn voor een verkaveling in de Meerlaanstraat worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De aanvraag betreft een verkavelingsaanvraag voor 6 loten voor een goed gelegen langs de gemeenteweg Meerlaanstraat, in aansluiting met het straatbeeld en de omgeving. De verkaveling wordt opgevat als een residentiële verkaveling bestaande uit 6 halfopen woningen. De loten worden allen georiënteerd richting de Meerlaanstraat.
Er worden voor elke woning minstens 2 parkeerplaatsen voorzien. Op deze manier wordt geen overdruk in de straten gecreëerd op vlak van mobiliteit en verkeersveiligheid.
Elke woning zal worden voorzien van een eigen regenwaterput en infiltratiesysteem conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor het hemelwater. De verhardingen in de voortuinstroken zullen beperkt worden tot de noodzakelijke toegangen. De vloerpas van de woningen wordt voorzien op maximaal 0,40 m boven het bestaande maaiveld. De reliëfwijzigingen moeten tot een minimum beperkt worden. Er wordt een maximum opgelegd aan waterdichte verharding in de tuinzone en voortuinstrook om een zo groot mogelijke oppervlakte voor groenvoorziening te bekomen.
De wegeniswerken betreffen het uitvoeren van rioolaansluitingen, inclusief aanleg van een RWA- en DWA-riolering en de aanleg van parkeerstroken, opritten en groenzones met bomen.
Voor elk lot worden rioolaansluitingen voor regenwater en afvalwater aangesloten op een nieuw voorziene RWA- en DWA-riolering. Het noodzakelijke sleufherstel en de bijhorende aanleg van een nieuwe toplaag in asfalt zijn voorzien in dit project. Er worden opritten aangelegd ter hoogte van de garages voor elk lot, binnen de nieuwe rooilijn. Tussen de opritten zijn parkeerstroken en groenzones voorzien. De parkeerstroken zijn 2 m breed en zijn voorzien in antracietkleurige, drainerende betonstraatstenen van 22 x 11 x 8, eveneens op een zandcementbed van 3 cm, een geotextiel en een fundering van 15 cm drainerend schraalbeton. De parkeervakken worden afgelijnd met witte drainerende betonstraatstenen. De opritten en parkeerstroken worden afgeboord met een geprefabriceerde borduur type ID1. De bestaande rijweg blijft behouden, maar wordt ter hoogte van de te realiseren verkaveling afgeboord met een geprefabriceerde borduur type IE en een geprefabriceerde kantstrook type IIE1. De zones achter de parkeerstroken en binnen de rooilijn worden ingezaaid met gras. Tussen de parkeerstroken zijn 4 groenvakken voorzien. De (private) gronden waarop wegenis- en rioleringswerken worden uitgevoerd, zullen kosteloos worden overgedragen aan de gemeente. De rooilijn wordt in die zin aangepast.
Tijdens het openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
Goedkeuring wordt gegeven aan het wegenistracé, de aanleg ervan en de rooilijn naar aanleiding van de omgevingsvergunningsaanvraag voor het verkavelingsproject in de Meerlaanstraat.
Gaat akkoord met de overdracht van de gewestweg N343 (Muizelstraat, tussen kilometerpunt 2,120 en 2,495, inclusief de rotonde).
De gemeenteraad gaf goedkeuring in zitting van 14 april 2017 aan de samenwerkingsovereenkomst betreffende de uitvoering van werken op de gewestweg N343 (Muizelstraat).
De gemeente en het Vlaamse gewest waren van oordeel dat de werken op de gewestweg N343 (Muizelstraat) in het algemeen belang, om efficiëntieredenen en om redenen van synergie dienden te worden samengevoegd, zodat de werken aldus op elkaar konden aansluiten en ook vanwege schaalvergroting de kosten konden worden gedrukt.
De gemeente verbond zich er toe om na de voorlopige oplevering van de werken, akkoord te gaan met de kosteloze overdracht van de heringerichte Muizelstraat tussen de Drieslaan (inclusief de rotonde) en de Hondschotestraat (inclusief het kruispunt) (zie plan 1M3D8J G 120535 01).
De gemeenteraad verleende in zitting van 12 mei 2017 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure voor de opdracht 'revitalisering bedrijventerrein Gullegem-Moorsele, deel A'. Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 31 januari 2018 goedkeuring aan de gunning van deze opdracht aan THV Cnockaert - Van Huele en gaf in zitting van 24 juni 2020 goedkeuring aan de voorlopige oplevering van deze revitaliseringswerken.
Artikel 1
Gaat akkoord met de overdracht van volgende gewestweg (volgens plan 1M3D8J G 120535 01): N343 (Muizelstraat, tussen kilometerpunt 2,120 en 2,495, inclusief de rotonde).
Artikel 2
Het agentschap Wegen en Verkeer, Koning Albert I-laan 1-2 bus 82 te 8200 Brugge, wordt in kennis gesteld van dit besluit.
De wijziging van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt goedgekeurd.
Het gebruikersreglement voor De Zwemkom is goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 november 2020.
Naar aanleiding van de beraadslaging over dit agendapunt werd de vraag gesteld of kinderen die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister op het adres van de ouder-houder van een familiepas, maar bij wie wel de vermelding 'gedeeld verblijf' staat, ook konden zwemmen met de familiepas van deze ouder. Krachtens het goedgekeurde reglement kan dit inderdaad niet. De vraag is evenwel pertinent en er wordt dan ook een wijziging in die zin van het reglement voorgelegd: kinderen bij wie vermeld staat 'gedeeld verblijf' op een adres in Wevelgem, kunnen genieten van het 'tarief inwoner' en kunnen ook zwemmen met de familiepas van het gezin op dit adres.
Voor een familiepas wordt ook nog verduidelijkt dat deze kan gebruikt worden door maximaal twee meerderjarige gezinsleden en verder alle gezinsleden jonger dan 12 jaar. Dit om reden dat, voor wat het recreatieve deel betreft, De Zwemkom zich vooral richt op jonge gezinnen.
Verder wordt ook artikel 16 aangevuld, namelijk de sanctiemogelijkheid tegen gebruikers die onrechtmatig toegang zouden nemen tot De Zwemkom tegen een voordeliger tarief dan hetgeen van toepassing is.
PB2 - AP1: Wevelgem ondersteunt verenigingen structureel in hun werking.
PB2 - ACT15: Op de site Sportspoor worden een nieuw zwembad en atletiekpiste gerealiseerd.
Artikel 1
§1. Artikel 10, eerste lid van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 10: Tarieven
Wevelgemse verenigingen of inwoners worden aanzien als de belangrijkste doelgroep en gebruikers van het zwembad.
De retributies worden vastgesteld door de gemeenteraad.
Voor toepassing van de tarieven wordt verstaan:
- Tarief inwoner: tarief voor burgers met hoofdverblijfplaats of kinderen met gedeeld verblijf in Wevelgem. De hoofdverblijfplaats blijkt uit zowel de bevolkingsregisters van de gemeente als uit het rijksregister van de natuurlijke personen.
- Tarief niet-inwoner: tarief voor burgers die niet kunnen genieten van het tarief inwoner.
- Jaarpas: tarief voor een toegangspas tijdens publieksuren, die 1 jaar geldig is vanaf aankoopdatum. Het tarief inwoner wordt toegepast als de houder zijn hoofdverblijfplaats of gedeeld verblijf in Wevelgem heeft. Het tarief niet-inwoner wordt toegepast in de andere gevallen.
- Familiepas: tarief voor een toegangspas voor een gezin tijdens publieksuren, waarvan maximaal 2 meerderjarige gezinsleden gebruik kunnen maken, samen met alle gezinsleden jonger dan 12 jaar. De pas is 1 jaar geldig vanaf aankoopdatum. Onder gezin wordt begrepen de personen die al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, op hetzelfde adres hun hoofdverblijfplaats of gedeeld verblijf hebben. Het tarief inwoner of niet-inwoner wordt respectievelijk toegepast als voornoemd adres in Wevelgem of buiten Wevelgem ligt.
- Baantarief: tarief voor de huur van 1 baan in het groot bad.
- Badtarief: tarief voor de huur van het volledige groot bad. In dit geval worden geen banen afzonderlijk verhuurd.
- Klein badtarief: tarief voor het klein bad, de helft van het klein bad kan afzonderlijk gehuurd worden.
- Wevelgems tarief: tarief voor de categorieën 1, 2, 3 en 4.
- Niet-Wevelgems tarief: tarief voor categorie 5.
- Jeugd tarief: tarief voor alle categorieën voor activiteiten waarbij jeugd (-18 jaar) de doelgroep is.
- Volwassen tarief: tarief voor alle activiteiten die niet onder het jeugd tarief vallen.
- Commercieel – Wevelgems tarief: tarief voor categorie 6 in combinatie met categorie 4.
- Commercieel – niet-Wevelgems tarief: tarief voor categorie 6 in combinatie met categorie 5.
§2. De paragrafen 1 tot en met 3 van artikel 10 blijven ongewijzigd.
Artikel 2
Artikel 16 van het gebruikersreglement De Zwemkom wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 16: Weigering toegang en sancties
Bij het niet naleven van dit reglement wordt de gebruiker schriftelijk verwittigd. Het college van burgemeester en schepenen kan elk verder gebruik ontzeggen alsook passende sancties invoeren wanneer de gebruiker in gebreke blijft bij het betalen van de retributies of annuleringskosten, of bij elke niet-naleving van dit reglement of het huishoudelijk reglement.
Wanneer toegang wordt genomen tot het zwembad zonder correcte toepassing van artikel 10, kan de toegang tot het zwembad onmiddellijk worden geweigerd en kan elk verder gebruik ontzegd worden door het college van burgemeester en schepenen zonder enig recht op terugbetaling van reeds aangekochte beurtenkaarten of passen.
Artikel 3
Deze wijziging wordt onmiddellijk opgenomen in het gebruikersreglement De Zwemkom en is van toepassing op het gebruik van het gemeentelijk zwembad De Zwemkom vanaf de openingsdatum zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 wordt vastgelegd.
De gemeenteraad legde de capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2020-2021 vast in haar zitting van 8 november 2019.
De capaciteit voor het volgende schooljaar dient bepaald vóór de start van de nieuwe inschrijvingsperiode voor schooljaar 2021-2022. Er wordt hierbij rekening gehouden met het huidig aantal zittende leerlingen.
Binnen de scholengemeenschap De Leiebrug werd de afspraak gemaakt om de capaciteit vast te leggen tussen de 24 en 26 leerlingen per klas.
De schoolraad gaf op 9 november 2020 positief advies voor het vastleggen van de capaciteit voor volgend schooljaar.
De capaciteit wordt verder per geboortejaar vastgelegd voor het kleuter voor de drie afdelingen.
Daarnaast wordt de capaciteit voor het lager onderwijs in de drie afdelingen verder per leerjaar vastgelegd.
Volgende capaciteitsbepaling wordt voorgesteld:
kleuter: maximaal 24 kleuters per geboortejaar per afdeling
lager, afdeling Hoogstraat:
- 1ste leerjaar: maximaal 24 leerlingen
- 2de leerjaar: maximaal 24 leerlingen
- 3de leerjaar: maximaal 24 leerlingen
- 4de leerjaar: maximaal 48 leerlingen
- 5de leerjaar: maximaal 72 leerlingen
- 6de leerjaar: maximaal 96 leerlingen
lager, afdelingen Kweekstraat en Goudenregenstraat: maximaal 24 leerlingen per leerjaar
anderstalige nieuwkomers: maximaal 8 per afdeling.
Artikel 1
De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 wordt bepaald als volgt:
- Maximaal 24 kleuters per geboortejaar per afdeling (zijnde 72 kleuters in totaal per geboortejaar).
- Lagere jaren, afdelingen Kweekstraat en Goudenregenstraat: maximaal 24 leerlingen per leerjaar.
- Lagere jaren, afdeling Hoogstraat:
* 1ste leerjaar: maximaal 24 leerlingen
* 2de leerjaar: maximaal 24 leerlingen
* 3de leerjaar: maximaal 24 leerlingen
* 4de leerjaar: maximaal 48 leerlingen
* 5de leerjaar: maximaal 72 leerlingen
* 6de leerjaar: maximaal 96 leerlingen.
Artikel 2
De capaciteit voor de gemeentelijke basisschool voor het schooljaar 2021-2022 voor anderstalige nieuwkomers wordt bepaald op maximaal 8 anderstalige nieuwkomers per afdeling.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Namens gemeenteraad,
Kurt Parmentier
algemeen directeur
Jo Libeer
voorzitter