In het kader van de aanleg van het BEO-veld Campus Wevelgem wordt door het OCMW een recht van opstal verleend aan Intercommunale Leiedal.
Binnen het project LECSEA (Local Energy Communities’ (LEC's) in het gebied van ‘Interreg 2 Seas’), gestart op 1 februari 2020, met als doel in te zetten op de nieuwe opportuniteiten rond energiegemeenschappen, ondersteunt Intercommunale Leiedal (Leiedal) de ontwikkeling van verschillende warmteprojecten en energiegemeenschappen in de regio. Leiedal beschikt over een investeringsbudget van 600 000 euro voor de realisatie van pilootprojecten waarvan 50% werd toegekend aan het collectief BEO-veld en warmtenet op de Campus Wevelgem.
Het project LECSEA maakt 60% subsidie mogelijk op investeringsprojecten binnen een aantal randvoorwaarden:
Vanuit deze opportuniteit wordt, gelet op het lopende onthardingsproject in de Deken Jonckheerestraat, dit BEO-veld aangelegd samen met verschillende actoren rond de Campussite.
Binnen deze context werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen de betrokken actoren, nl. gemeente Wevelgem, OCMW Wevelgem, Katholiek Basisonderwijs Guldenberg vzw, WZC Sint-Camillus vzw en Leiedal (beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 mei 2022). In aansluiting hierop en in functie van de effectieve aanleg van het BEO-veld moeten de gemeente en het OCMW, als grondeigenaars van de percelen waarop het BEO-veld zal worden ingeplant, een recht van opstal verlenen aan Leiedal.
Notaris Ann Strobbe bereidde de akte vestiging van een recht van opstal voor die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt voorliggende akte vestiging van een recht van opstal goed, met aangehecht het grondplan opgemaakt door landmeter-expert Barbara Callens op 7 juli 2022. Voornoemde akte blijft aan deze beslissing gehecht om er 1 geheel mee uit te maken.
Artikel 2
De raad van maatschappelijk welzijn belast het vast bureau met de verdere uitvoering van deze beslissing.
Er wordt kennis genomen van de opvolgingsrapportering die betrekking heeft op het eerste semester van het boekjaar 2022 uit het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (2022).
Overeenkomstig artikel 263 van het decreet over het lokaal bestuur wordt er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd.
Artikel 29 van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 schrijft voor dat de opvolgingsrapportering minstens volgende elementen moet bevatten:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico’s.
Voornoemde vereisten werden vertaald in volgende rapporten:
Er zijn geen wijzigingen van de assumpties.
De opvolgingsrapportering werd besproken in het Managementteam van 23 augustus 2022.
Neemt kennis van de opvolgingsrapportering die betrekking heeft op het eerste semester van het boekjaar 2022 uit het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 (2022).
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen.
Vraag ingediend door de raadsleden van de fractie Groen en gesteld door raadslid Lien Vanderjeugt.