Adviseert de aanvraag tot erkenning van de nieuwe woonmaatschappij binnen het werkingsgebied Kortrijk-regio.
Het decreet van 9 juli 2021 wijzigde diverse decreten met betrekking tot wonen. Tegen 1 januari 2023 moesten sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) en sociale verhuurkantoren (SVK’s) in principe één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij is dan uitsluitend actief binnen het werkingsgebied waarvoor ze erkend is. Tegen voornoemd decreet stelden verschillende actoren een beroep tot gedeeltelijke vernietiging in bij het Grondwettelijk Hof.
De gemeenteraad formuleerde op 8 oktober 2021, op vraag van de bevoegde minister Matthias Diependaele, een advies om de gemeente Wevelgem als zelfstandig werkingsgebied te laten functioneren.
De werkingsgebieden werden op 4 februari 2022 vastgelegd door de Vlaamse regering in 42 besluiten (cfr. artikel 4.37 Vlaamse codex Wonen van 2021). Wevelgem werd hierbij niet als werkingsgebied erkend, maar toegevoegd aan Kortrijk om het werkingsgebied Kortrijk-regio te vormen.
Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 23 februari 2022 om een tweesporenbeleid te voeren. Enerzijds werd beslist om voornoemde beslissing tot vorming van het werkingsgebied Kortrijk-regio aan te vechten bij de Raad van State. Anderzijds kon niet genegeerd worden dat de beslissing van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 rechtskracht heeft. Het college van burgemeester en schepenen besliste daarom om, zolang voornoemd besluit niet geschorst of vernietigd wordt, constructief samen te werken met alle woonactoren van het werkingsgebied Kortrijk-regio in het proces om tot één woonmaatschappij per werkingsgebied te komen. In uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 dienden SHM De Vlashaard en SHM Wonen Regio Kortrijk in principe tegen 1 januari 2023 samen één nieuwe woonmaatschappij te vormen, waarin ook de SVK-werking van vzw De Poort vervat zit. Stad Kortrijk, gemeente Wevelgem, SHM De Vlashaard, SHM Wonen Regio Kortrijk en vzw De Poort voerden de nodige fusiegesprekken.
De regelgeving voorzag wel in de mogelijkheid om de erkenning van de SHM's te verlengen tot 30 juni 2023 (artikel 205, §3 van voornoemd decreet). De verlenging van de erkenning als SHM biedt een langere voorbereidingstijd voor de oprichting van de woonmaatschappij. Om de fusiegesprekken op een goede manier verder te kunnen zetten, vroegen beide SHM's die op heden binnen het werkingsgebied Kortrijk-regio actief zijn, zijnde SHM De Vlashaard en SHM Wonen Regio Kortrijk, formeel een verlenging van hun erkenning tot 30 juni 2023. De gemeenteraden van Kortrijk en Wevelgem stemden hiermee in (in zitting van respectievelijk 4 juli en 8 juli 2022).
Ondertussen besliste het Grondwettelijk Hof, middels arrest van 24 november 2022, om de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van voornoemd decreet te verwerpen.
De fusiegesprekken voor de vorming van één woonmaatschappij binnen het werkingsgebied Kortrijk-regio komen ondertussen in een finale fase. Gemeente Wevelgem en SHM De Vlashaard konden als volwaardige partners het erkenningsdossier mee voorbereiden en konden op deze manier mee instaan dat de lokale netwerkvorming alsook de lokale inbedding en verankering voldoende verzekerd zijn binnen de nieuw op te richten woonmaatschappij. Vanuit het college van burgemeester en schepenen wordt dan ook voorgesteld om gunstig advies te verlenen aan het erkenningsdossier. Verder heeft het college van burgemeester en schepenen ook afstand gedaan van het beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 2022 tot vaststelling van het werkingsgebied Kortrijk-regio (beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 30 januari 2023).
Artikel 1
Neemt kennis van het dossier voor de aanvraag tot erkenning van een nieuwe woonmaatschappij voor het werkingsgebied Kortrijk-regio.
Artikel 2
Geeft als advies aan de Vlaamse regering dat het bij deze aanvraag gevoegde stappenplan voldoet aan de doelstellingen van de gemeente.
Artikel 3
Stelt vanuit het aanvraagdossier voor de erkenning vast dat de te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
Artikel 4
Keurt het ontwerp van statuten voor de nieuwe woonmaatschappij goed.