Terug
Gepubliceerd op 27/04/2023

Besluit  gemeenteraad

do 10/11/2022 - 19:00

Lokaal energie- en klimaatpact 2.0

Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe, gemeenteraadsleden
Kurt Parmentier, algemeen directeur
Verontschuldigd: Carine Quidousse, gemeenteraadslid
Afwezig: Tommy Vansteenkiste, gemeenteraadslid

Beslist het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse lokale besturen te ondertekenen.

Feiten, context en argumentatie

Vlaanderen en de lokale besturen slaan, d.m.v. het lokaal energie- en klimaatpact (LEKP 1.0) sinds 2021 de handen in elkaar om samen de nodige transitie in het energie- en klimaatbeleid waar te maken. De gemeente onderschreef dit lokaal energie- en klimaatpact tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse steden en gemeenten (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 8 oktober 2021).

De medewerking aan dit Vlaams beleid kadert in:

  • De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling, gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
  • De ondertekening van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in 2015 aangaande het engagement om aan de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te werken.
  • De ondertekening van het burgemeestersconvenant 2030 vanuit de gemeente Wevelgem (cfr. beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2020).
  • Het Vlaams energie- en klimaatplan (VEKP) 2021-2030.
  • Het regeerakkoord van de Vlaamse regering 2019-2024, waarin opgenomen is: Ook de Vlaamse en lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid en geven het goede voorbeeld. Net als de Vlaamse overheid zullen gemeenten, steden, intercommunales, OCMW’s, provincies en autonome gemeentebedrijven worden gevraagd dat zij hun broeikasgassen met 40% reduceren in 2030 ten opzichte van 2015 en vanaf 2020 per jaar een energiebesparing van 2,09% realiseren op het energieverbruik van hun gebouwenpark (inclusief technische infrastructuur, exclusief onroerend erfgoed).
  • Artikel 2 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.
  • Het regionaal energie- en klimaatactieplan en de regionale ruimtelijke energiestrategie.
  • Het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Wevelgem, waarin duurzaamheid een integraal thema is.

 

Het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0) geeft een vervolg aan het lokaal energie- en klimaatpact van 2021 en bevat een aanscherping van de klimaatambities die in LEKP 1.0 werden vooropgesteld. Dit in lijn met de verscherpte Europese klimaatdoelstellingen vermeld in het 'Fit for 55'-pakket. Het ‘Fit for 55’-pakket is een reeks voorstellen van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse regering van 5 november 2021 ‘bijkomende maatregelen klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie.

Het LEKP 2.0 volgt dezelfde principes als het LEKP 1.0. Twee van de vier concrete en herkenbare werven werden uitgebreid (zie hieronder) naar aanleiding van de reeds vermelde aanscherping op Europees niveau. Er wordt hierbij verder ingezet op een gelijktijdige bottom-up en top-down aanpak. Beide actoren, de Vlaamse overheid en de lokale besturen, geven aan om naast de reeds bestaande engagementen verder werk te maken van de aangescherpte engagementen zoals hieronder vermeld.

Lokale besturen engageren zich om:

  • De doelstelling m.b.t. CO2-reductie voor eigen gebouwen en technische infrastructuur wordt verhoogd van -40% naar -55% CO2-emissies tegen 2030. De scope van deze doelstelling voor CO2-reductie wordt daarnaast uitgebreid naar eigen mobiliteit;
  • De primaire energiebesparingsdoelstelling wordt aangescherpt naar -3% per jaar vanaf 2023;
  • Geen principiële schepencollege- of gemeenteraadsbeslissing meer te nemen m.b.t. lokale heffingen op elektriciteitsmasten en sleuven van ELIA;
  • Aanpassingen in de streefdoelen onder de 4 werven:
    • Nieuwe uitdaging onder werf 2:
      • 25 fossielvrije renovaties onder de 50 collectieve renovaties per 1 000 wooneenheden tegen 2030
      • De inwoners van 50 per 1 000 wooneenheden worden uitgenodigd voor een klimaattafel ter bespreking van een wijkgerichte aanpak voor einde 2024.
    • Nieuwe uitdaging onder werf 3:
      • 1,5 in plaats van 1 (semi-) publieke laadequivalenten per 100 inwoners (99 000 laadpunten (CPE)) tegen 2030.

 

De Vlaamse overheid engageert zich tot:

  • Territoriaal coördinatorschap door Vlaanderen (VR 2022 2502) voor het Europese burgemeestersconvenant om o.a. technische en strategische bijstand aan ondertekenende gemeenten te verlenen voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van hun actieplannen voor duurzame energie en klimaat (SECAPS (sustainable energy and climate action plans));
  • Het faciliteren van praktijkoplossingen voor een kwalitatieve ruimtelijke implementatie van het LEKP, het benutten van de synergieën tussen de 4 werven en via een werkplatform met 2.0-ondertekenaars gedetecteerde drempels oppakken. De Vlaamse regering engageert zich voor een frequente opvolging (minstens jaarlijks) per bevoegd beleidsdomein;
  • In plaats van een apart sloopbeleidsplan, kan de renovatiedoelstelling (residentieel en niet-residentieel) worden voorbereid door een geïntegreerde lange termijn lokale renovatiestrategie. Het Netwerk Klimaat van VVSG zal hier een ondersteunende start-analyse voor laten opmaken (timing: begin 2023);
  • Verder bouwend op de start-analyse van het Netwerk Klimaat wordt een ‘wijkrenovatietool’ aangeboden aan lokale besturen en hun partners om collectieve renovatietrajecten data-gestuurd te concretiseren en op te volgen t.e.m. uitvoering. Deze tool kan een handig instrument zijn om de klimaattafels wijkgericht te organiseren;
  • Versterking van de basisfinanciering van energiehuizen;
  • De invoering van de ‘Mijn VerbouwPremie’ en de ‘Mijn VerbouwLening’ en de versterking van het noodkoopfonds. Zo wordt er gestreefd naar een evenwichtige mix van het activeren van privaat kapitaal door financieringsinstrumenten (premies (waaronder de EPC-labelpremie) en langlopende leningen met incentives voor diepgaande renovaties via het renteloze renovatiekrediet (via banken) of de energielening+ (via energiehuizen)), ontzorging (door energiehuizen en BENOvatiecoaches) en verplichtingen (zoals de niet-residentiële renovatieverplichting vanaf 1 januari 2022 en residentiële renovatieverplichting vanaf 1 januari 2023, publieke en overheidsgebouwen moeten een minimaal EPC-label behalen tegen 2028 en alle niet-residentiële gebouwen tegen 2030);
  • Blijvend in te zetten op het ondersteunen van de lokale besturen bij het realiseren van state of the art fietsinfrastructuur;
  • De noodzaak voor een taxshift tussen de energievectoren (elektriciteitsfactuur verlichten door kosten door te schuiven naar fossiele energiedragers) heeft de Vlaamse regering principieel ondersteund. Eerste stappen hiertoe zijn ondernomen (opkoop groenestroomcertificaten bij de netbeheerders, schrappen kost openbare verlichting, vergoeding REG-premies via de Vlaamse Veerkrachtmiddelen en de kost voor de minimale levering aardgas). Het blijft desalniettemin de expliciete ambitie van minister Zuhal Demir, en de voltallige Vlaamse regering, om de inspanningen continu verder te zetten zodat er zoveel mogelijk bijkomende kosten uit de elektriciteitsfactuur worden gehaald. De Vlaamse regering stelt voor om in samenwerking met de federale overheid een samenwerkingsovereenkomst uit te werken om een sociaal rechtvaardige taxshift door te voeren van elektriciteit naar de verschillende fossiele energiedragers waarbij gemiddeld de energiekost van huishoudens en ondernemingen niet stijgt. Hierbij wordt gedacht aan oplossingen, zoals een uitzondering op de non bis in idem-wet. Een precedent hiervan vinden we terug in de gehanteerde methode voor de minerale olie. Hiervoor zal overleg worden opgestart met het federale beleidsniveau en rekening gehouden worden met Europese beleidsinitiatieven. VVSG zal frequent op de hoogte worden gehouden. Het is ook in dit kader dat aan de lokale besturen gevraagd wordt de heffing op de ELIA-elektriciteitsmasten af te bouwen, gezien hierdoor ook de elektriciteitsfactuur verlicht wordt met 11 miljoen euro per jaar;
  • Een eenmalige additionele budgettaire impuls voor LEKP 2.0 ondertekenaars van 22,5 miljoen euro om de aangescherpte ambities van LEKP 2.0 te ondersteunen tijdens deze legislatuur. Deze middelen worden verdeeld als volgt: 8,75 miljoen euro voor 2022, 8,75 miljoen euro voor 2023 en 5 miljoen euro voor 2024. Deze engagementen kunnen binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse gemeenschap voorziene en beschikbare middelen en kunnen aangepast worden in functie van het algemeen begrotingsbeleid.

 

Door de ondertekening van het lokaal energie- en klimaatpact geeft gemeente Wevelgem aan actie te ondernemen om de doelstellingen zoals hierboven vermeld in LEKP 2.0 met de wijzigingen met betrekking tot werf 2 en werf 3 na te streven. Hierdoor heeft de gemeente recht op financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid d.m.v. een trekkingsrecht.
Voor de uitbetaling in 2023 (middelen 2022) ligt 105 817 euro voor Wevelgem vast voor LEKP 1.0 en 37 230 euro voor LEKP 2.0. Deze financiering omvat een subsidie van 50%, er is dus een 50% cofinanciering vanuit de gemeente vereist. Deze bedragen kunnen nog verhoogd worden als niet alle gemeenten in Vlaanderen instappen.

Vorige beslissingen
  • Beslissing van de gemeenteraad van 8 oktober 2021: lokaal energie- en klimaatpact Vlaanderen.
  • Beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2020: goedkeuring van de ruimtelijke energiestrategie en het regionaal energie- en klimaatactieplan.
Hogere regelgeving
  • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 en artikel 2.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2022 tot toekenning van een subsidie aan de Vlaamse gemeenten voor klimaatacties ter uitvoering van het lokaal energie- en klimaatpact 2022.
Publieke stemming
Aanwezig: Jo Libeer, Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe, Kurt Parmentier
Voorstanders: Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Jo Libeer, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Jelle Stragier, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Beslist het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse lokale besturen te ondertekenen.