Terug
Gepubliceerd op 17/10/2022

Besluit  gemeenteraad

do 08/09/2022 - 19:00

Heraanleg Hondschotestraat - definitieve vaststelling rooilijnplan en definitief onteigeningsbesluit

Aanwezig: Jo Libeer, voorzitter
Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe, gemeenteraadsleden
Kurt Parmentier, algemeen directeur
Verontschuldigd: Jelle Stragier, Carine Quidousse, Tommy Vansteenkiste, gemeenteraadsleden

Het gemeentelijk rooilijnplan voor de heraanleg van de Hondschotestraat wordt definitief vastgesteld en het onteigeningsbesluit, met als bijlagen het onteigeningsplan, de projectnota en het verslag van het openbaar onderzoek, wordt definitief goedgekeurd.

Feiten, context en argumentatie

In de gemeente Wevelgem is er een sterke economische bedrijvigheid. Daarbij is het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele', dat reeds werd aangelegd in de jaren ’60, één van de oudste, met infrastructuur voorziene bedrijventerreinen in de provincie West-Vlaanderen.

 

Met (i) een ligging langsheen de E403, (ii) een oppervlakte van 160 ha en (iii) een 120-tal bedrijven uit de verwerkende industriële sector en groothandel, beschikt het bedrijventerrein niet enkel over (strategische) troeven, maar is het eveneens van groot belang voor de lokale (en bovenlokale) economie en tewerkstelling. Teneinde dit strategisch en economisch belang te bestendigen (en desgevallend te verstevigen) werkt de gemeente Wevelgem aan een revitalisering van (o.a.) dit bedrijventerrein. 

 

Een revitaliseringsstudie werd opgemaakt, met daarin een globaal plan voor de herinrichting van het openbaar domein in dit gebied met een verhoging van de ruimtelijke, omgevings- en belevingskwaliteit. Er werd gezocht naar een oplossing voor problemen inzake verkeersstructuur en –veiligheid, ontsluiting, afwatering, beeldkwaliteit,... waarbij de concrete uitvoering van deze revitalisering werd opgesplitst in 3 (eerder: 2) fases:

 

  • Fase 1: heraanleg van de Muizelstraat en Noordstraat, een vrachtwagenparking in de Westlaan, de heraanleg van een deel van de Nijverheidslaan tussen de Oostlaan en het containerpark en heraanleg van deel van de Drieslaan;
  • Fase 2: heraanleg van (de rest van) de Drieslaan, de Nijverheidslaan, een gedeelte van de Ambachtenlaan evenals de Oostlaan;
  • Fase 3: heraanleg van de Hondschotestraat.

 

Waar deze eerste fase al werd opgeleverd in 2018 en deze tweede fase is voorzien om opgeleverd te worden in de loop van 2022, bestaat de laatste fase van de revitalisering van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele' uit een heraanleg van de Hondschotestraat, die een belangrijke ontsluitingsweg is voor het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele'. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) wordt dienaangaande het volgende gesteld:

'De regionale bedrijventerreinen van Wevelgem zijn telkens gelegen langs de E403/A17. De ontsluiting van deze bedrijventerreinen gebeurt echter niet noodzakelijk op de E403. (…) Het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele wordt in eerste instantie ontsloten via de Rijksweg N343, parallel met de E403, om aan te sluiten op de A19. Sommige vrachtwagens nemen een sluiproute vanuit de R8, dwars door Gullegem (Schuttershoflaan) om het bedrijventerrein te bereiken. De interne ontsluiting van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele is gebaseerd op een rasterpatroon. Er zijn drie aansluitingen op de Hondschotestraat, één op de Driemasten en één aansluiting via de Muizelstraat naar de Rijksweg N343'. (eigen onderlijning)

 

In lijn hiermee wordt de Hondschotestraat in het GRS en het mobiliteitsplan ook aangeduid als een ‘lokale weg categorie 2’ (i.e. een zgn. lokale gebiedsontsluitingsweg). De hoofdfunctie van dergelijke wegen is het ontsluiten op lokaal of interlokaal niveau. De weg ontsluit een lokaal gebied (vb. dorpskern, wijk, industrie- of dienstenzone) naar een weg van een hogere categorie en heeft pas in tweede instantie een verbindende functie.

 

Thans omvat de heraanleg van de Hondschotestraat de vervanging van de bestaande riolering door een gescheiden rioleringsstelsel alsook een vernieuwing en verbreding van het wegdek respectievelijk -profiel, zodat de noodzakelijke ruimte kan gecreëerd worden voor de aanleg van een vrijliggend fietspad.

 

Dergelijke scheiding van regenwater (RWA) en het overige afvalwater (DWA) staat in het huidige beleid en bij actuele ontwerpen van rioleringsinfrastructuur centraal. Conform de richtlijnen van de ‘code van goede praktijk voor het ontwerp en gebruik van DWA-systemen in Vlaanderen’ werd voor de Hondschotestraat dan ook voorzien in de aanleg van een RWA- en DWA-stelsel, waarbij een volledige scheiding van afvalwater en regenwater wordt vooropgesteld.

 

Verder is de Hondschotestraat tevens een fietsas die een rol vervult binnen het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, zijnde een netwerk van gemeentegrensoverschrijdende fietsinfrastructuur dat woonkernen en attractiepolen verbindt. Alzo vormt de Hondschotestraat niet enkel een (belangrijke) ontsluiting van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele', maar wordt deze eveneens veel gebruikt als functionele fietsroute (vb. woon-werkverkeer per fiets) evenals recreatieve fietsroute.

 

In het verleden is er langsheen de Hondschotestraat een fietspad aangelegd, aansluitend aan de rijweg met een maximum breedte van 1 m. Het aantal verkeersongevallen dat zich in de voorbije jaren heeft voorgedaan langsheen deze verbindingsweg maakt echter duidelijk dat de bestaande inrichting een gevaarlijke situatie creëert - en blijft creëren - voor de zwakke weggebruiker.

 

De heraanleg van de Hondschotestraat met aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel én een verbreding van het wegprofiel teneinde de vereiste ruimte te creëren voor aanleg van een vrijliggend fietspad, maakte eerder het voorwerp uit van de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan, het onteigeningsplan en de projectnota ‘Hondschotestraat’ (beslissing van de gemeenteraad van 1 april 2022) en maakt thans het voorwerp uit van deze definitieve vaststelling.

 

Geen van vereiste grondinnames voor de realisatie van dit herinrichtingsproject konden tot op heden minnelijk verworven worden. Voor deze werken werd met de beslissing van de gemeenteraad van 1 april 2022 het gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vastgesteld én de administratieve onteigeningsprocedure opgestart. Dit overeenkomstig het decreet gemeentewegen respectievelijk het Vlaams onteigeningsdecreet.

 

Vervolgens werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 16 juni 2022 tot en met 15 juli 2022. Gedurende deze periode werden twee bezwaarschriften ontvangen, één ten aanzien van de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan ‘Hondschotestraat’ en één ten aanzien van de voorlopige vaststelling van het onteigeningsplan ‘Hondschotestraat’.

 

I. Betreffende het gemeentelijk rooilijnplan ‘Hondschotestraat’

De Hondschotestraat kwalificeert als een gemeenteweg in de zin van het decreet gemeentewegen. Artikel 8 van het decreet gemeentewegen bepaalt dat niemand een gemeenteweg kan aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. Artikel 11 van het decreet gemeentewegen bepaalt verder dat de ligging en de breedte van een gemeenteweg wordt vastgelegd in een gemeentelijk rooilijnplan.

 

Overeenkomstig artikel 16, §2 en §3 van het decreet gemeentewegen moet dit gemeentelijk rooilijnplan volgende elementen omvatten:

-       de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;

-       de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;

-       de naam van de eigenaars van de getroffen percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn;

-       in voorkomend geval een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg;

-       in voorkomend geval de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.

Het gemeentelijk rooilijnplan ‘Hondschotestraat’ omvat al deze elementen.

 

Artikel 4 van het decreet gemeentewegen bepaalt verder dat er bij wijzigingen aan een gemeentelijk wegennet rekening moet gehouden worden met volgende principes:

1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

In toepassing van artikel 4 van het decreet gemeentewegen kan de wijziging aan het gemeentelijk wegennet als volgt worden gemotiveerd:

 

  • Algemeen belang

Overeenkomstig artikel 4, 1° van het decreet gemeentewegen dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste te staan van het algemeen belang.

 

Voorliggend rooilijnplan strekt er toe (i) een gescheiden rioleringsstelsel en (ii) een vrijliggend fietspad, dat gescheiden is van de rijweg, te kunnen aanleggen langsheen de Hondschotestraat.

 

De aanleg van (i) een gescheiden rioleringsstelsel en (ii) een vrijliggend fietspad langsheen de Hondschotestraat, strekt evident tot het algemeen belang van de gemeenschap, daar men op die manier de milieu- en waterhuishouding bevordert en een veilige ontsluiting kan creëren voor het (zwakke) wegverkeer langs een weg met een belangrijke ontsluitingsfase, die bovendien is opgenomen in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Dit terwijl er momenteel aan weerszijden van de weg een smal aanliggend fietspad aanwezig is waar een snelheidsregime van 70 km/uur geldt.

 

De Hondschotestraat is een openbare weg, waarvan het gebruik is bestemd voor allen. Hoofddoel van de ontworpen rooilijn en onteigening bestaat aldus in de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en vrijliggend fietspad, waardoor milieu- en waterhuishouding worden bevorderd én de verkeersveiligheid - langs een belangrijke ontsluitingsweg en fietsas - aanzienlijk wordt verhoogd, zijnde dus bij uitstek een wijziging die ten dienste staat van het algemeen belang.

 

Waarbij volledigheidshalve ook wordt verwezen naar hetgeen navolgend uiteengezet wordt betreffende het algemeen nut van de onteigening, motivering die hiervoor integraal hernomen moet geacht worden.

 

  • Uitzonderingskarakter wijziging, verplaatsing of afschaffing 

Overeenkomstig artikel 4, 2° van het decreet gemeentewegen is elke wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg een uitzondering, die gemotiveerd dient te worden.

 

Blijkens de memorie van toelichting bij het decreet gemeentewegen werd deze motiveringsverplichting in het leven geroepen, met het oog op de bescherming van de trage wegen, d.w.z. de wegen niet hoofdzakelijk bestemd voor gemotoriseerd verkeer, in het bijzonder de oude voetwegen opgenomen in de atlas der buurtwegen.

Hierbij wenste de decreetgever de ondoordachte opheffing van zulke trage wegen tegen te gaan, gezien hun belangrijke maatschappelijke en mobiliteitsfunctie.

 

In voorliggend geval moet echter worden vastgesteld dat de Hondschotestraat bezwaarlijk als trage weg kan worden beschouwd, bovendien wordt deze wegenis niet verplaatst, noch opgeheven. Integendeel, voorliggend rooilijnplan strekt ertoe een gescheiden rioleringsstelsel en vrijliggend fietspad, dat gescheiden is van de rijweg, te kunnen aanleggen langsheen de Hondschotestraat.

 

Gelet op voorgaande is de voorgenomen wijziging verantwoord.

 

  • Verkeersveiligheid

Overeenkomstig artikel 4, 3° van het decreet gemeentewegen dienen bij de beslissingen omtrent de wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet steeds de verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangelande percelen in aanmerking te worden genomen.

 

Betreffende de verkeersveiligheid wordt vooreerst verwezen naar hetgeen dienaangaande reeds uiteen werd gezet onder de titel ‘algemeen belang’.

 

Voorliggend rooilijnplan strekt ertoe een gescheiden rioleringsstelsel en een vrijliggend fietspad, dat gescheiden is van de rijweg, te kunnen aanleggen langsheen de Hondschotestraat. Zulke infrastructurele ingrepen strekken evident tot het algemeen belang van de gemeenschap, daar men op die manier de milieu- en waterhuishouding bevordert en in het bijzonder een veilige ontsluiting kan creëren voor het (zwakke) wegverkeer langs een weg met een belangrijke ontsluitingsfase, die bovendien is opgenomen in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Dit terwijl er momenteel aan weerszijden van de weg een smal aanliggend fietspad aanwezig is waar een snelheidsregime van 70 km/uur geldt.

 

De Hondschotestraat is een openbare weg, waarvan het gebruik is bestemd voor allen. Hoofddoel van de ontworpen rooilijn en onteigening bestaat aldus in de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en een vrijliggend fietspad, waardoor milieu- en waterhuishouding worden bevorderd én de verkeersveiligheid - langs een belangrijke ontsluitingsweg en fietsas - aanzienlijk wordt verhoogd, zijnde dus bij uitstek een wijziging die ten dienste staat van het algemeen belang.

 

Gezien voorliggend rooilijnplan overigens louter de aanleg van (een gescheiden rioleringsstelsel en) een vrijliggend fietspad inhoudt (ten opzichte van de bestaande rooilijn), blijven alle aangelande percelen zich bevinden langs een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De ontsluiting van de aangrenzende percelen komt met andere woorden niet in het gedrang door voorliggend rooilijnplan.

 

  • Gemeentegrensoverschrijdend perspectief

Overeenkomstig artikel 4, 4° van het decreet gemeentewegen dient zo nodig de wijziging aan het gemeentelijk wegennet te worden beoordeeld in gemeentegrensoverschrijdend perspectief.

 

In voorkomend geval paalt de betrokken wegenis evenwel niet aan een van de aanpalende gemeenten, noch kan door voorliggende wijziging van de rooilijn en het wegprofiel redelijkerwijze enige hinder voor de buurgemeenten verwacht worden.

 

Dit (o.a.) nu het tracé van de rijweg door voorliggend rooilijnplan niet gewijzigd wordt.

 

  • Actuele functie – toekomstige generaties

Overeenkomstig artikel 4, 5° van het decreet gemeentewegen dient rekening gehouden te worden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder hierbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij dienen tevens de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen te worden.

 

Voorliggend rooilijnplan beoogt tegemoet te komen aan enerzijds de actuele noden van een modern en milieubewuste waterhuishouding en anderzijds de noodzaak aan een veilige fietsinfrastructuur. 

 

Meermaals werd reeds benadrukt dat de Hondschotestraat een belangrijke ontsluitingsfunctie vervult, evenals is opgenomen als fietsas in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Het algemeen belang en de verkeersveiligheid vereisen voor zo’n weg een conflictvrij wegprofiel, waarbij de interactie tussen gemotoriseerd en niet-gemotoriseerd waar mogelijk vermeden moet worden.

 

De behoeften van de toekomstige generaties komen door voorliggende wijziging van de rooilijn niet in het gedrang, integendeel, in het licht van de stijgende vraag naar alternatieve en milieu-ontlastende, duurzame mobiliteitsalternatieven strekt voorliggende wijziging tot het aanleggen van een vrijliggend fietspad tot de gevoelige verbetering van de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruiker.

 

II. Betreffende het onteigeningsplan ‘Hondschotestraat'

Onderhavige vaststellingsprocedure volgt de bepalingen van titel 3 van het Vlaams onteigeningsdecreet juncto de bepalingen van hoofdstuk 3 van het decreet gemeentewegen.

Artikel 28, §1 van het Vlaams onteigeningsdecreet bepaalt dat het definitief onteigeningsbesluit volgende elementen moet bevatten:

1° de omschrijving van de te onteigenen onroerende goederen of de te onteigenen zakelijke rechten;

2° de vermelding van de onteigenende instantie;

3° de rechtsgrond voor de onteigening;

4° de omschrijving van het onteigeningsdoel van algemeen nut;

5° de omschrijving en de motivering van de onteigeningsnoodzaak.

 

  • Omschrijving van de te onteigenen onroerende goederen of de te onteigenen zakelijke rechten

Overeenkomstig artikel 28, §1, 1° van het Vlaams onteigeningsdecreet, moet het definitief onteigeningsbesluit een omschrijving geven van de te onteigenen onroerende goederen of de te onteigenen zakelijke rechten

 

De te onteigenen gronden, waarvan de inname noodzakelijk is ter verwezenlijking van de ontworpen rooilijn, beslaan negen (9) percelen langsheen de Hondschotestraat, planologisch bestemd conform het gewestplan 'Kortrijk' en het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) 'afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk', en zijn kadastraal gekend als volgt:

- Lot  nr. 1: 3de afdeling, sectie D, nr. 5C met in te nemen oppervlakte van 225 m²

- Lot nr. 2:  3de afdeling, sectie D, nr. 7D met in te nemen oppervlakte van 67 m²

- Lot nr. 3:  3de afdeling, sectie D, nrs. 7C en 15G met in te nemen oppervlakte van 967 m²

- Lot nr. 4:  3de afdeling, sectie D, nr. 15H met in te nemen oppervlakte van 27 m²

- Lot nr. 5:  3de afdeling, sectie D, nr. 16G met in te nemen oppervlakte van 677 m²

- Lot nr. 6:  3de afdeling, sectie D, nr. 17D met in te nemen oppervlakte van 93 m²

- Lot nr. 7:  3de afdeling, sectie D, nrs. 17C en 19B met in te nemen oppervlakte van 280 m²

- Lot nr. 8:  3de afdeling, sectie D, nrs. 23F en 24A met in te nemen oppervlakte van 443 m²

- Lot nr. 9:  3de afdeling, sectie D, nrs. 25D en 26B met in te nemen oppervlakte van 747 m².

 

Meer specifiek bestrijken deze percelen de zuidelijke zijde van de Hondschotestraat, gelegen tussen de Muizelstraat/Rijksweg enerzijds en de Ballingstraat anderzijds. Overeenkomstig de projectnota ‘Hondschotestraat’ zal deze grondstrook aangewend worden voor de aanleg van (i) een gescheiden rioleringsstelsel en (ii) een fietspad dat gescheiden is van de rijweg.

 

Er is getracht om deze noodzakelijke grondstroken te verwerven op minnelijke wijze, maar tot op heden zonder gunstige afloop. De verwerving van desbetreffende grondstrook is evenwel onontbeerlijk voor de realisatie van de ontworpen rooilijn, en daarmee aldus voor de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel en afgescheiden fietspad langsheen de Hondschotestraat. 

 

Dit zodat er moet worden overgegaan tot onteigening om deze grondverwerving te kunnen verzekeren.

 

  • Onteigenende instantie

Overeenkomstig artikel 28, §1, 2° van het Vlaams onteigeningsdecreet, moet het definitief onteigeningsbesluit de onteigenende instantie vermelden.

 

In voorliggend geval zal de gemeente Wevelgem, met bestuurszetel te 8560 Wevelgem, Vanackerestraat 16, en ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder het nummer 0207.488.641, zelf als onteigenende instantie optreden.

 

Zij beschikt daartoe over de vereiste onteigeningsbevoegdheid conform artikel 6, 1° van het Vlaams onteigeningsdecreet, waarin expliciet is bepaald dat de gemeenten bevoegd zijn tot onteigening over te gaan, zonder daartoe een onteigeningsmachtiging van een hogere overheid te moeten bekomen.

 

  • Rechtsgrond voor onteigening

Op grond van artikel 3, §2 van het Vlaamse onteigeningsdecreet en overeenkomstig artikel 16 van de grondwet is de onteigening slechts mogelijk indien daartoe een uitdrukkelijke wettelijke of decretale rechtsgrond is voorzien. Overeenkomstig artikel 28, §1, 3° van het Vlaams onteigeningsdecreet dient deze rechtsgrond opgenomen te zijn in het definitieve onteigeningsbesluit. 

 

Voorliggend onteigeningsplan vindt haar wettelijke grondslag in artikel 27 van het decreet gemeentewegen, dat bepaalt dat elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg middels onteigening kan plaatsvinden.

 

Meer algemeen en slechts ondergeschikt voorziet artikel 7 van het Vlaams onteigeningsdecreet, dat gemeenten kunnen overgaan tot onteigening in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.

 

Voorliggende onteigening heeft tot doel om de aanleg van (i) een gescheiden rioleringsstelsel en (ii) een vrijliggend fietspad langs een belangrijke ontsluitingsweg, mogelijk te maken. Het betreft dan ook een materie die de gemeentelijke infrastructuur, mobiliteit en verkeersveiligheid aanbelangt.

 

  • Onteigeningsdoel van algemeen nut 

Artikel 16 van de grondwet bepaalt: 'Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling'. Waarbij ook artikel 3 van het Vlaams onteigeningsdecreet bevestigt dat een onteigening slechts mogelijk is ten algemenen nutte.

 

Overeenkomstig artikel 28, §1, 4° van het Vlaams onteigeningsdecreet, dient het definitief onteigeningsbesluit een omschrijving te geven van dit onteigeningsdoel van algemeen nut.

 

In de memorie van toelichting bij het Vlaams onteigeningsdecreet is, inzake de verplichting tot omschrijving van het doel van algemeen nut, bepaald dat ervan kan worden uitgegaan dat een ‘vermoeden van algemeen nut’ bestaat wanneer het te onteigenen goed een bestemming van openbaar gebruik zal krijgen, meer bepaald een rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik door een onbepaalbaar en variabel aantal mensen en dit op een niet exclusieve wijze.

 

Zoals eerder verduidelijkt, gaat het in casu om een riolerings- en wegenisproject waarbij een gescheiden rioleringsstelsel en vrijliggend fietspad worden aangelegd met voor gevolg (i) een bevordering van de milieu- en waterhuishouding en (ii) een aanzienlijke verhoging van de verkeersveiligheid. Dergelijke werken strekken tot het nut van eenieder - of met andere woorden tot nut van een onbepaalbaar en variabel aantal mensen en dit op een niet exclusieve wijze - en dus tot het algemeen belang.

 

Daarnaast blijkt het onteigeningsdoel van algemeen nut ook uit het feit dat de heraanleg van de Hondschotestraat een project is waarbij het algemeen belang van de gemeenschap wordt gediend. De Hondschotestraat vormt niet enkel een (belangrijke) ontsluiting van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele', maar wordt eveneens veel gebruikt als functionele fietsroute (vb. woon-werkverkeer per fiets) en recreatieve fietsroute. 

 

Op grond van het voorgaande dient vastgesteld te worden dat de Hondschotestraat een belangrijke verkeersfunctie heeft en dit zowel op lokaal als bovenlokaal niveau.

 

De aanleg van (een gescheiden rioleringsstelsel en) een vrijliggend fietspad langsheen deze weg, is dan ook in het algemeen belang van de gemeenschap, daar men op die manier een veilige ontsluiting kan creëren voor het (zwakke) wegverkeer. Dit terwijl er momenteel aan weerszijden van de Hondschotestraat een smal aanliggend fietspad aanwezig is, waar een snelheidsregime van 70 km/uur geldt.

 

Deze (aanzienlijke) verhoging van de verkeersveiligheid is bij uitstek een onteigeningsdoel van algemeen nut. Dit zoals ook bevestigd door de Vlaamse overheid in het besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening van 5 mei 2000, alwaar de aanleg van wegenisinfrastructuur en fietspaden expliciet worden aangemerkt als zijnde van algemeen belang:

Artikel 2

'Als handelingen van algemeen belang, zoals bedoeld in artikel 4.1.1, 5°, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening worden de werken, handelingen en wijzigingen beschouwd die betrekking hebben op:

1° de openbare wegen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals tunnels, viaducten, bruggen, duikers, langsgrachten, tolinfrastructuur en parkings;
(...)'.

Artikel 3

'§1. De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, §2, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. De handelingen hebben betrekking op:

1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;
(...)'.

Verder dient vastgesteld dat ook de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel van belang is voor de gemeenschap, in die zin dat een onbepaalbaar en variabel aantal personen op niet-exclusieve wijze van de gerealiseerde voordelen zal kunnen genieten. Realisaties op vlak van mobiliteit (vernieuwde wegenis) en volksgezondheid (verbeterde riolering leidt tot een gezondere omgeving) worden bereikt, hetgeen evenzeer bij uitstek redenen van algemeen belang betreffen, die de inname van de percelen, zoals voorzien op het onteigeningsplan, verantwoordt.

 

Waarbij tot slot moet worden aangestipt dat het wegenis- en rioleringsproject ‘Hondschotestraat’ eveneens kadert binnen de algemene (bredere) doelstelling van algemeen nut van een revitalisering van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele'. Gelet dat dit bedrijventerrein een oppervlakte beslaat van (ongeveer) 160 ha en (ongeveer) 120 bedrijven huisvest, strekt de voorgenomen bestendiging en optimalisering van de ontsluiting en waterhuishouding op dit bedrijventerrein (mede) tot een versterking van het economisch weefsel van de gemeente en de omliggende omgeving.

 

Wars van de vaststelling dat het zelfs de decretale taak is van de gemeente om (i) te voorzien in voldoende geschikte bedrijfshuisvestingsmogelijkheden en zorgvuldig ruimtegebruik te bewerkstelligen en (ii) de duurzaamheid te verhogen en de levensduur van bedrijventerreinen en andere economische locaties voor bedrijfshuisvestiging te verlengen (cfr. art. 3 van het decreet ruimtelijke economie), staat de bestendiging en optimalisering van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele' overduidelijk ten dienste - minstens - van de lokale en bovenlokale bevolking, gelet dat hiermee een aanbod van arbeidsplaatsen wordt gegarandeerd, met vlotte toegang voor werknemers (en bezoekers) tot de faciliteiten van de gemeente. 

 

De onteigening is noodzakelijk om deze doelstellingen van algemeen nut te kunnen realiseren.

 

  • De onteigeningsnoodzaak

Overeenkomstig artikel 28, §1, 5° van het Vlaams onteigeningsdecreet, dient het definitief onteigeningsbesluit een omschrijving en motivering te geven van de onteigeningsnoodzaak. Daarbij dient op grond van art. 3, §3 van het Vlaams onteigeningsdecreet meer specifiek te worden ingegaan op (A) de noodzakelijkheid van het doel van de onteigening, (B) de noodzakelijkheid van het betrokken goed en (C) de noodzakelijkheid van de inname voor het bereiken van de gewenste doelstelling van algemeen nut.

 

A.    Noodzakelijkheid van het doel

Het wegenis- en rioleringproject 'Hondschotestraat' strekt ertoe de milieu- en waterhuishouding van de gemeente te bevorderen evenals - en vooral - de verkeersveiligheid voor zwakke weggebruikers (vnl. fietsers) te verbeteren in de Hondschotestraat.

 

Waar de realisatie van een gescheiden rioleringsstelsel noodzakelijk is teneinde de richtlijnen van de ‘code van goede praktijk voor het ontwerp en gebruik van DWA-systemen in Vlaanderen’ te respecteren, vormt het huidige, smalle en direct aan de rijweg grenzende fietspad langs weerszijden van de Hondschotestraat een onaangename en onveilige verkeerssituatie, in het bijzonder voor de zwakke weggebruiker. De Hondschotestraat wordt - als ontsluiting van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele' bovendien gebruikt door (zwaar) autoverkeer, hetgeen de laatste jaren alleen maar is toegenomen.

 

Deze onveilige verkeerssituatie en toenemende verkeersdrukte, vertaalde zich de afgelopen jaren in verschillende verkeersongevallen met zowel materiële als lichamelijke schade.

 

Om de veiligheid van (vooral zwakke) weggebruikers beter te kunnen waarborgen is het daarom noodzakelijk om het bestaande fietspad aan weerszijden van de Hondschotestraat aan te passen en te voorzien in een afscheiding van de rijweg. Ook het vademecum fietsvoorzieningen van MOW Vlaanderen schrijft een vrijliggend een- of tweerichtingsfietspad voor, voor de openbare wegen waar er een snelheidsregime van 70 km/uur geldt. 

 

De noodzakelijke heraanleg en afscheiding van het fietspad is (zoals verder zal blijken) enkel mogelijk mits de inname van enkele aanpalende gronden langsheen de Hondschotestraat. 

 

Door het verhogen van de verkeersveiligheid mag redelijkerwijze worden verwacht dat het aantal ongevallen op de kwestieuze weg (drastisch) zal dalen, minstens en bovendien dat ook het subjectieve veiligheidsgevoel van de fietser zal vergroten, zodat de verhoging van de verkeersveiligheid tegemoetkomt aan een behoefte die bijdraagt tot een verbetering van de samenleving en de leefomstandigheden van de gemeenschap.

 

Het doel van de onteigening is derhalve noodzakelijk.

 

B.    Noodzakelijkheid van het betrokken goed

De te onteigenen gronden (nl. lot 1 tot en met 9 op het onteigeningsplan) zijn van essentieel belang voor het bereiken van de vooropgestelde doelstellingen van algemeen nut.

Feit is dat deze grondstrook rechtstreeks paalt aan de Hondschotestraat als ontsluiting van het bedrijventerrein 'Gullegem-Moorsele', voor het overgrote gedeelte reeds bezwaard is met een erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen, evenals ingevolge zijn planologische bestemming(en) ook slechts zeer beperkte ontwikkelingsmogelijkheden kent. Waarbij er voor de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel uiteraard ook rekening moet gehouden worden met de aansluitingen op/ligging van de bestaande riolering, en de natuurlijke hellingen en reliëf van het terrein.

 

Evenmin is er enig alternatief (dan de onteigening) voorhanden om aan de gesignaleerde veiligheids- en verkeersproblematiek te kunnen tegemoetkomen. Ook alternatieven, zoals een (her)aanleg van de bestaande fietspaden aan weerszijden van de Hondschotestraat, een loutere verlaging van het snelheidsregime, … werden onderzocht, waarbij het huidige inrichtingsprincipe met onteigening echter steeds als meest geschikte (en enige reële) oplossing naar voren kwam in functie van de gesignaleerde verkeers- en veiligheidsproblematiek én de aanwezige bebouwing aan de andere zijde van de Hondschotestraat.

 

Zodat de aanleg van (i) een gescheiden rioleringsstelsel en (ii) een vrijliggend en afscheiden fietspad, langsheen de zuidzijde van de Hondschotestraat, als enige (reële) mogelijkheid resteert.

 

Eén en ander geldt overigens des te meer nu de huidige inrichting slechts de inneming vereist van een beperkte grondstrook waarop geen constructies staan opgesteld, hetgeen ook doet conformeren met het evenredigheidsbeginsel.

 

Bij uitblijven van enige minnelijke regeling, is de onteigening van de te onteigenen gronden dan ook noodzakelijk om de vooropgestelde doelstelling van algemeen nut te kunnen bereiken.

 

C.    Noodzakelijkheid van de inname

De huidige rooilijnbreedte ter hoogte van de Hondschotestraat is te smal om (een gescheiden rioleringsstelsel en) een vrijliggend en afgescheiden fietspad binnen het openbaar domein te kunnen voorzien. Aangezien de Hondschotestraat een snelheidsregime van 70 km/uur kent, dienen er overeenkomstig het vademecum fietsvoorzieningen vrijliggende fietspaden voorzien te worden.

 

Er is getracht om deze noodzakelijke grondstroken te verwerven op minnelijke wijze, maar tot op heden zonder gunstige afloop. Wel werd voor de innames 1, 7 en 8 het akkoord vanwege de provincie bekomen, hetgeen evenzeer voor inname 9 geldt. Ook voor de overige innames werd mondeling reeds een akkoord bereikt, hetgeen nog geformaliseerd dient te worden. In afwachting van de opmaak en ondertekening van de aankoopaktes blijven deze grondstroken deel uitmaken van het onteigeningsplan, waarbij weliswaar na ondertekening van de akte geen gerechtelijke onteigeningsprocedure meer gevoerd zal worden.

 

Het onteigeningsplan bevat dan ook slechts die percelen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de ontworpen rooilijn, en daarmee aldus voor de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel en afgescheiden fietspad langsheen de Hondschotestraat.

 

Aangezien tot nog geen minnelijke verwerving van de grondstrook gefinaliseerd kon worden en geen enkel ander alternatief beschikbaar is dan het gebruik van het onteigeningsinstrument, is een inname van de betrokken goederen noodzakelijk.

 

III. Openbaar onderzoek

Het gemeentelijk rooilijnplan ‘Hondschotestraat’ diende in toepassing van artikel 17, §2 van het decreet gemeentewegen, aan een openbaar onderzoek onderworpen te worden.

Overeenkomstig artikel 17 e.v. van het Vlaams onteigeningsdecreet diende het voorlopig onteigeningsbesluit, het onteigeningsplan en de projectnota onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek.

In toepassing van artikel 33 van het Vlaams onteigeningsdecreet werd het openbaar onderzoek van beide procedures geïntegreerd en werd een gezamenlijk openbaar onderzoek gehouden. Het openbaar onderzoek vond plaats van 16 juni 2022 tot en met 15 juli 2022.

 

De formaliteiten betreffende het openbaar onderzoek van het rooilijnplan dienen te voldoen aan de vereisten uit artikel 17, §2, eerste en tweede lid van het decreet gemeentewegen. De eigenaars van de onroerende goederen - zoals opgenomen op het onteigeningsplan - werden hiervan in kennis gesteld conform de bepalingen van de artikelen 17 e.v. van het Vlaams onteigeningsdecreet.

 

Uit het verslag van het openbaar onderzoek blijkt dat alle formaliteiten van het openbaar onderzoek vervuld werden en dat het dossier gedurende de periode van het openbaar onderzoek ter inzage heeft gelegen in het gemeentehuis en raadpleegbaar was op de website van de gemeente Wevelgem.

 

Doorheen het openbaar onderzoek werden twee bezwaarschriften ontvangen. Eén ten aanzien van het rooilijnplan, ingesteld door enkele buurtbewoners. En één ten aanzien van het onteigeningsplan, ingesteld door de eigenaars van de innames 3 en 5. Er werden geen verzoeken tot zelfrealisatie ontvangen.

 

In het verslag van het openbaar onderzoek worden deze standpunten, bezwaren en opmerkingen uitgebreid behandeld en dit wordt dan ook beschouwd als onderdeel van dit besluit. Dit verslag van het openbaar onderzoek wordt goedgekeurd en als bijlage aan het definitief onteigeningsbesluit gehecht.

Meerjarenplan en budget

Voor het gemeentebestuur zijn er in eerste instantie enkele operationele kosten te verwachten, zoals publicatie van een bericht in het Belgisch Staatsblad, etc... evenals de kosten voor de uiteindelijke verwerving/onteigening van de in te nemen gronden. Hiervoor dient verwezen te worden naar de gedetailleerde schattingsverslagen opgesteld door landmeter-expert K. Roelandt (lan 040 700).

De totale vergoeding/waarde voor alle innemingen gezamenlijk werd door de landmeter-expert geraamd op 36 088,90 euro en wordt aangerekend op rekening PB2-ACT32/0310- 00/220007/I-PB2-AP12 van het investeringskrediet.

Vorige beslissingen
  • Beslissing van de gemeenteraad van 1 april 2022: heraanleg Hondschotestraat - voorlopige vaststelling rooilijnplan en voorlopig onteigeningsbesluit.
Hogere regelgeving
  • Gecoördineerde grondwet, in het bijzonder artikel 16.
  • Decreet lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 2, 40 en 41, 2de lid, 9°.
  • Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, in het bijzonder de artikelen 8, 10, 16, 17 en 27.
  • Decreet van 24 februari 2017 betreffende de onteigening voor het algemeen nut.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
  • Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening.
  • Decreet van 13 juli 2012 'ruimtelijke economie', in het bijzonder artikel 3.
Publieke stemming
Aanwezig: Jo Libeer, Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe, Kurt Parmentier
Voorstanders: Luc Defraye, Jan Seynhaeve, Hendrik Vanhaverbeke, Mathieu Desmet, Carlo De Winter, Geert Breughe, Lobke Maes, Stijn Tant, Marie De Clerck, Jo Libeer, Hendrik Libeer, Kevin Defieuw, Sofie Mol, Katleen Messely, Filip Daem, Joachim Naert, Bas Surmont, Elyn Stragier, Heidi Craeynest, Charlotte Bonte, Lien Vanderjeugt, Vicky Claeys, Inge Goemaere, Sander Deflo, Jessica Corty, Liese Vandoorne, Yves Goddeeris, Luc Vanderhaeghe
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Beslissing

Artikel 1

Het rooilijnplan ‘Hondschotestraat’, opgemaakt door landmeter-expert K. Roelandt, wordt definitief vastgesteld.

 

Artikel 2

De gemeenteraad stelt bij deze het definitieve onteigeningsbesluit vast, met als bijlagen het onteigeningsplan, de projectnota en het verslag van het openbaar onderzoek. Het onteigeningsplan 'Hondschotestraat’, zoals opgemaakt door landmeter-expert K. Roelandt, en de projectnota ‘Hondschotestraat’, worden definitief vastgesteld.

 

Artikel 3

Dit besluit wordt voor wat de definitieve vaststelling van het rooilijnplan betreft onmiddellijk gepubliceerd op de gemeentelijke website en aangeplakt aan het gemeentehuis en ter plaatse. De bezwaarindieners worden per beveiligde zending op de hoogte gesteld van dit besluit.

 

Een kopie van het vaststellingsbesluit, samen met het rooilijnplan, worden onmiddellijk met beveiligde zending bezorgd aan het departement Mobiliteit en Openbare Werken alsook de deputatie van de provincie West-Vlaanderen.

 

Artikel 4

Dit besluit wordt voor wat betreft de vaststelling van het definitieve onteigeningsbesluit samen met haar bijlagen binnen de vijftien werkdagen per beveiligde zending aan de eigenaars bezorgd.

 

Een uittreksel hiervan wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en wordt tevens bekendgemaakt op de gemeentelijke website met al haar bijlagen.

 

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verzending van een laatste schriftelijk aanbod aan de eigenaars van het te onteigenen perceel, om vervolgens indien nodig de gerechtelijke onteigeningsprocedure aanhangig te maken.