De wijziging van het belastingreglement op tweede verblijven wordt goedgekeurd.
Het belastingreglement op tweede verblijven, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 december 2013, stipuleerde dat, in geval een tweede verblijf verhuurd werd en deze huurder(s) op dit adres niet is (zijn) ingeschreven in het bevolkingsregister op 1 januari van het aanslagjaar, dat de belasting - in eerste instantie - verschuldigd was door de huurder(s) (artikel 3).
Het belastingreglement op tweede verblijven, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 december 2019, legt de belastingplicht bij de zakelijk gerechtigde, ook als het tweede verblijf wordt verhuurd of door een derde feitelijk wordt gebruikt (artikel 4, §1).
Artikel 5 van het vigerende belastingreglement legt een aangifteplicht van het tweede verblijf op. De aangifte moet gebeuren voor 30 juni van het aanslagjaar op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Bij gebrek aan een tijdige of bij een onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast en wordt de ambtshalve ingekohierde belasting verhoogd met 20% van de verschuldigde belasting (artikel 6 en artikel 7).
In geval een tweede verblijf wordt verhuurd of door een derde feitelijk wordt gebruikt, dan is de zakelijk gerechtigde niet altijd op de hoogte van het feit of deze huurder of derde al dan niet is ingeschreven in het bevolkingsregister op bedoeld adres. Conform de huidige libellering zou een onwetende zakelijk gerechtigde - in het geval zijn huurder of bedoelde derde niet is ingeschreven in het bevolkingsregister op bedoeld adres - ambtshalve worden belast en dat met een verhoging van 20%. Deze 'automatische' verhoging met 20% lijkt onbillijk voor een zakelijk gerechtigde die niet op de hoogte was van de niet-inschrijving in het bevolkingsregister op bedoeld adres. Het komt billijker voor om deze zakelijk gerechtigde alsnog de mogelijkheid te geven een aangifte te doen, desgevallend na 30 juni van het aanslagjaar, en bij aangifte dan ook geen verhoging toe te passen.
Het belastingreglement van 13 december 2019 wordt in die zin aangepast.
Het belastingreglement op tweede verblijven van 13 december 2019 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Artikel 7 wordt integraal vervangen als volgt:
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Wanneer een belastingplichtige een aangifte had moeten doen voor een tweede verblijf dat verhuurd wordt of door een derde feitelijk wordt gebruikt en hij deze aangifte alsnog indient binnen de dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van de verwittiging van de ambtshalve aanslag, wordt geen verhoging toegepast.
Artikel 2
§1. Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2021.
§2. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van het belastingreglement op tweede verblijven.